Totale verwarring van de sexen
Humor, gruwel en schoonheid
De prikkeldraad woorden van kunstschilder James Ensor
I Gids voor
'dolende'
groene
consument
Commotie rond
de dwarsfluit
WIEKEN /.platen
CetdóeSouxant
VRIJDAG 12 APRIL 1991 PAGINA 9
hel van der Plas.
e dichter en
biograaf
SS»',
epga 'n.
van der Plas: 'Mijnheer Ge-
Uitg. Anthos, Baarn. 608 blz.
69,50.
rail: 'De Dichter, zijn Geliefden
ijn Muze'. Uitg. Dimenaie, Lei-
168 blz. Prijs: 19,95.
eman: 'Schetsen en tekenin-
Uitg. De Beuk, Amsterdam,
i ist immer - lebensgefëhr-
Nawoord O. Böhmer. DTV,
i. 143 blz. Prijs: DM 9,80.
TH ïi
'erteerbaar voor sommi-'
terecht volgens anderen,
zeker verrassend: een
linatie voor de AKO-lite-
rprijs voor een biografie
de Vlaamse priester-dich-
luido Gezelle (1830-1899):
nheer Gezelle' door Michel
der Plas. Een boeiend le
sverhaal van 608 bladzij-
met dertig foto's en met
gedichten.
foto: cees verkerk
275 iel
125!
ike trekjes en eigenaardig-
len van alle eeuwen zijn.
van de vroegste Duitse
hters an dit genre is Frie-
ch von Logauw (1614-1655),
van de bekendste uit deze
v is Erich Köstner (1899-
i 4). Daartussen vindt men
oemdheden als Lessing,
rgenstern, Klopstock, Goe-
en anderen.
GERARD BERENDS
'SAPFO'S LIEF' - KLEINE ROMAN VAN LEO GEERTS
Een korte roman vol
sexuele verwarringen,
soms bijna in Shakespeari-
aanse stijl, dan weer met
de koddigheid van mid
deleeuwse boertige verha
len.
Dit boekje, met de veelzeggen
de en bevreemdende titel
'Sapfo's lief' is geschreven
door Leo Geerts, die in de lite
raire wereld het meest opviel
door een kort boekje onder
pseudoniem. 'De Mentor' heet
te dat en de auteur noemde
zichzelf daar Marcel van der
Linden. Dat boekje was een
soort antwoord op 'De pupil'
van Mulisch en het viel erg op
door de precisie van taal en de
trefzekerheid van verwoor
ding en constructie. Daar
moest een knap auteur achter
zitten, veronderstelde ik in
mijn bespreking ervan, des
tijds. Dat Leo Geerts een kun
dig auteur is, blijkt in 'Sapfo's
liefde' inderdaad weer.
Het is een verhaal over een
reis. De ik, een rusteloze ho
mofiel, zijn vriend Bram en de
jonge knaap, waar de ik hevig
verliefd op is en die hij Geiltje
noemt, reizen vanuit New
York naar de oude cultuur:
Egypte en Griekenland. Het
boekje telt nauwelijks maar
dan honderd pagina's, maar
we maken wel wat mee en
worden als lezer van de ene
sensatie naar de volgende vro
lijkheid voortgestuurd. Dat al
les onder auspiciën van een
zekere M.M., de studie-mentor
van deze vrolijke jongelui, die
ook nog Marcel van der Lin
den heet.
Literatuur blijkt in hoge mate
een inktvis-achtige bezigheid
in dit boekje. Alles wordt ge
daan om te verhullen waar het
nou eigenlijk om gaat, alsof
met de drukinkt een waas om
de werkelijkheid wordt ge
legd. Dat is overigens vaak
wel amusant. Zeker in het eer
ste deel, een absurde, grollige
reeks sexuele en andere schel-
menavonturen in het Egypti
sche Luxor, de stad van de
„luxure", de wellust. De grens
gebieden tussen mannelijke en
vrouwelijke personen, tussen
homofiel en heterofiel lustbe-
leven, tussen sexuele vrijheid
en onderdrukking of dwang
matigheid, komen daarin op
vrolijke manier aan de orde.
