r
1
mal
Ie
SCHAKEN
-
I
BRIDGEN
ZATERDAG 13 APRIL 1991 PAGINA 34
Oplossing nr. 12 Cryptogram
Mevr. C v.d Veek, Kortenbachstraat 17, 2211
GW Noordwijkerhout.
W. v.d. Ploeg, Meidoornrode 28, 2215 LE Voor
hout.
Oplossingen onder vermelding van puzzel
nr. 14 moeten uiterlijk woensdagmiddag in
bezit zijn van:
Nr. 14
Kruiswoordraadsel
HORIZONTAAL:
1. Warboel.
5. Opstandeling.
10. Vreemde taal.
12. Handvat van een
14. Onderricht in bijv.
het paardrijden.
15. Scheepsvloer.
17. Niets
uitgezonderd.
19. Omslag voor
20. Voorstander van
een volksregering.
23. Jong van een
25. Verfstof.
27. Verachtelijk.
28. Grond bij een
boerderij.
29. Blaasinstrument.
30. Retour.
32. Land in Aziè.
34. Dun gebak uit
bloem en water.
35. Sportevenement
(afk.).
36. Boom.
38. Kledingstuk.
39. Straatsteen.
40. Militaire rang
(afk.*).
41. Mannelijk rund.
43. Flauw schijnsel.
45. Herkauwer.
46. Hoofddeksel.
47. Zoogdier.
48. Boom.
50. Soort kers.
53. Loopstok met
dwarsklamp.
56. Deel van de dag
(afk.).
58. Vod.
59. Zeevis.
61. Bladgroente.
62. Uitroep.
63. Gif.
65. Schaduwboom op
koffieplantages.
67. Mohammedaanse
boetende
bedelmonnik.
69. Rijstbrandewijn.
70. Japanse munt.
71. Deel van de hals.
73. Kleur.
74. Bulgaarse munt.
75. Verslag in
snelschrift.
78. Soort kip.
79. Beroemd
componist van
operettes.
81. Indien.
82. Roosvormig
sieraad.
84. Hoofdstad van
Nigeria.
86. Soort pijnboom.
87. Gezelschapsspel.
88. Meerstemmig
koorgezang.
VERTICAAL:
1Halsboord van eer
2. Hoofddeksel.
3. Plant met bittere
bladeren en
bloemen.
4. Trekdier.
6. landbouwwerktuig.
7. Gehoorzaam.
8. Verharding van de
opperhuid.
9 Deel van het oor.
10. Fluitspeler.
11Wijnsoort.
13. Langwerpig
onderkussen.
14. Vuurpijl.
15. Bloedgever.
16. Smal vaarwater
tussen eilanden.
18. Zoogdier
19. Kernspreuk.
21. Gaffelvormige
steunbalk.
22. Bontgekleurde
papegaai.
24. Europese
republiek.
26. Ronduit.
29. Soort duif.
31. Soort takel.
33. Zeehond.
34. Uitroep.
37. Specerij.
39. Onzin.
41. Korte kous.
Het sleutelwoord luidt:
Naam
Adres
Postcode
42. Veerkracht.
43. Verlaagde toon.
44. Zaadkorrel in een
vrucht.
49. Plotseling
opkomende
gedachte.
51. Elektrisch geladen
52. Bejaard.
54. Telwoord.
55. Kostbaar
voorwerp.
57. Vogel.
59. Hemelse gave
(fig)-
60. Voorzetsel.
62. Componist van
Carmen.
64. Appelkruintje.
65. Rivier in
Engeland.
66. Door, met (Latijn).
68. Metaal.
70. Bovendeel van de
slokdarm.
72. Fijnste schildpad.
75. Palmmeel.
76. Boom.
Welke twee sleutelwoorden vormen
de letters uit de vakjes 55 5 49 88 17
65 34 64 71 3 en 45 52 47 11 29 43
48 7 22 39?
