Tuinbouw niet in trek
bij schoolverlaters
s^ïssrva: 'Stagiairs lopen op hun tenen
|„lk had het gevoel mij extra te moeten bewijzen"
„Werken in een kas hoeft
niet vervelend te zijn"
I
jü Neerlands eerste popdocente Gina de Wit
door PETRA JANSEN
Wie een beroepsopleiding
volgt brengt de grootste
on- periode van de opleiding
veilig door binnen de muren
PR van een school. Om al het
i geleerde uit de boeken eens
bel in de praktijk te brengen en
chi ervaring op te doen, gaan de
daj meeste leerlingen een korte
of langere periode op stage.
en Jolanda Noor (19) en Mireille
en van Reenen (21) volgen een
ber middelbare beroepsopleiding
Hei aan de Haagland School voor
t a] Handel, Horeca en Toerisme
in Den Haag. Jolanda koos
voor de handelsrichting, en
!®J heeft zojuist een stageperiode
van zes weken achter de rug
als verkoopster bij de
ger middelgrote cadeaux-winkel
j Petri Kado in Naaldwijk.
Mireille wil graag de horeca
in en is nu halverwege haar
vijf maanden durende stage
bij het stijlvolle hotel
restaurant Vreugd en Rust in
Voorburg.
„Sinds ik bij Petri Kado stage heb
gelopen, weet ik dat ik eigenlijk
veel meer kan dan dat ik zelf
dacht", vertelt Jolanda, tweede
jaars scholiere en inmiddels weer
terug in de schoolbanken om haar
driejarige MMO-C opleiding (mid
delbaar middenstands onderwijs,
commerciële richting) te voltooien.
Ondanks een flinke portie theore
tische kennis viel de echte praktijk
Jolanda niet mee. „Op school leer
je eigenlijk alleen maar de econo
mische kant van alles. Waar je
naar moet kijken als je een zaak
opent, bijvoorbeeld de vestigings
plaats. Maar hoe je met klanten
moet omgaan, hoe je ze moet aan
spreken, dat soort zaken leer je
niet op school. Daar loop je pas in
de praktijk tegenaan. Ik vond het
heel moeilijk klanten correct te
benaderen".
Mevrouw Petri, Jolanda's tijdelijke
werkgeefster, ervaart regelmatig
dat het onderwijs niet goed aan
sluit op de praktijk en dat de
meeste stagiairs in haar zaak tegen
dezelfde moeilijkheden aanlopen
als Jolanda. „Het gedrag van jon
geren is in de beroepspraktijk het
allerbelangrijkste en daar schort
het toch vaak aan. Tegenwoordig
zijn de woordjes 'hallo' en 'dag' ge
woon ingebakken bij de jeugd. Als
ze komen solliciteren zeggen ze
het al. En vervolgens zeggen ze
het ook consequent tegen de klan
ten. Jezelf verkopen is veel be
langrijker dan alle theorie. Ge
woon correct spreken, met twee
woorden, en mensen op een goede
manier benaderen is essentieel.
Scholen zouden hierin veel harder
moeten optreden en meer aan
dacht moeten besteden aan om
gangsvormen", aldus de onder
neemster, die in het algemeen
vindt dat stagiairs altijd öp hun
tenen moeten lopen. „Voor het
eerst echt aan het werk gaan is
voor geen enkele scholier gemak
kelijk".
Begeleiding
Ook de eerste stappen van Mireille
in het echte beroepsveld waren
niet eenvoudig. „Ik werk hier nu
bijna drie maanden, maar eigenlijk
pas sinds twee weken doe ik alles
een beetje gemakkelijk". Mireille
draait volledig mee in het recep
tieteam van het sfeervolle hotel
restaurant dat beschikt over veer
tien hotelkamers, diverse eet- en
vergaderzalen en een a la carte-
restaurant. „Omdat dit geen groot
hotel is, komen veel verschillende
diensten samen bij de receptie. In
een zakenhotel met 150 kamers
zijn er meer gescheiden afdelingen
en neem je bijvoorbeeld alleen
maar de hele dag de telefoon aan.
