nnaie
„Antwerpen
leeft
van de
Hollanders"
BELGISCHE HORECA ONDERGAAT NEDERLANDSE OVERLAST GELATEN
■CeidócGouoatit
ZATERDAG 4 MEI 1991
Nederlanders laten in Antwerpen een spoor achter van
wakker geschreeuwde buurtbewoners, braaksel, urine en
vernielingen. Op de Belgische televisie klagen horeca-on-
dernemers over dronken Nederlanders die zich als bees
ten gedragen. Terwijl onderzoek heeft uitgewezen dat
Nederlanders meer franken besteden in Antwerpen dan
de Belgen. En dat veertig procent van dat geld naar de
tapkast vloeit. Verslag van een nachtje stappen in het
'Benidorm aan de Schelde'.
ANTWERPEN - De zoektocht in
Antwerpen naar horecagelegenhe
den die Nederlanders weigeren, le
vert welgeteld één café op: La
Luna. De uitbaters Luc Demez en
Jurgen Verstreven vertellen maar
al te graag dat er al jarenlang
klachten zijn over het gedrag van
Nederlanders. En ze hebben ge
merkt dat het nu escaleert. „Jaren
lang is het gedrag van de Nederlan
ders vanwege onze bekende gast
vrijheid lijdzaam aangezien, maar
nu is de maat vol".
Uitzonderingen worden niet meer ge
maakt bij La Luna. „Bij de opening van
ons café in februari zijn we iets toleran
ter geweest. We hebben het gedrag van
de Nederlanders een weekje uitgetest.
We hoopten dat ze met een gloednieuw
interieur en echt Antwerps publiek een
beetje zouden veranderen. Maar ze trok
ken zich er niets van aan".
Verstreven somt een weekje ervaring op.
„Als iemand met een verkeerspaal bin
nenkomt, dan noemen wij dat niet nor
maal. Of ze nemen zo'n verkeerskegel
mee, zetten hem voor de mond en
schreeuwen in iemands oor. Ze komen
met lege en volle pinten van een ander
café hier binnen. Gieten bier over el-
kaars hoofd, geven een bloempot cadeau
aan een vriendin. Maar dat is dan wel
een pot van ons. Ze nemen zelfs de spie
gel van het toilet mee. Ach, zelfs als een
Nederlander rustig zit te converseren in
een café, komt ie nog boven de rest uit".
Hoewel het weigeren van Nederlanders
niets met racisme heeft te maken, brengt
het uitbatersduo dit onderwerp zelf ter
sprake. „Het weigeren weigeren van Ne
derlanders heeft daar niets mee te ma
ken. Het is puur zelfverdediging. We
hebben een onderzoek gedaan. En uit de
enquête bleek dat tachtig procent van de
moeilijkheden wordt veroorzaakt door
Nederlanders". Hij voegt eraan toe dat
als Belgen zich misdragen ze „ook op
straat vliegen". Demez vergelijkt de ac
tie van zijn café met het trekken aan de
noodrem. „Schiften is onmogelijk. We
roepen ze liever op een duidelijke ma
nier een halt toe. Je hebt ook café-eige
naren die liever geen Nederlanders wil
len, maar ze wel toelaten en ze een dub
bel bedrag rekenen. Wij zijn gewoon eer
lijk".
In rap Vlaams volgt dat de eigenaars het
wel jammer vinden dat „de tien procent
toffe mensen die er tussen zit" nu ook
niet naar binnen mag. „We weten het ge
woon niet. Nederlanders gedragen zich
het eerste kwartier en dan barst het los.
Ze maken een hoop herrie, schreeuwen,
ze kiepen bier over elkaar en over de
vloer. Zodra dat begint, trekken twintig
Antwerpenaren hun jas aan en vertrek
ken. Dat is een risico dat we niet kunnen
nemen. Wij vinden dat als je in Antwer
pen zit, je ook van de Antwerpenaren
moet leven". De actie van La Luna valt
volgens de uitbaters bij de stedelingen in
goede aarde. „De klanten zeggen zelf, we
willen geen Nederlanders".
Cameraploegen
Het probleem kan alleen worden opge
lost door de Nederlanders, weet Demez.
Ze moeten het liefst door hun eigen
landgenoten op de vingers worden ge
tikt. Voordat het zover is heeft hij voor
mensen van goede wil wel een aantal re
geltjes. Aanpassen aan de cultuur van
het gastland is het devies. „Ten eerste
moeten jullie een beetje rustiger zijn.
Niet zomaar alles eruit flappen en men
sen shockeren. Belgen wachten af, den
ken eerst of het gegrond is om zoiets te
zeggen. Ten tweede staan hier altijd por
tiers, die krijgen in België altijd een fooi.
