'joerd Feenstra zet stoelen recht bij NOC
René Vandereycken
yenknie van De Mos,
maar dan heel anders
voetballerlei
^5F
r
BESTUURSLID OP DE BRES VOOR OLYMPIËRS
na|SPORT
Ceidae Commit
ZATERDAG 6 APRIL 1991 PAGINA 21
r>i
"al van records bi j WK Italië
\RIJS Het wereldkampioenschap voetbal in Italië heeft al-
lei records gebroken.
•t grootste aantal rode kaarten, de eerste uitsluitingen in de
jdstrijd. het laagste aantal doelpunten per wedstrijd, maar ook
meeste televisiekijkers. In het FIFA-Nieuws van de maand
jart staat dat het gemiddelde aantal televisiekijkers per wed-
ijd boven het half miljard lag. Over 52 duels betekende dat
n totaal van 26,7 miljard mensen voor de buis. Meer dan twee
er zo veel als vier jaar eerder in Mexico. In de 167 landen die
finale tussen Argentinië en Duitsland uitzonden, zaten 1,06
Ijard mensen aan de buis. Nieuw is dat de meeste kijkers in
ië werden geregistreerd, meer dan twaalf miljard. In Europa
iren dat er ruim zeven miljard.
Glenn Hoddle (rechts).
Hoddle manager van Swindon
LONDEN Glenn Hoddle keert terug in het voetbal.
Niet als de middenvelder met de magische linkervoet,
maar als manager van tweede divisieclub Swindon. Hij
werd de afgelopen week benoemd tot opvolger van Os-
valdo Ardiles, die zondag vertrok naar Newcastle. Hoddle
(33) brak vorig seizoen zijn aktieve loopbaan op hoog ni
veau af. Een zware knieblessure hield hem twintig maan
den aan de zijlijn bij AS Monaco. Op doktersadvies keer
de hij niet terug op het veld.
Hoddle speelde 53 wedstrijden voor het Engelse elftal. Hij
startte zijn loopbaan bij Tottenham Hotspur, waar hij in
dertijd een befaamd duo vormde met Chris Waddie, de
ster nvan Olympique Marseille. De tandem Hoddle en
Waddie nam zelfs een plaat op, die in Engeland de top
tien haalde.Na zijn vertrek bij AS Monaco keerde Hoddle
terug naar Engeland. Hij trainde bij Chelsea en speelde
daar af en toe een wedstrijdje in het tweede. Evaring als
manager heeft hij niet. Swindon wordt zijn debuut als
trainer/coach.
Osvaldo Ardiles
manager Newcastle
LONDEN Osvaldo Ardiles is
benoemd tot manager van twee
de divisieclub Newcastle. De
voormalige Argentijnse interna
tional was tot zondag in dienst
van Swindon.
Ardiles (38) maakte de overstap
bekend na de nederlaag van
Newcastle zaterdag bij Swindon
(3-2). Bij Newcastle wordt hij de
vervanger van Jim Smith, die
ontslag nam.
Ardiles speelde tien jaar voor
Tottenham Hotspur.
In '78 maakte hij deel uit van het
Argentijnse elftal, dat door de
overwinning op Nederland (3-1
na verlenging) wereldkampioen
werd.
RieiENT Wie René Van-
;reycken vlak voor een
van zijn club AA
ent uit zijn boven-moda-
bolide ziet stappen, zou
erw(unnen denken te maken
zij hebben met een han-
a* jlsreiziger in vrolijke
aren. Het paarse velours
kleurige over-
erdfBmd en fraai bijpassende
ropas onder het ver
mei irgd bebaarde gelaat ge-
)l allesbehalve de in-
n yruk dat het hier gaat om
|e g( :n van de meest succes-
ille voetbaltrainers van
ooielgië van dit moment,
-usti barbij evenwel toch nog
ten moet worden terug-
ïou! !C*acht aan bovengemeld
lt njeroep. Want Vandereyc-
theien (37 pas) reisde wat af
kei i zijn voetbalcarrière
naar daarover straks) en
Br 'handel' bestaat uit
en ongekend grote dosis
nkc tent om van een ooit uit
erangeerd lijkend voet-
w ilploegje misschien wel
aanstaande kampioen
ij onze zuiderburen te
laken.
