Totale verwarring van de sexen Humor, gruwel en schoonheid De prikkeldraad woorden van kunstschilder James Ensor I Gids voor 'dolende' groene consument Commotie rond de dwarsfluit WIEKEN /.platen CetdóeSouxant VRIJDAG 12 APRIL 1991 PAGINA 9 hel van der Plas. e dichter en biograaf SS»', epga 'n. van der Plas: 'Mijnheer Ge- Uitg. Anthos, Baarn. 608 blz. 69,50. rail: 'De Dichter, zijn Geliefden ijn Muze'. Uitg. Dimenaie, Lei- 168 blz. Prijs: 19,95. eman: 'Schetsen en tekenin- Uitg. De Beuk, Amsterdam, i ist immer - lebensgefëhr- Nawoord O. Böhmer. DTV, i. 143 blz. Prijs: DM 9,80. TH ïi 'erteerbaar voor sommi-' terecht volgens anderen, zeker verrassend: een linatie voor de AKO-lite- rprijs voor een biografie de Vlaamse priester-dich- luido Gezelle (1830-1899): nheer Gezelle' door Michel der Plas. Een boeiend le sverhaal van 608 bladzij- met dertig foto's en met gedichten. foto: cees verkerk 275 iel 125! ike trekjes en eigenaardig- len van alle eeuwen zijn. van de vroegste Duitse hters an dit genre is Frie- ch von Logauw (1614-1655), van de bekendste uit deze v is Erich Köstner (1899- i 4). Daartussen vindt men oemdheden als Lessing, rgenstern, Klopstock, Goe- en anderen. GERARD BERENDS 'SAPFO'S LIEF' - KLEINE ROMAN VAN LEO GEERTS Een korte roman vol sexuele verwarringen, soms bijna in Shakespeari- aanse stijl, dan weer met de koddigheid van mid deleeuwse boertige verha len. Dit boekje, met de veelzeggen de en bevreemdende titel 'Sapfo's lief' is geschreven door Leo Geerts, die in de lite raire wereld het meest opviel door een kort boekje onder pseudoniem. 'De Mentor' heet te dat en de auteur noemde zichzelf daar Marcel van der Linden. Dat boekje was een soort antwoord op 'De pupil' van Mulisch en het viel erg op door de precisie van taal en de trefzekerheid van verwoor ding en constructie. Daar moest een knap auteur achter zitten, veronderstelde ik in mijn bespreking ervan, des tijds. Dat Leo Geerts een kun dig auteur is, blijkt in 'Sapfo's liefde' inderdaad weer. Het is een verhaal over een reis. De ik, een rusteloze ho mofiel, zijn vriend Bram en de jonge knaap, waar de ik hevig verliefd op is en die hij Geiltje noemt, reizen vanuit New York naar de oude cultuur: Egypte en Griekenland. Het boekje telt nauwelijks maar dan honderd pagina's, maar we maken wel wat mee en worden als lezer van de ene sensatie naar de volgende vro lijkheid voortgestuurd. Dat al les onder auspiciën van een zekere M.M., de studie-mentor van deze vrolijke jongelui, die ook nog Marcel van der Lin den heet. Literatuur blijkt in hoge mate een inktvis-achtige bezigheid in dit boekje. Alles wordt ge daan om te verhullen waar het nou eigenlijk om gaat, alsof met de drukinkt een waas om de werkelijkheid wordt ge legd. Dat is overigens vaak wel amusant. Zeker in het eer ste deel, een absurde, grollige reeks sexuele en andere schel- menavonturen in het Egypti sche Luxor, de stad van de „luxure", de wellust. De grens gebieden tussen mannelijke en vrouwelijke personen, tussen homofiel en heterofiel lustbe- leven, tussen sexuele vrijheid en onderdrukking of dwang matigheid, komen daarin op vrolijke manier aan de orde. Maar ja, daarna moeten de drie levensgenieters weer op een schip mee, daar wordt de kleine man, Geiltje, gekiel haald en dat is niet goed voor hem. En dan komt er ook nog het meisje Sapfo aan te pas, dat niet voor niets zo heet, want het kind was eigenlijk door haar ouders bedoeld als jongetje en nu moet ze de lief de beleven met de homofiele ik van het verhaal. Ach, treur nis en verdriet en nergens komt de lezer er achter wat er achter dat waas van drukinkt en mystificatie en sexuele rol verwisseling gezocht en even tueel gevonden kan worden. Na het amusement van het eerste deel, vol bizarre