„De waarde
van bepaalde
dingen blijft
altijd bestaan"
Holland Festival
bevindt zich in
een overgangsfase
RETROSPECTIEF JIRI KYLIAN
Soberder
Berio
Messiaen
Spaanse muziek
Uitdagend
'C^idóeSotrtant'
Volksdans
Erkenning
In Parijs, New York, Tokyo en Londen is zijn werk Top of the Bill. Uit
verkochte theaters, waar hij ook gaat. In Nederland is het nog steeds een
zeldzaamheid als de voorstellingen van „zijn" Nederlands Dans Theater
zijn uitverkocht. Jiri Kylian, huischoreograaf en voormalig artistiek direc
teur van het Haagse dansgezelschap, wordt nu toch op gepaste wijze
geëerd. Met een retrospectief in het kader van het Holland Festival. Een
portret van de man die ooit zei vooral de mens, met al zijn ervaringen en
emoties, in zijn balletten te willen tonen.
het leiderschap gaan aan hem voorbij,
en de getalenteerde Tsjech kan zich nu
geheel richten op dat waarin hij het
sterkst is, het maken van moderne bal
letten. Het NDT mag zich gelukkig prij-
DEN HAAG - „Ik voel dit seizoen als
het belangrijkste van de afgelopen vijf
tien jaar. Als je dingen laat zien die je
vijftien jaar geleden hebt gemaakt, dan
kan dat zeer onthullend zijn. Het is heel
moeilijk om te zeggen welke impact die
stukken nu zullen hebben. Ze zijn niet
oud genoeg om als historisch te beschou
wen. Sommigen zijn net op de grens,
sommigen zijn misschien gedateerd.
Maar ik ben er niet bang voor. Ik geloof
dat wanneer dingen een bepaalde waarde
hebben, die waarde blijft bestaan".
Jiri Kylian, in een interview eind vorig
jaar naar aanleiding van zijn vijftien-ja
rig dienstverband met het Nederlands
Dans Theater. Meer dan veertig choreo
grafieën maakte de internationaal be
faamde Tsjechische ballet-grootmeester
bij het Haagse gezelschap. Negentien
daarvan worden er nu uitgevoerd in het
kader van het Holland Festival. Werken
die geacht worden een samenvattend
beeld te geven van de choreografische
ontwikkeling die Kylian heeft doorge
maakt. Variërend van 'Stoolgame'
(1974), tot 'Un Ballo', zijn laatste chore
ografie, dit jaar gemaakt. Een eerbetoon
kortom aan een choreograaf die meer
dan wie ook het gezicht van Nederlands
meest gezaghebbende moderne dansge
zelschap bepaalde. En die gelukkig terug
kwam op zijn besluit, eind vorig jaar ge
nomen, Den Haag en het NDT na dit
seizoen te verruilen voor zijn geboorte
stad Praag en de daar werkende ballet
groepen. Want ook Kylian besefte dat de
omstandigheden waaronder hij bij het
NDT werkt, met zijn eigen theater, drie
dansgroepen, een soepele directie en
competente artistieke staf, uniek in de
wereld zijn.
Het programma dat nu wordt opgevoerd
in het Holland Festival, was dan ook ei
genlijk bedoeld als afscheidsprogramma.
Maar Kylian blijft dus, al is het niet
meer als artistiek leider, maar als huis
choreograaf. De beslommeringen van
Wat is er met Kylian gebeurd in die vijf
tien jaar? Danscritici zien een duidelijke
ontwikkeling in zijn balletten van lyri
sche, dramatische stukken, waarin de
emotie van de mens centraal staat, tot
hoekige en soberder choreografieën,
waarin de dans als pure bewegingsvorm
de hoofdrol speelt. 'Kaguyahime' bij
voorbeeld, de opening van het Holland
Festival in 1988, laat zich nauwelijks
meer vergelijken met 'Synfonietta' van
tien jaar daarvoor en ontegenzeggelijk
Kylians meest klassiek geworden ballet.