Door de verrichtingen van AA
Gent heeft René Vandereyc
ken zich inmiddels al de even-
mie getoond van een andere
Is toptrainer te boek staande
Dllega, Aad de Mos. Die mag
L I an onlangs roemloos met An-
erlecht tenonder zijn gegaan
het Europese bekertoernooi
igen AS Roma, met zijn club-
iam staat de oud-Hagenaar er
epaald florissant voor. Verto
en Anderlecht, de club waar
andereycken overigens ja-
tnlang zelf speelde, en AA
^lent dus sportief prima per-
tge >ectieven, beide trainers vor-
lleiien eikaars volstrekte tegen-
Waar De Mos, door me-
in België aangeduid als
geilikke nek' en aan dat imago
een ijvoorbeeld beantwoordend
iersoor slechts 'nuttige' media-re-
ities voor een vraaggesprek
^udiëntie te verlenen, van zijn
lde «komst-intenties geen enkel
geheim maakt, bult Vande-
1 ïyeken zich in de mantel der
dïescheidenheid. Wat verade
mend aandoet, omdat elk ge
voel van effect-bejag lijkt te
ontbreken. En een vergelij
king tussen beide concurren
ten op meer blijkt te berusten
dan een verschil in 'papieren
achtergrond'.
Witte vlek
René Vandereycken is de zo
veelste voetbaltrainer, die in
België aan de slag is gegaan
zonder de in omringende lan
den vereiste paperassen. Hij
profiteert daarbij van wat vak
bonden een witte vlek op de
voetbalkaart noemen. De man,
die AA Gent vorig jaar vanuit
de op één na hoogste afdeling
naar de zesde plaats op het
top-podium voerde, heeft daar
uiteraard geen enkel probleem
mee. Maar hij voert een zeer
plausibele verklaring aan voor
die houding. „Voetballers met
een achtergrond van vijftien
jaar spelen op topniveau kun
nen voldoende bagage hebben
om trainer-coach van een club
te zijn", begint hij zijn op rusti
ge toon voorgedragen betoog.
„Een prof-organisatie zoals we
die nu bij AA Gent hebben,
kan volstaan met een trainer
zoals ik, die zich alleen maar
met het technische deel van de
club behoeft te bemoeien.
Voor alle andere zaken zijn
specialisten beschikbaar: dok
ters voor de fysieke toestand
van de spelers, een manager
voor de organisatorische din
gen en een bestuur voor aller
lei contractzaken. De trainer
hoeft zich alleen met de ploeg
te bemoeien en kan dat op
grond van zijn ervaring; de
één wat beter dan de ander,
dat misschien wel. Een oplei
ding? Een cursus, waar ook
aandacht wordt geschonken
aan bijvoorbeeld medische za
ken, daar heeft een jeugdtrai
ner meer aan. Iemand die in
een kleinere organisatie werkt
kan veel voordeel putten uit
die elementen uit zijn oplei
ding, omdat hij niet wordt bij
gestaan door deskundigen.
Overigens sta ik bepaald wel
positief tegenover een verkor
te cursus. Bijvoorbeeld tussen
twee seizoenen in. Wat ik wel
heb kunnen vaststellen dat
een carrière als topspeler niet
samen kan gaan met het vol
gen van een normale trainers-
cursus".
