Romantisch, wanhopig en inspirerend I Help, ik ben verliefd op een ander! Alison Moyet: teksten als therapl - BOEKEN EN PLATEN CeidóeComont DINSDAG 14 MEI 1991 PAGÜ DE GROTE LIEFDE VAN SIMON CARMIGGELT EN RENATE RUBINSTEIN: Renate Rubinstein: 'Mijn beter ik' - herinneringen aan Simon Carmig- gelt. Uitgave Meulenhoff. Prijs 29,90. „Voor mij ging met hem alles verloren dat het leven lieflijk maakt". Een van de uitlatin gen in het eerste deel van het boek van Renate Rubinstein. 'Mijn beter ik', waarin het ver haal staat over de grote, onmo gelijke, romantische liefde in de laatste jaren van haar leven voor Simon Carmiggelt, die toen ook al op gevorderde leeftijd was. Renate Rubinstein voltooide dit boek over haar liefde voor Carmiggelt op 20 november 1990. De laatste zin ervan luidt: „Wat ik aan hem dank is niet alleen geluk, maar het leven zelf" Kort daarna zou zij ook sterven, want ze was ernstig ziek. Carmiggelt was op 29 november 1987 overleden. Behalve dit boek zijn er de vele brieven, kaar ten en andere wederzijdse schriftelijke kontakten, waaro ver de schrijfster in 'Mijn be ter ik' het volgende zegt: „De brieven moeten in het Letter kundig Museum wachten op de biografie van Carmiggelt die zeker geschreven zal wor den en waarin ik slechts een plaats bekleed in de laatste acht jaar van zijn leven". 'Mijn beter ik' is een ongeloof lijk mooi en in alle opzichten klassiek liefdesverhaal. Twee oudere mensen, die allebei hun eigen grote tragiek heb ben, komen bij elkaar en hou den innig van elkaar. Een 'verboden' affaire, een relatie die niet mag, een liefde die on aanvaardbaar is. Ze zien elkaar weinig. Simon zoekt haar in de jaren van hun relatie doorgaans elke dins dagmiddag op. De tweede we kelijkse afspraak vindt zij op zeker moment teveel van het goede, gezien zijn leeftijd. Ver der zijn er dagelijkse telefoon gesprekken, schrijft Carmig gelt haar soms twee keer per dag een of ander kaartje en komen zij elkaar tegen op schrijversbijeenkomsten. Via Peter Vos, ooit een onderbuur van Renate Rubinstein, heb- Renate Rubinstein en Simon Carmiggelt tien jaar geleden. Rubinstein schrijft in 'Mijn beter ik": „We waren geknipt voor elkaar". ben zij ook nog kontakt. Maar er zijn huizenhoge problemen. Geen sensatie-bejag Het is zo mooi, hoe Renate Ru binstein, ondanks de vreselijke belemmeringen van hun kon takten, vreugdevol en liefde vol schrijft over wat zij alle maal met Carmiggelt mee maakte. Het is heel kies en nergens is er'sprake van sen satie-bejag. Soms is daar zelfs een zekere zelfspot van de ge liefden, over gevolgen van het bekend worden van hun ge heime liefde. Carmiggelt zegt tegen haar: „Je moet over alles schrijven, ook over mij, liefst met mijn naam erbij". Dat zou voor Re- natie Rubinstein echt niet kunnen. Ze geeft hem dit ant woord: „Dat scheelt alvast een ton in de opbrengst". Puur iro nie over een eigenlijk totaal onmogelijke situatie. Carmiggelt wil zijn huwelijk met Tine niet stuk laten lopen. Een van de hoofdstukken uit dit boekje heet 'De meest ge trouwde schrijver van Neder land'. Over ironie gesproken. Carmiggelts vrouw weet van zijn relatie met Renate Rubin stein, maar alles wordt gepro beerd om haar niet lastig te vallen hiermee. Dat wordt in de loop van de jaren steeds moeilijker. Carmiggelts vrouw gaat achteruit, ze ziet steeds slechter en eist steeds meer van hem. Is dat jaloezie? Of is de minnares, de 'maitresse', de jaloerse vrouw? Poste restante Prachtig zijn de beschrijvingen en de voorbeelden van de schriftelijke contacten die deze 'minnaars op leeftijd' met el kaar onderhoud. De brieven naar Carmiggelts vakantie adressen, die hij daar 'poste restante' afhaalt; de dagelijkse kaartjes