Boeren voelen zich in hemd gezet "final* DOMINEE IN DE BRES VOOR LANDBOUWERS IN NOOD: 99 ZATERDAG 30 MAART De kerk luidt de noodklok voor de landbouwers. Afgelopen weken is, als gevolg van een combi-synode van gereformeerde en hervormde kerk, een brief gestuurd aan kerkeraden, waarin om extra aandacht wordt gevraagd voor de beknelde landbouwer. „De kerk zal nu meer dan ooit een luisterend oor moeten worden voor de boeren", zegt Hielke Wolters, bedrijfspastor van de interkerkelijke stichting 'Evangelie en Industrie'. De tijd dat de boer mi één pk zijn land bewerkte ligt lang achter ons. Hij moest veel en snel producert Nu zitten we met de gebakken peren. FOTO: DIJKSTRA 99 DOESBURG - Dat de moderne landbouwer ver afstaat van de boer van weleer, die, diep gerespecteerd door zijn omgeving, met zijn die ren in harmonie leefde met de na tuur, wisten we. Maar wisten we ook dat steeds meer boeren maat schappelijk zó geïsoleerd raken en in zo'n geestelijke nood verkeren dat de kerk te hulp is gesneld? ,,De problemen in de landbouw zijn merkbaar groot geworden", meldt Hiel ke Wolters, bedrijfspastor van de stich ting Evangelie en Industrie, nuchter. ..Alleen in de provincie Gelderland moeten jaarlijks zeker driehonderd be drijven worden gesloten". In andere pro vincies geven de cijfers hetzelfde trieste beeld. Hij verklaart onverwijld dat het vaak gaat om bedrijven die van generatie op generatie in één familie zijn gebleven. Een héél pijnlijke aangelegenheid. ..Soms kan de sluiting 'natuurlijk' wor den voltrokken en kan het bedrijf ver kocht worden, waardoor er in elk geval nog geld overblijft. Pijnlijker is het als mensen in hun actieve levensperiode om financiële redenen gedwongen zijn er een punt achter te zetten. Dan moeten ze een nieuwe baan zoeken, waarvoor ze vaak niet geschoold zijn, en moeten ze helemaal opnieuw beginnen. Het stuk onafhankelijkheid dat vastzit aan een agrarisch bedrijf is daarmee voorbij". Wolters legt uit dat een bijeenkomst drie jaar geleden van predikanten en pastores over de agrarische sector de aanzet is ge weest de kerk meer te betrekken bij de dreigende ontwikkelingen in de land bouw. Vorig jaar is dat uitgelopen op een gecombineerde synodevergadering van de hervormde en de gereformeerde kerk in Gelderland, waar de verhouding tussen kerk en landbouw centraal stond, naast de vraag hoe de kerken kunnen omgaan met de huidige ontwikkelingen. Enkele boeren en boerinnen hebben daar over hun problemen verteld. Dat was heel indrukwekkend. Daarna heb ben we gezegd: de kerk moet aan het werk op dit gebied". „Als je naar de praktijk kijkt zie je dat er soms best perspectief zit in een bedrijf, maar dat er grote onzekerheden zijn over de toekomst. Dan praat je over het landbouwbeleid, de wetgeving, de pro blematiek van overschotten, quotering, prijsverlaging, noem maar op. Agrariërs kunnen moeilijk inschatten, waar het naar toe moet met hun bedrijven". Milieu Na een korte stilte zegt hij: „Daar komt tegenwoordig de milieuwetgeving bij met al zijn nieuwe eisen, plus het feit dat de landbouwopbrengsten nou niet zo geweldig zijn dat milieu-investeringen gemakkelijk gedaan kunnen worden. Rondom de milieuwetgeving is hoe dan ook heel veel in beweging. Vrijwel weke lijks komen rapporten naar buiten. Hoe het plaatje er precies uit komt te zien is helemaal niet duidelijk. De landbouwer weet nauwelijks welke richtlijnen hij moet volgen". „Natuurlijk", mijmert hij voort, „ieder een in de landbouw beseft dat er iets moet gebeuren. Er wordt bijvoorbeeld veel moeite gedaan de mestverwerking te verbeteren. In de akkerbouw is nu elke spuitmachine met een computertje uitgevoerd, zodat er geen gram te veel op het land terecht komt. Als je ziet hoe intensief wordt gezocht naar nieuwe za den die ziektebestendig zijn, en hoe wordt gewerkt met het afwisselen van bepaalde produkten zodat er veel min der bestrijdingsmiddelen gebruikt hoe ven te worden dan weet je dat ze oog hebben voor de problemen". „Daarbij moet je je wel realiseren dat daar extra investeringen en extra kosten voor nodig zijn die je niet in de prijzen kunt verrekenen. Je moet in deze sector hogere produktiekosten