grollen en grappen, komt de lezer geen streep verder. Zo verging het mij althans met dit wat modische romannetje. JAN VERSTAPPEN der Plas die zijn de literatuur al ver- E*E id heeft met gedichten, ca- itteksten, reisverhalen en andere biografie laat hier een leesbare biografie te nen schrijven, waarbij hij 5UN1 icht) Gezelle bewondert rk Ti Ier echter zijn kritische zin igpia te schakelen. Daardoor is 3q ook een spannende levens- hrijving geworden omdat schrijver zijn eigen per- S ilijkheid niet heeft uitge- 3 sla ikeld. Te biograaf volgt Gezelle's le- p, chronologisch; zijn eerste nsjaren, de klein-semina- de groot-seminarist, de ^9 8 ster-leraar en zo verder tot 1 en begrafenis. Er blijven er blijven discussie- raadsels, het is geen 3349 nitieve beschrijving waar- Gezelle een etiket krijgt jijgezet kan worden. Ge- ,n wlig niet. Kunst moet een 'oorl limzinnige glimlach be- 'r len. J 'os amp verschijning was opval- Hoog van gestalte, met en golvend tot op de r iders en armoedig en alant gekleed, was hij rpe van de bohémien- Voor zijn vrienden zijn ogen het sprekend- ;el van zijn gezicht: hel- ilauw en starend in een waarin zich enkel dro- bewogen". Het betreft n Kloos in zijn jonge ja- toen de eerste tijdschrift- Ücaties van zijn gedichten ul 4! ichenen. Over die vroege lie van Willem Kloos eef P. Kralt een boek, ge il 'De Dichter, zijn Gelief- en zijn Muze'. Een boek, ifdzakelijk samengesteld uit K kelen van Kralt die op het "te hoofdstuk 'De dichter Oceanus' na al eerder ge- liceerd waren in tijdschrif tje en bundels. Het zijn gede- 4 studies geworden waarin rlei facetten van Kloos' iten en denken aan de orde len, gelardeerd met inter- ^'e' aties van regels en mcirden uit de gedichten; zo s dat 'zijn Geliefde" uit Edstuk vijf wordt tot 'zijn wj iefden' op de titelpagina. inneman os wordt algemeen tot de lerlandstalige literatuur ge- end. Mulisch trouwens ook. ar Henneman, Jeroen Hen- ïan? De Beuk is een in sterdam gevestigde Stich- voor literaire publikaties. ir is niet, zo lang geleden boek uitgekomen van ineman: 'Schetsen en Te- ingen'. Ideeën, probeersels, (werpen, notities, kladjes die 52*neman in een dummy te- 52, de toen hij nadacht over en illustraties bij het bekende ltwerk van Harry Mulisch: 63! us Gran'. Het interessante 78.11 dit boek is natuurlijk, be- ve de schoonheid van de etsen, in literair opzicht de eg van de kunstenaar. Als opvalt is het de poly-inter- labiliteit van gedichten, waar die in een tamelijk liijle strenge context staan. 1 laatste gedeelte bevat de zindelijke versie met de ge- hten van Mulisch. 1 andere tekenaar is Tullio icoli. Zijn tekening van een die op een meterslange zvende vulpen balanceert t de omslag van de pocket ben ist immer - lebensge- it rlich' met 'heitere Sinnge- li, ite aus ftlnf Jahrnhunder- In deze korte gedichten, 1 puntdichten, wordt de ïr met milde spot, met iro- en soms met sarcasme ge- De ark van Noach in aanbouw, gezien door de ogen van een middeleeuwse kunstenaar. De ark is een van de onderwerpen uit de geschiedenis die Julian Barnes in zijn tienenhalf hoofdstuk aan de orde stelt. foto: pr JULIAN BARNES EN ZIJN GESCHIEDENIS VAN DE WERELD Julian Barnes: 'De geschiedenis van de wereld in 101/? hoofdstuk'. Uitge verij De Arbeiderspers. Prijs: 49,90. Wist u dat de hemel be staat uit het verblijf in ho tels met alleen maar min stens vijf sterren, ontmoe tingen met bekende ac teurs en voetballers, en luxe ontbijten, gecombi neerd met veel sex, op ie der uur van de dag? Of dat bijvoorbeeld Noach in werkelijkheid een zeshon derd jarige schurk met een alcoholprobleem was? Dat klinkt misschien nogal on geloofwaardig, maar na het le zen van 'Een geschiedenis van de wereld in 10'/2 hoofdstuk' van de Engelse schrijver Juli an Barnes zult u helemaal overtuigd zijn. Het boek begint bij het bekende Noach-verhaal en eindigt in de hemel. Barnes heeft hiermee een roman ge schreven om op te vreten. Als de hemel inderdaad bestaat, is zijn meesterlijke werk er ze ker verkrijgbaar. 