Paaspuzzel met verborgen rijm n inal e r~ 8 1 r r r r z I 23 1 r r f z r 1 1 r r z Hl z "N f ku A? f1 P' 19 z 41 z z r r s Sp P. n r SS 91 92 93 r 1 1 97 r 99 n 100 102 n "1 103 z io4 nor ÏÖ6 z z 109 n n Hl I113 114 z 116 118 1 "3 J F" 122 n 124 125 126 f r.j 130 111 134 135 z 136 i w 141 143 144 145 "Ï4ó z 14 7 '4? 149 151 152 ,5, z 154 155 z U HHDHDHHnH |164 1 ,65 H 166 j 1 16; 169 i J 1 m H 1 z 1 z n r z 1 1 •i n z 207 2 os 1 z 38 1 z 87 223 z J 97 Gi l 90 1 z z r z z J z □1 ZATERDAG 30 MAART 1991 HORIZONTAAL: 31. Jaargetijde 5. Bestaan. 9. Uitroep. 11. Pers. voornw. 13. Verbrandingsplaats. 15. Bar. 16. Centrum. 18. Op grote afstand. 19. Vlaktemaat. 21. Zangstem. 22. Bijbels figuur. 24. Hemelbewoner. 26. Hetzelfde. 28. Grondsoort. 29. Maat. »30. Boom. 31. Beschadiging. 32. Op grote afstand. 33. Titel. 34. De onbekende. 36. Voegwoord. 37. Vaartuig 38. Ontwikkelingskamer. 41. Ongeletterd. 344. Ontspanningsbezigheid 46. Rede, verstand 47. In het jaar onz 49. Noot. 51. Titel. 52. Gaarde. 53. Per expres. 54. Lokspijs. 56. Menigte. 58. Bijbels figuur. 60. Bijbels figuur. 61. Tegenover. 63. Kleur. 65. Voegwoord. 66. Deel van het gelaat. 67. Aanstonds 68. Getroffen. 70. Stuk stof. 73. En andere. 74. Onbep. voornw. 76. Insekt. [m 77. Heer. 78. Vaatwerk. 7o 81 De onbekende. 82 Mythologisch figuur. 84. Watering. 85. Een zekere 88. Voedsel tot zich nem 91. Boom' 92. Gebaar 94. Land in Azië. 95 Speelkaart. 97. Plaats in N. Brabant. 99. Aansporing. 100. Trap. 101. Godsdienst. 102. Plaag. 103. Rund. 104. Familielid. 106. Derhalve. 108. Jongstleden. 109 Dieregeluid. 111. Gedeputeerde Staten. 113 Noot 115 Familielid. 117. Aansporing. 119. Titel. 120. Havenplaats. 122. Regeringsreglement. 123. Lofdicht. 125. Rustend. 128. Noot. 130. Natie. 132. Militair 133. Ongekleed. VERTICAAL: 1. Gebladerte. 2. Kort ogenblik. 3. Op geen enkele plaats. 4. Ten name. 6. Water in Friesland. 8. landbouwwerktuig. 9. Genezen. 10. Voertuig. 12. 14. De oudere. 16. Hoender. 17. Deel van een F ontkenning. 19. Telwoord. 20 Europees land. 23. Verhandelen. 25. Boom. 27. Ritmische beweging. 32. Tuimeling. 33. Honderas. 35. Kleur. 37. Tijdrekening. 38. Glansloos. 39. Levenslucht. 40. Tijdmaat. 42. Motorrace. 43. De volgende dag. 45. Onmeetbaar getal. 46. Pret. 48. Babywoordje. 50. Bijbels figuur. 52. Hoender. 55. Kei. 57. Aan de kade komen. De winnaars van puzzel nr. 12 zijn: Mevr. v.d. Lubbe, Vrouwvenneweg 8, 2374 BE Oud- Ade A.E.M. Zandvliet-Walter, Apollolaan 526, 2324 CH Leiden Zij krijgen hun prijs binnen drie weken per cheque toegestuurd Oplossingen onder vermelding van „Paaspuzzel" moeten uiterlijk woensdagmiddag in bezit zijn van: Vordering. 1. Kelner. Slot. 1. Padvindster. Doodlopend water. 1. Roem. Dierengeluid Kleur. Ongeletterd. 1. Voegwoord. Vlaktemaat. Droogoven, f. Voorzetsel. Noot. Vogelprodukt. 1. Pit. i. Grotsalamander, j. Het Romeinse Rijk. I Bijbelse plaats. Oevergewas. 