afzetten tegen lagere verdiensten. Vooral in akkerbouw en de varkenshouderij, bedrijven die het nu heel moeilijk hebben, betekent dat extra druk op de inkomsten". Melkvee Maar dat geldt toch niet voor de melk veehouderij? Verkeert die dan niet in een hoerastemming? „Toch niet. Na tuurlijk gaan de zaken daar nu goed dank zij de superheffing, maar ook daar is onzekerheid over de toekomst. Als de superheffing ooit wordt afgeschaft, en dat is niet denkbeeldig, dan gaan die on- vermijdelijk ook weer door een diep dal". „Daar komt bij dat ook in de melkvee houderij de problematiek rond de opvol ging veel groter is geworden, omdat land kopen zonder bijbehorend quotum geen zin meer heeft. Dat betekent dat een koopsom voor een beetje bedrijf al gauw boven een miljoen gulden zit, voor een jonge boer een heel grote investering. Als je dat geld allemaal moet lenen bij de bank en dan weet dat de toekomst zeer onzeker is, wordt dat een zware be lasting". Veel boeren en boerinnen voelen zich, constateert Wolters met mededogen, in het hemd gezet door de samenleving. „Ze vinden het niet alleen vreselijk dat hun toekomst zo onzeker is, maar ook dat de inzet die ze plegen voor verbete ring van de huidige milieusituatie nau welijks wordt herkend. Terwijl ze zien dat aan het verkeer écht heel weinig ge beurt. Men heeft daardoor het gevoel dat de hele milieuproblematiek op de schou ders van de landbouw terechtkomt. Dat doet geweldig veel pijn". Hij concludeert 'dat er openheid zal moeten groeien' in de samenleving over wat er op het ogenblik in de landbouw aan de hand is. „De kerk kan daarin een brugfunctie vervullen, vind ik. Wat in de combi-synode over de landbouw vo rig jaar is besproken is nu, vertaald in een brief, naar de kerken gegaan. Kerke raden is gevraagd daaraan in hun beleid en werk aandacht aan te besteden". Kerk Wat de kerk eigenlijk kan doen? „Ze moet allereerst attent worden op wat er gaande is, wat betekent dat landbouwers heel gericht kunnen worden bezocht. Wij kunnen mensen in de kerk trainen om met boeren te praten over hun pro blemen". Dat laatste is geen overbodige luxe, geeft de Doesburgse zieleherder toe. „Ook de kerk is zich er niet altijd van bewust ge weest dat er een andere kant zit aan de aanhoudende klachten over milieuver vuiling. In het Conciliair Proces is in fei te de beschuldigende vinger uitgestoken naar de landbouw, zonder dat voldoende rekening is gehouden met de positie van de mensen die in die sector werken. Het kan gemakkelijk voorkomen dat je pro blemen signaleert zónder dat je je ver diept in de achtergronden". Waarop hij schielijk laat volgen: „Dat kan heel gemakkelijk worden verholpen door er mensen uit de agrarische sector zelf bij te betrekken en duidelijk te ma ken wat er wordt gedaan om de proble men op te lossen. Dan krijg je niet alleen begrip voor elkaar, maar is het ook een stimulans de problemen op te lossen". „Bij milieuproblematiek wordt bijvoor beeld alleen naar de vervuiler gekeken. Er wordt niet gekeken naar het feit dat de agrarische sector na de Tweede We reldoorlog in een golf van mechanisatie en intensivering is terechtgekomen. Een golf waar in feite de hele samenleving in zat en waar wij ook als hele samenleving baat bij hadden. Want het was natuur lijk de bedoeling van de overheid de agrarische sector zodanig te ontwikkelen dat we voldoende voedsel zouden heb ben voor de hele bevolking, tegen stabie le prijzen. Over dat soort dingen kun je met elkaar praten". Geen keus Filosoferend: „Je merkt vaak dat de mo derne boer niet veel keus heeft. Neem de problematiek rond biotechnologie, die ras voortschrijdt. We staan technolo gisch gezien op de drempel van een nieuwe tijd die voor het gevoel van veel landbouwers niet is tegen te houden. Daar staat tegenover dat er in de samen leving twijfel groeit of alles wat de tech niek voortbrengt wel heilzaam is. Dat vraagt om een heel genuanceerd gesprek. Ik denk dat we daarmee aan de gang moeten in de kerk. Het is nog niet dui delijk waar het precies heen zal gaan, omdat het een complexe materie is". „Wij hebben allemaal wel eens van een gen gehoord, maar wat dat precies is we ten we niet. Bij