„Ttaee en dertig
hotels bekijken
drie dagen"
„Niet voor meao kiezen
omdat je vriendje gaat"
Van gymleraar tot bankman
MARJOLEIN, ASSISTENT-INKOPER BIJ REISORGANISATIE:
Banen in de journalistiek en de
reisbranche zijn zeer gewild bij
schoolverlaters. Vooral de (ver
meende) glamour van beide soorten
werk lokt. Marjolein van den Dob
belsteen, dochter overigens van een
dagbladjournalist met als specialisa
tie toerisme, wilde, net als haar va
der, ook eigenlijk allebei.
Zij koos en het werd, na veel aarze
len, uiteindelijk de reiswereld. Na
een 'woest' half jaar in de Zwitserse
hotellerie en een jaarcursus toeris
me belandde ze in de wereld van
zonvakanties, busreizen en charter-
tickets. Op dit moment is ze druk
bezig met de zomerbrochures van
1992.
door RIEN VAN DEN ANKER
„Ik heb altijd wel geweten
wat ik precies wilde worden,
al veranderde dat wel eens.
Eerst was het stewardess en
later werd het de
journalistiek. Op de
middelbare school wist ik het
zeker, ik zou naar het ballet
gaan".
Marjolein van den Dobbelsteen
(23) oogt zelfstandig achter haar
bureau. Sinds anderhalf jaar werkt
ze als assistent-inkoper bij de reis
organisatie Hotelplan in Rijswijk.
Een volwassen baan met veel ver
antwoordelijkheid. Het gesprek
wordt af en toe onderbroken door
een collega, die iets van haar we
ten wil. Of zij maar even de beslis
sing wil nemen.
„Na de havo wilde ik in ieder ge
val naar het buitenland, als au pair
of om druiven te plukken. Ik wil
de er per se uit. Via het Zwitsers
Verkeersbureau ben ik toen in
contact gekomen met een hotel in
Leysin bij Montreux. En hup daar
ging ik, net negentien jaar, de
trein in, richting bergen".
Dat viel haar behoorlijk tegen, al
kan ze er nu hartelijk om lachen.
Zonder ervaring kwam ze achter
de hotelbar, ze kon nauwelijks een
goed gesprek in het Frans voeren
en 's nachts sliep ze in een kamer
tje van een kliniek voor patiënten
met een huidziekte. „Na twee da
gen dacht ik: ik ga terug. Gelukkig
vroegen ze na drie weken of ik
achter de receptie wilde komen
werken. Ondertussen had ik ook
een eigen appartement kunnen
huren en bovendien werd het goed
betaald, dus bleef ik. Het was trou
wens m'n eer te na om eerder te
rug te gaan".
Het was hard werken, soms elf da
gen achter elkaar en dan twaalf
uur per dag. Maar Marjolein
maakte het afgesproken half jaar
vol. „Toen ik weer thuis kwam
heb ik wel eerst een tijdje heel
lang geslapen".
Eenmaal terug in het ouderlijk
huis in Zuid-Scharwoude wist ze
voor het eerst niet exact meer wat
ze zou gaan doen. De hotellerie in
Nederland trok haar niet meer zo,
hoewel ze zo werk kon krijgen.
„Als je zei dat je in Zwitserland
had gewerkt, kon je zo aan de
gang".
Vier jaar studie wilde ze, na een
half jaar werken, ook niet en ten
slotte besloot ze de eenjarige toe
ristische cursus bij het TIO-college
in Haarlem te gaan volgen.
„En zelfs dat viel niet mee, omdat
je tussen giebelende meiden van
achttien komt. Dan ontdek je hoe
je in zo'n korte tijd volwassener
bent geworden". De cursus was
volgens Marjolein eigenlijk alleen
maar stampen van feitenkennis.
Maar zij wilde in ieder geval het
voor de reisbranche vrijwel onmis
bare SEPR-diploma halen. „Ach
teraf gezien vond ik alleen de sta
geperiode bij een reisbureau van
Holland International leuk. Daar
leerde ik tenminste de praktijk".
Na haar studie kreeg ze via enkele
contacten de kans om een rondreis
door de Verenigde Staten te ma
ken en om daarover voor een
krant een verhaal te schrijven. Ze
vertelt nu: „Ook toen had ik toch
nog steeds de twijfel of ik toch niet
liever de journalistiek in wilde.