1. Noot. L Rijksoverheid, i. Deel van een wet. i. Voorzetsel. Inham. I. Water in Friesland. 1. Tegen. 1. Deel van een drukpers, i. Te koop. Dorpsplein. Daar. Bijbels figuur. Lidwoord. 1. Belemmering. Redelijk wezen. Dit is. Ik. i. Uitgave. Nering. Mager. 1. Planeet. Anno Domini. Mijmerij, t. Telwoord. Oeverplant. Vervoermiddel. Plant. Slee. I. Stad in België, i Aardrijkskundige aanduiding. Afwas. Flink. Vordering. I. Fout. 1. Rijksoverheid. Ontkenning. Namelijk. Rund. Groente. Eiland in de Middellandse Zee. 1. Belemmering. Voegwoord. Soort onderwijs. Gesteente. Uniek. Voorzetsel. Vogeleigenschap. I. Land in Azië. 1. Tegenvaller. 1. Groente. Berg op Kreta. Kippeloop. I. Havenplaats. I. Emmertje. 1. Plaats uit de oudheid. Gebak. 1 2 3 4 6 7 10 12 r\ P 13 14 15 16 17 i 'lil /.I f. 7 t f 19 19 20 Ti 23 w JL k 2< 25 26 27 28 "29 l/ll 30 32 33 1 Ut A i l 34 35- 3 6 3 7 38 39 1 m w 40 41 42 43 m 44 ■ió \T r 7y 4? 4 B 49 50 51 53 1 M ;"V- 34 55 56 *7 58 60 w. vjj W 2 V 7 61 63 m 66 'id p- 68 69 70 71 J V 73 79 75 r 77 fi-. 78 79 eo 81 82 sj m 84 w~ 86 88 I 90 95 'V 10 8 m 110 r 121 w\ 129 129 158 7J9 m m J 158 174 175 1 '77 179 78o 191 183 184 185 186 187 188 189 190 191 19i 193 194 195- 196 197 199 Zoo 201 202 203 2Ö4 2 05 206 2» 2Ü 27 239 1 232 74 2ld 191 99 212 2Ï3 2K 216 193 12; 168 134 160 51 21/ 2Ï8 2Ïf~ 220 227 222 66 98 104 119 311 216 n'd ■U-i m 226 218 12 15 54 86 152 1s7 176 w~ 230 237 23 233 177 209 215 223 225 11} 95 62 234 23? j 236 W' 4 185 246 7 2o 214 239 m 239 240 241 111 16 72} 29 4i 94 j 243 «4 295 25S 9* 164 70 30 148 2^6 I W~\ 249 I Hoe luidt het rijmpje wat i n het kleine 1 251 252 r J diagram (hier boven) verborgen zit. TT 250 59. Muil. 60. Sneu. 62. Familielid. 64. Smalle plank. 66. Wagen. 69. Bijbels figuur. 70. Verbinding. 71. Deel van een trap. 72. Kleur. 75. Deel van een eendekooi. 76. Germaanse godheid. 77. Kol. 79. Spil. 80. Grondsoort. 83. Soort. 84. Leeg. 86. Heden. 87. Plaats op de Veluwe. 88. Bekrompen. 89. Boom. 90. Vochtig. 92. Persoonlijk vnw. 93. Nummer. 94. Persoonlijk vnw 96. Vreemde munt. 98. Roem. 100. Laatsleden. 101. Noot. 105. Slee. 107. Voorzetsel. 108. Bevestiging. 109 Titel. 110. Voedsel. 111. Kleur. 112. Plaatsin Gelderland. 114. Water in Friesland. 116 Klaar. 117 Vervelend. 118. Sport. 119. Ego. 120. Gebogen. 121. Rivier in Azië. 122. Slechte gewoonte. 124. Land in Europa. 126 Soort onderwijs. 127. Klinknageltje. 129. Slotwoord. 130. Heen en weer. 131. Soort eend. 132. Ons inziens. 134. Bergplaats. 135. Soort verlichting. 137. Aansporing. 139. Zijn. 140 Regeringsreglement. 142. Roem. 143. Reparatieplaats voor schepen. 145. Plaats in Gelderland. 147. Steen. 150. Klaar 153. Gesteente. 156. Vreemde munt. 158. Titel. 160. Vervoermiddel. 162. Ter gedachtenis. 164. Eer. 165. Uit nalatenschap ontvangen. 166. Dwarshout. 167 Bolgewas. 168. Zwak. 170. Dierengeluid. 171. Motorrace. 173. Hetzelfde. 176. Namelijk. 