Landskampioenschap
Van het in het noordelijke Drachten ge
speelde landskampioenschap zijn op het
moment dat ik deze regels schrijf zeven
van de dertien ronden gespeeld. Aan kop
gaat met 10 punten de Friesche favoriet
Van der Zee, op de voet gevolgd door ti
telverdediger Clerc, die 9 uit 7 heeft ge
scoord. Uiteraard hebben deze twee spe
lers bij het ingaan van de laatste speel-
week dus de beste uitgangsposities. Ech
ter ook de direkt daaropvolgende groep,
waaronder Van der Wal, is nog lang niet
kansloos, en het zal dan ook nog beslist
heel spannend worden.
Koploper Van der Zee speelt een sterk
toernooi. Hij startte bijzonder fraai door
overwinningen op Scholma en Van der
Wal.
Hier die tweede partij:
J. VAN DER WAL-H. VAN DER ZEE
Tweede ronde NK 1991.
1.32-28 18-23; 2.38-32 12-18; 3.31-27 7-
12; 4.43-38 17-21; 5.37-31 23-29;
6.34x23 18x29; 7.33x24 20x29. Zwart
speelt de Molimardvariant. Het is op
merkelijk dat deze oude opening, die ge
noemd is naar een van de grote Franse
spelers van de eerste helft van deze
eeuw, nog steeds op het bord gebracht
wordt! 8.49-43 19-24. Als scherper staat
8... 1-7 te boek, met als plausibel vervolg:
9.41-37 (Steeds niet 31-26.) 19-24; 10.39-
33 21-26; 11.44-39 (of 43-39) 24-30;
12.35x24 29x20 met een principiële
strijd tussen aanval en omsingeling.
9.41-37. Kennelijk heeft wit een. bepaal
de spelgang op het oog gehad, anders
had hij hier wel 9.39-33 gedaan: hij kan
dan altijd, in tegenstelling tot de hierbo
ven aangegeven variant, zijn lange vleu
gel tot ontwikkeling brengen: ofwel door
na 9...21-26 te laten slaan, ofwel door
zelf 10.31-26 te doen. 21-26; 10.27-22.
Zoals altijd is de oud-wereldkampioen
op strijd uit. Hoever hij daarbij wel niet
wil gaan, zal over enkele zetten duidelijk
worden.
14-20; 11.31-27 10-14; 12.36-31 20-25;
13.46-41 12-17; 14.41-36 2-7; 15.39-33
24-30; 16.35x24 29x20; 17.44-39 14-19;
18.22-18! 13x22; 19.27x18.
Plaats een zeldzaam ver opgedrongen
doorl^Hofland
Computers
Tijdens het toernooi in Linares verklaar
de Karpov een voorstander te zijn van
een acht-urige speeltijd per partij. Dit
om het afbreken, waarna de hulp van se
condanten en computers mogelijk is, te
beperken. Hij deed dit vooral naar aan
leiding van een partij, waarin Kasparov
aan het bord de winst niet kon vinden,
maar na het afbreken slechts enkele mi
nuten bedenktijd nodig had om te win
nen. Het vermoeden rees dat de wereld
kampioen gebruik gemaakt had van een
sterk computerprogramm. Deze moge
lijkheid, die in de toekomst alleen maar
belangrijker wordt, zal een ingreep in de
reglementen nodzakelijk maken. Zelf
zou ik nog verder willen gaan, namelijk
het uitspelen van een partij totdat ie
mand erbij neervalt. Want in Karpov's
voorstel zal het toch nog voorkomen dat
partijen afgebroken worden, waar dan
juist stelling zijn ontstaan waarin de
computer hulp kan bieden.