die Carmiggelt stuurt; de correspondentie die zij ook nog eens voeren in hun co lumns. Want Carmiggelt schrijft in die laatste jaren van zijn leven en in de tijd van zijn relatie met Renate Rubinstein, nog wel 'Kronkels' voor Het Parool en zij is wekelijks te le zen als Tamar in Vrij Neder land. De aktuele kwesties die dit op levert, komen in deze herinne ringen volop aan de orde. De ruzies met Hugo Brandt Cor- stius bijvoorbeeld, de beruchte affaire rond de P. C. Hooftprijs die niet mocht worden uitge reikt aan deze auteur. De ma nier waarop het borstbeeld van Carmiggelt, na zijn dood, tot stand komt en wordt ont huld. De bezoeken aan bijeen komsten, waar de geliefden el kaar zogenaamd toevallig te genkomen en waar ze zich ge dragen als verliefde pubers. Geloofwaardig Geheel integer, geheel geloof waardig en zeer meeslepend is dit prachtige boek dat Renate Rubinstein postuum publiceert over deze laatste, gelukkige, definitieve periode van haar leven. Aan het eind vermeldt zij een telefoongesprek met Carmiggelts weduwe, kort na zijn dood. Het leidt tot niets. En intussen, dat is vaak onder de tekst te lezen - slechts en kele malen komt het tot ui ting-, lijdt Renate Rubinstein, zoals bekend, hevig aan haar slopende ziekte, multiple scle rose. Achteraf, na Carmiggelts dood, bedenkt zij dat de toe stand waarin ze verkeert, nooit werkelijk tot haarzelf is doorgedrongen, dankzij haar geliefde Simon. „Ik vond het hoogstens weieens naar voor hem dat ik hem nooit kon to nen hoe ik. 'werkelijk' was: le vendig, uitbundig, vitaal. Hij had een afkeer van het leuge nachtige en van dikke woorden, ik net zo". En die passage sluit ze dan af met de constatering: „We waren ge knipt voor elkaar". Het geloof in de liefde dat uit deze zin en uit het hele boek van Renate Rubinstein spreekt, is zo hartverwar mend, zo ongewoon in de kil heid van het leven zoals me nigeen dat ervaart, zo eerlijk, wijs en menselijk, dat zij wat mij betreft postuum voor dit boek elke literaire prijs van dit jaar mag ontvangen. Nieuwe kijk Daarbij komt nog dat dit boek een heel nieuwe kijk geeft op het werk van Simon Carmig gelt. Zeker wat betreft de laat ste bundels die hij publiceerde. De verhalen daarin krijgen door de feiten die Renate Ru binstein onthult een heel an dere betekenis. Al die toevalli ge ontmoetingen met mensen in cafés, op stations, in de tram, of waar dan ook, die hun levensverhaal vertellen, zijn te herleiden tot de problemen in het leven van Carmiggelt zelf. In een subtiele en verhulde vorm vertaalt hij in die verha len zijn persoonlijke proble.- men, met zijn vrouw, met zijn geliefde, met de onmogelijke keuzes die hij moet doen. En niet wil doen en niet zal doen. Zo is 'Mijn beter ik' van Rena te Rubinstein een boek met een heel complexe, hevige in houd geworden. De tragische, maar zo warme en gelukkige liefde van een ouder stel, dat niet meer op zoiets kon reke nen en die liefde ervoer in het besef dat dit het definitieve geluk van hun leven beteken de. Zo'n ontroerend liefdesver haal is een juweel. De paradox van bloei en verval Uitgever Johan Polak is zijn hele leven gefascineerd ge weest door de decadentie. Hij heeft over dit onderwerp ver schillende lezingen gehouden en artikelen geschreven. Een deel hiervan is nu gebundeld in zijn levenswerk 'Bloei der decadence', een boek waarin de lezer telkens wordt gecon fronteerd met de paradox van bloei en verval. Johan Polak geeft in snel treinvaart een beeld van ver schillende Europese culturen die, op het hoogtepunt aanbe land. al de kiemen van verval in zich droegen. Het uitgangspunt voor het schrijven van 'Bloei der deca dence' geeft Polak al het begin weer: „Nu het er naar uitziet