177. Uitroep van afkeer 178. Slee. 179 Gebogen. 181. Maat. 183 Berg op Kreta. 185. Roemen. 187. Rivier in de Duitsland. 188. Deel van een vinger. 189. Landbouwwerktuig. 191. Europeaan. 193. Een zekere. 195. Vogel. 196 Landbouw. 197. Man van stand. 199. Noot. 200. Vorstelijke titel. 201. Lidwoord. 202. Gezet. 204. Boos. 205. Toegang. 206. Vervoersmaatschappij. 210. Vogel. 212. Lokspijs. 214. Kloosterlinge. 216. Rivier in Spanje. 217. Waterdier. 218. Muziekinstrument. 220. Rustteken 222. Voorzetsel. 223 Masker. 225. Militair. 227. Nota bene. 230. Steen. 231. Rivier in Rusland. 233. Werelddeel. 234. Neerslag. 236. Zonder iets. 238. Armee. 239. Eens. 240. Motorrace. 241 Afzonderlijk. 244. Aansporing. 245 Rivier in Duitsland. 248. Soort onderwijs. 250. Rijks Universiteit. 251. Dwarshout. 252. Deel van de bijbel. 253. Water in Drente. Naam Adres Postcode Woonplaats Baba Sy voor de derde en laatste maal enkele partijen uit het in Dakar gehouden toernooi ter nagedachtenis van Baba Sy. Om te beginnen de winst die de oud-we reldkampioen Sjtsjegoljev - sinds enige tijd weer aktief in de wedstrijdsport - in de tweede ronde op de Senegalees Kane boekte: H. KANE-W. SJTSJEGOLEV Tweede ronde. Baba Sy-memorial 1991 I.33-28 18-23; 2.34-29 23x34; 3.40x29 17- 21; 4.38-33 21-26; 5.42-38 20-24; 6.29x20 15x24. Deze ruil past geheel in de stijl van Sjtsje goljev. Waar anderen wellicht wit de gele genheid hadden geboden zijn aanval ver der uit te bouwen om zelf kansen in de omsingeling te zoeken, kiest de oud-we reldkampioen voor de meest rustige aan pak: door het spel in klassieke banen te brengen probeert hij van wits zware lange vleugel te profiteren. Deze strategie volgde hij bijvoorbeeld ook - en met succes! - in H. Jansen-Sjtsjegol- jev WK 1976, een 'kurtzpartie' waar ik even de notatie van laat volgen: 1.34-29 19-23; 2.33-28 23x34; 3.40x29 17-21; 4.45- 40 14-19; 5.39-34 10-14; 6.38-33 21-26; 7.44-39 18-23; 8.29x18 12x23; 9.35-30 20- 24; 10.30-25 7-12; 11.31-27 2-7; 12.42-38 12-18; 13.47-42 7-12; 14.50-45 5-10; 15.49.44 1-7; 16.34-29 23x34; 17.40x20 15x24; 18.36-31 10-15; 19.41-36 18-23; 20.44-40 12-18; 21.27-22 18x27; 22.31x22 7-12; 23.46-41 4-10! Nu zou er na 24.40- 35 een spannend middenspel zijn gevolgd. Jansen deed echter 24.36-31? waarop zwart de partij fraai uitmaakte middels: 24-29! 25.33x24 19x30; 26.28x19 14x23; 27.25x34 23-29; 28.34x23 12-18; 29.23x12 8x28; 30.32x23 13-18; 31.23x12 11-17; 32.12x21 16x47! 7.45-40 12-18; 8.40-34 7-12; 9.47-42 18- 23; 10.31-27 12-18; 11.36-31 14-20; 12.41- 36 10-15; 13.34-29 23x34; 14.39x30 20- 25; 15.44-39 25x34; 16.39x30 5-10; 17.43- 39 18-23; 18.49-43 10-14; 19.50-44 8-12; 20.30-25 2-8; 21.33-29 24x22; 22.27x29 19-24; 23.29x20 15x24. Ondanks deze vereenvoudigingen blijft zwart prettiger staan. 24.39-33 1-7; 25.43-39 14-19; 26.31-27 12- 18; 27.46-41 7-12; 28.36-31 18-23; 29.41- 36 9-14; 30.33-28 4-9; 31.27-22 12-18; 32.48-43. Twijfelachtig, maar wit heeft het al moeilijk. 