velen overheerst het ge voel dat wij daar niks aan mogen doen, omdat de natuur een deel is van Gods schepping. Moet je daar dan niet res pectvol van afblijven? Dan denk je: als je daar als kerk niet op inspeelt komen deze ontwikkelingen óver mensen, zon der dat ze de keuze hebben om daar wel of niet mee om te gaan. Dan gaan de technologische ontwikkelingen door, maar de ethische discussie blijft achter". „Een andere categorie vragen die de kerk op zich afgevuurd ziet gaan over de ontwikkeling van het platteland. Dat dunt uit. Dat betekent dat de voorzie ningen onder het minimumniveau ko men en bijvoorbeeld scholen, verenigin gen en kerken in de problemen raken. Je hebt ook het gevecht om de laatste su permarkt. Daar krijgen steeds meer mensen in dorpen, maar ook de agra riërs eromheen, mee te maken". „Ook is er tegenwoordig veel discussie rond de relatie producent-consument, van groot belang voor de toekomst van de landbouw. Stel dat wij allemaal over gaan op natuurlijke voeding, scharreleie ren, scharrelvlees Dat zou betekenen dat de landbouw zich op een heel andere manier moet ontwikkelen en dat er meer mogelijkheden komen om naast traditio nele produktie alternatieve produktie te ontwikkelen. Er is in de kerk al wel wat nagedacht over levensstijl naast voe dingsmiddelen. In dat kader is het van belang te weten dat we in Nederland een goedkoop voedselpakket hebben, dat voor de landbouwer niet renderend is te produceren". „Er zal dus een discussie op gang komen in samenleving én in de kerken of wij niet meer over moeten hebben voor ons voedselpakket. Wij besteden veel meer geld aan zaken als huisvesting, vervoer, kleding, luxe-goederen en vakanties dan aan voeding. De prijzen van voedings middelen liggen op een zodanig laag ni veau dat de c>oer nauwelijks van de pro duktie kan leven. Neem nou eieren. Die zijn nog net zo duur als net na de Twee de Wereldoorlog". Klagen Peinzend: „Men heeft het idee dat boe ren altijd klagen, maar dat ze het, als het erop aankomt, toch goed hebben. Wie echter een beetje achter de schermen kan kijken, weet wel beter. Die ziet de pro blemen. Toen een'paar jaar geleden een eenmalige uitkering kon worden aange vraagd ging een flink percentage naar boeren en boerinnen". De boeren hebben het dus heel moeilijk, vooral met vraagstukken rond milieu, ethiek en inkomens. Maar is die land bouwer de laatste jaren niet veel te ge makkelijk meegegaan met de wind die op hem afkwam? Eerst grootschaligheid, met alle gevolgen van dien, nu biotech nologie. Van de boeren is weinig verzet gekomen tegen die ontwikkelingen. Wolters knikt begrijpend: „Na de oorlog hebben we als samenleving in een opti mistische stemming geleefd dat wij het wel even zouden maken met elkaar. We hebben hard gewerkt om het land op te bouwen, onder meer door de landbouw te mechaniseren. Mét elkaar hebben we de vooruitgang omhelsd. In de jaren tachtig zijn daarover pas bewust vragen gesteld. Agrariërs zijn in de grote stroom meegegaan, maar je moet daar dan wel bij zeggen dat ze werden gestimuleerd door de landbouwvoorlichting en vanuit de agro-industrie en de banken. Die heb ben die groei geweldig gestimuleerd, in navolging van de hele samenleving". „Nü lopen we daar met z'n allen tegen aan. Maar we hebben natuurlijk ook nooit tegen de burgers gezegd: hé, jullie zijn massaal in die auto gestapt. Hebben jullie je wel eens afgevraagd of dat alle maal wel kan? Nee, natuurlijk niet. Er was gewoon een automatisme in de sa menleving. Boeren hebben zich verplicht gevoeld te doen waartoe ze opgeroepen waren, omdat het de bedoeling was dat Nederland een héél sterke landbouw zou krijgen, en dat is gelukt. Net als de hele samenleving, die een beetje wakker wordt, komen de boeren nu tot de ont dekking dat er heel kwalijke kanten zit ten aan die ontwikkeling. Dat merk je ook wel binnen de wereld van de stand sorganisaties. Er is veel meer oppositie dan voorheen". Turbo-koe Maar moet de boer wel meegaan met de nieuwe technologie? Moet hij maar overal in mee? Wordt het niet tijd dat hij bij de introductie van nieuwe ont wikkelingen, bijvoorbeeld de turbo-koe, zegt: ho, ho, voor mij is het genoeg ge