Paaspuzzel met
verborgen rijm
n
inal
e
r~
8 1
r
r
r
r
z
I
23
1
r
r
f
z
r
1
1
r
r
z
Hl
z
"N
f
ku
A?
f1
P'
19
z
41
z
z
r
r
s
Sp
P.
n
r
SS
91
92
93
r
1 1
97
r
99
n
100
102
n
"1
103
z
io4
nor
ÏÖ6
z
z
109
n
n
Hl
I113
114
z
116
118
1
"3
J
F"
122
n
124
125
126
f
r.j
130
111
134
135
z
136
i
w
141
143
144
145
"Ï4ó
z
14 7
'4?
149
151
152
,5,
z
154
155
z
U
HHDHDHHnH
|164
1
,65
H
166 j
1
16;
169
i
J
1
m
H
1
z
1
z
n
r
z
1
1
•i
n
z
207
2 os
1
z
38
1
z
87
223
z
J
97
Gi
l
90
1
z
z
r
z
z
J
z
□1
ZATERDAG 30 MAART 1991
HORIZONTAAL:
31. Jaargetijde
5. Bestaan.
9. Uitroep.
11. Pers. voornw.
13. Verbrandingsplaats.
15. Bar.
16. Centrum.
18. Op grote afstand.
19. Vlaktemaat.
21. Zangstem.
22. Bijbels figuur.
24. Hemelbewoner.
26. Hetzelfde.
28. Grondsoort.
29. Maat.
»30. Boom.
31. Beschadiging.
32. Op grote afstand.
33. Titel.
34. De onbekende.
36. Voegwoord.
37. Vaartuig
38. Ontwikkelingskamer.
41. Ongeletterd.
344. Ontspanningsbezigheid
46. Rede, verstand
47. In het jaar onz
49. Noot.
51. Titel.
52. Gaarde.
53. Per expres.
54. Lokspijs.
56. Menigte.
58. Bijbels figuur.
60. Bijbels figuur.
61. Tegenover.
63. Kleur.
65. Voegwoord.
66. Deel van het gelaat.
67. Aanstonds
68. Getroffen.
70. Stuk stof.
73. En andere.
74. Onbep. voornw.
76. Insekt.
[m 77. Heer.
78. Vaatwerk.
7o 81 De onbekende.
82 Mythologisch figuur.
84. Watering.
85. Een zekere
88. Voedsel tot zich nem
91. Boom'
92. Gebaar
94. Land in Azië.
95 Speelkaart.
97. Plaats in N. Brabant.
99. Aansporing.
100. Trap.
101. Godsdienst.
102. Plaag.
103. Rund.
104. Familielid.
106. Derhalve.
108. Jongstleden.
109 Dieregeluid.
111. Gedeputeerde Staten.
113 Noot
115 Familielid.
117. Aansporing.
119. Titel.
120. Havenplaats.
122. Regeringsreglement.
123. Lofdicht.
125. Rustend.
128. Noot.
130. Natie.
132. Militair
133. Ongekleed.
VERTICAAL:
1. Gebladerte.
2. Kort ogenblik.
3. Op geen enkele plaats.
4. Ten name.
6. Water in Friesland.
8. landbouwwerktuig.
9. Genezen.
10. Voertuig.
12.
14. De oudere.
16. Hoender.
17. Deel van een F
ontkenning.
19. Telwoord.
20 Europees land.
23. Verhandelen.
25. Boom.
27. Ritmische beweging.
32. Tuimeling.
33. Honderas.
35. Kleur.
37. Tijdrekening.
38. Glansloos.
39. Levenslucht.
40. Tijdmaat.
42. Motorrace.
43. De volgende dag.
45. Onmeetbaar getal.
46. Pret.
48. Babywoordje.
50. Bijbels figuur.
52. Hoender.
55. Kei.
57. Aan de kade komen.
De winnaars van puzzel nr. 12 zijn:
Mevr. v.d. Lubbe, Vrouwvenneweg 8, 2374 BE Oud-
Ade
A.E.M. Zandvliet-Walter, Apollolaan 526, 2324 CH
Leiden
Zij krijgen hun prijs binnen drie weken per cheque
toegestuurd
Oplossingen onder vermelding van „Paaspuzzel"
moeten uiterlijk woensdagmiddag in bezit zijn van:
Vordering.