Nederlanders doen dat nooit. Ten derde
niet roepen en brullen op straat. En ten
vierde ook de verkeerspalen laten
staan". En hij kan het weten. Na jaren
van aanpassing is het hem niet meer aan
te zien, dat hij uit Engeland komt.
De uitbaters van La Luna zullen hun
verhaal nog vele malen herhalen. Later
op de avond verdringen cameraploegen
van de AVRO, NCRV en Veronica zich
voor de deur. „Veronica was hier al
eerder met twee keurig uitgedoste Ne
derlanders. Ze stonden aan de deur en
werden niet toegelaten. Onmiddellijk
werd er stampij gemaakt. Waarop wij
gezegd hebben dat die arrogante reactie
alleen al een reden is om niet binnen te
mogen komen", vertelt Demez met een
gepaste glimlach.
Een troepje jongeren uit Tiel is die tele
visieploegen meer dan zat. „We komen
hier voor de gezelligheid, maar je krijgt
continu een camera op je neus".
Dat moet haast wel, want veel te filmen
valt er niet in „d'oude stad". De uit
gaansbuurt is vrijwel uitgestorven. Al
leen in de twee drukste straten hoopt
zich af en toe een groepje op, als de be
zoekers tegelijkertijd de cafés verlaten.
De oogst van een nachtje stappen: drie
grote groepen Nederlanders die een vrij-
gezellenavond vieren. De slachtoffers
zijn uitgedost in een gestreept boeven
pak, een zwarte toga en een knalgeel ka-
nariepak. Zo zijn ze gemakkelijk herken
baar in het kleine circuit rond de kathe
draal.
Alleen het clubje uit Tiel klaagt over een
schandalige behandeling door de Ant
werpenaren. „Ze zijn vrij lomp ja, ze kij
ken je de zaak uit. Ze denken: daar heb
je weer zo'n groep".
Het bij de kanarie'horende gezelschap
vindt juist dat het goed wordt ontvan-
Groepjes vrijgezellen dwalen door Antwerpen.
gen. „We hebben niets van een anti-Hol-
lander-stemming gemerkt". Kanarie Rob
Opmeer uit Maden vindt dat er in Breda
veel meer staaltjes van wangedrag zijn te
zien. „Ik ben een keer met drie Belgen
op stap geweest in Amsterdam. Als je
ziet wat ze daar uithalen", voegt een an
der daar aan toe. „Al die klachten over
Hollanders zijn onzin", zegt weer een
ander geruststellend.
Ze krijgen bijval van jonge Belgen. „Je,
hebt overal pedanterikken en plezante-
rikken. Wij denken dat Belgen in het
buitenland ook luidruchtig zijn. We zijn
allemaal gelijk", zeggen twee broers.
Als ze naar het volgende café lopen, be
vestigen de Brabanders echter gelijk
weer het heersende negatieve beeld. „Ze
smelten de kazen", wordt regelmatig ge
gild. „Hé kanarie", volgt daar achter
aan, als het gele object een paar honderd
meter verderop over straat zwalkt. Belgi
sche dames die uit een geparkeerde auto
stappen worden vrolijk door de troep
begroet en uitgenodigd mee te lopen. Ar
men worden om schouders geslagen, uit
nodigingen worden weer afgewimpeld.
Het overtollige gerstenat wordt tegen de
struiken van een plantsoentje gewaterd.
En dan verdwaalt de groep stilletjes in
de rosse buurt bij de haven. Duidelijk
op de terugweg dwaalt daar de vrijgezel
in toga.
Mexico
In de cafés, bierkelders en restaurants
valt van Nederlanderhaat weinig te mer
ken. De sfeer in swingcafé Bonaparte is
uitgelaten en tegelijk gemoedelijk. Daar
waar het hardst wordt gezongen, zijn de
begeleiders van de vrijgezel in boeven
pak neergestreken. Er wordt gehost op
Hollandse carnavalskrakers. En Belgi
sche jonge vrouwen worden giechelend
meegetrokken. Na enige aarzeling doen
de meeste Belgen mee aan de polonaise.
Een groepje Antweipenaren van middel
bare leeftijd kijkt nippend aan een pilsje
toe. „Die klachten over Hollanders zijn
een beetje overdreven. We horen het wel
als ze er zijn. Maar ik heb nooit iets ver
velends gezien. Ik heb niets tegen ze. Ze
zijn hier ook niet alle weken. Bovendien
laat een echte Antwerpenaar zich niet
wegjagen". Op de klanken van Mexico
van ae Zangefes zonder Naam wagen de
stedelingen een walsje. Een beetje op de
achtergrond, dat wel.