Van vloeiend naar hoekig, van uitbun
dig naar sober.
Het is een gevolg van zijn veranderde,
veel intuitievere werkwijze, zo liet hij
vorig jaar weten in een interview met
De Volkskrant. In zijn begintijd als cho
reograaf zat elke pas al in zijn hoofd nog
voordat hij met de dansers ging praten.
Nu gaat hij, met slechts een klein idee
aan het werk, en laat het stuk zich tij
dens het werken met de dansers zich
verder ontwikkelen. „Ik begin met het
kleinst mogelijke idee. Het beest dat zich
choreografie noemt moet zich kunnen
uitleven, gevoed door de dansers en
door mijn intuïtieve beslissingen. Wat ik
nu probeer is me vol te stoppen met zo
veel mogelijk informatie die betrekking
kan hebben op wat ik wil doen: land
schappen, architectuur, fotografie, litera
tuur, eigen ervaringen, het kan van alles
zijn. Al die indrukken samen moeten de
humus vormen". Uit het interview blijkt
ook dat Kylian zich bewust is van de ge
varen van die manier van werken. „Het
is een gevaarlijke manier van werken,
want die voorinformatie is later niet in
het resultaat terug te vinden. Als je de
echte overtuiging mist, kan wat je maakt
pretentieus worden. Dan verlies je het
AMSTERDAM - Naar gevestigd ijzeren
repertoire op symfonisch en kamermuzi-
kaal gebied zoekt men terecht vergeefs
tijdens dit Holland Festival: daarvan is
het hele seizoen al bijna een overaan
bod. Directeur Jan van Vlijmen: „Ik ben
voor een Holland Festival, dat zich on
derscheidt door programmering en kwa
liteit en dat tot stand komt met enthou
siasme en bevlogenheid. Experimenteel
ben ik niet".
Andere constateringen vooraf zijn, dat
bezuinigingen en minder sponsoring en
subsidie duidelijk merkbaar zijn, bij
voorbeeld in de totale concentratie op
Amsterdam. Anderzijds is het onbegrij
pelijk, dat dure producties als Prokov-
jev's opera 'Oorlog en Vrede' en Mo-
zarts 'Entführung', het Messiaenconcert
en de Berioprogramma's slechts éénma
lig zijn (of twee keer gaan, zoals bij Mo
zart). En waarom diens Gran Partita in
de IGeine Zaal van het Concertgebouw?
Natuurlijk wordt tijdens het HF aan
dacht aan Mozart besteed. Dat gebeurt
nogal plichtmatig, maar gelukkig wordt
wat aan kwantiteit ontbreekt ruim
schoots gecompenseerd door verwachte
kwaliteit. De openingsvoorstelling van
het Festival geldt 1 juni 'Idomeneo', vo
rig jaar nog zo succesvol door Gardiner
concertant uitgevoerd. In het Amster
dams Muziektheater wordt het late, vrij
statische werk op het toneel gebracht in
de regie van Peter Mussbach in décors
van Nina Ritter. Verrassing: het Neder
lands Filharmonisch Orkest wordt geleid
door Frans Brüggen. Bij de solisten geen
wereldnamen, maar wel goede specialis
ten. Het gaat totaal om tien voorstellin
gen.
De eerder genoemde Gardiner geeft ge
lukkig met zijn English Baroque Soloists
en zijn Monteverdi koor weer acte de
présence in het Concertgebouw om weer
twee semi-scènische vertolkingen, dit
maal van Mozarts 'Entführung' te leiden
op 7 en 9 juni. Ook hier vrijwel louter
jonge, onbekende solisten. Met dertien
leden uit zijn orkest verzorgt Gardiner
verder tussen beide operavoorstellingen
door, dus 8 juni, in de Kleine zaal een
vertolking van Mozarts mooiste blazers
serenade, de Gran Partita.
