)e wereldgeschiedenis als avontuur !en gewoon volk dat raar in elkaar zit De rol van het dier loor de eeuwen heen Lenny Kr a vi tz geeft zich verder bloot 'A a iOEKEN EN PLATEN CeicbeSouocvnt ZATERDAG 6 APRIL 1991 PAGINA 9 »rman Pleij: „Het Nederlandse on- hagen", uitgave Prometheus. Prijs ÏSCHOU WIN GEN VAN HERMAN PLEIJ OVER ONZE VOLKSAARD Ir is geen volk ter aarde, dat gewoon gevonden wil wor- n als het onze. We willen en helden, en als ze er onge- erkt zijn dan dienen ze te celleren in gewoonheid. En n heldenverering kan al he- maal geen sprake zijn. Doe aar gewoon, dan doe je al k genoeg". :ze uitspraak is van Herman Pleij, die het over onze volks cultuur en ons volkskarakter heeft in het boekje, waar deze zinnen in te lezen zijn: 'Het Nederlandse onbehagen'. Vijf tien beschouwingen door een kenner van de oudere litera tuur van onze taal, die zich niet laat ringeloren door tradi ties en gevestigde opvattingen. Pleij is een onafhankelijk en soms grenzeloos wild cultuur filosoof, die zich nu eens bezig houdt met een heel andere dis cipline dan zijnvak. Hij is kenner van de middeleeuwen, maar laat hier zijn gedachten gaan over het Nederland van nu. En dat is heel verhelde rend en inspirerend. Het boek je staat vol opmerkelijke uit spraken, waar je echt even bij hoort stil te staan. Als je landje je tenminste een beetje lief is en als je een beetje wilt weten waar je in woont en vertoeft. Ik citeer maar iets uit het tweede artikel, dat ingaat op de vraag: „Is Nederland le lijk?" Pleij schrijft daar: „Bin nenkort is heel Nederland verbouwd tot één uitgestrekt Madurodam, opgevrolijkt met hier en daar een palm en een exotische koe. Aan dat land schap is immers toch niets te bederven. Laten we er dan het beste maar van maken". Nee, kun je als lezer vaststel len, Pleij is helemaal niet zo maar gelukkig in de Neder landse Dapperstraat. Hij legt dat nog even uit door een ver gelijking met Denemarken te maken, maar dan komt het echte werk. 'Oorlogskinderen' is een prachtige tekening van een generatie die alles weet van de tobberij die leven heet. Deze generatie is altijd een on vindbare plaats en onhaalbaar succes aan het zoeken. Dat is een heel treffende observatie van Pleij. Daarbij sluit zijn verhaal over de ondefinieerba re, maar niet weg te denken „moffenhaat" van Nederlan ders van deze generatie, prachtig aan. Door de heel persoonlijke, vaak eigenzinnige en tot te genspraak uitlokkende opstel ling van Pleij en door zijn prachtige formuleringen, is „Het Nederlandse onbehagen" een erg mooi staaltje van es sayistiek en uitdaging van de lezer tot creativiteit en den ken. JAN VERSTAPPEN 186.50 102.40 164 50 iimpeji, 24 augustus 79. Het is iet, veel te heet voor een oege zomerochtend. Dan jorklieft een heftige schok de andend hete lucht, gevolgd een donderslag. De ver- 100.10 jstenje bewoners van Pom- iji zien hoe de Vesuvius zich lent en vele roodgloeiende icnbrokken op de stad neer- Jen. Daarna valt de as, die in ogen, mond en longen 53.504 ilt. Sommigen verstoppen in het verste en diepste e van hun atrium. Ande- trachten te vluchten, te ichten naar de zee die zo chtbij is... Slechts weinigen 15 00 tkomen. 