18x27; 33.31x22 11-17. De enige manier voor zwart om door te gaan; de ruil is echter ook sterk! 34.22x11 16x7; 35.36-31. Dit opnieuw op gesloten klassiek aanstu ren is zeer gevaarlijk. De witte stand was evenwel al lastig te hanteren, want na bij voorbeeld 35.38-33 8-12; 36.42-38 13-18 mag 37.37-31 enz. niet. 13-18; 36.31-27 8- 12; 37.44-40 9-13; 38.40-34. Nodig is 40.38-33, maar de witte stelling is mis schien al verloren. 3-8; 39.34-30 6-11; 40.39-33. Want op 38-33? volgt het zetje van Weiss met 24-29 enz. 23-29! En hier reeds zag wit van verder verweer af. Terecht, want de door zwart geplaatste Ghestem-doorstoot is beslis send: na bijvoorbeeld 40.28-22 18-23 loopt wit binnen enkele zetten vast. De Nederlandse grootmeester Scholma ging met vier uit twee uitstekend van start, maar viel in de derde ronde door een nederlaag tegen Gantwarg terug. Later in het toernooi verloor hij nog tweemaal en eindigde hij zo op de achtste plaats. Hier zijn mooie overwinning uit de twee de ronde op de Senegalees Der. A. SCHOLMA-A. DER Tweede ronde Baba-Sy-memorial 1991. 1.32-28 19-23; 2.28x19 14x23; 3.37-32 10- 14; 4.34-30 13-19; 5.41-37 8-13; 6.46-41 17-21; 7.32-28 23x32; 8.37x28 11-17; 9.40-34 18-22; 10.31-26 12-18; 11.45-40 4- 10; 12.41-37 2-8; 13.38-32 6-11; 14.43-38 7-12; 15.49-43 21-27; 16.32x21 16x27 17.36-31. Schakelt over naar een interes sant speltype waarin randschijven een be langrijke rol spelen. 27x36; 18.26-21 17x26; 19.28x6 19-23; 20.30-25 20-24; 21.50-45 13-19; 22.34-29 23-34; 23.40x20 15x24; 24.44-40 8-13; 25.40-34 12-17; 26.34-30 18-23; 27.39-34 13-18; 28.33-29 24x33; 29.38x29. Verscherpt met deze omsingelende aktie de strijd. 23-28; 30.42-38 19-23; 31.43-39 10-15; 32.45-40 14-20. Hierna komt wit in het voordeel, maar zwart stond waarschijnlijk al lastig, daar wit op zowel 32...9-13 als 32... 14-19 goed 33.30-24 kan spelen. 33.25x14 9x20; 34.30-24! Dreigt te winnen door 35.24-19 enz., zo dat zwarts volgende zet gedwongen is. Overigens had wit aan de afwikkeling 34.47-41 36x47; 35.38-32 enz. niets. 20- 25; 35.24-29! 23x14; 36.38-32. Zo ver krijgt wit prachtig aanvalsspel. 18-22; 37.32x23 14-20; 38.35-30 17-21; 39.39-33 3-8; 40.30-24 5-10; 41.40-35 10-14; 42.24- 19 21-27; 43.19x10 15x4; 44.37-32 27x38; 45.33x42 20-24; 46.29x20 25x14; 47.35-30 26-31; 48.42-37 31x42; 49.48x37 14-20; 50.34-29 20-25; 51.30-24 8-12; 52.23-19 12-18; 53.37-32 4-9; 54.32-28 22x33; 55.29x38 18-22; 56.38-32. Wit heeft pre cies het laatste tempo. Toch leek zwart met 1-7 nog een eind te kunnen komen; dat was echter maar schijn: 57.19-13! 9x18; 58.6-1 36-41; 59.1x40! Om op 41-46 met 60.40-35 te winnen. 22-27; 60.32x21 41-46; 61.21-16 46-28; 62.40-45 en zwart gaf op: overmachtswinst van wit is niet meer tegen te gaan. Als laatste partij het treffen tussen de twee Senegalese spelers met dezelfde naam: B. DIALLO-A.M. DIALLO Achtste ronde Baba Sy-memorial 1991. 