Zeker bij spelers die snel spelen en tijd
opsparen, waardoor er zelfs eerder kan
worden afgebroken. Het spel zal dan wel
een nieuw facet krijgen. Spelers met een
slechte lichamelijke conditie zullen een
snelle climax nastreven, terwijl de goede
sportmensen meer belanghebben bij
energieverslindende duels. Dit alles bete
kent niet dat er een aversie tegen com
puters in de schaakwereld moet ont
staan. Spelers die bij het voorbereiden
gebruik maken van de mogelijkheden
van een computer, om bijvoorbeeld de
partijen van een tegenstander in een be
paalde opening snel op te zoeken, gaan
alleen maar met hun tijd mee. Daar kan
niets tegen zijn. Ook het meespelen van
computers in toernooien zal, na een pe
riode van gewenning, niet storend meer
zijn. Het nadeel voor de spelers dat het
sociale contact met computers wat moei
lijk is, zal vergoed worden door betere
financiële voorwaarden. Het meespelen
van een computer is namelijk altijd in
het belang van de fabrikant, die daar ze
ker wat tegenover wil (en moet!) stellen.
Dit laatste gebeurde bijvoorbeeld in het
vorige maand gehouden IBM-toernooi te
Hannover. De computergigant wilde de
nieuwste versie van 'Deep Thought' tes
ten tegen gewone grootmeesters. Deze
nieuwe machine rekent met 22 processo
ren tegelijk, hetgeen betekent dat er vijf
miljoen stellingen per seconde worden
onderzocht. Dit bleek nog niet genoeg
om spelers met een gemiddelde rating
van 2500 de baas te blijven. De behaal
de score, 2, 5 uit 7, betekende echter wel
een ELO-score van 2430, waarmee het
meesterniveau in ieder geval al behaald
wordt. De technologische vooruitgang
zal m.i. nog voor de eeuwwisseling zor
gen voor een computer op wereldkampi
oensniveau.
Bekijkt men de partijen van Deep
Thought in Hannover, dan zien we dat
de grootmeestersterkte in stellingsop-
bouw nog niet is bereikt. Posities waarin
rekenwerk belangrijk is, combinatoire
stellingen en de meeste eindspelen, zijn
voor de computer goed te doen. Een an
der punt waar de machine superieur is
ten opzichte van zijn menselijke tegen
stander, is het totaal ontbreken van ze
nuwen. Gewonnen stellingen worden
niet verprutst door tijdnoodtaferelen,
dwaalwegen of schaakblindheid. Ook in
timidatie door de faam en naam van de
tegenstander is er natuurlijk niet meer
bij.
Een en ander moest de Duitse meester
Gruenberg (ELO: 2485) in Hannover er
varen.
H. GRUENBERG-DEEP THOUGHT
Aangenomen damegambiet.
d4 d5 2.c4 dxc4 3.Pf3 a6.
Speelt op behoud van de gambietpion,
waardoor wit het initiatief krijgt. Maar
weinig zwartspelers zijn daartoe bereid,
waardoor meestal met 3...Pf6 4.e3 e6 de
pion snel wordt teruggegeven.
4.e4 b5 5.a4 Lb7 6.axb5 axb5 7.Txa8
Lxa8 8.Pc3 c6 9.Le2.
Gebruikelijker is 9.Lg5 om de zwarte
ontwikkeling verder te bemoeilijken, na
9...Pf6 10.e5 Pd5 11.Dal heeft wit dan
voldoende compensatie.
9...e6 10.0-0 Pd7 11.e5 Pe7 12.Lg5 Db8
13.Pe4?!
Ligt voor de hand, maar meer kansen
bood 13.b3 cxb3 14.Dxb3 Pd5 15.Pe4,
waarna zwart niet meer de mogelijkheid
...c5 heeft.
13...Pd5 14.Dc2.
Ook nu was 14.b4 nog beter.
14...h6 15.Lh4 c5!?
Ziet er riskant uit, maar dat gevoel kent
Deep Thought niet; hij rekent gewoon
een paar honderd miljoen stellingen
door en beoordeelt de situatie als veilig.
16.Tal cxd4 17.Pxd4 Pb4.
De inleiding tot een combinatoire scher
mutseling, waarin de computer de sterke
meester overwint. Wit's volgende com
binatie lijkt overtuigend, maar de com
puter heeft het smalle pad van de verde
diging goed gezien.
18.Txa8?! Dxa8 19.Pxb5 Pxe5!