Maar ja, daarna moeten de
drie levensgenieters weer op
een schip mee, daar wordt de
kleine man, Geiltje, gekiel
haald en dat is niet goed voor
hem. En dan komt er ook nog
het meisje Sapfo aan te pas,
dat niet voor niets zo heet,
want het kind was eigenlijk
door haar ouders bedoeld als
jongetje en nu moet ze de lief
de beleven met de homofiele
ik van het verhaal. Ach, treur
nis en verdriet en nergens
komt de lezer er achter wat er
achter dat waas van drukinkt
en mystificatie en sexuele rol
verwisseling gezocht en even
tueel gevonden kan worden.
Na het amusement van het
eerste deel, vol bizarre grollen
en grappen, komt de lezer
geen streep verder. Zo verging
het mij althans met dit wat
modische romannetje.
JAN VERSTAPPEN
der Plas die zijn
de literatuur al ver-
E*E id heeft met gedichten, ca-
itteksten, reisverhalen en
andere biografie laat hier
een leesbare biografie te
nen schrijven, waarbij hij
5UN1 icht) Gezelle bewondert
rk Ti Ier echter zijn kritische zin
igpia te schakelen. Daardoor is
3q ook een spannende levens-
hrijving geworden omdat
schrijver zijn eigen per-
S ilijkheid niet heeft uitge-
3 sla ikeld.
Te biograaf volgt Gezelle's le-
p, chronologisch; zijn eerste
nsjaren, de klein-semina-
de groot-seminarist, de
^9 8 ster-leraar en zo verder tot
1 en begrafenis. Er blijven
er blijven discussie-
raadsels, het is geen
3349 nitieve beschrijving waar-
Gezelle een etiket krijgt
jijgezet kan worden. Ge-
,n wlig niet. Kunst moet een
'oorl limzinnige glimlach be-
'r len.
J 'os
amp verschijning was opval-
Hoog van gestalte, met
en golvend tot op de
r iders en armoedig en
alant gekleed, was hij
rpe van de bohémien-
Voor zijn vrienden
zijn ogen het sprekend-
;el van zijn gezicht: hel-
ilauw en starend in een
waarin zich enkel dro-
bewogen". Het betreft
n Kloos in zijn jonge ja-
toen de eerste tijdschrift-
Ücaties van zijn gedichten
ul 4! ichenen. Over die vroege
lie van Willem Kloos
eef P. Kralt een boek, ge
il 'De Dichter, zijn Gelief-
en zijn Muze'. Een boek,
ifdzakelijk samengesteld uit
K kelen van Kralt die op het
"te hoofdstuk 'De dichter
Oceanus' na al eerder ge-
liceerd waren in tijdschrif
tje en bundels. Het zijn gede-
4 studies geworden waarin
rlei facetten van Kloos'
iten en denken aan de orde
len, gelardeerd met inter-
^'e' aties van regels en
mcirden uit de gedichten; zo
s dat 'zijn Geliefde" uit
Edstuk vijf wordt tot 'zijn
wj iefden' op de titelpagina.
inneman
os wordt algemeen tot de
lerlandstalige literatuur ge-
end. Mulisch trouwens ook.
ar Henneman, Jeroen Hen-
ïan? De Beuk is een in
sterdam gevestigde Stich-
voor literaire publikaties.
ir is niet, zo lang geleden
boek uitgekomen van
ineman: 'Schetsen en Te-
ingen'. Ideeën, probeersels,
(werpen, notities, kladjes die
52*neman in een dummy te-
52, de toen hij nadacht over
en illustraties bij het bekende
ltwerk van Harry Mulisch:
63! us Gran'. Het interessante
78.11 dit boek is natuurlijk, be-
ve de schoonheid van de
etsen, in literair opzicht de
eg van de kunstenaar. Als
opvalt is het de poly-inter-
labiliteit van gedichten,
waar die in een tamelijk
liijle strenge context staan.