Een redenering waar geen
speld valt tussen te krijgen en
één die typerend is voor de
manier waarop René Vande
reycken zich heeft gepresen
teerd aan de andere kant van
het toneel dan waar hij zelf
vijftien jaar lang als een van
België's topacteurs heeft opge
treden. Tot twee jaar geleden
een knieblessure, eerder dan
gepland, een eind maakte aan
zijn actieve carrière bij AA
Gent. Waar hij vervolgens tus
sentijds werd aangesteld als
hoofdtrainer om daar een op
mars met zijn club te beginnen
die allerwege bewondering af
dwong en eens te meer bij
droeg. tot de veronderstelling
dat Belgische clubs wellicht
helemaal geen types als De
Mos meer nodig hebben om tot
succes te geraken. Een me
ning, die Vandereycken, op
het eerste gezicht merkwaar
digerwijs, niet deelt. „Buiten
landers voegen iets toe aan
een situatie", vindt hij. „Of je
het nu over voetbal hebt of
andere maatschappelijke ver
schijnselen, dat maakt niet uit.
Zodra je eigen inbreng en
ideeën worden aangevuld met
gedachten van anderen kan
dat alleen maar gunstig wer
ken. En of dat nou Tsjechen
zijn of Nederlanders, dat doet
er niet toe. Geldt ook voor
voetballers. Er komen nog
steeds spelers uit Holland naar
België. Ze kwamen ooit van
wege het plezierige leven en
het gunstige fiscale klimaat.
Gezegd wordt wel eens dat
voetballers van de tweede gar
nituur het in ons land toch
kunnen maken. Dat zou iets
zeggen over het niveau van
het voetbal bij ons. Maar dat
berust op een misverstand. De
Belgische competitie is veel
zwaarder dan in Nederland.
Er spelen veel meer teams
mee in de strijd om de titel en
de plaatsen in de Europese be
kertoernooien. Dat zegt toch
wel wat. Er wordt in België
wel anders gespeeld dan bij
jullie. Veel meer vanuit de de
fensie, vanuit de organisatie.
Het Nederlandse voetbal is
veel meer open. Als ik soms
zie hoe verdedigers meetrek
ken in de aanval, denk ik wel
eens: dat zou bij ons zelfmoord
zijn. Je krijgt er misschien wel
meer leuke wedstrijden door.
Maar of het niveau dan ook
hoger is, waag ik te betwijfe
len. Ik streef er bij Gent wel
naar om zo veel mogelijk posi
tieve elementen uit het Neder
landse spel in te brengen".
Koude oorlog
Ook deze verhandeling heeft
René Vandereycken afgesto
ken op een rustige toon met
een zachte stem, die op geen
enkele wijze lijkt te passen bij
het beeld dat hij als actief
voetballer doorgaans opriep.
Bij Club Brugge, Genua, An
derlecht en het nationale Bel
gische team (50 caps) was hij
een middenvelder, die voor
ging in de strijd. Hij schuwde
een stevige tackle niet en was
ook niet de minst opvallende
speler waar het ging om koude
oorlog en een staaltje intimida
tie. Zijn energievretende
speelstijl en zijn op latere leef
tijd opspelende blessure-gevoe
ligheid drongen hem als speler
relatief jong tot een stapje te
rug. Om binnen de kortste ke
ren als trainer dus opnieuw de
hoogste regionen binnen te
stormen. Reden voor menig
volger van het voetbalcircus
om Vandereycken dan ook
maar meteen naar voren te
schuiven als kandidaat num
mer één voor de uitverkiezing
'trainer van het jaar'. Onzin
volgens de persoon in kwestie.
„Net zo min als je een spits
kunt vergelijken met een doel
man moet je dat doen tussen
trainers", is zijn stellingname.
„Op welke basis wordt bepaald
wie de beste trainer zou zijn?
Dat gebeurt slechts op één
ding: de resultaten op het veld.
Maar er spelen veel meer fac
toren een rol".
Harmonie-model
Vandereycken zegt uiterlijk
vertoon minder na te streven
dan een soort harmonie-mo
del, waarbij alle betrokkenen
op een zo nuttig en plezierig
mogelijke manier samenwer
ken. Hetgeen bij AA Gent vol
gens hem het geval is. „Er ligt
hier geen enkele druk op spe
lers noch trainers", zegt hij.