1. Kelner.
Slot.
1. Padvindster.
Doodlopend water.
1. Roem.
Dierengeluid
Kleur.
Ongeletterd.
1. Voegwoord.
Vlaktemaat.
Droogoven,
f. Voorzetsel.
Noot.
Vogelprodukt.
1. Pit.
i. Grotsalamander,
j. Het Romeinse Rijk.
I Bijbelse plaats.
Oevergewas.
1. Noot.
L Rijksoverheid,
i. Deel van een wet.
i. Voorzetsel.
Inham.
I. Water in Friesland.
1. Tegen.
1. Deel van een drukpers,
i. Te koop.
Dorpsplein.
Daar.
Bijbels figuur.
Lidwoord.
1. Belemmering.
Redelijk wezen.
Dit is.
Ik.
i. Uitgave.
Nering.
Mager.
1. Planeet.
Anno Domini.
Mijmerij,
t. Telwoord.
Oeverplant.
Vervoermiddel.
Plant.
Slee.
I. Stad in België,
i Aardrijkskundige
aanduiding.
Afwas.
Flink.
Vordering.
I. Fout.
1. Rijksoverheid.
Ontkenning.
Namelijk.
Rund.
Groente.
Eiland in de Middellandse
Zee.
1. Belemmering.
Voegwoord.
Soort onderwijs.
Gesteente.
Uniek.
Voorzetsel.
Vogeleigenschap.
I. Land in Azië.
1. Tegenvaller.
1. Groente.
Berg op Kreta.
Kippeloop.
I. Havenplaats.
I. Emmertje.
1. Plaats uit de oudheid.
Gebak.
1
2
3
4
6
7
10
12
r\
P
13
14
15
16
17
i
'lil /.I
f.
7
t
f
19
19
20
Ti
23
w
JL
k
2<
25
26
27
28
"29
l/ll
30
32
33
1
Ut
A
i
l
34
35-
3 6
3 7
38
39
1
m
w
40
41
42
43
m
44
■ió
\T
r
7y
4?
4 B
49
50
51
53
1
M
;"V-
34
55
56
*7
58
60
w.
vjj
W
2
V
7
61
63
m
66
'id
p-
68
69
70
71
J
V
73
79
75
r
77
fi-.
78
79
eo
81
82
sj
m
84
w~
86
88 I
90
95
'V
10 8
m
110
r
121
w\
129
129
158
7J9
m
m
J
158
174
175
1
'77
179
78o
191
183
184
185
186
187
188
189
190
191
19i
193
194
195-
196
197
199
Zoo
201
202
203
2Ö4
2 05
206
2»
2Ü
27
239
1
232
74
2ld
191
99
212
2Ï3
2K
216
193
12;
168
134
160
51
21/
2Ï8
2Ïf~
220
227
222
66
98
104
119
311
216
n'd
■U-i
m
226
218
12
15
54
86
152
1s7
176
w~
230
237
23
233
177
209
215
223
225
11}
95
62
234
23? j
236
W'
4
185
246
7
2o
214
239
m
239
240
241
111
16
72}
29
4i
94 j
243
«4
295
25S
9*
164
70
30
148
2^6
I
W~\
249
I Hoe luidt het rijmpje wat i
n het kleine 1
251
252
r
J diagram (hier boven) verborgen zit.
TT
250
59. Muil.
60. Sneu.
62. Familielid.
64. Smalle plank.
66. Wagen.
69. Bijbels figuur.
70. Verbinding.
71. Deel van een trap.
72. Kleur.
75. Deel van een eendekooi.
76. Germaanse godheid.
77. Kol.
79. Spil.
80. Grondsoort.
83. Soort.
84. Leeg.
86. Heden.
87. Plaats op de Veluwe.
88. Bekrompen.
89. Boom.
90. Vochtig.
92. Persoonlijk vnw.
93. Nummer.
94. Persoonlijk vnw
96. Vreemde munt.
98. Roem.
100. Laatsleden.
101. Noot.
105. Slee.
107. Voorzetsel.
108. Bevestiging.
109 Titel.
110. Voedsel.
111. Kleur.
112. Plaatsin Gelderland.
114. Water in Friesland.
116 Klaar.
117 Vervelend.
118. Sport.
119. Ego.
120. Gebogen.
121. Rivier in Azië.
122. Slechte gewoonte.
124. Land in Europa.
126 Soort onderwijs.
127. Klinknageltje.
129. Slotwoord.
130. Heen en weer.
131. Soort eend.
132. Ons inziens.
134. Bergplaats.
135. Soort verlichting.
137. Aansporing.
139. Zijn.
140 Regeringsreglement.
142. Roem.
143. Reparatieplaats voor
schepen.