1.32-28 16-21; 2.31-26 18-22; 3.37-32 11- 16; 4.41-37 7-11; 5.34-29 1-7; 6.40-34 13- 18; 7.45-40 19-23; 8.28x19 14x23; 9.35-30 9-13; 10.40-35 21-27; 11.32x21 16x27; 12.37-31 10-14; 13.30-24 3-9; 14.50-45 11- 16; 15.42-37 5-10; 16.44-40 23-28; 17.47- 41. 1 Si - 5 6 p 1 P mm 10 11 ■m 15 16 M 20 21 25 26 0 9 m w 30 31 I I OO O 35 36 m s sn m 40 41 :i 0 1 0 45 46 In IS -Z 50 Na een scherp gespeelde opening is er nu een interessante positie ontstaan, waann 17...7-11 of 17...20-25 voor de hand lijken te liggen. In de partij meende zwart even wel op een originele wijze te kunnen her groeperen: 17-21; 18.26x17 22x11; 19.33x22 18-23; 20.29x18 20x29; 21.34x23 27-32. Want op 21...13-19 laat wit slaan en komt vervol gens met 23.37-32 enz. op dam, terwijl 21... 12-17 faalt op 22.18-12 7x29 en nu bijvoorbeeld 23.22-18 13x22; 24.38-33 enz. 22.38x27 13-19. Deze aktie was ech ter foutief, want na 23.22-17 12x32; 24.37x28 8-13; 25.49-44 13x33 39x28 bleef wit een schijf voor, en won hij later de partij. Losing Trick Count (2) Op verzoek van een flink aantal lezers zijn we vorige week gestart met een fe uilleton over de LTC, speciaal voor de genen die via bibliotheek of kennissen geen inzage meer hebben in het uitver kochte 'Winnende kaartwaardering. De Losing Trick Count' van Bob van de Velde en ondergetekende, daterend van 1986. We hebben in vogelvlucht de basistelling behandeld en de negatieve en positieve correctieregels die daarop worden toege past en hebben gezien dat een minimale opening een hand met 7 verliezers is. Twee van die handen tegenover elkaar resulteren bij een geconstateerde fit (in een hoge kleur) tot deze LTC-formule: 18 - (7 7) 4¥ Hoe moeten we die LTC in de praktijk hanteren? Laten we eens beginnen met een simpele bieding: ZUID WESTNOORD OOST IV pas 2V pas Wat geeft noord aan? Volgend de ortho doxe puntentelling 6-9, volgens de LTC 9 (of 10) verliezers. Met redelijke over waarde moet zuid dus een poging doen. Dat betekent dat hij een behoorlijke hand moet hebben met 6 verliezers of minder. Dat 'behoorlijke' hand is nodig, want naast verliezers heb je ook winners nodig! Er is moet worden. Wat vier- of een vijfkaart? Dat is heel belang rijk, want op basis daarvan gaan troef- controle en of supertroefcontrole wer ken. Zuid heeft: H V 3 V A B 10 8 2 A 8 7 2 7 en... l¥ betekent vierkaart (of meer). Hoe moeten we deze zuidhand bereke nen volgens de LTC? - 1 verliezer in schoppen - 1 2 verliezers in harten - 2 verliezers in ruiten - 1 verliezer in klaver Samen dus maar 5 6 verliezers en daar is nog positieve correctie op nodig ook, vanwege: 1. de vijfkaart troef: troefcontrole, 1 verliezer in mindering. 2. 