Bij alle, nogal overdreven poppenkast
rond Mozart wordt licht vergeten, dat
bijvoorbeeld ook Prokovjev wal te vie
ren heeft: zijn honderdste verjaardag.
Die krijgt nationaal en internationaal
weinig aandacht, vandaar, dat het heel
verdienstelijk is tijdens het Holland Fes
tival tenminste één concertante opvoe
ring van zijn late opera 'Oorlog en
vrede' als Nederlandse première te kun
nen meemaken. Een laat, in volledige
vorm Wagneriaans lang werk van zes
uur, dat 1 juni 's middags van start
Met het aantreden van directeur Jan van Vlijmen, van nature op
eigentijdse muziek en muziektheater gefixeerd, belandt het Holland
Festival in een overgangsfase. Veel van wat nu wordt geboden, komt nog
uit de portefeuille van zijn voorganger Ad 's-Gravesande. Toch zijn de
wissels gezet met vijf opera 's. Veel nieuw - deels Nederlands - werk en
weinig conventioneels. Het landenthema, dit keer Spanje, komen we voor
het laatst tegen.
gaat dankzij samenwerking met de Vara-
matinée. Edo de Waart dirigeert een
keur van solisten, het Groot Omroep
koor en het Radio Filharmonisch Or
kest.
In chronologie gezien komt aan het an
dere einde van de schaal wat nieuwe Ne
derlandse muziek aan de orde tijdens
het concert door het Residentie Orkest
onder leiding van Hans Vonk in de
Wangzaal van Berlage's Beurs op 21
juni. Het gaat louter om premières. De
jongste componistengeneratie is verte
genwoordigd door Ivo van Emmerik
met 'Thought', dat solistische inbreng
van basklarinet, fluit en piano vergt.
Jan Boerman liet ditmaal de electronica
voor wat deze is en schreef 'Muziek
voor slagwerk en orkest', terwijl Peter
Schat zich in zijn 'De Hemel' liet inspi
reren door bewegingen aan de hemel
van sterren, planeten en wolken.
Een zachte overgang naar een modern
Italiaans componist - Berio - die de hand
had in een bewerking van Monteverdi's
'II combattimento di Tancredi e Clorin-
da' vormt de korte opera van Theo Loe-
vendie 'Gassir the Hero', die in regie
van Pierre Audi in het Duivendrechtse
Cinetone complex door de Nederlandse
Opera van 4 t/m 8 juni speelt. Voor Ne
derland is 'Gassir' een première, in
Amerika werd de opera eerder al in Bos
ton opgevoerd.
De Italiaanse componist Berio heeft er
sinds het eind van de jaren vijftig veel
toe bijgedragen, dat de ontwikkeling van
de eigentijdse muziek niet nodeloos
werd verkokerd, niet werd verabsolu
teerd in seriële compositietechnieken.
Twee wegen waren voor zijn eigen ont
wikkeling bepalend: de vrijmaking van
de instrumentale virtuositeit door onder
andere fluit, hobo, trombone, altviool en
zangstem, waardoor het publiek dankzij
de inzet van solisten als Gazzeloni, Hol-
liger, Globokar en Berberian een zekere
toegang kreeg tot avantgardistische mu
ziek; en het gebruik van electronische
manipulatie voor een bepaalde vorm
van vocale muziek.
Niet minder belangrijk voor Berio was
en is de toepassing van de collage tech
niek, waarvan hij - getuige bijvoorbeeld
zijn Sinfonia - heel virtuoos gebruik
maakt en waarmee hij als het ware bui
gingen maakt voor de belangrijkste com
ponisten uit de muziekgeschiedenis. Dat
hij zo prachtig voor de menselijke stem
schrijft, is te danken aan zijn intensieve
samenwerking met mezzo Cathy Berbe
rian.
Al deze aspecten komen aan bod: In een
aan Berio gewijd restrospectief door het
Residentie Orkest en het Nederlands
Kamerkoor o.l.v. Arturo Tamayo plus
het Aurelia saxofoonkwartet 8 juni in de
Grote Amsterdamse Concertgebouwzaal.