145. Plaats in Gelderland.
147. Steen.
150. Klaar
153. Gesteente.
156. Vreemde munt.
158. Titel.
160. Vervoermiddel.
162. Ter gedachtenis.
164. Eer.
165. Uit nalatenschap
ontvangen.
166. Dwarshout.
167 Bolgewas.
168. Zwak.
170. Dierengeluid.
171. Motorrace.
173. Hetzelfde.
176. Namelijk.
177. Uitroep van afkeer
178. Slee.
179 Gebogen.
181. Maat.
183 Berg op Kreta.
185. Roemen.
187. Rivier in de Duitsland.
188. Deel van een vinger.
189. Landbouwwerktuig.
191. Europeaan.
193. Een zekere.
195. Vogel.
196 Landbouw.
197. Man van stand.
199. Noot.
200. Vorstelijke titel.
201. Lidwoord.
202. Gezet.
204. Boos.
205. Toegang.
206. Vervoersmaatschappij.
210. Vogel.
212. Lokspijs.
214. Kloosterlinge.
216. Rivier in Spanje.
217. Waterdier.
218. Muziekinstrument.
220. Rustteken
222. Voorzetsel.
223 Masker.
225. Militair.
227. Nota bene.
230. Steen.
231. Rivier in Rusland.
233. Werelddeel.
234. Neerslag.
236. Zonder iets.
238. Armee.
239. Eens.
240. Motorrace.
241 Afzonderlijk.
244. Aansporing.
245 Rivier in Duitsland.
248. Soort onderwijs.
250. Rijks Universiteit.
251. Dwarshout.
252. Deel van de bijbel.
253. Water in Drente.
Naam
Adres
Postcode Woonplaats
Baba Sy
voor de derde en laatste maal
enkele partijen uit het in Dakar gehouden
toernooi ter nagedachtenis van Baba Sy.
Om te beginnen de winst die de oud-we
reldkampioen Sjtsjegoljev - sinds enige
tijd weer aktief in de wedstrijdsport - in
de tweede ronde op de Senegalees Kane
boekte:
H. KANE-W. SJTSJEGOLEV
Tweede ronde.
Baba Sy-memorial 1991
I.33-28 18-23; 2.34-29 23x34; 3.40x29 17-
21; 4.38-33 21-26; 5.42-38 20-24; 6.29x20
15x24.
Deze ruil past geheel in de stijl van Sjtsje
goljev. Waar anderen wellicht wit de gele
genheid hadden geboden zijn aanval ver
der uit te bouwen om zelf kansen in de
omsingeling te zoeken, kiest de oud-we
reldkampioen voor de meest rustige aan
pak: door het spel in klassieke banen te
brengen probeert hij van wits zware lange
vleugel te profiteren.
Deze strategie volgde hij bijvoorbeeld ook
- en met succes! - in H. Jansen-Sjtsjegol-
jev WK 1976, een 'kurtzpartie' waar ik
even de notatie van laat volgen: 1.34-29
19-23; 2.33-28 23x34; 3.40x29 17-21; 4.45-
40 14-19; 5.39-34 10-14; 6.38-33 21-26;
7.44-39 18-23; 8.29x18 12x23; 9.35-30 20-
24; 10.30-25 7-12; 11.31-27 2-7; 12.42-38
12-18; 13.47-42 7-12; 14.50-45 5-10;
15.49.44 1-7; 16.34-29 23x34; 17.40x20
15x24; 18.36-31 10-15; 19.41-36 18-23;
20.44-40 12-18; 21.27-22 18x27; 22.31x22
7-12; 23.46-41 4-10! Nu zou er na 24.40-
35 een spannend middenspel zijn gevolgd.
Jansen deed echter 24.36-31? waarop
zwart de partij fraai uitmaakte middels:
24-29! 25.33x24 19x30; 26.28x19 14x23;
27.25x34 23-29; 28.34x23 12-18; 29.23x12
8x28; 30.32x23 13-18; 31.23x12 11-17;
32.12x21 16x47!
