r 1 mal Ie SCHAKEN - I BRIDGEN ZATERDAG 13 APRIL 1991 PAGINA 34 Oplossing nr. 12 Cryptogram Mevr. C v.d Veek, Kortenbachstraat 17, 2211 GW Noordwijkerhout. W. v.d. Ploeg, Meidoornrode 28, 2215 LE Voor hout. Oplossingen onder vermelding van puzzel nr. 14 moeten uiterlijk woensdagmiddag in bezit zijn van: Nr. 14 Kruiswoordraadsel HORIZONTAAL: 1. Warboel. 5. Opstandeling. 10. Vreemde taal. 12. Handvat van een 14. Onderricht in bijv. het paardrijden. 15. Scheepsvloer. 17. Niets uitgezonderd. 19. Omslag voor 20. Voorstander van een volksregering. 23. Jong van een 25. Verfstof. 27. Verachtelijk. 28. Grond bij een boerderij. 29. Blaasinstrument. 30. Retour. 32. Land in Aziè. 34. Dun gebak uit bloem en water. 35. Sportevenement (afk.). 36. Boom. 38. Kledingstuk. 39. Straatsteen. 40. Militaire rang (afk.*). 41. Mannelijk rund. 43. Flauw schijnsel. 45. Herkauwer. 46. Hoofddeksel. 47. Zoogdier. 48. Boom. 50. Soort kers. 53. Loopstok met dwarsklamp. 56. Deel van de dag (afk.). 58. Vod. 59. Zeevis. 61. Bladgroente. 62. Uitroep. 63. Gif. 65. Schaduwboom op koffieplantages. 67. Mohammedaanse boetende bedelmonnik. 69. Rijstbrandewijn. 70. Japanse munt. 71. Deel van de hals. 73. Kleur. 74. Bulgaarse munt. 75. Verslag in snelschrift. 78. Soort kip. 79. Beroemd componist van operettes. 81. Indien. 82. Roosvormig sieraad. 84. Hoofdstad van Nigeria. 86. Soort pijnboom. 87. Gezelschapsspel. 88. Meerstemmig koorgezang. VERTICAAL: 1Halsboord van eer 2. Hoofddeksel. 3. Plant met bittere bladeren en bloemen. 4. Trekdier. 6. landbouwwerktuig. 7. Gehoorzaam. 8. Verharding van de opperhuid. 9 Deel van het oor. 10. Fluitspeler. 11Wijnsoort. 13. Langwerpig onderkussen. 14. Vuurpijl. 15. Bloedgever. 16. Smal vaarwater tussen eilanden. 18. Zoogdier 19. Kernspreuk. 21. Gaffelvormige steunbalk. 22. Bontgekleurde papegaai. 24. Europese republiek. 26. Ronduit. 29. Soort duif. 31. Soort takel. 33. Zeehond. 34. Uitroep. 37. Specerij. 39. Onzin. 41. Korte kous. Het sleutelwoord luidt: Naam Adres Postcode 42. Veerkracht. 43. Verlaagde toon. 44. Zaadkorrel in een vrucht. 49. Plotseling opkomende gedachte. 51. Elektrisch geladen 52. Bejaard. 54. Telwoord. 55. Kostbaar voorwerp. 57. Vogel. 59. Hemelse gave (fig)- 60. Voorzetsel. 62. Componist van Carmen. 64. Appelkruintje. 65. Rivier in Engeland. 66. Door, met (Latijn). 68. Metaal. 70. Bovendeel van de slokdarm. 72. Fijnste schildpad. 75. Palmmeel. 76. Boom. Welke twee sleutelwoorden vormen de letters uit de vakjes 55 5 49 88 17 65 34 64 71 3 en 45 52 47 11 29 43 48 7 22 39? Landskampioenschap Van het in het noordelijke Drachten ge speelde landskampioenschap zijn op het moment dat ik deze regels schrijf zeven van de dertien ronden gespeeld. Aan kop gaat met 10 punten de Friesche favoriet Van der Zee, op de voet gevolgd door ti telverdediger Clerc, die 9 uit 7 heeft ge scoord. Uiteraard hebben deze twee spe lers bij het ingaan van de laatste speel- week dus de beste uitgangsposities. Ech ter ook de direkt daaropvolgende groep, waaronder Van der Wal, is nog lang niet kansloos, en het zal dan ook nog beslist heel spannend worden. Koploper Van der Zee speelt een sterk toernooi. Hij startte bijzonder fraai door overwinningen op Scholma en Van der Wal. Hier die tweede partij: J. VAN DER WAL-H. VAN DER ZEE Tweede ronde NK 1991. 1.32-28 18-23; 2.38-32 12-18; 3.31-27 7- 12; 4.43-38 17-21; 5.37-31 23-29; 6.34x23 18x29; 7.33x24 20x29. Zwart speelt de Molimardvariant. Het is op merkelijk dat deze oude opening, die ge noemd is naar een van de grote Franse spelers van de eerste helft van deze eeuw, nog steeds op het bord gebracht wordt! 