73 80 ak bij de haven van Nuceria obeert een familie de stad te rlaten. Moeders trachten inhopig hun kinderen te dden; een slaaf loopt naast n, terwijl hij zich vergeefs et een dakpan probeert te schermen. Genadeloos hoopt as zich op, reikt tot de ra- ;n van de huizen, blokkeert deuren. Al gauw komt de boven de daken uit... igst en ontzetting gesmoord de dood; mens en dier, ge lid in hun laatste beweging, iren terug tot stof. a 24 augustus 79 spreken de iten al snel voor zich: Pom- :ji is van de aardbodem weg- yaagd. En op de opgehoogde ond die door het lava-gehal- afkomstig uit de vulkaan Ktra vruchtbaar is, groeien na tijd gras en wijnranken, waar eerder huizen, ge- ?n en straten waren. De eren die de akkers bewer- n zijn de naam van de stad vlug vergeten en duiden de ogte in het landschap aan jet La Civita, de stad. Zo taff de streek eeuwenlang he- Len. Tot 1763 om precies te zij" Dan wordt bij opgravin- ;gen een inscriptie gevonden aarop de oude naam Pompeji ijkt. 1961, bijna tweeduizend jaar de ramp, graaft archeoloog aiuri de in 79 wegvluchtende milie op. De slaaf houdt nog eeds de dakpan vast die hem et heeft beschermd; vrouw kinderen liggen hand in De mens gestold in zijn laatste beweging. hand. Een man heeft niet wil len opgeven: hij doet, steunend op zijn rechter hand, een laat ste poging op te staan om zijn vrouw en kinderen te kunnen Dat zo veel eeuwen na het verdwijnen van Pompeji nog zo'n enorme schat aan gege vens over de bewoners te ach terhalen is, is mede te danken aan de jonge archeoloog Giu seppe Fiorelli. Hij krijgt in 1860 van de Italiaande koning Victor-Emmanuel II de op dracht de opgravingen in Piompeji systematisch aan te pakken. Daarvoor is er jaren op onverantwoorde manieren in de ruries gegraven. Fiorelli ontwikkelt een techniek om de lichamen van de slachtof fers van de ramp zichtbaar te maken. De hete vulkanische as is na de ramp in 79 om de lichamen van mensen -en die ren gestold en heeft precies hun vormen aangenomen. Tot in de kleinste plooi van hun kleding en de kleinste span ning van de spieren. Door alle resten in de holtes in de lava massa te verbranden en er daarna gips in te gieten krij gen de gipsafgietsels precies dezelfde vorm als de slachtof fers. Door tenslotte de lavares- ten rond de gipsafgietsels weg te kappen ontstaan duidelijke beelden van heel veel mensen, dieren en dingen die op die hete dag in augustus 79 Pom peji voorgoed als laatste rust plaats kregen. Serie Pompeji, bedolven stad, is een pas verschenen deeltje uit de Pharos-reeks van uitgeverij Fibula. Het is een van de Zes boeken uit de serie die nu in de boekhandel ligt. De vijf an dere delen gaan over de Ama zone, de indianen van Noord Amerika, de geschiedenis van het schrift, het oude Egypte en de Vikingen. Meer afleverin gen staan op het programma. Binnenkort verschijnen boek jes over Marco Polo en het oude Rome. Een volgend vier tal zal gewijd zijn aan fosielen, heksen, Alexander de Grote en Mohamed. Uitgeverij Fibula (onderdeel van Unieboek) drukt van elk deel tienduizend exemplaren die tot nu toe goed verkocht worden. Er bestaat een goede hoop dat de serie in de loop van de komende jaren aan merkelijk uitgebreid kan wor den. Er is voorraad voldoende. De serie wordt namelijk ge maakt in samenwerking met de Franse uitgeverij Gallimard die in de afgelopen herfst het honderdste deel uitbracht. Daarbij zijn ook levensbe schrijvingen van musici die niet in het Nederlands zullen verschijnen. Voor de andere delen, allemaal op het gebied van de geschiedenis heeft de Nederlandse uitgever wel be langstelling. Fibula heeft zich contractueel verplicht min stens zes deeltjes per jaar uit te brengen. De serie van Gallimard is niet alleen in Frankrijk en Neder land een succes. Andere lan den die meedoen aan het pro ject zijn Duitsland, Spanje, België, Japan, Griekenland, Groot Brittannië, de Verenig de Steten, de Scandinavische landen, Hongarije en Italië. Door deze enorme belangstel ling kunnen de boeken die ge heel in kleur zijn uitgevoerd, redelijk geprijsd worden. De kleurenplaten worden voor alle talen tegelijk gedrukt en alleen de zwarte drukvorm voor de verschillende teksten, verschilt per t Alle tot nu