7.45-40 12-18; 8.40-34 7-12; 9.47-42 18-
23; 10.31-27 12-18; 11.36-31 14-20; 12.41-
36 10-15; 13.34-29 23x34; 14.39x30 20-
25; 15.44-39 25x34; 16.39x30 5-10; 17.43-
39 18-23; 18.49-43 10-14; 19.50-44 8-12;
20.30-25 2-8; 21.33-29 24x22; 22.27x29
19-24; 23.29x20 15x24.
Ondanks deze vereenvoudigingen blijft
zwart prettiger staan.
24.39-33 1-7; 25.43-39 14-19; 26.31-27 12-
18; 27.46-41 7-12; 28.36-31 18-23; 29.41-
36 9-14; 30.33-28 4-9; 31.27-22 12-18;
32.48-43. Twijfelachtig, maar wit heeft het
al moeilijk.
18x27; 33.31x22 11-17. De enige manier
voor zwart om door te gaan; de ruil is
echter ook sterk! 34.22x11 16x7; 35.36-31.
Dit opnieuw op gesloten klassiek aanstu
ren is zeer gevaarlijk. De witte stand was
evenwel al lastig te hanteren, want na bij
voorbeeld 35.38-33 8-12; 36.42-38 13-18
mag 37.37-31 enz. niet. 13-18; 36.31-27 8-
12; 37.44-40 9-13; 38.40-34. Nodig is
40.38-33, maar de witte stelling is mis
schien al verloren. 3-8; 39.34-30 6-11;
40.39-33. Want op 38-33? volgt het zetje
van Weiss met 24-29 enz.
23-29! En hier reeds zag wit van verder
verweer af. Terecht, want de door zwart
geplaatste Ghestem-doorstoot is beslis
send: na bijvoorbeeld 40.28-22 18-23
loopt wit binnen enkele zetten vast.
De Nederlandse grootmeester Scholma
ging met vier uit twee uitstekend van
start, maar viel in de derde ronde door
een nederlaag tegen Gantwarg terug. Later
in het toernooi verloor hij nog tweemaal
en eindigde hij zo op de achtste plaats.
Hier zijn mooie overwinning uit de twee
de ronde op de Senegalees Der.
A. SCHOLMA-A. DER
Tweede ronde Baba-Sy-memorial 1991.
1.32-28 19-23; 2.28x19 14x23; 3.37-32 10-
14; 4.34-30 13-19; 5.41-37 8-13; 6.46-41
17-21; 7.32-28 23x32; 8.37x28 11-17;
9.40-34 18-22; 10.31-26 12-18; 11.45-40 4-
10; 12.41-37 2-8; 13.38-32 6-11; 14.43-38
7-12; 15.49-43 21-27; 16.32x21 16x27
17.36-31. Schakelt over naar een interes
sant speltype waarin randschijven een be
langrijke rol spelen. 27x36; 18.26-21
17x26; 19.28x6 19-23; 20.30-25 20-24;
21.50-45 13-19; 22.34-29 23-34; 23.40x20
15x24; 24.44-40 8-13; 25.40-34 12-17;
26.34-30 18-23; 27.39-34 13-18; 28.33-29
24x33; 29.38x29. Verscherpt met deze
omsingelende aktie de strijd.
23-28; 30.42-38 19-23; 31.43-39 10-15;
32.45-40 14-20. Hierna komt wit in het
voordeel, maar zwart stond waarschijnlijk
al lastig, daar wit op zowel 32...9-13 als
32... 14-19 goed 33.30-24 kan spelen.
33.25x14 9x20; 34.30-24!
Dreigt te winnen door 35.24-19 enz., zo
dat zwarts volgende zet gedwongen is.
Overigens had wit aan de afwikkeling
34.47-41 36x47; 35.38-32 enz. niets. 20-
25; 35.24-29! 23x14; 36.38-32. Zo ver
krijgt wit prachtig aanvalsspel. 18-22;
37.32x23 14-20; 38.35-30 17-21; 39.39-33
3-8; 40.30-24 5-10; 41.40-35 10-14; 42.24-
19 21-27; 43.19x10 15x4; 44.37-32 27x38;
45.33x42 20-24; 46.29x20 25x14; 47.35-30
26-31; 48.42-37 31x42; 49.48x37 14-20;
50.34-29 20-25; 51.30-24 8-12; 52.23-19
12-18; 53.37-32 4-9; 54.32-28 22x33;
55.29x38 18-22; 56.38-32. Wit heeft pre
cies het laatste tempo. Toch leek zwart
met 1-7 nog een eind te kunnen komen;
dat was echter maar schijn: 57.19-13!