dat de bloei van de Europese cultuur, ondanks alle artificië le aanmoediging, voorlopig ten einde is en wij slechts de op komst beleven van een luid rumoerend epigonendom, dat met hulp van alle middelen die reclame te bieden heeft, zichzelf en anderen wil wijs maken over gelijke of nog gro tere creatieve talenten te be schikken dan voorgaande ge neraties, is het zinvol na te gaan hoe voorheen is gedacht over de vraag of er tijden zijn geweest van groei en stil stand". Het mag duidelijk zijn dat Po lak de huidige Europese cul tuur als beëindigd beschouwt. Op een soms overtuigende wij ze geeft hij aan dat momenten van grote culturele bloei altijd van korte duur zijn geweest. Zo waren bijvoorbeeld in het Romeinse Rijk en de Latijnse cultuur de voortreffelijkste geesten in een kort tijdsbestek bijeen. 'Bloei der decadence' is een werk dat duidelijk uit ver schillende artikelen bestaat. Dat heeft tot gevolg dat som mige hoofdstukken er een beetje als losse bladen bijhan gen. Het geheel was bijvoor beeld niet minder geweest als het hoofdstuk over de Franse dichter Mallarmé, voor wie Polak zijn bewondering niet onder stoelen of banken schuift, was weggelaten. En Polaks adoratie voor de Nederlandse dichter Leopold heeft zo nu en dan tot gevolg dat het uitgangspunt van het boek volledig uit het oog wordt verloren. De waarde van bepaalde opmerkingen moet dan ook soms worden ge zien als de leeservaringen van een grote poëzie-liefhebber, in de hoop dat hij er sommige le zers mee van dienst kan zijn. Peter Roorda: 'Verliefd op een an der'. Uitgeverij Het Spectrum. Prija 24,90, omstreeks eind deze maand in de boekhandel verkrijgbaar. Wat te doen bij verliefdheid? Op het eerste gezicht is deze vraag paradoxaal. Liefde staat immers gelijk aan 'geluk' en wie zou daar geen ruim baan voor maken? Maar verliefd heid krijgt scherpe kantjes als de geliefden gebonden zijn door een relatie met een an der. Peter Roorda, woonachtig in Speuld (gemeente Ermelo) en hoofdredacteur van het tijdschrift 'Groter Groeien', heeft een boek samengesteld dat vrijwel helemaal uit be kentenissen over 'onmogelijke verliefdheden' bestaat, 'Ver liefd op een ander'. Het gaat om openhartige ont boezemingen, van een tiental vrouwen over hun ervaringen met liefdes die 'eigenlijk' niet mogen. Volgens Roorda door breekt hij met zijn boek een 'enorm taboe', omdat het een beeld geeft van buitenechtelij ke relaties die tot nu toe mas saal ontkend worden, maar die wel degelijk aan de orde van de dag zijn volgens de schrij ver. In het boek staat een voorwoord van Iteke Weeda, de bekende gezinssociologe. De vrouwen die hun hart over hun liefdesrelaties tegenover hem uitgestort hebben, doen dat anoniem. De afgedrukte verhalen zijn echter wel au thentiek, daar staat de auteur voor in. Hij heeft alleen alle namen veranderd. De vrou wen die Roorda interviewt, hebben zich bij hem gemeld nadat hij in zijn blad 'Groter Groeien', dat zes keer per jaar verschijnt, een oproep had ge plaatst. Er kwamen volgens de auteur onvoorstelbaar veel reacties op deze oproep. Een groot aantal vrouwen zo blijkt hem, is ver liefd geworden op een man, terwijl zij (nog) een band met een echtgenoot hadden. De auteur, zelf getrouwd en vader van twee kinderen, zegt dat verliefdheden van mensen met een vaste partner, van alle tijden zijn. Wat dat betreft meldt zijn boek niets nieuws, geeft Roorda toe. De gesloten deur naar dit gebied wordt door het boek volgens hem wel opengegooid. Judith Oké, we slaan de pagina's nieuwsgierig open. 