8.49-43 19-24. Als scherper staat 8... 1-7 te boek, met als plausibel vervolg: 9.41-37 (Steeds niet 31-26.) 19-24; 10.39- 33 21-26; 11.44-39 (of 43-39) 24-30; 12.35x24 29x20 met een principiële strijd tussen aanval en omsingeling. 9.41-37. Kennelijk heeft wit een. bepaal de spelgang op het oog gehad, anders had hij hier wel 9.39-33 gedaan: hij kan dan altijd, in tegenstelling tot de hierbo ven aangegeven variant, zijn lange vleu gel tot ontwikkeling brengen: ofwel door na 9...21-26 te laten slaan, ofwel door zelf 10.31-26 te doen. 21-26; 10.27-22. Zoals altijd is de oud-wereldkampioen op strijd uit. Hoever hij daarbij wel niet wil gaan, zal over enkele zetten duidelijk worden. 14-20; 11.31-27 10-14; 12.36-31 20-25; 13.46-41 12-17; 14.41-36 2-7; 15.39-33 24-30; 16.35x24 29x20; 17.44-39 14-19; 18.22-18! 13x22; 19.27x18. Plaats een zeldzaam ver opgedrongen doorl^Hofland Computers Tijdens het toernooi in Linares verklaar de Karpov een voorstander te zijn van een acht-urige speeltijd per partij. Dit om het afbreken, waarna de hulp van se condanten en computers mogelijk is, te beperken. Hij deed dit vooral naar aan leiding van een partij, waarin Kasparov aan het bord de winst niet kon vinden, maar na het afbreken slechts enkele mi nuten bedenktijd nodig had om te win nen. Het vermoeden rees dat de wereld kampioen gebruik gemaakt had van een sterk computerprogramm. Deze moge lijkheid, die in de toekomst alleen maar belangrijker wordt, zal een ingreep in de reglementen nodzakelijk maken. Zelf zou ik nog verder willen gaan, namelijk het uitspelen van een partij totdat ie mand erbij neervalt. Want in Karpov's voorstel zal het toch nog voorkomen dat partijen afgebroken worden, waar dan juist stelling zijn ontstaan waarin de computer hulp kan bieden. Zeker bij spelers die snel spelen en tijd opsparen, waardoor er zelfs eerder kan worden afgebroken. Het spel zal dan wel een nieuw facet krijgen. Spelers met een slechte lichamelijke conditie zullen een snelle climax nastreven, terwijl de goede sportmensen meer belanghebben bij energieverslindende duels. Dit alles bete kent niet dat er een aversie tegen com puters in de schaakwereld moet ont staan. Spelers die bij het voorbereiden gebruik maken van de mogelijkheden van een computer, om bijvoorbeeld de partijen van een tegenstander in een be paalde opening snel op te zoeken, gaan alleen maar met hun tijd mee. Daar kan niets tegen zijn. Ook het meespelen van computers in toernooien zal, na een pe riode van gewenning, niet storend meer zijn. Het nadeel voor de spelers dat het sociale contact met computers wat moei lijk is, zal vergoed worden door betere financiële voorwaarden. Het meespelen van een computer is namelijk altijd in het belang van de fabrikant, die daar ze ker wat tegenover wil (en moet!) stellen. Dit laatste gebeurde bijvoorbeeld in het vorige maand gehouden IBM-toernooi te Hannover. De computergigant wilde de nieuwste versie van 'Deep Thought' tes ten tegen gewone grootmeesters. Deze nieuwe machine rekent met 22 processo ren tegelijk, hetgeen betekent dat er vijf miljoen stellingen per seconde worden onderzocht. Dit bleek nog niet genoeg om spelers met een gemiddelde rating van 2500 de baas te blijven. De behaal de score, 2, 5 uit 7, betekende echter wel een ELO-score van 2430, waarmee het meesterniveau in ieder geval al behaald