Hier heb ik veel meer taken. Ik
beantwoord de telefoon, doe hotel
bevestigingen, neem partijen aan
en maak met de computer menu
kaarten".
In tegenstelling tot bij Jolanda is
de herkenning in de praktijk bij
Mireille groter. „Wat ik geleerd
heb op school kom ik inderdaad in
mijn stage tegen. Bij het vak hotel-
kunde leer je omgaan met allerlei
computerprogramma's die in deze
wereld gebruikt worden. Hier
werk ik ook met zo'n program
ma". Van praktische vakken als
koken en serveren heeft ze niet
zoveel profijt gehad. „Veel mensen
denken dat als je een horeca-oplei-
ding volgt, meteen kelner of kok
wordt. Dat is niet zo. Ik streef naar
een middelbare managementfunc
tie in de horeca-sector. Daarom
heb ik bewust gekozen voor deze
stageplaats, waar ik ruim vijf
maanden met veel management
taken in aanraking kom. Kokke
rellen is niets voor mij".
Stage lopen betekent vaak door
schade en schande wijzer worden.
Jolanda had het geluk dat ze terug
kon vallen op een vaste begeleid
ster. „Als ik wat verkeerd deed,
legde ze geduldig uit hoe het an
ders zou kunnen. Dat is heel pret
tig". Mireille mist juist door te veel
toezicht een stukje eigen zelfstan
digheid. „Alles wat ik doe, wordt
tot in de puntjes nagelopen door de
eigenaresse. Ik mag nooit de ver
antwoordelijkheid zelf dragen.
Ondanks dat ik een goed contact
heb met mijn collega's en echt als
teamlid ben opgenomen, blijf ik
toch dat stempel van stagiaire hou
den".
Toekomst
Compleet met de onvermijdelijke
blunders Mireille vergat een
keer bij een bevestiging het tele
foonnummer van een hotelgast te
vermelden en werd daarover
prompt 's avonds thuis terugge
beld ervaren beide scholieren
hun stage als zeer nuttig en ver
helderend.
Jolanda: ,Ik begon deze opleiding
met het idee om later een eigen
boetiek te beginnen. Nu wil ik dat
niet meer. In boetiekjes staan ver
koopsters de hele dag maar wat te
hangen tot er eindelijk eens een
klant komt. Door stage te lopen
krijg je een beter inzicht in wat ie.
wilt. Ik weet nu hoeveel er om de
hoek komt kijken bij een speciaal
zaak. Dat trekt me veel meer. In
deze richting wil ik nu graag
bedrijfsleidster worden".
Mireille heeft haar toekomstbeeld
niet bijgesteld. De ideeën die ze
had over haar toekomstige beroep,
blijken vrij goed overeen te komen
met de werkelijkheid. Na afloop
van haar stage, in juni, zwaait de
vierdejaars horeca-studente af,
maar begint dan aan een vervolg
opleiding. „Ik vind het belangrijk
dat ik inzicht krijg in wat ik tot
dusver geleerd heb. Dat je weet
hoe het er in het echt aan toegaat.
Bovendien vind ik het enorm be
langrijk dat je eens uit dat klaslo
kaal komt en gewoon ziet wat het
is om full-time te werken. Stage
lopen is niet gemakkelijk, maar
wel heel leerzaam".
door MAARTEN MOLENAAR
aai
g®j De tuinbouwsector is de
laatste jaren als werkgever
steeds minder populair
dé geworden. Bij veel
eni schoolverlaters is werken in
ui; de tuinbouw synoniem voor
"Ij lange werktijden, een klein
bJe salaris en eentonig werk.
Maar is dat beeld wel zo
;eij reëel? De Waddinxveense
eze yucca-kweker Bernard
iei Oosterom (30) vindt in elk
isaj geval van niet.