'Verliefd op een ander', dat volgende maand in de boekhandels ligt, begint met het probleem van de getrouwde Judith. Ze is door de sleur in haar huwelijk ontvankelijk geworden voor de charmes van andere man nen. Ze danst op een feestje met een buitenlander die ze 'gevoelig en poëtisch' vindt. Midden onder een dans vlucht ze bij hem vandaan. Daarna volgen er nog meer re laties met mannen die echter steeds in die wegloop-reactie eindigen, als het tot intimiteit lijkt te komen. Tegelijkertijd ervaart Judith dat ze met haar wettige echtgenoot geen rela tie heeft, die ze als 'volledig' ervaart. Haar man heeft niets in de gaten, hij is best tevre den met het huwelijk, maar haar gevoelsleven verkeert voortdurend in een crisis. Dit eerste verhaal eindigt er mee dat de relatie tussen de echtelieden uiteindelijk zeer hecht wordt. Ze krijgen eerst knallende ruzies, nadat Judith haar verliefde escapades heeft opgebiecht, maar als blijkt dat haar man ook eens een buiten echtelijke relatie heeft gehad, gaat ze hem met andere ogen zien. „Hij is dus toch niet zo'n robot als ik dacht", vertelt ze aan Roorda. Schuldgevoel Na dit verhaal krijgt de lezer nog meer belevenissen voorge schoteld van vrouwen die zich in een verhouding storten, die steeds problematisch is, want ze hébben al een vaste relatie. Dat laadt hen met een schuld gevoel op. Soms springt een verhaal er uit, omdat de geïn terviewde vrouw iets mee maakt dat zelfs een schrijver van een gossiprubriek het schaamrood naar de kaken zou jagen. Zo verhaalt Eva van haar rela tie met Erik, die ingewikkeld wordt door de alles beheersen de liefde die ze voor John voelt. John kent ze al van heel vroeger. Ze is dol op die man en hij op haar, maar hij is te gelijkertijd dol op veel meer vrouwen. John is getrouwd en heeft twee kinderen. Het feit dat hij een huwelijksrelatie heeft, is geen beletsel voor Eva om met hem een jarenlange verhouding te hebben. Die blijft gehandhaafd als ze met iemand anders gaat samenle ven, die de vader van haar twee kinderen is. John blijft de enige van wie ze echt houdt. Een beetje uitzichtloze liefde eigenlijk. Tolerantie De houding van deze vrouw ten opzichte van de geliefde die er verscheidene relaties op na houdt, past volgens Roorda bij de algemene tolerantie in zake de ontrouw van mannen. Hij reageert hiermee op de vraag waarom het boek alleen de benarde geschiedenissen van verliefde vrouwen behan delt. Roorda: „De doorsnee-man voelt zich minder schuldig als hij een relatie met een andere vrouw aanknoopt. De maat schappij knijpt wat mannen aangaat een oogje dicht. Het is nog steeds zo, dat kinderen door de moeder worden opge vangen, dus dat struikelblok hebben mannen niet". Een belangrijk punt om alleen vrouwen-escapades te belich ten is verder dat zij hun pro blemen vrijwel op niemands bordje kunnen leggen, omdat het onderwerp taboe is. „Man nen kunnen hun verhaal bij een vriend kwijt, in de kroeg, het gaat om een bekend man nen-probleem. Vrouwen gaan niet vreemd, heet het, maar dat blijkt dus helemaal niet waar te zijn, vrouwen kunnen er ook wat van". Hij put zijn kennis over deze relationele zaken uit het hoofdredacteurschap van 'Groter Groeien'. Dit blad le vert veel reacties van lezers op. Stromen brieven krijgt de hoofdredacteur op zijn werk adres in Garderen. In een en kel geval moet hij een brief schrijver direct per telefoon bijstand verlenen omdat zij (het zijn vrijwel altijd vrou wen die schrijven) het levens probleem niet aankan en de hand aan zichzelf dreigt te slaan. „Ja, soms lijk ik wel een maatschappelijk werker", zegt Roorda. Een niet alledaagse liefdesge schiedenis in Roorda's boek is die van Els, 39 jaar oud en 19 jaar getrouwd. Haar huwelijk met Jacques is (het is steeds hetzelfde) in een sleur geraakt. Ze besluit daar wat aan te doen, door met een vriendin uit te gaan. Ze ontmoet Hans