In de door Berio zelf gedirigeerde, semi-
scènische verlate Nederlandse première
van zijn rond het leven van de succes
Olivier Messiaen, zijn vrouw Yvonne Loriod en Reinberl de Leeuw, die in het Holland
Festival opnieuw de krachten bundelen voor een uitvoering van 'La Transfiguration de
Notre Seigneur Jésus-Christ'.
volle dramaturg Prospero gesitueerde
opera 'Un re in ascolto' (4 juni Concert
gebouw).
Tijdens het eerste concert klinken naast
'Cries of London' (1974) en 'Requies' de
Nederlandse premières van 'Calmo' en
'Canticum novissimi testamenti' (1989).
Er was een tijd, waarin de met veel vo
gelgeluiden, rooms-katholieke Schwar-
merei, mathematische berekeningen, ge
voelvolle melodiek, orgelinbreng, eroti
sche sensualiteit verrijkte muziek van
Messiaen in al zijn filosofische lengte
voldoende algemeen van aard was om
als voorwendsel te dienen voor een heel
complexe muziektaal, die naar een uni
versele totaliteit streefde.
Met zijn tussen juli 1965 en februari
1969 geschreven 'La transfiguration de
Notre Seigneur Jésus Christ', lijkt echter
van een aanzienlijke blikvernauwing
sprake te zijn richting streng Rooms Ka
tholicisme. In de resulterende muziek
taal laat hij verschillende aspecten van
het mysterie van Christus' verheerlijking
met een mozaïek van Latijnse teksten de
revue passeren. Die teksten zijn zorgvul
dig gekozen om als uitgangspunt te die
nen van 's componisten meditaties.
Wat tenslotte nogal hinderlijk is aan
werken als 'Transfiguration' en 'Médita-
tions sur le mystère de la sainte trinité'
is niet zozeer de muziek zelf, die een
groot aantal prachtige en diep ontroeren
de momenten bevat, maar het formaat,
waarin alles wordt gepresenteerd. Beide
werken zijn namelijk bedoeld als een
reeks meditaties over diverse gewijde
teksten, die in de twee parallel verlopen
de series van zeven nummers in het la-
tij n worden gezongen door het koor, ge
woonlijk unisono en veelal lijkend op
een atonaal Gregoriaans gezang. Het an
derhalf uur durende oratorium doet een
beroep op zeven instrumentale solisten
(waaronder Messiaens echtgenote, de
pianiste Yvonne Loriod), een koor van
honderd stemmen en een meer dan hon
derd leden tellend orkest.
Ook wanneer men die teksten niet volgt
- en voor een zuiver muzikale apprecia
tie is dat verstandig - geeft de obsederen
de verschijning van wat duidelijk muzi
kale sleutelsymbolen zijn de indruk van
een zichzelf rechtvaardigende zelfvol
daanheid, die irritant is.
Gelukkig kan men het werk op twee ni-
veau's genieten: het programmatische en
het puur muzikale. Op dit laatste vlak
valt gelukkig veel te genieten. Reinbert
de Leeuw leidt 29 juni het Radio symfo
nie orkest, het Groot Omroepkoor en
het Concertgebouw.
Voor de laatste maal geldt dit jaar een
landenthema. Ditmaal is het met veel
muziek, dans en film aan Spanje gewijd.