„We hebben normale werktijden,
en met het salaris valt het ook best
mee", constateert hij. „In tegen
stelling tot wat veel mensen den
ken bestaat er voor de tuinbouw
sector een cao. Daarmee wil ik di
rect het gerucht uit de wereld hel
pen, dat wij het minimumloon
zouden betalen. Dat is beslist niet
waar. Over de arbeidsomstandig
heden kan ik zeggen, dat die voor
een groot deel afhangen van de
I werkgever".
-i' Voor de teruglopende belangstel-
ling voor de tuinbouw zijn ver
en scheidene oorzaken aan te wijzen.
fej „Het aantal scholieren dat na de
'e' middelbare school doorleert wordt
n* steeds groter", merkt Oosterom op.
„Veel jongeren krijgen daardoor
Imago
Een andere reden voor het gebrek
aan interesse is volgens Oosterom
het beeld dat op dit moment van
de tuinbouw bestaat. „We hebben
de laatste jaren een negatief imago
gekregen", stelt hij vast. „Je wordt
bijna voor gek verklaard als je in
de tuinbouw gaat werken. Er be
staan veel vooroordelen, maar die
zijn vaak nergens op gegrond".
In dat verband steekt hij vooral de
beschuldigende vinger uit naar de
media. „We krijgen vaak ten on
rechte negatieve publiciteit. Laatst
nog zag ik op het journaal een
item over minimumlonen. Als
voorbeeld daarvan werden een
veiling en een tuinbouwbedrijf ge
toond. Dat klopt helemaal niet,
maar veel mensen worden daar
door in hun vooroordelen beves
tigd".
De nog jeugdige yucca-kweker
geeft echter wel toe, dat het niet
allemaal rozegeur en maneschijn is
in de tuinbouw. „Er moet hard
worden gewerkt", stelt hij vast.
„Maar dat lijkt me op zich niet on
gezond. Verder moet hier ook
werk worden verricht, dat door
sommigen eentonig wordt ge
noemd. In mijn geval bedoel ik
dan het toeven van yucca's en het
verpotten van planten. Sommigen
vatten dat negatief op. Maar er is
ook een groep die er beslist geen
moeite mee heeft".
Kantine
Bernard Oosterom doet er naar
zijn zeggen zelf alles aan het zijn
personeel zoveel mogelijk naar de
zin te maken. Hij doelt dan bij
voorbeeld op de grote kantine die
zijn bedrijf rijk is. Voorts stelt hij
mensen in de gelegenheid cursus
sen te volgen. „Je moet je perso
neel de mogelijkheden bieden bin
nen de tuinbouwsector carrière te
maken", licht hij dat beleid toe.
Verhalen als zouden werknemers
in de tuinbouwsector dagenlang in
de kassen over de grond kruipen,
verwijst de Waddinxveense kwe
ker met een beslist gebaar naar
het rijk der fabelen. „Onzin. Bij
sommige tuindersbedrijven moet
wel eens werk vlak boven de
grond worden verricht. Dat is ech
ter nooit meer dan een paar da
gen".
Ondanks de gunstige arbeidsom
standigheden bij Oosterom valt het
voor hem bepaald niet mee perso
neel te vinden. „Ik krijg steeds
minder reacties op de advertenties
die ik plaats", merkt hij op. „Als ik
bij het arbeidsbureau kom met de
vraag of ze nog arbeidskrachten
voor me hebben, lachen ze me nog
net niet uit. Dat is een zorgelijke
ontwikkeling. We zullen toch als
tuinbouwsector ons imago moeten
opvijzelen".
Jongeren
De Waddinxvener noemt daarbij
de 'Kom in de Kas-dagen' als goea
initiatief. „Het probleem daarvan
is echter, dat er weinig jongeren
op afkomen. Kom in de Kas wordt
namelijk altijd op zaterdag gehou
den. Dan doet de jeugd liever iets
anders".