toe verschenen de len zijn even zovele bewijzen dat geschiedenis opgediend kan worden als een spannend verhaal. De boekjes (160 pagi na's dik) puilen uit van de in formatie en veelzeggende il lustraties. Ze lezen weg als spannende thrillers en zijn stuk voor stuk uitstekend ge schikt voor het maken van werkstukken voor middelbare scholieren. Spannende verhalen over de strooptochten van de Vikingen tegen het christelijke westen en de manier waarop zij hun beruchte schepen bouwden. De rovers van de koningsgra ven in de piramiden van Egypte. De vertaling van de Egyptische lettertekens die pas mogelijk werd toen een lege rofficier van Napoleon die op expeditie was in Egypte, bij bouwwerkzaamheden voor een fort de steen van Rosette vond. De steen vertoonde in scripties in drie talen waaron der Grieks dat toen al leesbaar was. Door het Grieks te verge lijken met de Egyptische hiër oglyfen werd in korte tijd de inhoud van talloze teksten in graven en andere overblijfse len uit het oude Egypte duide lijk. Daarmee werd oneindig meer bekend over de geschie denis van het land. Het schrift, een van de midde len waardoor mensen afspra ken kunnen maken en over eenkomsten kunnen sluiten, heeft haar eigen geschiedenis. Zonder geschreven teksten zou het geheugen van de mensheid van korte duur zijn en afhankelijk van mondeling door gegeven berichten. Het droevige verhaal over de indianen van Noord Amerika. In 1492, voor de komst van de blanken naar het werelddeel, bezaten zij honderd procent van het continent. In 1820 was dat grondbezit al bijna tot de helft terug gelopen, in 1860 was het minder dan tien pro cent. Nu leven nog een hand jevol nazaten van die oude in dianen in reservaten die in to taal nog geen procent van het Noord Amerikaanse grondge bied uitmaken. Ze hebben zich niet zonder meer overgegeven; in het boek in de Pharos reeks wordt hun heldhaftige weer stand adem-benemend be schreven. Veel jonger is de geschiedbe- schrijving over de Amazone in Zuid Amerika. Maar wel heel belangrijk voor de westerse wereld. In het stroomgebied van deze enorme rivier maak ten Europeanen voor het eerst kennis met rubber, onmisbaar onderdeel voor de eerste fiet sen en automobielen. In het stroomgebied heerstte dan ook geruime tijd een geweldige rubberkoorts. De vondst van rubber maakte het voor de heer Goodyear mogelijk een wereldimperium te stichten en het stelde de Ierse veearts Dunlop in staat luchtbanden te maken voor de driewieler van zijn zoontje. Ook de naam van de Fransman Michelin komen we in huidige samenleving nog regelmatig tegen.Hij maakte met Zuidamerikaans rubber in 1892 de eerste af neembare band maakte. De geschiedenis als avontuur. De delen in de Pharosreeks van Fibula zijn er goed voor. JAN VAN KOOTEN tilh Thomas, Het verlangen naar natuur, uitg. Agon, 432 blz., M.50- lensen onderhouden een lerkwaardige liefdesrelatie iet de natuur. Ze houden -er- aar als dat zo uitkomt loet de natuur wijken voor idere. liefdes. Met inzet van eel bezorgdheid over de te- torgang van de natuur wordt iprobeerd er zo veel mogelijk an te redden. Tegelijkertijd logen wegenbouwers, fabrie- en en recreatie-ondernemers natuur naar de filistij- en helpen. De moderne, van natuur los geraakte mens, omt er niet uit. In zijn boek 'erlangen naar de natuur' be- hrijft de Britse historicus eith Thomas op schitterende vijze hoe de relatie tussen nens en natuur is veranderd nds 1500. „In de praktijk be- Jelden de meeste mensen na- uurlijk hun geloof in het pri- ïaat van de menselijke belan- !en, zelfs als zij de gevolgen an de materiële vooruitgang oor de natuur betreurden", oncludeert Thomas, om er ven verderop aan toe te voe- en: „Er bestond