'Een geschiedenis van de we reld in IOV2 hoofdstuk' bestaat uit tien afzonderlijke verhalen en een intermezzo, die op een subtiele manier onderling ver bonden worden door de ark van Noach. Een houtworm die illegaal op de ark terecht is ge komen vertelt in het openings verhaal de mythe van Noach Julian Barnes. foto: sp op een zeer persoonlijke wijze. Die verschilt nogal van de ma nier waarop het Noach-ver haal in de bijbel naar voren komt. Vooral de atheïsten on-' der ons zullen regelmatig schaterlachen bij de vaak ui terst komische en scherpzinni ge opmerkingen uit de mond van het stuk 'ongedierte'. Een voorbeeld: „Kijk, één ding moet u goed oegrijpen. Die hele geschiedenis met de Ark. U denkt waarschijnlijk nog al tijd dat Noach ondanks zijn vele fouten eigenlijk een soort vroege natuurbeschermer was, dat hij al die dieren verzamel de omdat hij niet wilde dat ze zouden uitsterven, dat hij niet tegen het -idee kon dat hij nooit meer een giraffe zou zien, dat hij het voor ons deed. Dat was helemaal niet zo. Hij heeft ons verzonnen omdat zijn identificatiemodel zei dat het moest, maar ook uit eigen belang, uit cynisme zelfs. Hij wilde na de Zondvloed iets te eten hebben". Maar hoe komisch het eerste hoofdstuk uit deze roman van Barnes ook kan zijn, het twee de deel is in één woord gruwe lijk. Bij de meeste lezers zal het lachen tijdens dit verhaal, over een kaping van een En gels cruiseschip voor de kust van Griekenland in de zeven tiger jaren, dan ook spoedig plaats maken voor koude ril lingen. Zo ook bij een kort verhaal over joodse vluchte lingen die in 1939 vanuit Duitsland naar de Verenigde Staten willen emigreren. De hele onderneming mislukt, omdat geen enkel land in de hele wereld de joden wil opne men. Ze zijn daarom genood zaakt om weer terug te keren naar Duitsland. De hele we reldpers volgde op dat mo ment de onderneming, en ge luiden dat de wereld zich moest schamen waren overal te horen. „De wereld schaam de zich kennelijk niet zo diep dat ze haar portefeuille trok", is de trieste conclusie van Bar nes. Hij heeft voor het schrij ven van deze geschiedenis ge bruik gemaakt van het waar heidsgetrouwe (en verfilmde) boek The voyage of the dam ned' van Gordon Thomas en Max Morgan-Witts uit 1974. Dat op dit moment een derge lijke geschiedenis zich dreigt te herhalen met de Koerden uit Irak, maakt het verhaal des te tragischer. Duikvlucht Barnes maakt in 'Een geschie denis van de wereld in l0'/2 hoofdstuk' een duikvlucht door de eeuwen heen. Zijn conclusie is dat, ondanks alle humor, we niet veel redenen meer hebben om tevreden te kunnen zijn en te lachen. In een zeer persoonlijk intermez zo, het 'halfde hoofdstuk', vraagt hij zich af wat de hele geschiedenis nu eigenlijk voor betekenis heeft: „De geschie denis van de wereld? Alleen maar stemmen die nagalmen in het donker; beelden die een paar eeuwen opgloeien en dan verbleken; oude verhalen die elkaar soms lijken te overlap pen; vreemde schakels, irrele vante verbanden". Vervolgens geeft hij weer wat volgens hem het antwoord op de ge schiedenis moet zijn: „We moeten zorgvuldig omgaan met de liefde". Dit fluistert hij 's nachts tegen de nek van zijn slapende geliefde. Barnes lijkt het antwoord te hebben ge vonden. maar even later schrijft hij: „Maak haar maar niet wakker Op dit moment klinkt het als een sublieme waarheid, maar morgenoch tend begrijp je misschien niet meer dat je haar daarvoor hebt gestoord". Wat kan een dagbladrecensent daar nog aan