Maar het reizen zelf fascineerde
me ook enorm".
Ze solliciteerde bij Hotelplan voor
de afdeling Special products, waar
de meeste 'handmade' reizen wor
den verzorgd. Uiteindelijk werd ze
aangenomen als assistent area ma
nager inkoop. Ze lacht zelf als ze
de naam uitspreekt. „We hebben
hier enkele teams die samen de
gids maken. Samen met mijn col
lega, die inkoper is, doen wij onder
andere de inkoop op Malta en in
Joegoslavië, Bulgarije en een deel
van Griekenland. Mijn collega
reist heel veel en ik vorm, zeg
maar, het thuisfront".
Als de contracten met de hotel
houders zijn getekend en de inko
pers terug zijn, wordt op het
Marjolein van den Dobbelsteen is nu al bezig met de zomerbrochure van 1992. foto: jacques zorgmai
hoofdkantoor de basis gelegd voor
de brochure. Dan worden alle ge
gevens en afspraken in de compu
ter ingevoerd en wordt zelfs de
lay-out van de pagina's gedaan.
„Deze week is de drukke periode
ingegaan, omdat we nu bezig zijn
met de zomerbrochure van 1992.
Dat betekent dat we er tot begin
november tegen aan kunnen". In
zulke perioden van drukte wordt
er volgens haar niet op een uurtje
gekeken; compensatie vindt
slechts deels plaats in rustiger tij
den. „Je moet er het type voor
zijn. Zeker als je veel reist is dit le
ven nauwelijks te combineren met
een gezinsleven met kinderen".
Marjolein is het afgelopen jaar on
geveer vijf keer op reis geweest
naar 'haar' gebieden, om te kijken
of alles ter plekke nog klopt. En
om te helpen met inkopen. „Dat is
niet alleen plezier, maar gewoon
hard werken. Ik herinner me een
heel warm Malta, waar we twee
en dertig hotels gingen bekijken,
in drie dagen". Ze lacht en ver
volgt: „Maar ook dat hoort erbij.
Trouwens, het is leuker dan altijd
op een kantoor zitten of zakkei
patat inkopen".
Voorlopig is ze van plan op dezi
post te blijven, om er zoveel moge
lijk ervaring op te doen. In de toe
komst hoopt ze nog wel eens di
consumentenkant op te kunnei
gaan. In de verkoop van reizei
bijvoorbeeld.
En heel diep in haar hart is er dai
nog de wens om ooit, als het kan
iets voor zichzelf te gaan doen
„Bijvoorbeeld congressen en reizei
organiseren voor buitenlanders dii
naar Nederland komen".
Voor middelbare scholieren organiseert het BBS klassikale beroepskeuze-dagen.
BEROEPSKEUZE-BUREAU PRIKT BALLONNETJES DOOR
door PETRA JANSEN
'Wat ga je na de mavo doen?'
'Naar de havo'. 'Waarom?'
'Nou, eh, zomaar. Mijn
vriendinnen gaan er ook
heen'. Een typerend gesprek
dat A. Romeyn,
beroepskeuze-adviseur,
regelipatig tijdens zijn
dagelijkse werkzaamheden
bij het Bureau voor
Beroepskeuze en Studie
informatie (BBS) met
middelbaf-e scholieren voert.
Bij het bureau aan de Haagse Wal
dorpstraat, voortgekomen uit het
vroegere gemeentelijke informa
tiecentrum voor beroepskeuze,
kan iedereen die er zelf niet goed
uitkomt binnenlopen voor hulp,
advies of informatie over beroepen
en opleidingen. Bij de gespeciali
seerde medewerkers kunnen be
zoekers terecht voor begeleiding of
kort (gratis) advies. Voor een diep
gaander onderzoek bestaat de mo
gelijkheid tegen betaling diverse
testen (beroeps-oriëntatie, capaci
teit) te laten afnemen. In nauwe
samenwerking met decanen orga
niseert het bureau ook klassikaal
'beroepskeuzelessen' voor scholie
ren vanaf ongeveer het derde jaar
in het voortgezet onderwijs.