De beste manier om 20.Pc7 mat tegen te
gaan, na 19...Db8 20.Da4 zou zwart geen
goede verdediging tegen 21.Pd6+ heb
ben.
20.Ddl Pd5! 21.Pec3 Kd7!
Na deze verrassende koningszet (voor de
computer een zet als alle anderen) kan
wit zijn aanval niet meer versterken.
22.Lg3 Pd3 23.b3 Pxc3 24.Pxc3 Da5
25.Lxd3.
Het paard kan niet wijken vanwege
25...Del+.
25...cxd3 26.Dxd3+ Ke8 27.h3 Lb4.
De rest is een kwestie van techniek; de
computer laat zich uiteraard niet meer
van de wijs brengen.
28.Pb5 Kf8 29.Kh2 Kg8 30.Pc7 h5 31.h4
Th6! 32.Dd8+ Kh7 33.Dd3+ Tg6 34.Pb5
Le7 35.13 Lb4 36.Pd6 Lel 37.Lxel Dxel
38.Pe4 Dxh4+ 39.Khl Del+ 40.Dfl
De3+ 41.Df2 Dxb3 42.Dh4 Db6+ 43.Pf2
Dbl+ 44.Kh2 Del 45.g4 Dfl 46.Kg3
Dgl+ 47.Kh3 f5.
Wit gaf het op. Een beetje laat, maar dat
is de onwennigheid van het verliezen te
gen een computer.
Correspondentie-adres: Leo Hofland, C.
Fockstraat 113, 2613 DE Delft.
Interessant boek over thematische filatelie
Bijna 200 bladzijden heeft filatelist
W.E.J, van den Bold nog om uit te leggen
hoe een thematische verzameling opgezet
moet worden. En toch is zijn krachtigste
en beste handreiking heel kort: zelf be
denken, vooral zelf doen en het thema
het verhaal laten leiden. Dat levert het
beste produkt op. Tenminste, zo blijkt uit
zijn stevig gebonden werk 'Handboek
voor de Thematische Filatelie' (isbn: 90-
73195-02-0). Vandaag het eerste deel over
het eerste allesomvattende boek op dat
gebied, volgende week de tweede afleve
ring.
De regeltjes komen bijvoorbeeld om de
hoek kijken wanneer er meegedaan wordt
aan wedstrijden. En net als in voetballerij
of damsport zijn er in de filatelie wed
strijden. Dat gebeurt op tentoonstellin
gen. Die zijn er op enkele nivo's: lokaal,
regionaal, landelijk en internationaal. De
kwaliteit wordt beoordeeld door juryle
den. Maar een kleine groep filatelisten
neemt overigens de uitdaging aan om te
exposeren. De rest houdt de verzameling
verborgen voor het grote publiek. Dat wü
niet zeggen dat die laatste verzamelingen
slechter zijn. Sommige filatelisten hebben
helemaal geen zin om hun produkt aan
anderen te showen. Ze vinden de eigen
ogen en hersenen voldoende.
De thematische verzameling bestaat
eigenlijk al heel lang. Al in 1892, zo
schrijft Van de Bold, was er op een ten
toonstelling in Parijs zo'n soort collectie
te zien. Het duurde echter bijna 100 jaar
voordat zo'n vaak bonte verzameling se-
dere onbekenden met die materie dat the
matische filatelie kinderwerk is. Je zoekt
een paar gekke zegeltjes met een speciaal
motief bij elkaar en klaar is kees. Nu
werd dat beeld ook wel eens bevestigd op
een tentoonstelling, zo schrijft Van den
Bold. Daar bleken wat zegeltjes van^ het
Oostblok (die landen hebben veel geld
binnengehaald met veel motiefzegels) bü-
elkaar te zijn gescharreld met hetzelfde
thema. Een blanco eerstedagenvelop
bracht de enige afwisseling.