1 laatste gedeelte bevat de
zindelijke versie met de ge-
hten van Mulisch.
1 andere tekenaar is Tullio
icoli. Zijn tekening van een
die op een meterslange
zvende vulpen balanceert
t de omslag van de pocket
ben ist immer - lebensge-
it rlich' met 'heitere Sinnge-
li, ite aus ftlnf Jahrnhunder-
In deze korte gedichten,
1 puntdichten, wordt de
ïr met milde spot, met iro-
en soms met sarcasme ge-
De ark van Noach in aanbouw, gezien door de ogen van een middeleeuwse kunstenaar. De ark is een van de onderwerpen uit de
geschiedenis die Julian Barnes in zijn tienenhalf hoofdstuk aan de orde stelt. foto: pr
JULIAN BARNES EN ZIJN GESCHIEDENIS VAN DE WERELD
Julian Barnes: 'De geschiedenis van
de wereld in 101/? hoofdstuk'. Uitge
verij De Arbeiderspers. Prijs: 49,90.
Wist u dat de hemel be
staat uit het verblijf in ho
tels met alleen maar min
stens vijf sterren, ontmoe
tingen met bekende ac
teurs en voetballers, en
luxe ontbijten, gecombi
neerd met veel sex, op ie
der uur van de dag? Of
dat bijvoorbeeld Noach in
werkelijkheid een zeshon
derd jarige schurk met
een alcoholprobleem was?
Dat klinkt misschien nogal on
geloofwaardig, maar na het le
zen van 'Een geschiedenis van
de wereld in 10'/2 hoofdstuk'
van de Engelse schrijver Juli
an Barnes zult u helemaal
overtuigd zijn. Het boek begint
bij het bekende Noach-verhaal
en eindigt in de hemel. Barnes
heeft hiermee een roman ge
schreven om op te vreten. Als
de hemel inderdaad bestaat, is
zijn meesterlijke werk er ze
ker verkrijgbaar.
'Een geschiedenis van de we
reld in IOV2 hoofdstuk' bestaat
uit tien afzonderlijke verhalen
en een intermezzo, die op een
subtiele manier onderling ver
bonden worden door de ark
van Noach. Een houtworm die
illegaal op de ark terecht is ge
komen vertelt in het openings
verhaal de mythe van Noach
Julian Barnes.
foto: sp
op een zeer persoonlijke wijze.
Die verschilt nogal van de ma
nier waarop het Noach-ver
haal in de bijbel naar voren
komt. Vooral de atheïsten on-'
der ons zullen regelmatig
schaterlachen bij de vaak ui
terst komische en scherpzinni
ge opmerkingen uit de mond
van het stuk 'ongedierte'. Een
voorbeeld: „Kijk, één ding
moet u goed oegrijpen. Die
hele geschiedenis met de Ark.
U denkt waarschijnlijk nog al
tijd dat Noach ondanks zijn
vele fouten eigenlijk een soort
vroege natuurbeschermer was,
dat hij al die dieren verzamel
de omdat hij niet wilde dat ze
zouden uitsterven, dat hij niet
tegen het -idee kon dat hij
nooit meer een giraffe zou
zien, dat hij het voor ons deed.
Dat was helemaal niet zo. Hij
heeft ons verzonnen omdat
zijn identificatiemodel zei dat
het moest, maar ook uit eigen
belang, uit cynisme zelfs. Hij
wilde na de Zondvloed iets te
eten hebben".