Niet soft
De uitgebreide informatheek
neemt een centrale plaats in. Bij
binnenkomst lijkt het net een ge
zellige bibliotheek: veel tafels en
stoelen in het midden en ook en
kele zitbankjes. Langs de wanden,
duidelijk herkenbaar en gerang
schikt op kleur, rekken vol met
documentatie-materiaal. In een
hoek staat een computer met op
het beeldscherm het toepasselijke
Brogamma-logo „Choices",
it ervaring weet Romeyn dat
juist scholieren, die al op vroege
leeftijd vanwege het vakkenpak
ket een belangrijke keuze moeten
maken, eigenlijk niet genoeg door
drongen zijn van het belang van
een weloverwogen keuze. „Het
verband tussen school nu en succes
later, ontbreekt veelal bij scholie
ren. Het instituut school maakt
maar een klein deel uit van hun
belevingswereld. Ze hebben in het
algemeen de naïeve gedachte dat
de toekomst voor hen open ligt en
vanzelf komt aanwaaien. Het besef
dat ze daar zelf hard voor moeten
werken, en dus ook bewust keuzes
moeten maken, is heel gering",
vertelt Romeyn.
Tijdens een programmadag pro
beert hij daarom in de ochtend
uren in diepgaande persoonlijke
gesprekken de leerlingen aan te
zetten dieper na te denken over
hun eigen ideeën. „Ze zeggen bij
voorbeeld: 'ik wil 'iets' doen in de
marketing of het management'.
Ook heel populair is: 'iets in de in
formatica'. Als je dan doorvraagt
blijkt dat ze eigenlijk helemaal
geen goed beeld voor ogen hebben
en er weinig van afweten. Uitein
delijk kom je dan samen tot de
conclusie dat „iets in manage
ment" staat voor iets wat 'snel' is
en niet te soft. Zakelijk dus. En het
mag vooral niet met techniek te
maken hebben. Het 'huiswerk' is
dan met deze gegevens in het ach
terhoofd weer opnieuw aan de slag
te gaan".
Alternatief
Behalve de groep die dénkt te we
ten welke kant men op moet, heeft
ook de groep die helemaal geen
idee heeft of juist wel, baat bij zo'n
gesprek. Romeyn: „Bij de groep
die zegt het helemaal niet te weten
ga je kijken wat ze dan wél weten.
Wat ze per se niet willen bijvoor
beeld. Ook daarmee raak je weer
een eind op de goede weg. Bij de
categorie die het al precies weet,
wijs je op eventuele risico's en je
laat ze nadenken over alternatie
ven. Wie bijvoorbeeld dolgraag
een toeristische opleiding wil doen,
moet er rekening mee houden dat
de concurrentie groot is: veel aan
meldingen en slechts weinig plaat
sen. Ze moeten dan een logische
tweede of derde keuze gaan ont
wikkelen".
In de middaguren gaan de scholie
ren onder begeleiding aan dè slag
in de informatheek. „We laten ze
zien waar ze bepaalde informatie
kunnen vinden en hoe ze er mee
moeten omgaan. Ook kunnen ze
door te snuffelen nieuwe ideeën
opdoen".
Niet alleen inzicht in jezelf is van
belang voor een gerichte beroeps
keuze. Iedereen moet zich ook af
vragen: past dit beroep bij mij? Zal
ik me thuisvoelen in dat toekom
stige werkveld? Kan ik de oplei
ding goed aan?
„Het totaalbeeld, daar gaat het om.
Het is jammer dat de, zeg maar
'vuile-handen-beroepen', nog
steeds een slecht imago hebben.
Mensen verkiezen dan toch een
kantoorbaan boven een baan als
geschoold automonteur. - Zuiver
voor het aanzien. Terwijl de toe
komstperspectieven voor die per
sonen soms veel beter zijn in die
beroepen en zo'n beroep beter bij
hen past".
Een dagje beroepskeuze-bureau
kan natuurlijk niet plotsklaps leer
lingen voorzien van een duidelijk
toekomstbeeld. Romeyn: „Beroeps
keuze is een proces. We vervangen
ook niet de decanen, maar zijn
meer een verlengstuk. Wij con
fronteren de jongeren met het feit
dat ze vaak nog te weinig weten.