Toch zijn er veel verzamelaars die al ja
ren veel meer werk maken van de thema
verzameling. Die wisselen het gebruikte
filatelistisch materiaal veel af (envelop
pen, zegels en stempels), stoppen er veel
eigen denk- en zoekwerk in de verzame
ling en geven het geheel een goede inlei
ding ('het plan') en voeren het geheel net
jes uit. Zo moet eigenlijk, schrijft Van
den Bold. Want binnen die basisvoor
waarden is alles vrij in zijn ogen. Sterker
nog, hoe meer tot dusver onbetreden pa
den hoe leuker de verzameling.
Volgens Van den Bold vindt menige ver
zamelaar het nogal ingewikkeld om alle
regels die bij zo'n tentoonstelling horen te
bestuderen. Die filatelisten speuren liever
naar een bijzonder zegeltje dan te weten
te komen hoe de meeste punten worden
vergaard op een tentoonstelling. De jury
leden hanteren een systeem. Een betrek
kelijk nieuwe overigens. Zeker ten op
zichte van het klassieke verzamelen per
land. Die regels liggen grotendeels al tien
tallen jaren vast en zijn alleen op detail
punten aan verandering onderhevig ge
bleken.
Zomerpostzegels voor minister Bukman
DEN HAAG - Minister Bukman van landbouw, visserij en natuurbeheer neemt op
dinsdag 16 april a.s. in het Openluchtmuseum in Arnhem de eerste zomerpostzegels
in ontvangst, zo heeft het Fonds Zomerpostzegels bekendgemaakt. Het onderwerp
van een serie van drie postzegels is Nederlandse boerderijen. Ontwerper Paul Mijkse-
naar heeft drie boerderijen afgebeeld die gelden als typerend voor een bepaalde streek.
Het gaat om een greidboerderij uit Friesland, een Gelderse t-huisboerderij en een 'ge
sloten' Limburgse boerderij die rondom een binnenplaats is gebouwd. De verkoopac
tie duurt van 16 april tot en met 31 mei en de opbrengst van de jaarlijkse verkoopac
tie voor zomerpostzegels bedraagt ruim drie miljoen gulden. Hiermee worden enkele
honderden grote en kleinere projecten op het gebied van cultuur en maatschappelijk
welzijn financieel gesteund.
voorpost. Hoe gevaarlijk deze aktie ook
is, toch zal zwart, ondanks het feit dat
de partij later door hem gewonnen
wordt, er niet in slagen aan te tonen dat
deze opstoot ook werkelijk onjuist zou
zijn. 19-24. Omdat hij schijf 18 niet di
rekt kan bedreigen blijft zwart er in het
komende verloop omheen spelen. 20.40-
34 24-30; 21.34-29 30-35; 22.50-44 5-10;
23.29-23. Is 23.39-34 een alternatief? 20-
24; 24.45-40 10-14; 25.40-34 24-30;
26.44-40 35x44; 27.39x50 30x39;
28.43x34 14-20; 29.48-43 20-24; 30.43-
39 9-14; 31.50-45 3-9; 32.34-29 4-10;
33.29x20 15x24; 34.45-40 10-15; 35.39-
34 14-20; 36.34-29 7-12. Ruilt min of
meer gedwongen de voorpost af, en
hoopt tevens van de wat geforceerd aan
doende witte stelling te kunnen profite
ren. 37.18x7 1x12; 38.40-34 9-13; 39.31-
27 13-18; 40.47-41
li S s
r n m m m m
pi
:i m 8 m m
m s s m
M 8 B .8 II
1 OS JU JU
jy* JU Jü vJH
Nu de ontknoping nadert, blijkt de witte
stelling goed te hanteren te zijn. Van der
Wal is echter in hevige tijdnood geraakt.
17-22. Natuurlijk niet 24-30? Vanwege
41.28-22 en 42.22x2. 41.28x17 11x31;
42.36x27 6-11; 43.41-36. Goed is ook
43.32-28: op 24-30 houdt wit het spel
dan met 44.29-24! gelijk.