toevoegen? Ach, hij kan zich op zo'n moment maar beter in diepe bewonde ring stil houden. JACOB MOERMAN John Elkington en Julia Hailes: Gids voor de Groene Consument. Uitgave Loesje en Partners. Prijs: 29,90. De Gids voor de Groene Consument ligt in de boekwinkels: vierhonderd pagina's informatie over milieuvriendelijk kopen. Het is een Nederlandse bewerking van de oor spronkelijk Engelse versie die twee jaar terug in het Verenigd Koninkrijk uit kwam en daar een onge hoord succes blijkt. Volgens de beide schrijvers, John Elkington en Julia Hai les heeft The Green Consumer Guide in Groot-Britannië veel reacties losgeslagen. „De con sument stond er gewoon op te wachten," aldus Julia Hailes, „Het boek kreeg een geweldi ge respons in de pers, vooral ook in vrouwenbladen. In de eerste maand gingen er 50.000 exemplaren over de toonbank. Inmiddels zijn er 300.000 van verkocht. Je kunt nu al con stateren, dat de gids bij ons wezenlijke veranderingen te weeg heeft gebracht in het koopgedrag van mensen en sterk heeft bijgedragen aan een veel groter aanbod van milieuvriendelijke produkten. Ook al omdat wii de groene bedrijven in de gids met naam en toenaam vermelden. We zijn in Engeland nog maar net op de groene weg, maar we vorderen, zij het met kleine stapjes". Met name de supermarkt komt uitgebreid in de gids aan bod. De bewerkers hebben zes grote supermarktketens de kans gegeven om hun milieu beleid in het boek te verwoor den. Vier ervan hebben die kans benut: Albert Heijn, C- 1000, Jac. Hermans en Torro. De conclusie is dat het aandeel van biologische en milieu vriendelijke produkten in de supermarkt nog zeer gering is, hoogstens een of twee procent. Het aanbod loopt sterk achter bij de vraag. Volgens de winkelketens zelf is er nog een groot verschil tussen wat de consument zegt te willen kopen en wat hij uit eindelijk koopt. De prijs speelt daarbij een doorslaggevende rol. Ook verkeert de consu ment in verwarring over wat nu precies wel of niet milieu vriendelijk is. Duidelijk is wel, aldus de be werkers van het boek, dat de supermarkten van het milieu een onderwerp van beleid hebben gemaakt, als reactie op de veranderende vraag van de consument. In Engeland leidde de groene gids tot een regelrechte wed strijd tussen supermarkten om de 'greenest grocer trophee'. Na het verschijnen van haar derde gids, The Young Green Consumer Guide, kent Enge land inmiddels ook een com petitie tussen scholen onder het motto 'hoe groen is jouw school?'. Met de piano en de viool behoort de dwarsfluit tot de populairste muziekinstrumenten. Maar in tegenstelling tot de eerste twee genoem de instrumenten kent de fluit ook gerenommeer de tegenstanders. Wolf gang Amadeus Mozart bijvoorbeeld. Waarschijnlijk is Mozart's afkeer van de fluit (en de harp) ontstaan door een minder prettige ervaring met de fluitspelende hertog De Guines en diens dochter die de harp bespeelde. Mo zart gaf de harpiste enige maanden les, waarvoor de hertog hem niet genoeg wil de betalen. Dat aanvankelijke bewonde ring in korte tijd om kan slaan in haat, is een mense lijke eigenschap die Mozart ook niet vreemd was, getui ge twee brieven in 1778. In mei van dat jaar schreef Mo zart aan zijn vader over de harpiste: „Ze heeft zeer veel talent en een onvergelijke lijk goed geheugen". Twee maanden later schrijft Mo zart echter dat deze leerlinge „hartgrondig dom en hart grondig lui" was. Toen Wolfgang Amadeus echter nog de mening had dat de harpiste „magnifiek", en de krenterige vader nog een „onvergelijkelijk fluitist" was, schreef hij voor hen zijn Concert in C KV 299 voor fluit, harp en orkest. Laatst ontving ik een brief van een lezeres, waarin deze haar hartgrondige afkeer van het instrument be schreef naar aanleiding van een