9x18; 58.6-1 36-41; 59.1x40! Om op 41-46
met 60.40-35 te winnen. 22-27; 60.32x21
41-46; 61.21-16 46-28; 62.40-45 en zwart
gaf op: overmachtswinst van wit is niet
meer tegen te gaan.
Als laatste partij het treffen tussen de twee
Senegalese spelers met dezelfde naam:
B. DIALLO-A.M. DIALLO
Achtste ronde Baba Sy-memorial 1991.
1.32-28 16-21; 2.31-26 18-22; 3.37-32 11-
16; 4.41-37 7-11; 5.34-29 1-7; 6.40-34 13-
18; 7.45-40 19-23; 8.28x19 14x23; 9.35-30
9-13; 10.40-35 21-27; 11.32x21 16x27;
12.37-31 10-14; 13.30-24 3-9; 14.50-45 11-
16; 15.42-37 5-10; 16.44-40 23-28; 17.47-
41.
1
Si -
5
6
p 1 P mm
10
11
■m
15
16
M
20
21
25
26
0 9 m w
30
31
I I OO O
35
36
m s sn m
40
41
:i 0 1 0
45
46
In IS -Z
50
Na een scherp gespeelde opening is er nu
een interessante positie ontstaan, waann
17...7-11 of 17...20-25 voor de hand lijken
te liggen. In de partij meende zwart even
wel op een originele wijze te kunnen her
groeperen:
17-21; 18.26x17 22x11; 19.33x22 18-23;
20.29x18 20x29; 21.34x23 27-32. Want op
21...13-19 laat wit slaan en komt vervol
gens met 23.37-32 enz. op dam, terwijl
21... 12-17 faalt op 22.18-12 7x29 en nu
bijvoorbeeld 23.22-18 13x22; 24.38-33
enz. 22.38x27 13-19. Deze aktie was ech
ter foutief, want na 23.22-17 12x32;
24.37x28 8-13; 25.49-44 13x33 39x28
bleef wit een schijf voor, en won hij later
de partij.
Losing Trick Count (2)
Op verzoek van een flink aantal lezers
zijn we vorige week gestart met een fe
uilleton over de LTC, speciaal voor de
genen die via bibliotheek of kennissen
geen inzage meer hebben in het uitver
kochte 'Winnende kaartwaardering. De
Losing Trick Count' van Bob van de
Velde en ondergetekende, daterend van
1986.
We hebben in vogelvlucht de basistelling
behandeld en de negatieve en positieve
correctieregels die daarop worden toege
past en hebben gezien dat een minimale
opening een hand met 7 verliezers is.
Twee van die handen tegenover elkaar
resulteren bij een geconstateerde fit (in
een hoge kleur) tot deze LTC-formule:
18 - (7 7) 4¥
Hoe moeten we die LTC in de praktijk
hanteren? Laten we eens beginnen met
een simpele bieding:
ZUID WESTNOORD OOST
IV pas 2V pas
Wat geeft noord aan? Volgend de ortho
doxe puntentelling 6-9, volgens de LTC
9 (of 10) verliezers. Met redelijke over
waarde moet zuid dus een poging doen.
Dat betekent dat hij een behoorlijke
hand moet hebben met 6 verliezers of
minder. Dat 'behoorlijke' hand is nodig,
want naast verliezers heb je ook winners
nodig!
Er is
moet worden. Wat
vier- of een vijfkaart? Dat is heel belang
rijk, want op basis daarvan gaan troef-
controle en of supertroefcontrole wer
ken. Zuid heeft:
H V 3
V A B 10 8 2
A 8 7 2
7
en... l¥ betekent vierkaart (of meer).
Hoe moeten we deze zuidhand bereke
nen volgens de LTC?
- 1 verliezer in schoppen
- 1 2 verliezers in harten
- 2 verliezers in ruiten
- 1 verliezer in klaver
Samen dus maar 5 6 verliezers en daar
is nog positieve correctie op nodig ook,
vanwege:
1. de vijfkaart troef: troefcontrole, 1
verliezer in mindering.