Afwisselend in De IJsbreker, de Bé"
van Berlage en het Concertgebouw y
len zich versnipperend over de duur v
het festival diverse bijdragen op allet
muziekterreinen af. Tegenover beroe
de ouderen als Albeniz, Falla en Graj
dos worden gevestigde 'jonge oudei
als Ohana, Gerhard, Raxach en Halfr
geplaatst, terwijl daarnaast ruimte is;
laten aan onbekenderen als Pablo, E
nar, del Puerto, Estrada en Hidalgo. c
Interessant lijkt vooral de opera 'Gojf
cas' van Granados in - alweer - conë
tante vorm. Het gaat hier namelijk L
een reconstructie van de geschonj»
partituur, die in 1916 uit het water wj
gevist bij de voor de componist fataafc
lopende schipbreuk tengevolge van d(
In het kader van de manifestatie 't
Amsterdam tot Venetië' zijn een
muziekmanifestaties ingelast: 26 junig
rigeert Lucas Vis het Radio Fifhari
nisch Orkest en het Nederlands Kaïr
koor in het programma, dat bestaatF
Stravinsky's 'Canticum sacrum' en H
no's 'No hay caminos'. Telkens
12.00 uur zullen Gustav Leonhardtl
Bernard Winsemius in de Nieuwe Kk
orgel dubbelrecitals geven, die zijnL
wijd aan 17e eeuwse Italiaanse en ij
derlandse componisten. b
Nergens logisch bij in te delen is
concert door het Asko ensemble opt
juni in Paradiso met een wel
vreemdsoortig programma, dat m-
een pianosonate van Beethoven en
Fantasie van Kurtag Ives' From
Steeples and the Mountains, Webernl(
Orkeststukken' opus 6 en Boulez'
maines' bevat. Uitdagend is het
gramma zeker....
Dat kan nauwelijks worden gezegd
het traditionele RAI-concert door
Concertgebouworkest onder Chailly j
15 juni. Niks belcanto, niks compor
tenportret (Gershwin), maar een pc;
listisch Frans programma in de <ir
Beecham destijds als 'Lollipops'
schreven sfeer. Eerst Dukas' To vena;
leerling, dan Saint-Saëns' 2e piano<]
cert - van Bach tot Offenbach - en:
slot hoogtepunten uit Bizets 'Carnii
Maar wel leuk voor het grote publiek^
tuurlijk!
Het kan geen toeval zijn, dat twee aij]
re, op vertrouwd repertoire door i
roemde interpreten stoelende optreC]
van het Concertgebouworkest welbev
buiten het HF zijn gehouden. Allere]
is daar op 22 juni een galaconcert oi);
Chailly met Jessye Norman, die Berlji
'Nuits d'été' zingt, omraamd door vj
van Ravel en Verdi. Kort daarop,ji
juni, komt Giulini Beethovens 6e eij]
symfonie dirigeren.
contact met het publiek en wordt de
voorstelling een dierentuin waarin alle
dieren door elkaar lopen. Choreografe
ren voor jezelf, daar geloof ik niet in.
Dat moet je maar thuis doen", aldus
Kylian.
Negentig procent van de balletten die
Kylian maakt, komen volgens eigen zeg
gen voort uit de muziek. „Ik streef naar
een sterke verbinding tussen de muziek
en de dans, net zoals in de volksdans;
daar zijn die elementen perfect samenge
vloeid. Ik wil hetzelfde bereiken, maar
dan met gecomponeerde muziek. Ik
kom uit een muzikale familie, mijn
grootvader was dirigent en mijn moeder
was een danseres, dus die twee discipli
nes zijn van huis uit met elkaar verbon
den", aldus de choreograaf indertijd in
een interview ter gelegenheid van het
eerste NDT-optreden in het Amsterdam
se Muziektheater. Die volksdans-invloe-
den zijn wel degelijk terug te vinden.
'Stamping Ground' bijvoorbeeld, dat
ook in het Holland Festival-retrospectief
wordt uitgevord, is gebaseerd op de
volksdans van de Aboriginals, waarmee
Kylian in aanraking kwam tijdens een
tournee door Australië. En in 'Kaguyahi-
me', een bijna avondvullende choreogra
fie, is veel van de traditionele Japanse
dans terug te vinden.