nieuwe cd van Berdien Stenberg. Ik citeer uit deze brief omdat ik dit soort kri tiek ook wel van overigens heel redelijk overkomende beroepsmusici heb gehoord. „Waarschijnlijk hebben Ber dien en consorten door dat oppervlakkige geluid zo'n furore kunnen maken met dit instrument. De fluit raakt niets wezenlijks. Het blijft een 'gezellig', 'sfeervol' en vooral neutraal het-doet- het-altijd-wel dingetje. Dat is wat grote groepen van de bevolking kennelijk aan spreekt; zo'n heerlijk quasi- intens toontje. Het raakt de kern nooit écht. Wat je ook voor de fluit schrijft, hoe dramatisch het notenbeeld ook verloopt; het instrument toont altijd hetzelfde aange paste gezicht. De fluit mist een belangrijke dramatische kracht. Zij kan niet echt gruwelijk of pathetisch klin ken. Het heeft iets weg van een EO-meisje; altijd een beetje blij, ondanks alles. Wat er ook gebeurt, het lachje blijft". Maar er zijn natuurlijk ook grote fans van de fluit, zoals vele eeuwen geleden door de oude Griek Plutarchus werd opgetekend in zijn 'Tafelge sprekken'; „De fluit kal meert de geesten en door dringt het oor met zulk een bevallige klank, dat zij de ziel rust en vrede brengt. En mocht er nog een of ander verdriet in het gemoed ver blijven, een eenzaamheid die de wijn niet verdringen kan, dan brengt zij het zachtjes tot rust en verzacht door haar liefdevolle bevallig heid, vooropgezet dat zij in eenvoud speelt en de ziel met al te veel noten en pas sages opwindt en doet ont vlammen, waardoor die ver slapt en vanwege de wijn ge makkelijk ten val zou kun nen komen". En in een boekje over de fluit van Raymond Meylan uit 1974 las ik bij een foto onderschrift: „De buis van de fluit is slechts een kle dingstuk. De bewegingen van de fluitist openbaren de aanwezigheid van een ele mentaire goddelijkheid van de adem, zij blaast over de kop van haar instrument en bedwelmt de kunstenaar zo als het bloed bruist bij het geven en nemen van een kus" Quantz De waarschijnlijk bekendste fluittist ter wereld, de Noord-Ier James Galway, is te horen op een 'cd van de maand' van het Label RCA. Hij speelt op deze cd samen met het Wtlrtenbergisches Kammerorchester Heilbronn vier van de ruim driehon derd fluitconcerten die Jo seph Joachim Quantz in de 76 jaar van zijn bestaan heeft geschreven. Quantz was niet alleen een toonaan gevende fluitist van de 16e eeuw, ook blijken deze vier fluitconcerten van boven modale kwaliteit te zijn. Bo vendien oefent Quantz nog steeds indirekt invloed uit op de ontwikkeling van de meeste hedendaagse fluitis ten, voor wie zijn handboek 'Versuch einer Anweisung, die Flöte traversière zu spie- len' verplicht, dan wel na drukkelijk aanbevolen kost James Galway maakt zijn roem op deze cd volledig waar. Zijn bijzondere, rijke toon, kan zelfs een niet-lief- hebber van de fluit, waar ik mijzelf toe reken, bekoren. Wat dat betreft is de kwali teit van de cd van het label Collins met diverse Sonates voor fluit en piano minder hemelbestormend. Jennifer Stinton's interpretaties zijn niet opzienbarend, maar ge zegd moet worden dat er ook niet zoveel te interpreteren was. Want zo geweldig zijn deze werken van Poulenc, Prokofjev en Burton niet. Maar met een wat minder brave aanpak zou er nog best wat te genieten zijn. Waarom Collins de fluitiste Jennifer Stinton aan het promoten is blijkt wèl uit een andere cd met een drie tal werken van Mozart waarin de fluit een hoofdrol vertolkt. Het Concert voor fluit en harp, dat hierboven al genoemd werd, staat bij vele kenners bekend als een van Mozart's minder ge slaagde werken. Daar kan ik het maar ten dele mee eens zijn, want het middendeel van dit stuk, het Andantino, behoort zonder meer tot de grote stapel meesterwerken die het won der Mozart ooit heeft