En proberen ballonnetjes door te
prikken. Bewust voor iets kiezen
en niet omdat je vriendje toevallig
naar de meao gaat. Het grootste
deel van de bezoekers in onze in
formatheek bestaat uit twintigers.
Mensen die in hun werk zijn vast
gelopen. En er achter komen dat
ze een hele verkeerde keuze heb
ben gemaakt. Dat is gewoon dood
zonde!"
In de uitgebreide
informatheek
van het Bureau
voor
Beroepskeuze en
Studie-
informatie
kunnen
bezoekers ook
met behulp van
de computer
informatie
zoeken of ideeën
opdoen.
foto's: stephen
evenhuis
VERKEERD BEROEP KIEZEN ENTOCH GOEDTERECHT KOMEN
door ERIK HUISMAN
Vrijwel iedereen heeft in zijn
kennissenkring wel een
fysiotherapeut die momenteel
werkt als personeelsmanager.
Of een gymleraar die direct
van de academie
artsenbezoeker werd. En
anders wel een 'goog' of 'loog'
die uiteindelijk in de
informatica verzeild raakte.
Of wellicht een metselaar die
zo met zijn rug liep te
sukkelen dat hij
noodgedwongen een zittend
beroep moest kiezen.
Stuk voor stuk maakten ze een ra
dicale ommezwaai in hun werk.
Het arbeidsbureau hielp en helpt
velen na een periode van werk
loosheid. Anderen, zoals P. Brard*
deden het 'op eigen kracht'. Ze za
gen zelf in dat ze het roer moesten
omgooien wilden ze binnen het ar
beidsproces komen of blijven. Op
geleid als 'gymmees' zwaait Brard
nu de scepter over een filiaal van
'de tennisbank van Nederland'.
Het arbeidsbureau heeft bij heel
wat koerswendingen in carrières
de helpende hand geboden. Soms
was het een noodzaak, was er een
kink in de kabel gekomen. Henk
van der Hoek, woordvoerder van
het arbeidsbureau in Den Haag:
„Het zijn de gevallen van de lood
gieters die boekhouder worden,
omdat rug of knieën zijn versleten.
Maar ook moeten mensen vaak
iets totaal anders gaan doen omdat
ze door psychische klachten hun
oorspronkelijke beroep niet meer
kunnen uitoefenen. Die kunnen
dan inderdaad van boekhouder
loodgieter worden".
Daarnaast zijn er de mensen die er
een tijd uit zijn geweest en weer
aan de slag willen. „Natuurlijk
vallen daaronder de herintredende
vrouwen", aldus Van der Hoek.
Die hebben vaak een verouderde
opleiding of willen een vak leren
waarin werk voorhanden is en
kiezen bewust een beroep in die
richting. „Maar je spreekt ook
over academici en hbo'ers die
werkloos zijn. Die hebben de 'ver
keerde' keuze gemaakt en laten
zich omscholen". Dat omscholen
gebeurt via de Centra Vakoplei
ding van het arbeidsbureau of bij
derden.
Rigoureus
Van der Hoek lepelt losjes wat
probleemberoepen op. „Fysiothe
rapeuten, docenten lichamelijke
opvoeding, biologen, filosofen, so
ciologen. Ja, veel alfa's en ook
mensen met een opleiding in de
gamma-sector, de mensweten
schappen. Die komen niet aan de
bak". Die groepen staan vaak ga
rant voor rigoureuze veranderin
gen van beroep. „Velen gaan een
managementcursus volgen en er is
de laatste jaren natuurlijk een
stroom richting informatica ge
weest". Denk daarbij ook aan de
sportleraren die artsenbezoeker
werden of in een fitness-/sport-'
school belandden. Of als verkoper
werken in een speciaalzaak voor
hardloop-artikelen.
Jaarlijks worden een paar honderd
hoger opgeleiden omgeschoold. In
totaal wordt via het arbeidsbureau
een veelvoud van hen aan een an
der beroep geholpen. Moeite met
de ommezwaai hebben de meeste
deelnemers aan de omscholing
vrijwel nooit. „De schok de ver
keerde keus te hebben gemaakt,
hebben de meesten al achter de
rug. De deelnemers zijn altijd min
stens een half jaar werkloos. Ze
zijn eraan toe weer te gaan wer
ken. We hebben ook tests vooraf
gaand aan de omscholing, om er
achter te komen of iemand echt
Voormalig gymleraar P. Brard: „De maat was na twee jaar invalwerk
gewoon vol". foto: Stephen evenhuis
wat anders wil leren. Iemand die
nog steeds geschiedenisleraar wil
worden, nog steeds hoopt op een
baan in die richting, komt niet
door de test heen. Het gebeurt dan
ook vrijwel niet dat iemand na
omscholing weer terecht komt in
zijn oude beroep", weet Van der
Hoek.