Maar hoe komisch het eerste
hoofdstuk uit deze roman van
Barnes ook kan zijn, het twee
de deel is in één woord gruwe
lijk. Bij de meeste lezers zal
het lachen tijdens dit verhaal,
over een kaping van een En
gels cruiseschip voor de kust
van Griekenland in de zeven
tiger jaren, dan ook spoedig
plaats maken voor koude ril
lingen. Zo ook bij een kort
verhaal over joodse vluchte
lingen die in 1939 vanuit
Duitsland naar de Verenigde
Staten willen emigreren. De
hele onderneming mislukt,
omdat geen enkel land in de
hele wereld de joden wil opne
men. Ze zijn daarom genood
zaakt om weer terug te keren
naar Duitsland. De hele we
reldpers volgde op dat mo
ment de onderneming, en ge
luiden dat de wereld zich
moest schamen waren overal
te horen. „De wereld schaam
de zich kennelijk niet zo diep
dat ze haar portefeuille trok",
is de trieste conclusie van Bar
nes. Hij heeft voor het schrij
ven van deze geschiedenis ge
bruik gemaakt van het waar
heidsgetrouwe (en verfilmde)
boek The voyage of the dam
ned' van Gordon Thomas en
Max Morgan-Witts uit 1974.
Dat op dit moment een derge
lijke geschiedenis zich dreigt
te herhalen met de Koerden
uit Irak, maakt het verhaal
des te tragischer.
Duikvlucht
Barnes maakt in 'Een geschie
denis van de wereld in l0'/2
hoofdstuk' een duikvlucht
door de eeuwen heen. Zijn
conclusie is dat, ondanks alle
humor, we niet veel redenen
meer hebben om tevreden te
kunnen zijn en te lachen. In
een zeer persoonlijk intermez
zo, het 'halfde hoofdstuk',
vraagt hij zich af wat de hele
geschiedenis nu eigenlijk voor
betekenis heeft: „De geschie
denis van de wereld? Alleen
maar stemmen die nagalmen
in het donker; beelden die een
paar eeuwen opgloeien en dan
verbleken; oude verhalen die
elkaar soms lijken te overlap
pen; vreemde schakels, irrele
vante verbanden". Vervolgens
geeft hij weer wat volgens
hem het antwoord op de ge
schiedenis moet zijn: „We
moeten zorgvuldig omgaan
met de liefde". Dit fluistert hij
's nachts tegen de nek van zijn
slapende geliefde. Barnes lijkt
het antwoord te hebben ge
vonden. maar even later
schrijft hij: „Maak haar maar
niet wakker Op dit moment
klinkt het als een sublieme
waarheid, maar morgenoch
tend begrijp je misschien niet
meer dat je haar daarvoor hebt
gestoord".
Wat kan een dagbladrecensent
daar nog aan toevoegen? Ach,
hij kan zich op zo'n moment
maar beter in diepe bewonde
ring stil houden.
JACOB MOERMAN
John Elkington en Julia Hailes: Gids
voor de Groene Consument. Uitgave
Loesje en Partners. Prijs: 29,90.
De Gids voor de Groene
Consument ligt in de
boekwinkels: vierhonderd
pagina's informatie over
milieuvriendelijk kopen.
Het is een Nederlandse
bewerking van de oor
spronkelijk Engelse versie
die twee jaar terug in het
Verenigd Koninkrijk uit
kwam en daar een onge
hoord succes blijkt.
Volgens de beide schrijvers,
John Elkington en Julia Hai
les heeft The Green Consumer
Guide in Groot-Britannië veel
reacties losgeslagen. „De con
sument stond er gewoon op te
wachten," aldus Julia Hailes,
„Het boek kreeg een geweldi
ge respons in de pers, vooral
ook in vrouwenbladen. In de
eerste maand gingen er 50.000
exemplaren over de toonbank.
Inmiddels zijn er 300.000 van
verkocht. Je kunt nu al con
stateren, dat de gids bij ons
wezenlijke veranderingen te
weeg heeft gebracht in het
koopgedrag van mensen en
sterk heeft bijgedragen aan
een veel groter aanbod van
milieuvriendelijke produkten.
Ook al omdat wii de groene
bedrijven in de gids met naam
en toenaam vermelden. We
zijn in Engeland nog maar net
op de groene weg, maar we
vorderen, zij het met kleine
stapjes".