een groeiend onflict tussen de nieuwe ge- oeligheden (voor de natuur, ed.) en de materiële grondsla- |en van de menselijke samen ging. Een mengeling van «mpromissen en verheimelij- ing heeft tot dusverre ver anderd dat het noodzakelijk "erd dit conflict helemaal op isn. Men zou kunnen eggen dat het een van de te enstellingen is waarop de mo- erne samenleving is gegrond- est." Indergeschikt 'oe anders was dat in de zes- ende eeuw. Toen kwam men gewoon voor uit dat dieren planten ondergeschikt aan basta. De waarde van planten en dieren werd bepaald door hun nut voor de mens. Dit uit gangspunt leidde tot, voor de lezer uit de twintigste eeuw, vermakelijke misvattingen. Zo vond de geleerde Francis Ba con, dat het bestiaal was als mensen lang haar hadden. „Beesten zijn hariger dan mensen en wilden meer 'dan beschaafde lieden." Een dief stal die 's nachts gepleegd werd, werd erger gevonden dan een bij klaarlichte dag, want de nacht is de tijd dat dieren op zoek gaan naar hun prooi. De filosoof Descartes meende dat dieren slechts au tomaten of" machines waren, die de prachtigste handelingen konden verrichten, maar niet in staat waren te praten of te redeneren. De positie als despoot maakte het mogelijk dat mensen op 'beestachtige' wijze met dieren konden omgaan. Gevechten tussen dieren waren zeer ge waardeerde vormen van ver maak. In Groot-Brittannië was vooral het bullebijten populair. Bij dat vermaak werden hon den losgelaten op een stier die aan een boom was vastgebon den. Een wreed spektakel, zo blijkt uit Thomas' beschrij ving. „De hond ging dan op de neus van de stier af, waarbij hij vaak de oren of stukken huid afscheurde, terwijl de stier probeerde de hond in het publiek te smijten." In plaats van een stier werden ook das sen, apen, muilezels en paar den gebruikt. W eerzin wekkend Niet minder weerzinwekkend was de stiereloop. Daarbij wer den bij een stier de oren en de staart afgehakt, z'n lijf werd ingesmeerd met zeep en z'n neus volgeblazen met peper. Vervolgens werd hij losgelaten en ging het volk achter hem aan in een massale jachtpartij. Andere vormen van dieren mishandeling waren wedstrij den in het afbijten van de kop van levende kippen, hanenge vechten, hondengevechten, en gevechten tussen honden en beren. Het martelen van beesten werd kinderen al met de pap lepel ingegeven. Op de Latijn se scholen was bijvoorbeeld het haneknuppelen erg ge liefd. Op de dag voor aswoens- dag werd een haan aan een paal gebonden of tot zijn nek ingegraven, en mochten jon gens er met stokken naar gooi en tot het dier dood was. Maar ook buiten schooltijd gebeurde één en ander. Ze joegen eek- 'hoorns op, vingen vogels en staken ze de ogen uit, bonden flessen of pannen aan hondes taarten en bliezen kikkers op. Het was wreedheid uit onver schilligheid, schrijft Thomas. „Voor de meeste mensen vie len dieren buiten het morele referentiekader." Troeteldier Desondanks deed het troetel dier al z'n- intrede. Honden en paarden liepen daarbij voorop. De liefde voor deze beesten ging zo ver, dat ze regelmatig mee gingen naar de kerk. In de achttiende eeuw komen ook huiskatten op grote schaal voor. Maar men hield ook lammeren, hazen, muizen, padden, egels, vleermuizen, apen, otters, konijnen en eek hoorns als troeteldier. Troeteldieren ziin een typisch produkt van de verstedelij king, zegt Thomas. „Het ironi sche is dat juist door klein schalige flats zonder tuin het houden van een huisdier wordt aangemoedigd. Gesteri liseerd, afgezonderd en ge woonlijk beroofd van contac ten met soortgenoten wordt het troeteldier een schepping van de manier van leven van zijn baas, en het feit dat zoveel mensen het nodig vinden een afhankelijk dier