Linkerhanden
Hij merkt op dat bij het radicaal
omschakelen niet alleen gedacht
moet worden aan hbo'ers en aca
demici. „Den Haag zit op die cate
gorie niet te wachten. Meer op lbo-
plussers en mbo'ers in de techni
sche hoek. En ook de beveiligings
branche kan nog wel een hoop
mensen gebruiken. Maar hoe we
ook adverteren, we bereiken ze
nauwelijks. Werklozen melden
zich niet om voor die beroepen te
worden omgeschoold. En je kunt
de honderden werklozen die als
administratief medewerker staan
geregistreerd niet dwingen zich te
laten omscholen. Ze moeten zelf
de stap nemen, door de rouw heen
zijn dat het met hun voorkeur niet
lukt. En ik zie ook wel drempels..
Iemand met havo die assistent
boekhouder is geweest, wordt na
tuurlijk niet zomaar bewaker. Uni
formen staan sommige mensen te
gen of onregelmatig werken
schrikt hen af. Omscholen naar
een technische functie op mts-ni-
veau is ook niet voor iedereen
weggelegd. Je zult maar twee lin
kerhanden hebben, dan kun je nog
zo graag willen, maar dan val je
toch af".
P. Brard (30) is een voorbeeld van
een 'verkeerde kiezer'. Maar het is
met hem nog goed gekomen. „Het
is inderdaad wel een ommezwaai
hè", constateert hij met verbazing
in zijn stem als hij achteromkijkt.
Vijftien zestien jaar geleden zag
hij zijn toekomst nog tussen de
schoolkinderen, de bruggen en de
bokken, de ballen en de bedompte
geur van kleedkamers. Hij sprong
als brugklassertje spontaan over
anderhalve meter, puur natuur.
Aanlopen, afzetten, beentjes in en
zweven. Het ging als vanzelf, zoals
dat met alle sporten ging die hem
werden voorgeschoteld. Maar hij is
nu beheerder van een filiaal vah
de ABN Bank.
Kalinko
„Sport vond ik leuk, op tal van
sporten kon ik makkelijk meeko
men. En later ontdekte ik als vol
leybaltrainer dat oefeningen voor
doen, uitleggen en werken met
mensen me wel lag". Volleyballen
deed Brard bij de Haagse club Ka
linko. Hij begon laat, maar speelde
wel al snel in het hoogste team
van de club en bereikte de eerste
divisie.
Inmiddels rijpte het idee om gym
leraar te worden. De academie
voor lichamelijke opvoeding kreeg
in die tijd een vrijwel niet te stel
pen stroom aanmeldingen voor het
eerste jaar te verwerken. Slechts
één op de zeven liefhebbers werd
aangenomen, na een intensieve se
lectiedag, waarop allerlei sporten
moesten worden beoefend. Lief
hebbers, want ze waren net als
Brard bepaald niet blind voor de
geringe kansen later daadwerke
lijk voor de klas te komen. „Maar
je weet dat het je ligt. En twintig
uur sporten naast twintig uur stu
die, dat leek me wel wat. Zoals het
zovelen wel wat leek", schetst
Brard het dilemma. Eenmaal op de
academie bleek het natuurlijk alle
maal niet zo gemakkelijk te ziin.
„Je moest je activiteiten goed inde
len, naast het sporten energie
overhouden voor de studie. Ook de
discipline ervoor opbrengen de op
leiding te combineren met de trai
ningen op je sportclub. Op een ge
geven moment moest er vier keer
per week worden getraind".