Met name de supermarkt
komt uitgebreid in de gids aan
bod. De bewerkers hebben zes
grote supermarktketens de
kans gegeven om hun milieu
beleid in het boek te verwoor
den. Vier ervan hebben die
kans benut: Albert Heijn, C-
1000, Jac. Hermans en Torro.
De conclusie is dat het aandeel
van biologische en milieu
vriendelijke produkten in de
supermarkt nog zeer gering is,
hoogstens een of twee procent.
Het aanbod loopt sterk achter
bij de vraag.
Volgens de winkelketens zelf
is er nog een groot verschil
tussen wat de consument zegt
te willen kopen en wat hij uit
eindelijk koopt. De prijs speelt
daarbij een doorslaggevende
rol. Ook verkeert de consu
ment in verwarring over wat
nu precies wel of niet milieu
vriendelijk is.
Duidelijk is wel, aldus de be
werkers van het boek, dat de
supermarkten van het milieu
een onderwerp van beleid
hebben gemaakt, als reactie op
de veranderende vraag van de
consument.
In Engeland leidde de groene
gids tot een regelrechte wed
strijd tussen supermarkten om
de 'greenest grocer trophee'.
Na het verschijnen van haar
derde gids, The Young Green
Consumer Guide, kent Enge
land inmiddels ook een com
petitie tussen scholen onder
het motto 'hoe groen is jouw
school?'.
Met de piano en de viool
behoort de dwarsfluit
tot de populairste
muziekinstrumenten.
Maar in tegenstelling tot
de eerste twee genoem
de instrumenten kent de
fluit ook gerenommeer
de tegenstanders. Wolf
gang Amadeus Mozart
bijvoorbeeld.
Waarschijnlijk is Mozart's
afkeer van de fluit (en de
harp) ontstaan door een
minder prettige ervaring
met de fluitspelende hertog
De Guines en diens dochter
die de harp bespeelde. Mo
zart gaf de harpiste enige
maanden les, waarvoor de
hertog hem niet genoeg wil
de betalen.
Dat aanvankelijke bewonde
ring in korte tijd om kan
slaan in haat, is een mense
lijke eigenschap die Mozart
ook niet vreemd was, getui
ge twee brieven in 1778. In
mei van dat jaar schreef Mo
zart aan zijn vader over de
harpiste: „Ze heeft zeer veel
talent en een onvergelijke
lijk goed geheugen". Twee
maanden later schrijft Mo
zart echter dat deze leerlinge
„hartgrondig dom en hart
grondig lui" was. Toen
Wolfgang Amadeus echter
nog de mening had dat de
harpiste „magnifiek", en de
krenterige vader nog een
„onvergelijkelijk fluitist"
was, schreef hij voor hen
zijn Concert in C KV 299
voor fluit, harp en orkest.
Laatst ontving ik een brief
van een lezeres, waarin deze
haar hartgrondige afkeer
van het instrument be
schreef naar aanleiding van
een nieuwe cd van Berdien
Stenberg. Ik citeer uit deze
brief omdat ik dit soort kri
tiek ook wel van overigens
heel redelijk overkomende
beroepsmusici heb gehoord.
„Waarschijnlijk hebben Ber
dien en consorten door dat
oppervlakkige geluid zo'n
furore kunnen maken met
dit instrument. De fluit
raakt niets wezenlijks. Het
blijft een 'gezellig', 'sfeervol'
en vooral neutraal het-doet-
het-altijd-wel dingetje. Dat is
wat grote groepen van de
bevolking kennelijk aan
spreekt; zo'n heerlijk quasi-
intens toontje. Het raakt de
kern nooit écht. Wat je ook
voor de fluit schrijft, hoe
dramatisch het notenbeeld
ook verloopt; het instrument
toont altijd hetzelfde aange
paste gezicht. De fluit mist
een belangrijke dramatische
kracht. Zij kan niet echt
gruwelijk of pathetisch klin
ken. Het heeft iets weg van
een EO-meisje; altijd een
beetje blij, ondanks alles.
Wat er ook gebeurt, het
lachje blijft".