11-17; 44.32-28 17-22; 45.28x17 12x43;
46.23x3 43-49; 47.3-12? Hier moet de
witte vlag op vallen hebben gestaan,
want 47.33-28 24x22; 48.34-30 enz. is di
rekt remise. 49-35; 48.37-32 35-30 en in
deze, intussen verloren, positie viel de
witte vlag.
De Haagsche grootmeester Clerc kwam
tot zijn plus-2 score door overwinningen
op Van Aalten en Dollekamp. Die eerste
partij is zeker van belang voor de ope
ningstheorie:
G. VAN AALTEN-R. CLERC
Tweede ronde NK 1991.
1.32-28 16-21; 2.31-26 11-16; 3.38-32
18-22; 4.43-38 13-18; 5.49-43 9-13; 6.37-
31 21-27; 7.32x21 16x27; 8.42-37 19-23;
9.28x19 14x23; 10.34-29.
Een belangrijk alternatief in deze, door
de match GantwargClerc 1985 populair
geworden openingsvariant, is na 10.47-
42 6-11 de 11.33-29. 23x34; 11.39x30 6-
11; 12.47-42 1-6; 13.30-25. Andere idee
ën zijn 13.44-39 en 13.40-34. Van de
tekstzet en de daaropvolgende ruil 4-9;
14.25x14 10x19, schreef Clerc zelf eens
(De Gelderlander 9-5-1987): 'Het lijkt
me dat dit de ontwikkeling van de zwar
te stelling ten goede komt, zonder dat
wil schijf 27 kan winnen'. De onderhavi
ge partij kan als argument voor de juist
heid van deze taxatie worden gezien.
4-9; 14.25x14 10x19; 15.35-30 15-20.
C
Deze door zwart gespeelde zet is voor
zover ik weet nieuw. In Goudt-Van der
Wal NK 1987 was het spel hier verder
gegaan met 14...5-10; 15.30-25 10-14;
16.33-29 11-16.
De tekstzet lijkt echter beslist een ver
sterking: de zet die wit toch een keer zal
moeten doen om schijf 27 aan te kunnen
vallen, 33-29 wordt verhinderd, terwijl
zwart na 16.30-25 19-23; 17.25x14 9x20
nog meer naar voren komt. 16.40-35 20-
25; 17.44-40. Ook na 17.44-39 25x34;
18.39x30 en nu 19-23 of 18-23, heeft
zwart prachtig spel. 25x34; 18.40x29 9-
14; 19.45-40 5-10; 20.50-45 10-15; 21.29-
24 19x30; 22.35x24 3-9; 23.43-39 18-23;
24.40-34 14-20; 25.45-40 20x29;
26.33x24 9-14; 27.40-35 11-16; 28.34-30
13-19; 29.24x13 8x19; 30.30-24 19x30;
31.35x24 6-11; 32.37-32.
Eindelijk kan wit beginnen te werken
aan het in de opening reeds beoogde
plan: de aanval tegen 27. In feite is de
strijd echter al gestreden. 2-8; 33.32x21
16x27; 34.42-37 8-13; 35.37-32 19x30;
36.21-16 30-35 en wit gaf op.
door.Jan Kelder
Losing Trick Count (4)
Wie in de geschiedenis van bridge en
speciaal van de kaartwaardering duikt,
stuit voor WO II in Engeland en na WO
II in Italië op biedseries die in die tijd
revolutionair te noemen zijn. De ortho
doxe puntentelling (4-3-2-1) wordt bij
troeffits niet meer toegepast en over
waarde of minimum wordt anders be
oordeeld. Is dat intutie of zijn dat nieu
we rekenmodellen?
Nee, het is de LTC, die via de Engels
man Harrison Gray in Europa belandt.
Harrison Gray maakt reclame in zijn
krantekolommen en na de tweede we
reldoorlog wordt ook het continent be
reikt. Het Italiaanse Blue Team krijgt
vleugels. De term LTC valt nauwelijks
in Zuid-Europa, maar iedere analyse van
hun kaartwaardering en biedseries kan
maar tot één conclusie leiden: de LTC
heeft een flinke sprong gemaakt, na VS-
Engeland nu Engeland-Italië. Geen inva
sie, want het gaat druppelgewijs. Hier in
Nederland zorgt Bob van de Velde in
'Bridge' voor een uitgebreide introduc
tie. In een later stadium zijn we dat sa
men gaan doen en tegenwoordig kom je
het op diverse systeem kaarten tegen en
in de post-mortemverhalen...