wordt. De technologische vooruitgang zal m.i. nog voor de eeuwwisseling zor gen voor een computer op wereldkampi oensniveau. Bekijkt men de partijen van Deep Thought in Hannover, dan zien we dat de grootmeestersterkte in stellingsop- bouw nog niet is bereikt. Posities waarin rekenwerk belangrijk is, combinatoire stellingen en de meeste eindspelen, zijn voor de computer goed te doen. Een an der punt waar de machine superieur is ten opzichte van zijn menselijke tegen stander, is het totaal ontbreken van ze nuwen. Gewonnen stellingen worden niet verprutst door tijdnoodtaferelen, dwaalwegen of schaakblindheid. Ook in timidatie door de faam en naam van de tegenstander is er natuurlijk niet meer bij. Een en ander moest de Duitse meester Gruenberg (ELO: 2485) in Hannover er varen. H. GRUENBERG-DEEP THOUGHT Aangenomen damegambiet. d4 d5 2.c4 dxc4 3.Pf3 a6. Speelt op behoud van de gambietpion, waardoor wit het initiatief krijgt. Maar weinig zwartspelers zijn daartoe bereid, waardoor meestal met 3...Pf6 4.e3 e6 de pion snel wordt teruggegeven. 4.e4 b5 5.a4 Lb7 6.axb5 axb5 7.Txa8 Lxa8 8.Pc3 c6 9.Le2. Gebruikelijker is 9.Lg5 om de zwarte ontwikkeling verder te bemoeilijken, na 9...Pf6 10.e5 Pd5 11.Dal heeft wit dan voldoende compensatie. 9...e6 10.0-0 Pd7 11.e5 Pe7 12.Lg5 Db8 13.Pe4?! Ligt voor de hand, maar meer kansen bood 13.b3 cxb3 14.Dxb3 Pd5 15.Pe4, waarna zwart niet meer de mogelijkheid ...c5 heeft. 13...Pd5 14.Dc2. Ook nu was 14.b4 nog beter. 14...h6 15.Lh4 c5!? Ziet er riskant uit, maar dat gevoel kent Deep Thought niet; hij rekent gewoon een paar honderd miljoen stellingen door en beoordeelt de situatie als veilig. 16.Tal cxd4 17.Pxd4 Pb4. De inleiding tot een combinatoire scher mutseling, waarin de computer de sterke meester overwint. Wit's volgende com binatie lijkt overtuigend, maar de com puter heeft het smalle pad van de verde diging goed gezien. 18.Txa8?! Dxa8 19.Pxb5 Pxe5! De beste manier om 20.Pc7 mat tegen te gaan, na 19...Db8 20.Da4 zou zwart geen goede verdediging tegen 21.Pd6+ heb ben. 20.Ddl Pd5! 21.Pec3 Kd7! Na deze verrassende koningszet (voor de computer een zet als alle anderen) kan wit zijn aanval niet meer versterken. 22.Lg3 Pd3 23.b3 Pxc3 24.Pxc3 Da5 25.Lxd3. Het paard kan niet wijken vanwege 25...Del+. 25...cxd3 26.Dxd3+ Ke8 27.h3 Lb4. De rest is een kwestie van techniek; de computer laat zich uiteraard niet meer van de wijs brengen. 28.Pb5 Kf8 29.Kh2 Kg8 30.Pc7 h5 31.h4 Th6! 32.Dd8+ Kh7 33.Dd3+ Tg6 34.Pb5 Le7 35.13 Lb4 36.Pd6 Lel 37.Lxel Dxel 38.Pe4 Dxh4+ 39.Khl Del+ 40.Dfl De3+ 41.Df2 Dxb3 42.Dh4 Db6+ 43.Pf2 Dbl+ 44.Kh2 Del 45.g4 Dfl 46.Kg3 Dgl+ 47.Kh3 f5. Wit gaf het op. Een beetje laat, maar dat is de onwennigheid van het verliezen te gen een computer. Correspondentie-adres: Leo Hofland, C. Fockstraat 113, 2613 DE Delft. Interessant boek over thematische filatelie Bijna 200 bladzijden heeft filatelist W.E.J, van den Bold nog om uit te leggen hoe een thematische verzameling opgezet moet worden. En toch is zijn krachtigste en beste handreiking heel kort: zelf be denken, vooral zelf doen en het thema het verhaal laten leiden. Dat levert het beste produkt op. Tenminste, zo blijkt uit zijn stevig gebonden werk 'Handboek voor de Thematische Filatelie' (isbn: 90- 73195-02-0). Vandaag het eerste deel over het eerste allesomvattende boek op dat gebied, volgende week de tweede afleve ring. De regeltjes komen bijvoorbeeld om de hoek kijken wanneer er meegedaan wordt aan wedstrijden. En net