Maar er zijn natuurlijk ook
grote fans van de fluit, zoals
vele eeuwen geleden door de
oude Griek Plutarchus werd
opgetekend in zijn 'Tafelge
sprekken'; „De fluit kal
meert de geesten en door
dringt het oor met zulk een
bevallige klank, dat zij de
ziel rust en vrede brengt. En
mocht er nog een of ander
verdriet in het gemoed ver
blijven, een eenzaamheid die
de wijn niet verdringen kan,
dan brengt zij het zachtjes
tot rust en verzacht door
haar liefdevolle bevallig
heid, vooropgezet dat zij in
eenvoud speelt en de ziel
met al te veel noten en pas
sages opwindt en doet ont
vlammen, waardoor die ver
slapt en vanwege de wijn ge
makkelijk ten val zou kun
nen komen".
En in een boekje over de
fluit van Raymond Meylan
uit 1974 las ik bij een foto
onderschrift: „De buis van
de fluit is slechts een kle
dingstuk. De bewegingen
van de fluitist openbaren de
aanwezigheid van een ele
mentaire goddelijkheid van
de adem, zij blaast over de
kop van haar instrument en
bedwelmt de kunstenaar zo
als het bloed bruist bij het
geven en nemen van een
kus"
Quantz
De waarschijnlijk bekendste
fluittist ter wereld, de
Noord-Ier James Galway, is
te horen op een 'cd van de
maand' van het Label RCA.
Hij speelt op deze cd samen
met het Wtlrtenbergisches
Kammerorchester Heilbronn
vier van de ruim driehon
derd fluitconcerten die Jo
seph Joachim Quantz in de
76 jaar van zijn bestaan
heeft geschreven. Quantz
was niet alleen een toonaan
gevende fluitist van de 16e
eeuw, ook blijken deze vier
fluitconcerten van boven
modale kwaliteit te zijn. Bo
vendien oefent Quantz nog
steeds indirekt invloed uit
op de ontwikkeling van de
meeste hedendaagse fluitis
ten, voor wie zijn handboek
'Versuch einer Anweisung,
die Flöte traversière zu spie-
len' verplicht, dan wel na
drukkelijk aanbevolen kost
James Galway maakt zijn
roem op deze cd volledig
waar. Zijn bijzondere, rijke
toon, kan zelfs een niet-lief-
hebber van de fluit, waar ik
mijzelf toe reken, bekoren.
Wat dat betreft is de kwali
teit van de cd van het label
Collins met diverse Sonates
voor fluit en piano minder
hemelbestormend. Jennifer
Stinton's interpretaties zijn
niet opzienbarend, maar ge
zegd moet worden dat er ook
niet zoveel te interpreteren
was. Want zo geweldig zijn
deze werken van Poulenc,
Prokofjev en Burton niet.
Maar met een wat minder
brave aanpak zou er nog
best wat te genieten zijn.
Waarom Collins de fluitiste
Jennifer Stinton aan het
promoten is blijkt wèl uit
een andere cd met een drie
tal werken van Mozart
waarin de fluit een hoofdrol
vertolkt. Het Concert voor
fluit en harp, dat hierboven
al genoemd werd, staat bij
vele kenners bekend als een
van Mozart's minder ge
slaagde werken.
Daar kan ik het maar ten
dele mee eens zijn, want het
middendeel van dit stuk, het
Andantino, behoort zonder
meer tot de grote stapel
meesterwerken die het won
der Mozart ooit heeft voort
gebracht.
JAN MISDOM
James Ensor: 'Picturale Penne-
vruchten' - geschriften. Uitgave
Houtekiet. Prijs 29,50.
De Vlaamse schilder Ja
mes Ensor, die zijn lange
leven doorbracht in Oos
tende, is natuurlijk vooral
bekend door zijn picturale
werk. Hij stierf, bijna ne
gentig jaar oud, in 1949,
en deed veel meer dan
schilderen en graveren.