Vanuit de VS heeft George Rosenkranz
voor nieuwe impulsen gezorgd, o.m. met
zijn cover cards, waar we ook nog aan
dacht aan zullen besteden.
DIRECTE FIT
Wanneer de partner van de openaar di
rect een fit kan constateren, telt hij z'n
verliezers. Met een zwak spel (9 of 10
verliezers) geeft hij een enkele verhoging
(1V-2V). Met 8 verliezers een limit: IV-
3V.
De biedserie 1V-4V laten we even buiten
beschouwing. Die is preèmptief en ge
beurt op een zwak distributioneel spel.
In de woorden van Culbertson: een vijf-
kaart troef, een aas en een singleton. De
sterke verhoging naar 4V doen we via de
z.g. delayed game raise, b.v.:
Noord geeft hiermee een goede hand aan
met 7 verliezers.
Tegen de volgende biedserie wordt ver
schillend aangekeken. Het is goed die
met de partner goed door te spreken.
ZUID
1 V
2
NOORD
2
3 V
I De een speelt dit als slempoging, de an-
der als limit. Degenen die dit als slem
poging spelen, hanteren de volgende
biedserie dan ook meestal als rondefor-
cing (b.v. tot 2 SA):
Een voorbeeld. We hebben:
H B 3
V V 10 8
7 3
H V 8 3 2
en onze partner opent met IV (4+).
ZUID
1 V
2
Pas nu kunnen we een hartenfit consta
teren. Dat doen we niet via 2V, want dat
kan 'valse preferentie' zijn (met b.v. 2
hartens en 3 ruitens). Voor 4V zijn we
niet sterk genoeg, dus... 3V is nu een lo
gische actie als limit.
In Nederland wordt, in navolging van de
VS en Frankrijk, nu ook veel gespeeld
dat IV IV een vijfkaart beloven. Welnu,
in dat geval ligt deze kwestie natuurlijk
heel anders. De partner kan dan met een
driekaart tegenover een vijfkaart direct
een fit constateren (1V-3V). Wanneer hij
dat nu met een omweg doet, geeft hij
een sterk spel aan met:
ZUID
1 V
2
NOORD
2
3 V
6 verliezers of minder. De openaar
wordt verzocht te gaan cuen of 4V te
bieden met een z.g. subminimum.
Wanneer IV een vierkaart kan zijn,
moeten we met 6 verliezers en minder
soms een ererondje inbouwen, b.v. via
de vierde kleur:
ZUID
1 V
2
2 SA
NOORD
2
2 V*
3 V
vierde kleur
Dat is sterk. Het betrof dit spel:
N/allen
NOORD
H 4 2
V A V 9 3 2
H V 7 5
V 9
WEST
OOST
V 10 7 3
9 6 5
V B 8 6
V 5 4
9 8 4
B 10 6 2
A 10 4
B 8 3 2
ZUID
A B 8
V H 10 7
A 3
H V 7 6 5
Het bieden ging:
WEST NOORD
vierde kleur
controle
vraagt naar troefvrouw
'ja, en ook nog twee heren'
Zo is er ook een LTC-lijst die de gedra
gingen van de openaar dicteert. Na 1 V-
2V wordt met 7 verliezers gepast. Met 6
verliezers of minder wordt een poging
ondernomen. Wanneer de handen slui
ten, zou het wel eens een goeie manche
kunnen zijn. Wat te doen met:
A 10
V H V 8 3 2
A 5
8 7 5 3
na (wij) lV-(partner) 2V? (wordt ver
volgd).
Correspondentie: p/a Léharstraat 10, rn
2162 AC Lisse.
CeidócScHvuMit