wiens vrouw ziekelijk is en hoewel hij niet gelukkig met haar is, wil hij niet bij zijn echtgenote weg omdat hij haar zielig vindt. Langzaam maar zeker bouwen Els en Hans een innige relatie op. Hun beider echtelieden worden er buiten gehouden. „Had je geen schuldgevoel?" vraagt inter viewer Roorda. „Helemaal niet, ik kreeg van Jacques nog Twee relaties Els ontmoet vervolgens nóg een man, met wie ze eveneens een verhouding krijgt. Ze laat de interviewer merken dat ze twee buitenechtelijke relaties wel wat gewaagd vindt, maar de genoegens die ze aan deze liefdes beleeft, wegen zwaar tegen de schaamte op. Verliefd zijn op twee mannen blijkt best aardig. Op de vraag van Roorda wat ze andere vrou wen met een sleurhuwelijk ad viseert, zegt ze: „Ik raad ze aan niet te scheiden, maar een vriend te nemen. Met scheiden vergooi je zoveel". Kunnen leven met een part ner die ook met anderen een liefdesrelatie onderhoudt, is een vorm die de toekomst heeft, zo luidt de voorspelling van Iteke Weeda in haar voor woord in het boek. „Bij veel paren tekfent die relatie van de toekomst zich al af. Je gaat als individu door het leven, maar ook anderen kunnen je ero tisch raken. In de jaren zestig zeventig tijdens de seksuele revolutie zei men: het moet kunnen. Maar dat is voorbij. Je moet ook met elkaar pra ten, je moet goed kijken: wat kan iedereen aan". Weeda filosofeert verder dat er volgens haar in de toekomst door een grotere tolerantie ten opzichte van liefdesrelaties, 'minder wanhopige' verliefd heden zullen ontstaan. De toekomst waarin echtelie den, naast hun wettelijk beze gelde liefdesrelatie, onbekom merd nog enkele geliefden hebben is nog niet begonnen, zo valt uit de bergen post af te leiden die Peter Roorda op zijn oproep heeft gekregen. In de relationele sfeer heersen nog steeds ingebakken regels, die dergelijke relaties onbespreek baar maken. Veel vrouwen die door de schrijver zijn geïnter viewd hebben hem bekend dat ze blij waren dat ze hun hart bij iemand hebben kunnen uit storten. Alison Moyet zingt op 'Hoodoo' emotioneler dan ooit. Dat platensucces alleen een mens niet gelukkig maakt heeft Alison Moyet in de af gelopen vier jaar ervaren. Na haar tweede elpee 'Rain- dancing' uit '87 zei ze de popmuziek voorlopig vaar wel om meer aandacht aan haar privéleven te kunnen besteden. Het leverde haar weliswaar een tweede kind op, maar ook een echtschei ding. De enige manier om haar persoonlijke trauma's een helpende hand te bieden was door er over te schrij ven, erkent Moyet. Haar derde cd 'Hoodoo' is de weerslag van deze overbe kende therapie: veel teksten gaan over de ervaringen tjdens die moeilijke maan den. Maar ze hebben zo te horen redelijk bevrijdend gewerkt, want Moyet zingt emotioneler dan ooit. Het probleem met dit album is echter dat de vooral door producer en gitarist Pete Glenister geschreven mu ziek weinig variatie kent en eigenlijk een beetje verzandt in nogal plichtmatige, saaie songstructuren. Van echte uitschieters is dan ook geen sprake, al doet Alison Moyet nog zo haar best. Inspiral Carpets Sommige bands worden wel heel snel volwassen. Neem nou de Inspiral Carpets, óók uit Manchester maar tot voor kort voornamelijk ope rerend in de schaduw van de Happy Mondays en Stone Roses. De Inspiral Carpets gaan dan ook hun eigen weg en laten zich niet zonder meer in met de. psychedeli sche dance-rock, waarmee hun stadgenoten goede sier maken op house-parties en andere uitzinnige bijeen komsten. Al met de tweede cd 'The Beast Inside' maken de Inspiral Carpets duidelijk hoe de zaken er voor staan. Goed dus, daar hoeft nie mand aan te twijfelen. Wel iswaar doet het openings nummer 'Caravan' even vermoeden dat ook de