Hij schreef muziek bij ballet
ten, waar hij ook de decors
voor maakte. Bovendien
schreef hij, op een merkwaar
dige, fantastische manier, zoals
je nu kunt lezen in een boek,
gewijd aan zijn literaire werk,
'Picturale pennevruchten'.
Een levenskrachtig, bizar en
gezonde verbazing opwekkend
boek, dat niet alleen voor de
kenners van zijn beeldend
werk boeiend is; maar voor le
zers die houden van ongebrei
delde taal en woordenstromen
die zich niet laten begrenzen,
is dit ook een bijzonder boek.
In de inleiding van Xavier
Tricot worden verbanden ge
legd tussen Ensor en die fanta
sie-volle Belgische auteur Mi
chel de Ghelderode, die bij
Ensor waardering en solidari
teit zocht. Het toneelwerk van
De Ghelderode, ook in het
Frans geschreven, staat heel
dicht bij het picturale werk
van Ensor. Boersheid, primi
tieve symboliek van oerbeel
den, directheid samen met wa
zige symboliek, verregaande
verbeelding.
Als je dit boekje met teksten
van Ensor bekijkt, ontmoet je,
inderdaad, De Ghelderode. De
teksten zijn overigens vertaald
door Michel Perquy. Maar
soms mag je blij zijn, dat er
een authentieke tekst is opge
nomen, zoals een „Toespraak
door den heer baron James
Ensor", in onvervalst Oostends
dialect afgedrukt: „Eren, Da
mes en beste vriendjes, ik zoen
julder geiren zeggen in me
schildertöle: 't is vandage leu-
tefeste van de groenen oeder-
dom. Da gif min buuk en erte
en verfrist me gedachten".
Heel veel van de in dit boek
opgenomen teksten zijn toe
spraken. Vaak bij feestelijke
gelegenheden, zodat het boek
de indruk maakt dat Ensor
een groot deel van zijn leven
feestend doorbracht. Zo
spreekt hij in augustus 1933
een dankwoord uit aan „me
neer A. de Monzie", dat met
de volgende woorden begint:
„Het eerbetoon van meneer de
Monzie, de kranigste onder de
ministers met hersenen, zal
me nog lang in het land van
dromen en veelvormige en
veelkleurige betoveringen
houden, met andere woorden,
in het land van Vlaanderen en
van de Zee".
Je vraagt je af of minister de
Monzie erg blij i6 met dit
dankwoord, zeker als er ver
derop tegen hem gezegd
wordt: „Lieve minister van
grote teleurstellingen, ie sier
lijk gebaar betekent voor mij
het begin van een duurzaam
wapenbestand dat als geroepen
komt voor de arbeider-kunste
naar die, terecht of ten on
rechte, beurtelings gevoelig
schrijver werd genoemd, of
schilder van levende of dode
kleuren met bloemen van fijn
gevoeligheid, componist van
de tedere Toonladder van
„Liefde... enz." Een nogal iro
nische reactie op kennelijke
loftuitingen in de bewoordin
gen van de minister.
Daarna komt Ensor dan over
zijn vak te spreken: „Onder
werp je plaat honderdmaal aan
de planeerder. Polijst en her-
polijst hem onophoudelijk". De
graveerder is aan het woord.
En dan: „Dit zijn mijn prikkel
draadwoorden om hulde te
brengen aan onze graveer
ders". Waarna een ode volgt
op de dappere, nobele zielen
met wakkere zintuigen en een
vurige geest, die tot deze „bij
tende, metaalachtige, anti-aca
demische kunst" geroepen
zijn.
Prikkeldraadwoorden lees je
op elke bladzij van dit Ensor-
boek. Een verademing hoe die
man, eigengereid, boos, lief,
verdrieting en enthousiast,
met zijn taal omgaat en pro
beert het allemaal te zeggen,
zoals hij denkt dat goed is.
Wars van conventies, persoon
lijk, creatief, prachtig van taal.
Een weldadig boek voor lief
hebbers van de taal.
JAN VERSTAPPEN