voort gebracht. JAN MISDOM James Ensor: 'Picturale Penne- vruchten' - geschriften. Uitgave Houtekiet. Prijs 29,50. De Vlaamse schilder Ja mes Ensor, die zijn lange leven doorbracht in Oos tende, is natuurlijk vooral bekend door zijn picturale werk. Hij stierf, bijna ne gentig jaar oud, in 1949, en deed veel meer dan schilderen en graveren. Hij schreef muziek bij ballet ten, waar hij ook de decors voor maakte. Bovendien schreef hij, op een merkwaar dige, fantastische manier, zoals je nu kunt lezen in een boek, gewijd aan zijn literaire werk, 'Picturale pennevruchten'. Een levenskrachtig, bizar en gezonde verbazing opwekkend boek, dat niet alleen voor de kenners van zijn beeldend werk boeiend is; maar voor le zers die houden van ongebrei delde taal en woordenstromen die zich niet laten begrenzen, is dit ook een bijzonder boek. In de inleiding van Xavier Tricot worden verbanden ge legd tussen Ensor en die fanta sie-volle Belgische auteur Mi chel de Ghelderode, die bij Ensor waardering en solidari teit zocht. Het toneelwerk van De Ghelderode, ook in het Frans geschreven, staat heel dicht bij het picturale werk van Ensor. Boersheid, primi tieve symboliek van oerbeel den, directheid samen met wa zige symboliek, verregaande verbeelding. Als je dit boekje met teksten van Ensor bekijkt, ontmoet je, inderdaad, De Ghelderode. De teksten zijn overigens vertaald door Michel Perquy. Maar soms mag je blij zijn, dat er een authentieke tekst is opge nomen, zoals een „Toespraak door den heer baron James Ensor", in onvervalst Oostends dialect afgedrukt: „Eren, Da mes en beste vriendjes, ik zoen julder geiren zeggen in me schildertöle: 't is vandage leu- tefeste van de groenen oeder- dom. Da gif min buuk en erte en verfrist me gedachten". Heel veel van de in dit boek opgenomen teksten zijn toe spraken. Vaak bij feestelijke gelegenheden, zodat het boek de indruk maakt dat Ensor een groot deel van zijn leven feestend doorbracht. Zo spreekt hij in augustus 1933 een dankwoord uit aan „me neer A. de Monzie", dat met de volgende woorden begint: „Het eerbetoon van meneer de Monzie, de kranigste onder de ministers met hersenen, zal me nog lang in het land van dromen en veelvormige en veelkleurige betoveringen houden, met andere woorden, in het land van Vlaanderen en van de Zee". Je vraagt je af of minister de Monzie erg blij i6 met dit dankwoord, zeker als er ver derop tegen hem gezegd wordt: „Lieve minister van grote teleurstellingen, ie sier lijk gebaar betekent voor mij het begin van een duurzaam wapenbestand dat als geroepen komt voor de arbeider-kunste naar die, terecht of ten on rechte, beurtelings gevoelig schrijver werd genoemd, of schilder van levende of dode kleuren met bloemen van fijn gevoeligheid, componist van de tedere Toonladder van „Liefde... enz." Een nogal iro nische reactie op kennelijke loftuitingen in de bewoordin gen van de minister. Daarna komt Ensor dan over zijn vak te spreken: „Onder werp je plaat honderdmaal aan de planeerder. Polijst en her- polijst hem onophoudelijk". De graveerder is aan het woord. En dan: „Dit zijn mijn prikkel draadwoorden om hulde te brengen aan onze graveer ders". Waarna een ode volgt op de dappere, nobele zielen met wakkere zintuigen en een vurige geest, die tot deze „bij tende, metaalachtige, anti-aca demische kunst" geroepen zijn. Prikkeldraadwoorden lees je op elke bladzij van dit Ensor- boek. Een verademing hoe die man, eigengereid, boos, lief, verdrieting en enthousiast, met zijn taal omgaat en pro beert het allemaal te zeggen, zoals hij denkt dat goed is. Wars van conventies, persoon lijk, creatief, prachtig van taal. Een weldadig boek voor lief hebbers van de taal. JAN VERSTAPPEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 9