Als mogelijkheid om de jeugd wel
te bereiken noemt hij een betere
voorlichting op basisscholen. „Ik
vind bijvoorbeeld, dat er op de ba
sisscholen meer op de mogelijk
heid moet worden gewezen de la
gere tuinbouwschool te volgen",
stelt Oosterom. Hij vindt echter
wel, dat in eventuele voorlich
tingscampagnes een realistisch
beeld van de tuinbouwsector moet
worden geschetst. „Er mogen niet
te hoge verwachtingen worden ge
wekt. Met eerlijkheid bereik je op
langere termijn het meest".
De yucca-kweker heeft ongeveer
twintig mensen in dienst. Een
groot deel van hen is nog erg jong.
De meesten hebben een lagere
technische opleiding gevolgd. Ver
volgens zijn ze in de tuinbouw be
land.
De 20-jarige Erwin Tossy houdt
zich bezig met het verpotten van
yucca's. Dat is één van de weinige
activiteiten in de modern opgezet
te yucca-kwekerij die nog door
een mensenhand worden gedaan.
Erwin komt uit een Boskoops tuin
dersgezin en is op die manier vrij
wel automatisch in de tuinbouw
gerold. Hij vertelt het bijzonder
Yucca-kweker
Bernard
Oosterom
tussen twee
van zijn
jeugdige
werknemers.
FOTO: PIM MUL
goed naar zijn zin te hebben bij de
Waddinxveense kweker. „Je moet
wel bereid zijn je handen uit de
mouwen te steken", merkt hij op.
„En daar schort het bij veel jonge
ren aan. Als ze mijn vuile handen
zien, halen ze minachtend hun
schouders op. Als je vertelt, dat je
in een kas werkt kijken ze je soms
verbijsterd aan. Alsof er een smet
op dat werk rust. Ik vind dat ner
gens op slaan".
Vakantiewerk
De evenoude Remco Wiersma is
dezelfde mening toegedaan. Hij
solliciteerde na zijn lts-opleiding
bij Oosterom en werd direct aan
genomen. Hoewel hij niet uit een
tuindersgezin komt, had hij voor
zijn benoeming al verscheidene
keren in een kas gewerkt. „Als va
kantiewerk", licht hij toe. „Dat be
viel me zo goed, dat ik besloot er
m'n werk van te maken".
Beide jongeren hechten veel waar
de aan de werksfeer. En die is
naar hun zeggen uitstekend. „We
kunnen goed met elkaar over
weg", constateert Erwin Tossy.
„Dat vind ik heel'belangrijk".
Hun baas, Bernard Oosterom. sluit
zich daar volledig bij aan. „Als ie
mand voor een sollicitatiegesprek
komt", zegt hij, „kijk ik heel goed
of hij of zij in het team past. Dat is
voor mij een belangrijke voor
waarde. Het is hard werken in de
tuinbouw. Maar als je er met z'n
allen wat van maakt kun je in dit
vak veel voldoening vinden".
Jolanda Noor in de gezellige ca-
deaux-winkel Petri Kado waar ze M JL -- M,re'"e keurlS 'n d®
rant Vreugd en Rust in Voorburg.
,ii
stil door JOHN MENSINK
mi
^ai „Het is jammer dat veel
muziekscholen en
aJ conservatoria het nog steeds
niet nodig vinden aandacht te
besteden aan popmuziek. De
te belangstelling om in een
ec muziekgroep te spelen neemt
®ni toe, maar de mogelijkheden
10j daarin te worden opgeleid
Ier zijn nog te beperkt", vindt
in: popdocente en zangeres Gina
de Wit (29).
Jongeren willen volgens haar wel
meer dan alleen onderricht in in-
I dividuele instrumentbeheersing.
De popdocenten, die onlangs afstu
deerden aan het Rotterdams con
servatorium, kunnen nu enigszins
in die behoefte voorzien. Gina de
Wit is geen onbekende in de mu
ziekwereld. Ze deed mee aan het
Nationaal Songfestival en zong in
groepen als White Honey en
Iruppo Sportivo. Nu is zij Neer
lands eerste vrouwelijke popdo
cent. Met haar vergaarde kennis
kan ze op muziekscholen en tij
dens workshops met evenveel ge
mak uitleggen hoe je op een saxo
foon hoort te spelen als hoe een
drumstel hoort te klinken.