2 azen tegenover 1 ('meewerkende') vrouw, verliezer in mindering. Wanneer we 5 6 verliezers in de basis telling 'vertalen' in 5+, resteren er na correctie slechts 4 verliezers en dat is ei genlijk zelfs te sterk voor een manchepo ging. Als partner er 9 heeft, luidt de for mule al: 18 - (9 4) 5* en dat recht vaardigt een direct 4¥. Je hoopt als zuid gewoon dat je niet in alle vier de kleuren een slag verliest. Wie direct 4¥ te grof vindt, kan een poging doen. Niet met 3¥ want dat doen alleen beginners, maar via een short suit trial (3+), waar na partner verzocht wordt zijn hand te herwaarderen. Dit spel lag zo: NOORD 10 5 r H 7 5 3 V B 9 B 8 3 2 WEST A 9 8 2 r 6 4 H 6 4 V 9 6 4 OOST B 7 6 4 V V 9 10 5 3 A H 10 5 ZUID H V 3 A B 10 8 2 A 8 7 2 7 NOORD OOST short suil trial. De manche kwam na een klaverstart zonder problemen binnen. NZ beschik ken over slechts 21 honneurpunten. Om daar verantwoord een manche mee te bieden, dient men te beschikken over een goed biedsysteem (b.v. met short suit trials) en een goede theoretische on dergrond (b.v. met de LTC). Als intermezzo even een ethische bij komstigheid. Zuid kan zichzelf - zeker met een nog iets móóier spel - in de pro blemen brengen na: ZUID WEST NOORD OOST 3+ pas 3¥ pas Hij zal nu echt een volgroeide beul moeten hebben om zich nog 4* te kun nen permitteren. Aan de andere kant is het goed om in deze situatie met partner overeen te komen dat er op een trial drie antwoorden zijn: a). afzwaaien (3¥) b). twijfel (in dit geval 36) c). in de roos (4¥) Dus, na afzwaaien vraag je om moeilijk heden wanneer je de manche alsnog biedt. Tijdens de achtste finale Interpolis kwam de volgende zuidhand voor V B 5 3 2 H 3 H 10 6 A 7 4 NZ zijn kwetsbaar en oost opent met 1+. Zuid volgt met \4, west past en noord biedt 3*. Wat te bieden? (Wordt vervolgd). Kloostertoernooi Het Kloostertoernooi in Ter Apel begint een begrip te worden in de schaakwe reld. De spelers die in het gezellige Gro ningse plaatsje vertoefd hebben, brengen hun enthousiasme over op de collega's, waardoor het ieder jaar gemakkelijker wordt om goede grootmeesters te invite ren. Dit jaar had men het grote Russische ta lent Alexey Shirov (ELO:2615) weten te strikken. Hij wist zijn favorietenrol ech ter nietwaar te maken. Onze landgenoot Joris Brenninkmeijer zat hem in de laat ste ronde dwars en bleef hem een half punt voor. Na enkele teleurstellende re sultaten is de jonge Groninger weer op de goede weg. Met gedegen spel liet hij in Ter Apel zien, dat hij vorig jaar niet voor niets verkozen was voor het Neder lands Olympiade-team. De manier waar op hij onderstaande stelling won van Shirov getuigde van een goede vorm. J.BRENNINKMEIJER-A.SHIROV Stelling na de 25e zet van zwart. Shirov heeft wat rommelig gespeeld, waardoor zijn koningspositie slecht is. Met fijne middelen maakt Brennink meijer daar gebruik van. 26.Le5! Dc6!?! Zwart hoopt, door de kwaliteit te geven, enige tegenkansen te krijgen. Overigens zou 26...Ld6 27.Dc4+ Kf8 28.Lxd6 Txd6 29.Txd6 Dxd6 30.Tcl bij slechte stelling een pion gekost hebben. 