te onderhou den om aan alle emoties toe te komen, zegt iets over de ato mistische maatschappij waarin wij leven." Het jaarlijkse ritueel in de Spaanse stad Pamplona, waarbij stieren door een menigte mensen wordt opgejaagd. De toename van de troeteldie ren zorgde ervoor dat de nieu we inzichten van de intelli gentsia over de natuur in bre de kringen voet aan de grond kreeg. In de 17e en 18e eeuw kwamen geleerden langzaam maar zeker tot het inzicht dat de natuur eigen waarden bezit; ze beschouwden de natuur niet langer als een bron van nuttig heden voor de mens. Voor de definitieve onttroning van de mens als heerser over de na tuur zorgde Darwin, toen hij in 1825 zijn evolutieleer publi ceerde. Tuinieren Verstedelijking zorgde er dus voor dat mensen anders naar de natuur gingen kijken. Be halve dieren, werden ook bo men en bloemen meer en meer gezien als iets waarde vols. Welgestelde stedelingen legden prachtige landgoederen aan buiten de stad, terwijl hun minder bedeelde medemens zich massaal op het tuinieren stortte. Natuurreservaten ver loren hun angstaanjagende ka rakter en werden 'kathedralen van de moderne tijd'. Natuur beschermingsorganisaties de den hun intrede. De nieuwe houding ten aan zien van de natuur stelde de mens wel voor enkele dilem ma's. Bevolkings- en wel vaartsgroei bracht met zich mee dat er geen einde kwam aan de ontginning van 'woeste' gronden. Het ongemakkelijke gevoel over het doden van die ren voor de consumptie werd opgelost door slachthuizen te onttrekken aan het oog en die ren als vormloze stukken vlees op tafel te brengen; in het ver leden was het gebruikelijk om varkens, kalveren, hazen en konijnen met kop en al op te dienen. Met dit soort dilem ma's worstelt de mens nog steeds, stelt Thomas. Oplossin gen worden uit de weggegaan. „Naar de gevolgen ervan kun nen we slechts gissen". Thomas heeft een prachtig boek geschreven, waarin hij veel inzicht verschaft over de relatie tussen mens en natuur. De veranderingen in die rela tie verbindt hij helder met an dere ontwikkelingen in de sa menleving. Hij heeft een on voorstelbare hoeveelheid bronnenmateriaal verwerkt; het notenapparaat telt niet minder dan 95 pagina's. Het enige bezwaar dat een Neder landse lezer zou kunnen heb ben, is dat Thomas zich tot Groot-Brittannië heeft be perkt. Het Britse eiland ver toont echter grote overeen komsten met de Nederlanden: nergens ter wereld worden zo veel huisdieren gehouden als in deze twee landen en ner gens wordt er met zoveel lief de in de tuin gewerkt. FRANS BOSSCHER Wat goed is, komt snel. Het gezegde lijkt Lenny Kra- vitz op het lijf geschreven. Anderhalf jaar geleden dook hij bij wijze van spre ken uit het niets op en zijn Let Love Rule was wat mij betreft moeiteloos dé de- buut-cd van 1989. Vorig jaar schitterde hij ook nog eens op Torhout/Werchter en na zo'n overrompelende start kun je alleen maar hopen dat-ie z'n kop er bij houdt. Dat is met de twee de cd Mama Said (Virgin 261 326) gelukt, hoewel echtgenote Lisa Bonet roet in het eten leek te gooien. Lenny zingt immers vooral over relatie-perikelen en droeg de cd ook op aan Lisa. De ultieme liefdes verklaring? Kravitz werd aan de hand van zijn debuut vooral ver geleken met John Lennon en Curtis Mayfield en er is weinig reden om daar nu van af te stappen. Wie de bijna tranentrekkende bal lad Stand By My Woman of het radeloze All I Ever Wanted hoort, moet bijna de indruk hebben dat Len non nog onder ons is. Dat is ook nu het sterke punt van Kravitz: hij leeft zich dermate in zijn songs in, dat je snel de neiging krijgt met hem mee te voelen. Lennon bewerkstelligde hetzelfde effect. De bewondering, die Len ny afdwingt door ziin ziel