De deceptie kwam na het afron
den van de academie in 1983. „Je
gaat solliciteren bij scholen op vas
te, normale banen, maar dat lukte
dus nooit. Ik had af en toe inval
werk als er iemand met ziektever
lof was en ik heb zweminstructie
gegeven. Ernaast, om wat bii te
verdienen, gaf ik 's avonds volley
bal- en fitnesstraining. Eigenlijk
was het een chaotische perioae,
zonder tijd voor leuke dingen",
schildert Brard de eerste jaren vai
zijn beroepsleven. „In die tij<
groeide geleidelijk het idee: 't moe
anders. Vooraf had ik al het idee
tot ongeveer je 45e kun je voor d<
klas staan, dan moet je op een an
dere manier aan de kost komen
Na die twee jaar dacht ik: waaron
niet nu?" Het besluit het roer on
te gooien deed geen pijn. „De maa
was na twee jaar gewoon vol".
Toevalstreffer
Dat de nog immer goedlachse ei
spontane Brard in de bankwereli
terecht kwam is toeval. „Een ken
nis zei: probeer het eens bij di
bank, als die wereld je aanspreek!
Ik wilde het bedrijfsleven bekii
ken en de bank zit daar als eei
tussenpersoon prachtig middenin'
Via een open sollicitatie ging d)
bal heel snel rollen, het was ee(
toevalstreffer. „Ik kwam prateï
en zei: 'ik wil zien wat jullie kun
nen bieden'. De bank reageerdl
goed. Ze namen me om te begin
nen aan en boden me cursusse:
aan".
Al na een half jaar volgde een ter
waaruit bleek dat 'meneer' Brar
geschikt was voor de middenka
der-opleiding. „Het was natuurlij]
een totaal ander wereldje dan he
onderwijs. Maar in dat halve jaa
had ik wel gezien dat er bij d
bank voor mij leuke mogelijkhe
den lagen. Kunnen omgaan
mensen, planning en organisatit
zaken dietik tijdens mijn opleidini
had geleerd. Ook de commerci
sprak me aan. Tijdens de kader
opleiding kwam ik op alle afdelin
gen te werken waardoor ik erach
ter kon komen welke richting i!
moest kiezen. De bank heeft d
opvang en de opleiding goed ver
zorgd".
Zó goed zelfs, dat Brard binne
vijf jaar de leiding heeft over ee
filiaal. Spijt over de oorspronkelijk
'verkeerde' keuze heeft hij nie
„Ik heb nooit spijt", meldt hij na
drukkelijk. „De periode op de aca
demie en de zeven jaren erna zijl
een leerzame tijd geweest. Ik blee
leren, maar dat had ik sowieso ge
daan. Er zijn binnen en buiten ie
ders vak natuurlijk veel dingei
leuk. Het onderwijs mis ik ook
niet. Daarvoor waren de invalpe
riodes te kort en is het nieuwe fa
eet van het leven te interessant,
vond ik het lesgeven wel leuk".
Mentaliteit
Het verhaal ademt de sfeer van t
vredenheid met de loop van de g
schiedenis, al zullen mensen di
Brard als leerling op de middelba
re school hebben gekend moeit
hebben zich hem voor te stellej
achter een bureau met een over|
hemd aan en een stopdas om. Er
dus boeit de vraag: stel je zweefj
weer met je dertien jaar over d
geschiedenisjuf en je moet wee
een vakkenpakket kiezen voo
een later beroep, wat doe je? „He
is een oneerlijke vraag. Ik was eer
sporttalent, spelenderwijs was it
van jongs af een van ae beterej
met wat voor sport dan ook. Eers
voetballen, later volleybal. Maar ij
had niet de juiste mentaliteit'
weet Brard. „Toen niet, nu wel. J
moet mentaal sterk zijn wil je ij
sport wat bereiken. Echt steeds d
beste willen zijn, bijten. Als ik noj
zou moeten kiezen, zou ik eej
sport beoefenen. Mijn talent daar
voor ontwikkelen, zes uur trainen
per dag. Proberen de beste te worl
den, al zou dat ten koste gaan var
een opleiding. Op die manier goej
verdienen, zo goed dat ik er onbr
zorgd van zou kunnen leven"
Dan zou het leven er anders gaaj
uitzien. „Diepzee-duiken, bergbi
klimmen, speleologie, safari, avonl
tuur. „En ik zou weer willen lerenj
Over mensen", droomt
hardop, zich realiserend dat
klok niet wordt teruggedraaid.