27.Lf4 De4 28.Pe5+ Ke6 29.De2! Zeer goed gespeeld. Dames ruilen en de kwaliteit winnen had voor de hand gele gen, maar de zwarte meerderheid op de damevleugel, ondersteund door het lo- perpaar, zou nog gevaarlijk voor wit zijn. Met de dames op het bord kan goed geprofiteerd worden van de slechte zwarte koningsstand. Daarbij komt dat zwart zijn kwaliteit niet kan redden: 29...Tf6? 30.D! gevolgd door 31.Dc4+ enz. 29...Kf6 30.f3 Db7 31.Lxh6 gxh6 32.Pc4 Le6 33.Pd6 Lxd6 34.Txd6 Db5 35.Dc2 Tb8 36.Db2+ Kf7 37.De5! Wit gebruikt zijn extra kwaliteit voor de aanval; pionnen zijn nu niet meer be langrijk. 37...Lxb3 38.Dxf5+ Ke8 39.De4+ Kf8 40.Dxh7. Zwart gaf het op. In de derde ronde ver sloeg Brenninkmeijer op overtuigende wijze de Zweedse Pia Cramling. De pres taties van deze speelster worden enigs zins overschaduwd door de Polgarzusjes, maar ook zij is voor mannen een ge duchte tegenstander. Met haar rating van 2470 behoort zij tot de categorie sterke meesters. Bij het commentaar heb ik gebruik gemaakt van de analyses van de winnaar in het toernooibulletin. P.CRAMLING-J.BRENNINKMEIJER Slavisch. I.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 dxc4 Lxe4!? 9.fxe4 Pxe4 10.Ld2 Dxd4 met compensatie voor het stuk. 7...Lb4 8.Lg2 Le4! Een interessant idee, met als bedoeling de witte pionnenstelling te verzwakken. Wit moet daar wel op in gaan, want 9.Lxe4 Pxe4 is goed voor zwart. 9.f3 Lg6 10.e4 c5 ll.Le3 cxd4 12.Dxd4 Dxe4 13.Lxd4 0-0. Een nieuwe zet. gebruikelijk was hier bxc6 15.LH met onge 13...Pc6 14.Pxc6 bxc6 veer gelijke kansen. Als wit nu gewoon 14.Pxc4 had gespeeld, zou er weinig aan de hand zijn, maar Cramling probeert nu ook met de loper op c4 te slaan, het geen zwart een belangrijk extra tempo geeft. Brenninkmeijer gaf na afloop 14.h4 aan als gevaarlijk voor zwart, maar na 14...h6! 15.Pxg6 fxg6 gevolgd door Pb8-c6-a5 wegen de extra pion en de witte gaten op d3 en b3 ruimschoots op tegen de verminkte pionnenstelling. 14.Lfl Pfd7! 15.Pxc4. Niet goed was nu 15.Lxc4? Tc8 16.Lb5 Pxe5 17.Lxe5 a6 18.Ld3 Pc6 met groot voordeel voor zwart. 15...Pc6 16.Le3 Pc5 17.Le2 f5! 18.exf5 Lxf5 19.0-0 Pb3 20.Tadl Tad8 21.Txd8 Txd8 22.Pe4. De zwarte stukken staan veel beter opge steld, getuige de volgende variant: 22.Tdl? Pcd4 23.KO Lc2! 24.Tgl Lxc3 25.bxc3 Pxe2 en zwart wint een stuk. 22...Pbd4 23.Ldl h6 24.Kg2?! Om de lo per op de diagonaal h7-bl te houden had wit hier 24.g4! moeten doen, nu komt dit stuk ook optimaal te staan. 24...e5! 25.h4 Le6 26.Pcd2?! Versnelt het einde, dat na 26.b3 b6 27...Lxc4 28.bxc4 Pa5 langzaam geko men was. 26...Pf5 27.KT2 Td3 28.Lc2. Materiaalverlies was niet meer te voor komen: 28.Tel Pxe3 29.Txe3 Txd2+ enz. 28...Txe3 29.g4 Pcd4 30.gxf5 Te2+ 31.Kr1 Lxd2 32.Ldl Le3+ 33.Khl Lc4 34.Lxe2 Lxe2 35.Tel L\D+ 36.Kh2 Pc2. Wit gaf het op. Correspondentie-adres: Leo Hofland. C.Fockstraat 113. 2613 DE. Delft. ■£eidóe Sommit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 35