Twee jaar geleden begon ze als
enige vrouw aan de nieuwe oplei
ding, die is bedoeld om het chro
nisch tekort aan bevoegde popdo
centen te verhelpen. Het bleek een
zware opleiding. Van de twintig
studenten kregen er slechts tien
een diploma uitgereikt. „Ik had
het niet gemakkelijk als enige
vrouw. Soms had ik het gevoel mij
extra te moeten bewijzen. De op
leiding bestond voor een groot deel
uit het geven van lessen en work
shops aan voornamelijk mannelij
ke muzikanten. Velen bekijken je
toch met de bekende instelling
van: eerst zien, dan geloven".
Blues
Gina is gespecialiseerd in het les
geven aan groepen. Dit kan varië
ren van een cursus blues tot het
begeleiden van een groep close
harmony-liefhebbers. Bij een cur
sus van Gina komen beginnende
musici bij elkaar om samen mu
ziek te maken, bijvoorbeeld door
bestaande (lievelings)nummers uit
te zoeken.
„Dat is heel goed, want daar leer je
het meest van", stelt de docente.
„Daarom vraag ik altijd waar de
belangstelling ligt, welke nummers
ze graag zouden willen uitzoeken.
Zo leren beginners spelenderwijs
de vaardigheden. Uiteraard pro
beer ik met een groep ook iets zelf
te arrangeren".
De popdocente vindt dat ze heel
wat meer te bieden heeft dan de
schnabbelaars. „Er zijn heel wat
muziekleraren die in de avond
uren nog even een 'workshopje
popmuziek' erbij doen. Die zijn
vaak gespecialiseerd in slechts één
instrument vooral gitaar en
toetsen maar pretenderen wel
alles van popmuziek af te weten.
Dat is jammer, want ze doen de
musici te kort. Vaak is hun theore
tische kennis van andere instru
menten niet toereikend en missen
ze de benodigde podium-ervaring.
Ik vind dat je moet weten waaro
ver je praat. Gelukkig komt daar
nu toch verandering in, want alle
bevoegde popdocenten beschikken
over een ruime ervaring".
Gina keurt individuele lessen voor
techniek niet af. „Ze zijn onmis
baar voor de muzikale onder
grond. Maar workshops van pop
docenten zouden daarbij een ui
terst geschikte aanvulling kunnen
zijn. In groepsverband steken pop
musici het meeste op. Je komt in
een groep andere dingen tegen
dan wanneer je alleen musiceert.
Je leert je aanpassen, maar bij
voorbeeld ook hoe belangrijk het
is om lol te hebben. Iedereen moet
aan z'n trekken kunnen komen,
want als er geen lol is levert het
samenspel weinig op".
Streng
Volgens Gina moet je al een goede
popmuzikant zijn om aan de oplei
ding te beginnen. „Daarom blijven
er van de honderden gegadigden
maar bitter weinig over. De selec
tie is enorm streng. Behalve dat je
een muzikaal talent moet zijn, is
het cruciaal om thuis te zijn op
meerdere instrumenten. Dat ik
naast het zingen ook al redelijk
goed piano kon spelen, werkte in
mijn voordeel. Maar uiteindelijk
moet je alle belangrijke popinstru
menten onder de knie hebben. Dat
zijn drums, gitaar, bas, piano, elek
tronische toetsen en natuurlijk
blaasinstrumenten".
Hoe de toekomst van Gina er pre
cies uitziet, weet ze nog niet. De.
komende maanden zal ze druk zijn
met de baby van wie ze pas beval
len is. Daarna ziet ze zichzelf
workshops organiseren. „Gewoon
een berichtje in de krant zetten
dat er in het plaatselijk ontmoe
tingscentrum een workshop wordt
gehouden. Lekker een middagje
oefenen met verschillende mensen
en instrumenten. En dan zou het
leuk zijn als ik 's avonds met die
groep al een optreden zou kunnen
geven".