als in voetballerij of damsport zijn er in de filatelie wed strijden. Dat gebeurt op tentoonstellin gen. Die zijn er op enkele nivo's: lokaal, regionaal, landelijk en internationaal. De kwaliteit wordt beoordeeld door juryle den. Maar een kleine groep filatelisten neemt overigens de uitdaging aan om te exposeren. De rest houdt de verzameling verborgen voor het grote publiek. Dat wü niet zeggen dat die laatste verzamelingen slechter zijn. Sommige filatelisten hebben helemaal geen zin om hun produkt aan anderen te showen. Ze vinden de eigen ogen en hersenen voldoende. De thematische verzameling bestaat eigenlijk al heel lang. Al in 1892, zo schrijft Van de Bold, was er op een ten toonstelling in Parijs zo'n soort collectie te zien. Het duurde echter bijna 100 jaar voordat zo'n vaak bonte verzameling se- dere onbekenden met die materie dat the matische filatelie kinderwerk is. Je zoekt een paar gekke zegeltjes met een speciaal motief bij elkaar en klaar is kees. Nu werd dat beeld ook wel eens bevestigd op een tentoonstelling, zo schrijft Van den Bold. Daar bleken wat zegeltjes van^ het Oostblok (die landen hebben veel geld binnengehaald met veel motiefzegels) bü- elkaar te zijn gescharreld met hetzelfde thema. Een blanco eerstedagenvelop bracht de enige afwisseling. Toch zijn er veel verzamelaars die al ja ren veel meer werk maken van de thema verzameling. Die wisselen het gebruikte filatelistisch materiaal veel af (envelop pen, zegels en stempels), stoppen er veel eigen denk- en zoekwerk in de verzame ling en geven het geheel een goede inlei ding ('het plan') en voeren het geheel net jes uit. Zo moet eigenlijk, schrijft Van den Bold. Want binnen die basisvoor waarden is alles vrij in zijn ogen. Sterker nog, hoe meer tot dusver onbetreden pa den hoe leuker de verzameling. Volgens Van den Bold vindt menige ver zamelaar het nogal ingewikkeld om alle regels die bij zo'n tentoonstelling horen te bestuderen. Die filatelisten speuren liever naar een bijzonder zegeltje dan te weten te komen hoe de meeste punten worden vergaard op een tentoonstelling. De jury leden hanteren een systeem. Een betrek kelijk nieuwe overigens. Zeker ten op zichte van het klassieke verzamelen per land. Die regels liggen grotendeels al tien tallen jaren vast en zijn alleen op detail punten aan verandering onderhevig ge bleken. Zomerpostzegels voor minister Bukman DEN HAAG - Minister Bukman van landbouw, visserij en natuurbeheer neemt op dinsdag 16 april a.s. in het Openluchtmuseum in Arnhem de eerste zomerpostzegels in ontvangst, zo heeft het Fonds Zomerpostzegels bekendgemaakt. Het onderwerp van een serie van drie postzegels is Nederlandse boerderijen. Ontwerper Paul Mijkse- naar heeft drie boerderijen afgebeeld die gelden als typerend voor een bepaalde streek. Het gaat om een greidboerderij uit Friesland, een Gelderse t-huisboerderij en een 'ge sloten' Limburgse boerderij die rondom een binnenplaats is gebouwd. De verkoopac tie duurt van 16 april tot en met 31 mei en de opbrengst van de jaarlijkse verkoopac tie voor zomerpostzegels bedraagt ruim drie miljoen gulden. Hiermee worden enkele honderden grote en kleinere projecten op het gebied van cultuur en maatschappelijk welzijn financieel gesteund. voorpost. Hoe gevaarlijk deze aktie ook is, toch zal zwart, ondanks het feit dat de partij later door hem gewonnen wordt, er niet in slagen aan te tonen dat deze opstoot ook werkelijk onjuist zou zijn. 19-24. Omdat hij schijf 18 niet di rekt kan bedreigen blijft zwart er in het komende verloop omheen spelen. 