„Bij deze club bestaat niet de
noodzaak om ons te plaatsen
voor Europees voetbal bijvoor
beeld. Kwalifikatie betekent
voor Gent geen redding in fi
nancieel opzicht. Desondanks
zijn de prestaties goed en is de
belangstelling van het publiek
groot. We zijn hier eigenlijk
allemaal nog steeds verrast
door het snelle succes dat we
hebben geboekt. Twee jaar ge
leden nog in tweede klas en
nu meespelend om de titel.
Dat we ons verder zouden ver
beteren ten opzichte van het
vorige seizoen was al wel de
bedoeling. Maar het gaat nu
wel erg hard. We kunnen het
aan, omdat de club ook qua or
ganisatie snel is gegroeid. Of
ik daar ook een belangrijke rol
bij heb gespeeld? Ach, je wordt
zo snel in een hokje geplaatst.
Er is wel wat veranderd.
Vroeger kon iedereen hier zo
maar binnenvallen, rondlopen
en bijvoorbeeld zo maar met
spelers praten. 'Ja maar, we
komen ons werk doen', riep
dan iemand van de televisie
uit Brussel. 'Ja', zei ik dan,
'maar ik heb nu mijn werk te
doen'. Dat wordt nu geaccep-
260 kilometer
Wat René Vandereycken zelf
heeft geaccepteerd is het feit
dat hij bijna dagelijks 260 kilo
meter vanuit het vlak bij
Maastricht liggende Hasselt
naar Gent v.v. moet rijden.
„Na mijn laatste buitenlandse
club, Blau Weiss Berlin, heb
ben we een huis gebouwd in
Hasselt en besloten dat we niet
meer zouden verkassen. Dat
betekent elke keer een heel
eind rijden, maar zoiets doe je
omdat het werken in Gent ui
terst plezierig is. Vorig jaar is
mijn contract opengebroken
en verlengd tot 1994. En daar
na? Ik zie wel. Belgisch bonds
coach? De eerste tien vijftien
De revelatie van de Belgi
sche voetbalcompetitie AA
Gent werd als sportvereni
ging in 1864 opgericht om
vanaf 1902 als voetbalclub
te gaan opereren. De
Vlaamse ploeg, die het ge
lauwerde Anderlecht het
vuur na aan de schenen
legt in de race naar de
landstitel, leek een aantal
jaren geleden de stervensr
dood nabij. Degradatie
naar de tweede klasse van
de Buffalo's, een bijnaam
die de club dankt aan be
zoekjes van het wereldbe
roemde circus Barnum
Bailey met Captain Willi
am Cody alias Buffalo Bill
aan Gent begin deze eeuw,
onderstreepte dat. Een
nieuw bestuur onder lei
ding van de Kempense in
dustrieel Jean van Milders
blies de club vanaf 1988
nieuw leven in. Speler
René Vandereycken werd
trainer en mede dank zij
zijn invloed stevende AA
Gent (vroeger La Gantoi-
se) af op de zesde plaats in
de hoogste klasse van de
Belgische competitie. Nu is
AA Gent, waar voorheen
Nederlandse voetballers
als Aad Koudijzer, Kees
Schapendonk en Remco
Boere speelden en nu Eric
Viscaal en Mark Verkuijl,
mede-kanshebber op de
Belgische titel. Die nog
nooit in de geschiedenis
door de club veroverde
onderscheiding zou een
fraaie bekroning zijn van
de heropleving en zou de
veroverde landsbeker in
1964 en 1984 in de scha
duw stellen. AA Gent, dat
in 1974 zelfs degradeerde
naar de derde klasse om
pas in 1979 op het hoogste
platform terug te keren,
lijkt bijna een fenomeen
en is naar het zich laat
aanzien ditmaal geen een
dagsvlieg. Nieuwbouw-
plannen van het Jules Ot-
ten-stadion aan de Tennis-
straat in Gent moeten de
opmars ook in dat opzicht
gestalte geven. AA Gent
heeft thans vijf internatio
nals (oud- en aspirant) in
de gelederen: Erwin Van-
denbergh (huidig topsfcorer
in België), Michel de
Groote, Danny Veyt,
Frank Dauwen en Dirk
Medved.