In geen enkel interview gaat Kylian
voorbij aan de rol van de dansers. Zoals
de schilder het moet doen met zijn
kwast en palet, de componist afhankelijk
is van de instrumentatie, zo is een cho
reograaf geheel afhankelijk van de moge
lijkheden en onmogelijkheden van zijn
dansers. Kylian wijst er steevast op dat
het een wisselwerking is: niet hij alleen,
maar hij en de dansers bepalen de uit
eindelijke uitkomst. Kylian: „Als chore
ograaf komt je nooit alleen tot resulta
ten; het idee is van jou maar voor de
verwezenlijking daarvan heb je anderen
nodig. Het leukste aspect is dat je samen
met de dansers creeert, hoewel dat ook
enerverend is want je moet er op ver
trouwen dat de inspiratie aanwezig is op
de tijd dat je hebt afgesproken te gaan
repeteren. Een schilder, een dichter of
componist deelt zijn eigen tijd in, een
'choreograaf zit vast aan andere mensen
van wie sommigen net niet in topvorm
ZATERDAG 25 MEI 1991 PAGINA!
kunnen zijn. Ik maak de spelregels voor
het spel dat we spelen en het enige dat ik
kan doen is hopen dat ze kloppen. Mijn
voornaamste eis aan dansers is maxima
le energie en absolute inzet op het mo
ment dat ze op het toneel staan. Want
daar gaat het om; düt moment komt
nooit meer terug". En: „Iemand heeft
mij ooit bekritiseerd omdat ik de dan
sers als instrumenten zou hanteren; die
heeft er echt niets van begrepen. De dan
sers komen hier en geven als het ware
hun persoonlijkheid aan dit gezelschap
cadeau. Dansers zijn creatieve mensen
die ik moet zien te overtuigen van wat
ik wil zeggen. De ideale situatie is dat ik
mezelf leer kennen door te werken met
de dansers en de dansers zichzelf leren
kennen door te werken met mij. Hun le
ven wordt verrijkt door te werken met
mij, en omgekeerd".
De resultaten van die aanpak hebben in
middels wereldwijd tot erkenning van
zowel het talent van Kylian als dat van
de dansers van het NDT geleid. Het Ne
derlands Dans Theater is ongetwijfeld
Nederlands meest reizende gezelschap,
met optredens in Japan, Australië, Ame
rika, en, recentelijk, Tsjechoslowakije,
het land waar Kylians wieg stond. 'Sin-
Jiri Kyli
„Den Haag
mijn twe<
Heimat gen
den".
FOTO: SF
C
fonietta', op muziek van de Tsjechisi-
componist Leos Janacek, werd daar c_
haald op een minutenlange ovatie in -
al weken van tevoren uitverkochte S$
tane-theater in Praag.
De band met zijn geboorteland, dat h^
na 1968 de toegang ontzegde, lijkt
het enige dat Kylian er ooit toe zou k
nen verleiden het NDT vaarwel te zj
gen. Vooralsnog wil hij niet terug, ze
hij. Wel spant hij zich in om, al is I
maar op afstand, de ontwikkeling i|]
het ballet in Tsjechoslowakije een diij
tje in de rug te geven, middels uitwii
lingsprogramma's tussen balletger
schappen daar en hier. En de stichtf1
van zijn 'Kylian Choreografisch ji
chief, waarin zijn balletten zijn vastji
legd en waarvan de groepen in Praag |j
bruik kunnen maken. „Ze weten di
niets van de laatste ontwikkeling op i
gebied van dans. De mensen heblj
daar twintig jaar achter het ijzeren gi
dijn gezeten en willen weten wat er ine
wereld gaande is", verklaart hij. Mj>
definitief teruggaan naar Praag wil u
niet. Kylian: ,In Praag ligt mijn jeugdfr
mijn studietijd, daar zijn mijn vriend
van vroeger. De stad heeft een enorji
invloed op me gehad. Maar ik wil i>;
terug. Mijn hele professionele ontwild
ling heeft zich in het buitenland aij>
speeld. Den Haag is mijn tweede Heiiji
geworden". ft