De eigenaar van Bonaparte, Berthil van
Britsom, is niet tevreden over de gang
van zaken. „Normaal kun je hier niet
eens naar binnen. Dit is de slechtste za
terdag sinds september". Hij wijt het
wegblijven van de Nederlandérs aan de
negatieve berichten in de pers. „Zoiets is
een ramp. Wij leven van de Nederlan
ders. Van de Antwerpenaren alleen kun
nen wij niet leven. Van de honderd
mensen die hier binnen zijn, komen er
negentig uit Nederland. Negentig pro
cent van de zaken in de oude stad leeft
hoofdzakelijk op de Nederlanders die
vrijdag en zaterdag komen".
Hij begrijpt de eigenaars van La Luna
niet, vraagt zich af wat die mensen be
zielt. En noemt de actie een publiciteits
stunt. „Belgen die hebben gedronken
maken ook lawaai en ruzie. Ik heb wel
eens gezien dat bij frituur Number One
èen Nederlander door een groepje Bel
gen in elkaar werd geslagen, gewoon om
dat hij Nederlander was".
Hij maakt zich oprecht zorgen, want niet
alleen cafés zullen onder de negatieve
publiciteit lijden, maar ook discotheken,
hotels en restaurants. „Doordeweeks
komt er al niemand en als de Nederlan
ders in het weekend ook niet komen,
kunnen we één voor één sluiten".
Echt problemen met Nederlanders heeft
hij nog niet gehad. Bovendien wegen de
vernielingen niet op tegen de verdien
sten. „Als ik hier over spreek met de
„Nederlanders gedragen zich het eerste kwartier en dan barst het los".
FOTO'S: SACHA PIETERSE
Antwerpenaren, dan geven ze ons gelijk.
Ze geven toe dat ze niet in zulke grote
aantallen zijn. Iedere middenstander
denkt er net zo over als ik", weet hij. De
eigenaar van de nabij gelegen café-dan
cing L.A. bevestigt in onvervalst Ant
werps zijn verhaal. „Nederlanders zijn
welkom. Ik hoop dat ze niet teveel zijn
afgeschrikt".
Roger Daniels, voorzitter van de over
koepelende organisatie Horeca Antwer
pen en omgeving, hoort vaak klachten
van zijn collega's over Hollanders. Hij
verhaalt over een bus studenten uit
Utrecht die zijn restaurant aan de Sui-
kerrui hebben verbouwd. „Ze hebben al
les van de muur afgetrokken. Er lagen
pinten op toiletten en zoutvaatjes van
andere zaken". Toch vindt hij het spijtig
dat Antwerpenaren hierdoor de Neder
landers over één kam gaan scheren. En
hij vindt het ook jammer dat Nederlan
ders worden geweigerd in La Luna. Het
biergehalte bepaalt het gedrag, weet Da-
niëls. Belgisch bier bevat meer alcohol
dan Nederlands bier. Maar het aantal
pilsjes dat de Nederlanders tot zich ne
men, blijft gelijk.
Politie
De zoektocht naar Nederlandse jongeren
die de stad op z'n grondvesten laat tril
len, verloopt niet erg succesvol. Sterke
staaltjes van wangedrag blijven uit. Er
zwalken wat Nederlanders en Belgen
over straat. En beide nationaliteiten bre
ken af en toe door de geluidsbarrière.
Een beeld dat niet verschilt van de uit
gaansbuurten in andere steden. Ook de
cameraploegen lopen tevergeefs rondjes.
Surveillerende politie-agenten bevestigen
dat het rustig is in de stad. Uit hun ge
heugen worden, mits ze anoniem blij
ven, rap wat voorbeelden opgediept
waaruit blijkt dat het soms wel anders is.
„Groepjes breken spiegels en ruitewis-
sers van auto's af, slepen reclamepalen
twee drie straten mee. Wij treden dan
op ludieke wijze op. En vragen ze de pa
len terug te plaatsen waar ze vandaan
komen". De agenten wijzen er uit zich
zelf al op dat ze niet alleen Nederlanders
op dit soort acties betrappen.
„Typerend voor de Nederlanders is, dat
ze vooral in een groep overlast veroorza
ken. Met twee of drie zijn het net kleine
kinderen, maar in een grote groep is het
schorremorrie. Ik heb er geen woorden
voor wat ze dan uithalen, het is gewoon
banaal".
De manier waarop de agenten worden
bejegend als ze optreden tegen de over
last is dat eveneens. 3,Ik krijg de volle
laag van verwijten. Gij zijt crapuul, daar
komt het op neer. Maar wij worden niet
boos hoor. Wij gebruiken dan de Belgi
sche regel dat men niet dronken op de
openbare weg mag vertoeven".