jaar niet. Ik wil het dagelijkse
gebeuren voorlopig nog wel
even meemaken. Zeker bij AA
Gent, waar de bestuurders nog
wel wat anders doen dan di
rect na afloop van de wedstrijd
naar de receptie gaan om een
glas whisky te drinken. Hier
wordt nog betrokkenheid ge
toond. In België werd met ver
wondering gereageerd op onze
nuchterheid over onze succes
sen. Maar wij realiseren ons
dat er ook nog tegenslagen ko
men".
FRANK WERKMAN
^-ELYSTAD - De proble-.
u(jnen die het Nederlands
enDlympisch Comité (NOC)
ali nomenteel kent zijn
o'sjjoerd Feenstra (43) op
iet lijf geschreven. De
Puinruimer', zoals hij
iefkozend wordt ge-
ïoemd, omdat hij de bijna
•ankroete Nederlandse
Jshockey Bond in twee
ënhalf jaar een injectie gaf
.lfÜie nu nog nawerkt, werd
ien jaar geleden voorge
dragen als voorzitter van
raJhet NOC. Bij die nomina-
jh ie bleef het, de totaal on
Wout Huibregt
sen ging de scepter zwaai
en. Een voor hem onge-
iruikelijk bestuurlijke rol
^ag slechts in het ver
schiet, loyaliteit aan de
iieuwe praeses voelde hij
!^als zijn plicht. En dat moet
J Hl eens niet negatief wor
sen uitgelegd, vindt hij.
1
vind dat Huibregtsen goed
Wzig is", zegt de Fries, kort
jadat aan het licht is gekomen
Igdat het NOC de uitkeringen
an de vaderlandse topsporters
iet tien procent moet beknot
en. Een situatie die het gevolg
van verlate overmaking van
«gezegd WVC-geld, het uit-
'lijven van vette sponsorcon-
racten ondanks de in het
vooruitzicht gestelde gouden
bergen en de Golfoorlog. De
problemen binnen het NOC
mogen- dan ook niet enkel en
alleen door Feenstra worden
opgelost, benadrukt hij. Feen
stra zou de materie ongetwij
feld anders aanpakken dan
Huibregtsen, maar daar wenst
hij niet openlijk over te filoso
feren. Hij vindt die gedachte
bovendien een verkeerd uit
gangspunt voor een gesprek.
Straf
Sjoerd Feenstra heeft ruime
ervaring een zinkend schip
voor de ondergang te behoe
den. Hij poetste met verve het
blazoen van de ijshockeybond
op, nadat bleek dat zijn voor
ganger Schweers gedurende
diens regeerperiode elke dag
op onverantwoorde, wijze de
portemonnee op handen van
vreemden ondersteboven
keerde. Schweers bouwde bij
voorbeeld op het drijvende
zand van Zoetermeer een
sportcentrum, een constructie
die jaren later door zijn opvol
gers voor de rechtbank ver
antwoord moest worden. Ver
der knoeide Schweers met
subsidies van de internationale
ijshockeyfederatie en de Stich
ting Nationale Sporttotalisator.
Schweers heeft de straf nooit
hoeven dragen, hij nam toen
de malversaties niet langer
waren te verbloemen de be
nen. Hij verstopte zich in
Frankrijk zodat hij een voor
waardelijke gevangenisstraf
en een geldboete van 150.000
gulden tot dusver ontloopt.
Feenstra, directeur van zijn ei
gen groothandel in verwar
mingen („700 werknemers,
jaaromzet van ongeveer 130
miljoen gulden") hielp mee
aan de val van Schweers. En
vond het daarna niet meer dan
logisch het wankele ijshockey-
wereldje van nieuwe pilaren
te voorzien. In dat eerste jaar
hield het nieuwe bestuur zich
alleen maar bezig met het sa
neren van schulden.
met de snelle sport omdat hij
de ijshockeyclub Thialf in
Heerenveen onder de naam
Feenstra Flyers groot maakte.