2. 2 azen tegenover 1 ('meewerkende')
vrouw, verliezer in mindering.
Wanneer we 5 6 verliezers in de basis
telling 'vertalen' in 5+, resteren er na
correctie slechts 4 verliezers en dat is ei
genlijk zelfs te sterk voor een manchepo
ging. Als partner er 9 heeft, luidt de for
mule al: 18 - (9 4) 5* en dat recht
vaardigt een direct 4¥. Je hoopt als zuid
gewoon dat je niet in alle vier de kleuren
een slag verliest. Wie direct 4¥ te grof
vindt, kan een poging doen. Niet met
3¥ want dat doen alleen beginners,
maar via een short suit trial (3+), waar
na partner verzocht wordt zijn hand te
herwaarderen.
Dit spel lag zo:
NOORD
10 5
r H 7 5 3
V B 9
B 8 3 2
WEST
A 9 8 2
r 6 4
H 6 4
V 9 6 4
OOST
B 7 6 4
V V 9
10 5 3
A H 10 5
ZUID
H V 3
A B 10 8 2
A 8 7 2
7
NOORD OOST
short suil trial.
De manche kwam na een klaverstart
zonder problemen binnen. NZ beschik
ken over slechts 21 honneurpunten. Om
daar verantwoord een manche mee te
bieden, dient men te beschikken over
een goed biedsysteem (b.v. met short
suit trials) en een goede theoretische on
dergrond (b.v. met de LTC).
Als intermezzo even een ethische bij
komstigheid. Zuid kan zichzelf - zeker
met een nog iets móóier spel - in de pro
blemen brengen na:
ZUID WEST
NOORD OOST
3+ pas 3¥ pas
Hij zal nu echt een volgroeide beul
moeten hebben om zich nog 4* te kun
nen permitteren. Aan de andere kant is
het goed om in deze situatie met partner
overeen te komen dat er op een trial drie
antwoorden zijn:
a). afzwaaien (3¥)
b). twijfel (in dit geval 36)
c). in de roos (4¥)
Dus, na afzwaaien vraag je om moeilijk
heden wanneer je de manche alsnog
biedt.
Tijdens de achtste finale Interpolis
kwam de volgende zuidhand voor
V B 5 3 2
H 3
H 10 6
A 7 4
NZ zijn kwetsbaar en oost opent met 1+.
Zuid volgt met \4, west past en noord
biedt 3*. Wat te bieden?
(Wordt vervolgd).
Kloostertoernooi
Het Kloostertoernooi in Ter Apel begint
een begrip te worden in de schaakwe
reld. De spelers die in het gezellige Gro
ningse plaatsje vertoefd hebben, brengen
hun enthousiasme over op de collega's,
waardoor het ieder jaar gemakkelijker
wordt om goede grootmeesters te invite
ren.
Dit jaar had men het grote Russische ta
lent Alexey Shirov (ELO:2615) weten te
strikken. Hij wist zijn favorietenrol ech
ter nietwaar te maken. Onze landgenoot
Joris Brenninkmeijer zat hem in de laat
ste ronde dwars en bleef hem een half
punt voor. Na enkele teleurstellende re
sultaten is de jonge Groninger weer op
de goede weg. Met gedegen spel liet hij
in Ter Apel zien, dat hij vorig jaar niet
voor niets verkozen was voor het Neder
lands Olympiade-team. De manier waar
op hij onderstaande stelling won van
Shirov getuigde van een goede vorm.
J.BRENNINKMEIJER-A.SHIROV
Stelling na de 25e zet van zwart.
Shirov heeft wat rommelig gespeeld,
waardoor zijn koningspositie slecht is.
Met fijne middelen maakt Brennink
meijer daar gebruik van.
26.Le5! Dc6!?!
Zwart hoopt, door de kwaliteit te geven,
enige tegenkansen te krijgen. Overigens
zou 26...Ld6 27.Dc4+ Kf8 28.Lxd6 Txd6
29.Txd6 Dxd6 30.Tcl bij slechte stelling
een pion gekost hebben.
27.Lf4 De4 28.Pe5+ Ke6 29.De2!