20.40- 34 24-30; 21.34-29 30-35; 22.50-44 5-10; 23.29-23. Is 23.39-34 een alternatief? 20- 24; 24.45-40 10-14; 25.40-34 24-30; 26.44-40 35x44; 27.39x50 30x39; 28.43x34 14-20; 29.48-43 20-24; 30.43- 39 9-14; 31.50-45 3-9; 32.34-29 4-10; 33.29x20 15x24; 34.45-40 10-15; 35.39- 34 14-20; 36.34-29 7-12. Ruilt min of meer gedwongen de voorpost af, en hoopt tevens van de wat geforceerd aan doende witte stelling te kunnen profite ren. 37.18x7 1x12; 38.40-34 9-13; 39.31- 27 13-18; 40.47-41 li S s r n m m m m pi :i m 8 m m m s s m M 8 B .8 II 1 OS JU JU jy* JU Jü vJH Nu de ontknoping nadert, blijkt de witte stelling goed te hanteren te zijn. Van der Wal is echter in hevige tijdnood geraakt. 17-22. Natuurlijk niet 24-30? Vanwege 41.28-22 en 42.22x2. 41.28x17 11x31; 42.36x27 6-11; 43.41-36. Goed is ook 43.32-28: op 24-30 houdt wit het spel dan met 44.29-24! gelijk. 11-17; 44.32-28 17-22; 45.28x17 12x43; 46.23x3 43-49; 47.3-12? Hier moet de witte vlag op vallen hebben gestaan, want 47.33-28 24x22; 48.34-30 enz. is di rekt remise. 49-35; 48.37-32 35-30 en in deze, intussen verloren, positie viel de witte vlag. De Haagsche grootmeester Clerc kwam tot zijn plus-2 score door overwinningen op Van Aalten en Dollekamp. Die eerste partij is zeker van belang voor de ope ningstheorie: G. VAN AALTEN-R. CLERC Tweede ronde NK 1991. 1.32-28 16-21; 2.31-26 11-16; 3.38-32 18-22; 4.43-38 13-18; 5.49-43 9-13; 6.37- 31 21-27; 7.32x21 16x27; 8.42-37 19-23; 9.28x19 14x23; 10.34-29. Een belangrijk alternatief in deze, door de match GantwargClerc 1985 populair geworden openingsvariant, is na 10.47- 42 6-11 de 11.33-29. 23x34; 11.39x30 6- 11; 12.47-42 1-6; 13.30-25. Andere idee ën zijn 13.44-39 en 13.40-34. Van de tekstzet en de daaropvolgende ruil 4-9; 14.25x14 10x19, schreef Clerc zelf eens (De Gelderlander 9-5-1987): 'Het lijkt me dat dit de ontwikkeling van de zwar te stelling ten goede komt, zonder dat wil schijf 27 kan winnen'. De onderhavi ge partij kan als argument voor de juist heid van deze taxatie worden gezien. 4-9; 14.25x14 10x19; 15.35-30 15-20. C Deze door zwart gespeelde zet is voor zover ik weet nieuw. In Goudt-Van der Wal NK 1987 was het spel hier verder gegaan met 14...5-10; 15.30-25 10-14; 16.33-29 11-16. De tekstzet lijkt echter beslist een ver sterking: de zet die wit toch een keer zal moeten doen om schijf 27 aan te kunnen vallen, 33-29 wordt verhinderd, terwijl zwart na 16.30-25 19-23; 17.25x14 9x20 nog meer naar voren komt. 16.40-35 20- 25; 17.44-40. Ook na 17.44-39 25x34; 18.39x30 en nu 19-23 of 18-23, heeft zwart prachtig spel. 25x34; 18.40x29 9- 14; 19.45-40 5-10; 20.50-45 10-15; 21.29- 24 19x30; 22.35x24 3-9; 23.43-39 18-23; 24.40-34 14-20; 25.45-40 20x29; 26.33x24 9-14; 27.40-35 11-16; 28.34-30 13-19; 29.24x13 8x19; 30.30-24 19x30; 31.35x24 6-11; 32.37-32. Eindelijk kan wit beginnen te werken aan het in de opening reeds beoogde plan: de aanval tegen 27. In feite is de strijd echter al gestreden. 