Zeven landstitels herinneren
aan die periode van de eind ja
ren zeventig, begin jaren tach
tig. Door de successen van
Flyers bloeide het Nederland
se ijshockey even op.
Oranje plaatste zich voor het
eerst in de geschiedenis voor
de Olympische Spelen. In
Lake Placid, in 1980. Een jaar
eerder werd de ploeg beloond
met de titel sportploeg van het
jaar.
De nuchtere en zakelijke aan
pak van Feenstra sprak ook
het NOC aan, die hem dan ook
polste de financiële chaos te
structureren. Bij zijn aanstel
ling zei hij: „Ik heb 'ja' gezegd
omdat ik het nu eenmaal leuk
vind om ergens binnen te ko
men en omgevallen stoelen
recht te zetten".
Uit een in 1989 gehouden
marktonderzoek werd het
NOC neergezet als een vrij
logge, amateuristisch gerunde
organisatie, die eens in de vier
jaar uit de anonimiteit kroop.
Feenstra vindt die woordkeu
ze overdreven. „Wat is log",
kaatst hij terug. „Het NOC
heeft altijd in stilte geope
reerd. Toen ik voorzitter van
de NIJB werd, kreeg ik er
meer zicht op. Dat was in de
tijd dat Anton Geesink lid
werd van het IOC. Ik heb niet
Flyers
Feenstra was bekend geraakt kunnen merkën dathëtNÖC
het is nu wel
Sponsors
Feenstra vindt het vanwege
zijn funktie als penningmees
ter niet passen dat hij zich
daadwerkelijk bemoeit met
het werven van sponsors.
Toch verloopt die speurtocht
moeizaam, hoewel er nu dan
eindelijk lichtpuntjes aan de
horizon zichtbaar zijn. Frank
van den Wall Bake meldde in
het maart-nummer van Sport
International dat er minimaal
1.750.000 gulden aan sponsor
geld op de Nederlandse Olym
piërs ligt te wachten. Op 15
april zou hij al een grote geld
schieter kunnen introduceren.
„Als ik als zakenman zou
moeten kiezen tussen het
sponsoren van een club of het
NOC, dan kies ik voor een
club. Ik heb nu nog altijd pro
fijt van die tijd dat ik Flyers
sponsorde. Ik was in die tijd op
zoek naar naamsbekendheid.
Dat is gelukt. Bij het NOC is
de band met een sponsor an
ders. Bij de club is er een di-
rekt verband. Het NOC kan
sponsors wijzen op een stukje
maatschappelijke betrokken
heid. Het ligt inderdaad ver
der weg omdat er geen naams-
koppeling aan een sporter of
evenement kan worden gere
geld. Je bent als sponsor van
het NOC nu eenmaal minder
nadrukkelijk aanwezig".
RENZE LOLKEMA
door Frank Werkman
VOETBAL
Dit weekeinde kan de
Nederlandse voetbalcompetitie
haar waarschijnlijke ontknoping
krijgen. Na een ongemeen
spannende competitie en een
ongekend zinderende slotfase
kén PSV zich kampioen
noemen. Officieus dat wel, want
na de absolute kraker tegen
Ajax volgt nog een tiental
wedstrijden. Maar met een
nieuwe titelhouder zo ver vóór
de laatste speelronde heeft het
Nederlandse topvoetbal weer
eens haar superioriteit
onweerlegbaar aangetoond.
Omringende landen als
Duitsland en België tobben nog
wekenlang verder om uit te
maken wie de titel op de
conduitestaat mag bijschrijven.
Arme supporters, die te lang in
onzekerheid moeten verkeren
over de vraag welke ploeg zich
de minst slechte mag noemen
van een handjevol matige
formaties. Ploegen, die elkaar
het hele seizoen lang punten
afpikken, zo af en toe een
onverwachte nederlaag lijden
en de spanning in de competitie
onnodig lang rekken met steeds
weer een andere
lijstaanvoerder. Och arm!