Goedkoop bier
Stadsgids George van Cauwenbergh
woont midden in de uitgaansbuurt. Hij
vindt dat de verhalen over het wange
drag van de Nederlanders helemaal niet
kloppen. „Het gaat om een bepaalde
groep vandalen. Er komen regelmatig
jongens uit de periferie, uit de buurt van
Rozendaal en Bergen op Zoom. De cafés
gaan daar vroeg dicht, Antwerpen is in
de buurt en het bier is goedkoop. Dat
soort jongens laten hun broeken zakken
en bepissen onze monumenten, vooral
het voorportaal van de kathedraal. Maar
dat is geen uitzondering, dat gebeurt in
alle steden. Ook in Antwerpen en door
de Antwerpenaren zelf. De Ossenmarkt
is een studentenbuurt. Als je Belgische
studenten meemaakt, dat is precies het
zelfde, Die gooien ook met pinten".
Hij hoort van de mensen die hij rond
leidt dat Antwerpen het 'Benidorm aan
de Schelde' wordt genoemd. En dat de
stad uitstekend geschikt is om de laatste
vrijgezellenavond te vieren. „De mondeT
linge propaganda neemt toe. Maar we
zijn een beetje huiverig van die fuifnum
mers. Als we zo'n groep zien, met zo'n
verklede persoon,'die de bloemetjes bui
ten komt zetten, dan voelen we ons niet
op ons gemak.. Je kunt genieten met la
chen en drinken, maar er hoeft toch niet
gehost te worden".
De overlast ondervindt hij aan den lijve.
Nederlanders parkeren hun auto vlak
voor zijn deur. En hij wordt regelmatig
wakker geschreeuwd. „Maar ik word
niet alleen door Nederlanders uit mijn
slaap gehouden. Hier vlakbij zit een café
waar Belgische motorrijders komen, die
zijn veel erger. Belgen kunnen ook de
bloemetjes buiten zetten". Ook hij be
gint uit zichzelf over racisme. Hij bena
drukt dat de houding van de Antwerpe
naren daar niets mee heeft te maken.
„Als er zich iemand van distantieert zijn
het de Nederlanders zelf wel. Ze scha
men zich voor dat tuig".
v ogeltjesmarkt
Het loopt tegen de ochtend, wantoestan
den blijven uit. Misschien dat er bij de
eethuisjes nog wat hongerende Neder
landers zijn te vinden die de boel op
stelten zetten. Het pita en shoarmazaak-
je 'D'Oude stad' kent Holllanders alleen
als heel goede klanten. De eigenaar: „Ik
ben zelf Nederlander, ik kan wel makke
lijk met ze opschieten. Maar als groep
zijn ze wel lastig. Dan gooien ze de sau
zen door elkaar heen, maken veel la
waai, stampvoeten. Meestal komen er
ook zatte mensen, maar echt slechte din
gen, zoals ruzies, heb ik nog niet meege
maakt".
De laatste poging wordt bij de Vogeltjes
markt gewaagd, daar zou de ellende zich
concentreren zodra het weer licht wordt.
Opnieuw valt geen ooggetuigenverslag te
maken. De agent in het kantoortje bij de
markt bevestigt desgevraagd dat er veel
dronkelappen rondlopen. En ja, daar
zijn ook Nederlanders bij. „De helft van
wat hier op de markt komt is Neder
lands, dat betekent dat de helft van wat
hier gebeurt ook door Nederlanders
wordt gedaan". Hij vindt de-verhalen
over het wangedrag maar overdreven.
Dé Stef vindt dat ook. De Antwerpe
naar-met-poedel zit al jaren elke zondag-
qchtend achter zijn pintje bij de Vogelt
jesmarkt. „Den Hollander is luidruchtig
als ie zijn pintje uit heeft, maar die gas
ten heb je bij ons ook. Zet de Antwerpse
voetbalsupporters maar eens bij elkaar,
die breken de trams af, laten hun broek
ook zakken. Die klachten zijn overdre
ven, dat zeggen de Antwerpenaren alle
maal. Deze markt leeft van de Hollan
ders. Antwerpen leeft van de Hollan
ders".
En daarin heeft hij enigszins gelijk. Uit
een onderzoek dat in 1989 werd gehou
den door het Belgische Studiecentrum
voor Economisch en Sociaal Onderzoek
blijkt dat de Nederlanders veel geld uit
geven in Antwerpen. Twintig procent
van de bezoekers bestaat uit jongeren
tussen de 20 en 24 jaar. Zestig procent
van de toeristen bestaat uit Belgen, een
kwart uit Nederlanders. De laatste groep
besteedt duidelijk meer franken dan de
Belgen. Het grootste deel van dat geld,
ruim veertig procent, vloeit naar de tap
kast. De toeristische sector is goed voor
17.000 arbeidsplaatsen en levert de stad
7,7 miljard frank per iaar op.
Vandaar waarschijnlijk ook dat Frans IJ-
zermans van de Antwerpse Dienst voor
Toerisme de klachten over de Nederlan
ders zwaar overdreven vindt. „Excessen
komen sporadisch voor. En dan vooral
bij jongeren. Het gaat om een zeer kleine
minderheid, procentueel te verwaarlo
zen. Nederlanders zijn welkom".