Zeer goed gespeeld. Dames ruilen en de
kwaliteit winnen had voor de hand gele
gen, maar de zwarte meerderheid op de
damevleugel, ondersteund door het lo-
perpaar, zou nog gevaarlijk voor wit
zijn. Met de dames op het bord kan
goed geprofiteerd worden van de slechte
zwarte koningsstand. Daarbij komt dat
zwart zijn kwaliteit niet kan redden:
29...Tf6? 30.D! gevolgd door 31.Dc4+
enz.
29...Kf6 30.f3 Db7 31.Lxh6 gxh6 32.Pc4
Le6 33.Pd6 Lxd6 34.Txd6 Db5 35.Dc2
Tb8 36.Db2+ Kf7 37.De5!
Wit gebruikt zijn extra kwaliteit voor de
aanval; pionnen zijn nu niet meer be
langrijk.
37...Lxb3 38.Dxf5+ Ke8 39.De4+ Kf8
40.Dxh7.
Zwart gaf het op. In de derde ronde ver
sloeg Brenninkmeijer op overtuigende
wijze de Zweedse Pia Cramling. De pres
taties van deze speelster worden enigs
zins overschaduwd door de Polgarzusjes,
maar ook zij is voor mannen een ge
duchte tegenstander. Met haar rating
van 2470 behoort zij tot de categorie
sterke meesters. Bij het commentaar heb
ik gebruik gemaakt van de analyses van
de winnaar in het toernooibulletin.
P.CRAMLING-J.BRENNINKMEIJER
Slavisch.
I.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 dxc4
Lxe4!? 9.fxe4 Pxe4 10.Ld2 Dxd4 met
compensatie voor het stuk.
7...Lb4 8.Lg2 Le4!
Een interessant idee, met als bedoeling
de witte pionnenstelling te verzwakken.
Wit moet daar wel op in gaan, want
9.Lxe4 Pxe4 is goed voor zwart.
9.f3 Lg6 10.e4 c5 ll.Le3 cxd4 12.Dxd4
Dxe4 13.Lxd4 0-0.
Een nieuwe zet. gebruikelijk was hier
bxc6 15.LH met onge
13...Pc6 14.Pxc6 bxc6
veer gelijke kansen. Als wit nu gewoon
14.Pxc4 had gespeeld, zou er weinig aan
de hand zijn, maar Cramling probeert
nu ook met de loper op c4 te slaan, het
geen zwart een belangrijk extra tempo
geeft. Brenninkmeijer gaf na afloop
14.h4 aan als gevaarlijk voor zwart,
maar na 14...h6! 15.Pxg6 fxg6 gevolgd
door Pb8-c6-a5 wegen de extra pion en
de witte gaten op d3 en b3 ruimschoots
op tegen de verminkte pionnenstelling.
14.Lfl Pfd7! 15.Pxc4.
Niet goed was nu 15.Lxc4? Tc8 16.Lb5
Pxe5 17.Lxe5 a6 18.Ld3 Pc6 met groot
voordeel voor zwart.
15...Pc6 16.Le3 Pc5 17.Le2 f5! 18.exf5
Lxf5 19.0-0 Pb3 20.Tadl Tad8 21.Txd8
Txd8 22.Pe4.
De zwarte stukken staan veel beter opge
steld, getuige de volgende variant:
22.Tdl? Pcd4 23.KO Lc2! 24.Tgl Lxc3
25.bxc3 Pxe2 en zwart wint een stuk.
22...Pbd4 23.Ldl h6 24.Kg2?! Om de lo
per op de diagonaal h7-bl te houden
had wit hier 24.g4! moeten doen, nu
komt dit stuk ook optimaal te staan.
24...e5! 25.h4 Le6 26.Pcd2?!
Versnelt het einde, dat na 26.b3 b6
27...Lxc4 28.bxc4 Pa5 langzaam geko
men was.
26...Pf5 27.KT2 Td3 28.Lc2.
Materiaalverlies was niet meer te voor
komen: 28.Tel Pxe3 29.Txe3 Txd2+
enz.
28...Txe3 29.g4 Pcd4 30.gxf5 Te2+
31.Kr1 Lxd2 32.Ldl Le3+ 33.Khl Lc4
34.Lxe2 Lxe2 35.Tel L\D+ 36.Kh2 Pc2.
Wit gaf het op.
Correspondentie-adres: Leo Hofland.
C.Fockstraat 113. 2613 DE. Delft.
■£eidóe Sommit