In de voorbije maanden heeft
met name Ajax zich nogal eens
beklaagd over de agenda van
competitieleider Jan Huijbregts.
Die zou geplaagd door
burgemeesters en
sneeuwschuivers een voor de
Amsterdammers nadelig
schema in elkaar hebben
geknutseld. Maar wat de
kritikasters uit Amsterdam zijn
vergeten, is dat de regelneef in
Zeist slechts één ding voor ogen
had: de competitie zo snel
mogelijk ten einde brengen.
Mooi toch
Vandaar dat PSV-Ajax, de
landskampioenen van de laatste
twee jaar, natuurlijk niet op de
slotdag van het seizoen moest
worden gepland. Dat zou de
nagestreefde zo vroeg mogelijke
duidelijkheid in de eredivisie
alleen maar nodeloos vertragen.
Hoe eerder er helderheid
bestaat hoe beter, hetgeen
geheel in stijl is met de dit
seizoen transparanter dan ooit
benutte speel data.
Morgen zitten en staan er in
Eindhoven circa 26.000 dol
enthousiaste toeschouwers, die
zo fortuinlijk zijn dat ze live het
toptreffen kunnen volgen. Eens
te meer blijkt dat het stadion
van PSV veel te klein is om alle
potentiële belangstellenden te
huisvesten. De inmiddels deels
gerenoveerde accommodatie,
die overigens enige jaren na de
oplevering al betonrot te zien
gaf dat in allerijl moest worden
hersteld, staat in schril contrast
tot de ambities van de
bespelende club.
PSV wil nadat in 1988 nog de
Europa Cup was veroverd nog
hoger worden opgestoten in de
vaart der volkeren en laat geen
gelegenheid onbenut om van de
daken te schreeuwen dat men
wil deelnemen aan een
Europese competitie. Maar wat
moet een aanstaande
landskampioen én Nederlandse
topploeg temidden van équipes,
die pas op de laatste
competitiedag hun allure
aantonen.
PSV-Ajax verdient een groter
stadion, zoals Ajax-PSV steevast
in de tot sloop gedoemde
olympische piste van Otto
Roffel wordt afgewerkt. Zoals
AZ '67 in 1982 de finale van het
UEFA Cuptoernooi tegen
Ipswich Town ook in die
betonklomp afwerkte. En
Vitesse ooit bijna uitweek naar
Utrecht voor een Europa
Cupduel. In het belang van de
toeschouwers, onder wie
natuurlijk de
clubpenningmeester.
Vanaf het begin van dit
spannende en sprankelende
seizoen speelt SVV met
ongekend succes zijn
thuiswedstrijden in het
Feijenoord-stadion. Weliswaar
was veiligheid en niet comfort
de drijfveer voor deze
verhuizing, maar hoe het ook
zij, de Rotterdamse
voetballiefhebber was er wel
elke week en soms vaker van
verzekerd dat er in de Kuip een
aantrekkelijk duel kon worden
gadegeslagen. Als leuke
aanvulling op spectaculaire
interlands, die zich ook nog
regelmatig in die voetbaltempel
voordeden.
De Kuip zou een perfecte plaats
zijn geweest voor PSV-Ajax.
Bijna exact halverwege
Amsterdam-Eindhoven en
bovendien zou met de schaars
resterende kaartjes Rotterdamse
voetbalfans nog een plezier
kunnen worden gedaan.
Voor hen zou een visite aan die
onvervalste thriller een wel
heel bijzondere aanvulling
betekenen op het toch al
overdadig rijke menu dat SUF,
Sparta, Feyenoord en Excelsior
ook dit seizoen weer de vele
tienduizenden Rotterdammers
hebben aangeboden. En dat de
landstitel dit weekeinde al in
Eindhoven kan belanden, daar
liggen ze in de Maasstad niet
wakker van.