bloot te leggen, wordt ech ter een beetje in toom ge houden door het gegeven, dat Mama Said muzikaal wat minder boeiend is dan zijn voorganger. Er staat een onodige reprise op van het openingsnummer Fields Of Joy en verder wat belegen liedjes met weinig diepgang, zoals It Ain't Over Till It's Over en The Difference Is Why. Daar staan hoogtepunten als de funky single Always On The Run en het mee slepende What The Fuck Are We Saying? tegenover. Er valt dus nog een hoop te genieten, maar ik kan me niet aan de indruk onttrek ken dat Lenny wat zoe kende is. En niet alleen naar Lisa. Green Na alle terechte opwinding rond het schitterende al bum White Soul is Green nu weer terug bij af. De mini-cd Bittersweet (Mega- disc MDC 7880) laat weinig meer horen van de fiere, aan sixties referende gi taarpop, waarmee deze band uit Chicago furore maakte. In plaats daarvan volgt het de favorieten ta melijk klakkeloos, zonder een spoortje van de eigen- FOTO: PR zinnigheid, die Green zich op White Soul eigen maak te. In het titelnummer klinkt zanger Jeff Lescher bijna als Mink DeVille en de Kinks klinken ook nog een beetje door (in Maybe U R Right). Maar de mees te tracks ontberen de span ning en integriteit, die de liedjes van Green even charmant als gewild maak ten. Zodat je na vijf num mers volop begrip kunt op brengen voor het feit dat het hier slechts een mini- cd betreft. Oranje boven We sluiten deze week af met een rondje door eigen land. En constateren dan met enige pijn dat de nieu we band The Pilgrims ook al geen uitzondering vormt op de regel dat het gros van de Nederlandse bands altijd zo vreselijk Neder lands klinkt. De debuut-cd Once To Everything (Co lumbia 468054) van The Pilgrims lijkt in eerste in stantie een kennismaking met een opvallend volwas sen band, die latin, rock en een gezonde dosis soul sa mensmelt tot een standvas tig geluid. Maar gaandeweg worden de nummers steeds saaier en blijkt de band on danks de ervaring van drummer Leon Klaasse (ex-Sweet d'Buster en Po- werplay) en Engelse pro ducer Mike Pela (engineer bij Sade en Fine Young Cannibals) vooral in melo dieus opzicht en qua uit straling tekort te schieten. Ook een onderbreking in de vorm van twee swin gende instrumentale per cussiestukken kan de ba lans niet doen omslaan. Nee, dan De Dijk. Klinkt natuurlijk .óók heel Neder lands, maar vooral omdat ze in die taal zingen. En dat doen ze heel goed. De Dijk bewijst op ieder al bum (en op ieder podium!) weer dat stomende r&b en doorleefde ballads niet voorbehouden zijn aan bui tenlandse acts. Niks geen kneuterigheid, maar mu ziek met een ongekende vuurkracht en inspiratie. De band biedt de laatste ja ren weinig vernieuwings drang, maar dat hoeft ook niet, want je krijgt er im mers Nooit Genoeg (Mer cury 848 533) van. Met muziek, die het mid den houdt tussen Brabant se leut en Hollandse onder- broekenlol, doet Bertus Staigerpaip een niet geheel kansloze aanval op de tot dusverre schier onaantast bare positie van Normaal. Dialect, humor, drank, mo toren en vrouwen, de over eenkomsten liggen voor het oprapen. Bertus en co. hebben, zoals we van de single Rits al wisten, een voorliefde voor covers en op Brabants (Te) Bont (Mercury 848 305) halen ze dan ook flink uit. De mu ziek van The Osmonds' Crazy Horses stond model voor een liedje, waarin ze het opnemen voor de (ex- )burgemeesters van Smal- lingerland en Hoogeveen en ook Don't Look Back van Peter Tosh en Mick Jagger heeft nu een Bra bantse uitvoering, Ik Zie Geen Zwart, Ik Zie Geen Wit. Toegegeven, de melig heid druipt er van af, maar da's op z'n tijd ook wel es leut... eh, leuk. GERT MEIJER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 9