2-8; 33.32x21 16x27; 34.42-37 8-13; 35.37-32 19x30; 36.21-16 30-35 en wit gaf op. door.Jan Kelder Losing Trick Count (4) Wie in de geschiedenis van bridge en speciaal van de kaartwaardering duikt, stuit voor WO II in Engeland en na WO II in Italië op biedseries die in die tijd revolutionair te noemen zijn. De ortho doxe puntentelling (4-3-2-1) wordt bij troeffits niet meer toegepast en over waarde of minimum wordt anders be oordeeld. Is dat intutie of zijn dat nieu we rekenmodellen? Nee, het is de LTC, die via de Engels man Harrison Gray in Europa belandt. Harrison Gray maakt reclame in zijn krantekolommen en na de tweede we reldoorlog wordt ook het continent be reikt. Het Italiaanse Blue Team krijgt vleugels. De term LTC valt nauwelijks in Zuid-Europa, maar iedere analyse van hun kaartwaardering en biedseries kan maar tot één conclusie leiden: de LTC heeft een flinke sprong gemaakt, na VS- Engeland nu Engeland-Italië. Geen inva sie, want het gaat druppelgewijs. Hier in Nederland zorgt Bob van de Velde in 'Bridge' voor een uitgebreide introduc tie. In een later stadium zijn we dat sa men gaan doen en tegenwoordig kom je het op diverse systeem kaarten tegen en in de post-mortemverhalen... Vanuit de VS heeft George Rosenkranz voor nieuwe impulsen gezorgd, o.m. met zijn cover cards, waar we ook nog aan dacht aan zullen besteden. DIRECTE FIT Wanneer de partner van de openaar di rect een fit kan constateren, telt hij z'n verliezers. Met een zwak spel (9 of 10 verliezers) geeft hij een enkele verhoging (1V-2V). Met 8 verliezers een limit: IV- 3V. De biedserie 1V-4V laten we even buiten beschouwing. Die is preèmptief en ge beurt op een zwak distributioneel spel. In de woorden van Culbertson: een vijf- kaart troef, een aas en een singleton. De sterke verhoging naar 4V doen we via de z.g. delayed game raise, b.v.: Noord geeft hiermee een goede hand aan met 7 verliezers. Tegen de volgende biedserie wordt ver schillend aangekeken. Het is goed die met de partner goed door te spreken. ZUID 1 V 2 NOORD 2 3 V I De een speelt dit als slempoging, de an- der als limit. Degenen die dit als slem poging spelen, hanteren de volgende biedserie dan ook meestal als rondefor- cing (b.v. tot 2 SA): Een voorbeeld. We hebben: H B 3 V V 10 8 7 3 H V 8 3 2 en onze partner opent met IV (4+). ZUID 1 V 2 Pas nu kunnen we een hartenfit consta teren. Dat doen we niet via 2V, want dat kan 'valse preferentie' zijn (met b.v. 2 hartens en 3 ruitens). Voor 4V zijn we niet sterk genoeg, dus... 3V is nu een lo gische actie als limit. In Nederland wordt, in navolging van de VS en Frankrijk, nu ook veel gespeeld dat IV IV een vijfkaart beloven. Welnu, in dat geval ligt deze kwestie natuurlijk heel anders. De partner kan dan met een driekaart tegenover een vijfkaart direct een fit constateren (1V-3V). Wanneer hij dat nu met een omweg doet, geeft hij een sterk spel aan met: ZUID 1 V 2 NOORD 2 3 V 6 verliezers of minder. De openaar wordt verzocht te gaan cuen of 4V te bieden met een z.g. subminimum. Wanneer IV een vierkaart kan zijn, moeten we met 6 verliezers en minder soms een ererondje inbouwen, b.v. via de vierde kleur: ZUID 1 V 2 2 SA NOORD 2 2 V* 3 V vierde kleur Dat is sterk. Het betrof dit spel: N/allen NOORD H 4 2 V A V 9 3 2 H V 7 5 V 9 WEST OOST V 10 7 3 9 6 5 V B 8 6 V 5 4 9 8 4 B 10 6 2 A 10 4 B 8 3 2 ZUID A B 8 V H 10 7 A 3 H V 7 6 5 Het bieden ging: WEST NOORD vierde kleur controle vraagt naar troefvrouw 'ja, en ook nog twee heren' Zo is er ook een LTC-lijst die de gedra gingen van de openaar dicteert. Na 1 V- 2V wordt met 7 verliezers gepast. Met 6 verliezers of minder wordt een poging ondernomen. Wanneer de handen slui ten, zou het wel eens een goeie manche kunnen zijn. Wat te doen met: A 10 V H V 8 3 2 A 5 8 7 5 3 na (wij) lV-(partner) 2V? (wordt ver volgd). Correspondentie: p/a Léharstraat 10, rn 2162 AC Lisse. CeidócScHvuMit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 34