Car pets de dansvloer op willen met een onvervalste Man chester-kraker, maar al snel blijkt alleen de sound van de debuut-cd verder uitgediept en gerijpt. Het orgeltje van Clint Boon geeft de band nog steeds dat ongedwongen speelse en bepaalt tegelijk de leukste melodietjes in de beste Stranglers- en Doors tradities. De Inspiral Carpets verwijzen in hun liedjes bij na doorlopend naar de jaren zestig, maar geven er een tijdloze draai aan. Niet over al even creatièf, maar door gaans vooral heel pakkend. Met als hoogtepunt het der tien minuten durende 'Fur ther Away', het ultieme be wijs dat de Doors nog sprin glevend zijn. Ze zijn alleen verhuisd naar Manchester. This Mortal Coil De baas van het Londense platenlabel 4AD, Ivo Watts- Russell, houdt van sfeervol le, ietwat mysterieuze mu ziek. Uit iijn eigen stal zijn het vooral de Cocteau Twins, die hem daarin een heel end tegemoet kom deze band stond met Iv ook aan de wieg van Mortal Coil, een proje in '84 begon met 'It'll E Tears' en nu de trilogi^ tooit met 'Blood'. Van Cocteau Twin is inmi( niets meer te bekei maar Ivo Watts heefj goede neus voor zangei uit hetzelfde genre en i* op 'Blood' aanzetten me roline Crawley en Dt. Rutkowski, die al nf makkelijk de sterren v^ ijle hemel zingen. 'Blof1 op dezelfde leest gesc! als zijn twee voorganger ingetogen arrangemu komen tot stand door f lijk minimalistische mi die invulling wordt gef door de sobere arrangJ ten van Watts' hulpjes!, tin McCarrick en Johra! er. Naast veel eigen wl er een ruim aanbod ai vers, zoals Gene Cl 'With Tomorrow' en 'G ne's Song' van The Raif: rade. Mooie sfeerplaat regenachtige dagen! 'i The Law In The Law hebben van Engelands meest gaafde roek-artiesten ef gevonden: zanger Paul' gers en drummer Ke Jones. De eerste was h(. zicht én het geluid v£| gendarische bands als Free en Bad Company recentelijk en minder cesvol, The Firm. Jone>] de stuwende kracht q, de Small Faces en Fa(J, nam in '78 de plaats it de overleden Keith Mod The Who. Een respe* lijstie derhalve, dat op wemwaar niet gerantL voor een succesvolle q ratie, maar het op d(; buut-cd 'The Law' geil wel blijkt te zijn. Het biedt een afgewogen meling songs in de rock- en r&b-traditie, ri de laatste plaats omdat b ga-muzikanten bereid w eeri liedje te schrijven I ook nog een riedeltje] spelen. Zo horen we 4 Adams in diens 'Natuji The Beast' en Chris Er 'Stone', waarop troiï ook David Gilmour vi partij is. Artistiek gj haalt The Law zeken, het niveau van bijvooit Bad Company. Daarv* het materiaal te maij am-gericht en het leuke eigen nu schaars. Maar de afwis) van vriendelijke ballaj stevige, melodieuze songs doet dit debuut is genre beslist hoge ogenj Voeding centraal tijdens Dierentuinma Mei is de Dierentuinmaand en het thema is dit jaar „voe ding". Op tal van manieren wordt dit motto in (overal op verschillende manieren) en buiten de diergaarden aan de orde gebracht. Als onderdeel van een en ander is het boekje 'Honger als een paard' ver schenen, waarin van verschil lende dieren wordt uiteengezet hoe ze zich voeden. Het 32 bladzijden dikke boekje, ge schreven door Otto Beaujon en Leobert de Boer en geïllu streerd door Gerard Looten van de Diergaarde wordt door de dieref verspreid naar bibliij scholen en allerlei ties, maar is ook in i handel te krijgen. Een i rend kwartetspel omts zelfde onderwerp mei (zolang de strekt) gratis aan alle j dierentuinbezoekers 1 De aan de actie deels dierentuinen zijn: Sa) Beekse Bergen (B beek), Ouwehands Die* (Rhenen), Diergaarde (Rotterdam), Burgers'! park (Arnhem), Ai (Apeldoorn), Artis (1 dam), Dierenpark Arri (Amersfoort), Noorden park (Emmen). j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 8