weest, ik doe niet meer mee? Hielke Wolters glimlacht mild. „Dat is een heel interessante vraag, die in feite ook de vraag inhoudt: is de technologi sche ontwikkeling tegen te houden? Je zou zeggen: mensen staan nog aan het heft van de technologische ontwikkeling. Die willen toch de rails omzetten? Je kunt je afvragen wie eigenlijk de techno logische ontwikkeling stimuleert. Dat is een wisselwerking tussen aan de ene kant de vraag om de oplossing van een probleem en degenen, de industriële be drijven, die voor het probleem een me thode ontwikkelen. Voor hen geldt: als er geld in onderzoek wordt gestopt moet het ook worden terugverdiend. Dat bete kent dus dat die technologie nadat ze is ontwikkeld automatisch wordt inge voerd". „De vraag is of een boer zich daarbuiten kan stellen. Hij kan het wel proberen, maar dan zullen we tot een gemeen schappelijk besluit moeten komen in de samenleving dat een dergelijk technolo gie, de turbo-koe bijvoorbeeld, niet kan. Anders krijg je dat de ene boer het wel doet en de ander niet en dan kan die ene boer de ander uit de markt prijzen". „Tuurlijk, we zouden de turbo-koe een poosje buiten de deur kunnen houden, maar de disucussie daarover zal steeds terugkeren, want in andere landen is hij er wel. De internationale verwevenheid is langzamerhand zo groot geworden dat je niet meer op een eiland kunt staan. Als het in andere landen wel gebeurt zal het vreselijk moeilijk worden hem hier buiten de deur te houden". Zichzelf beantwoordend: „Ja, dan is de vraag of we dan internationaal niet 'nee' moeten zeggen tegen dit soort ontwikke lingen. Dat zal niet gemakkelijk zijn, want daar zit grote verdeeldheid tussen de boeren en de overheden. Ik denk dat alleen de publieke opinie deze ontwikke ling kan keren, aan boerenprotest alleen heb je niets. Als die publieke opinie massaal genoeg is dan zou het anders kunnen worden". „Maar: die publieke opinie ontstaat pas na een proces van bewustwording. Dat betekent dat zowel producent als consu ment hier bewust mee bezig moeten zijn. Net als met milieuproblematiek. We hadden twintig jaar geleden slechts een paar kleine milieugroepjes, nu is er op dit vlak een publieke opinie. Boeren protest zal niet genoeg uitrichten. Je moet het publiek hebben, nog afgezien van de vraag of industrie en technologie niet zó sterk zijn geworden dat ze hele maal niet meer te stoppen zijn". Angstaanjagend Is dat niet angstaanjagend als dat zo zijn? Niemand heeft toch gevraagd om een turbo-koe? Na lang nadenken: „Nee, inderdaad, een turbo-koe is duur en vraagt om nieuwe investeringen. Hij kan meer melk leveren, terwijl we al zoveel melk hebben. Dus er is geen turbo-koe nodig. In de landbouw zie ie dat de ene stroming zegt: dat kan, en de andere: dat kan niet. Maar ik ben ervan overtuigd dat je dat niet kunt veranderen binnen de bestaande orde. Dat komt doordat de technologie is verweven met de agro-in- dustrie". Dan blijft toch de vraag waarom de boe ren het allemaal zover hebben laten ko men. „Dat is het sluipende in het proces geweest. Er is nooit gezegd: ik ga _r heel andere manier boeren, dat is sta voor stapje gegaan. Op een gegeven i ment denk je: hé, wat is er allemaal beurd". Aarzelend zegt hij: „Ik denk dat technologie gestopt moet worden. Mi je moet de hardheid van dit soort pi cessen niet onderschatten, zeker n vanuit het oogpunt van technologist en economische groei. Er moeten t# elk jaar een paar procenten groei bijt men. Terwijl het toch verstandig is blijven denken dat het allemaal andt kan". Anders? „Anders kom ie bij een wa hoopsgedachte uit. En dan trek je je rug uit de discussie. Nu zeg ik: in discus sies over technologie moet je ook ethische vragen stellen. Die moet je n« achteraf stellen, maar vóóraf, dus al h het onderzoek meenemen. Dat dat nk gemakkelijkk lukt heeft natuurlijk te maken met de vertechnisering vi onze samenleving. We praten niet o« de vraag: gaan we dingen ontwikkeld maar: hóe gaan we het doen". Zelfmoord Hoe erg is het eigenlijk gesteld metdi geestelijke problemen waarin boem verkeren. Zijn er echt veel krepeergeval len? Je hoort zelfs af en toe over zeil moord onder boeren. Wolters: „Er al steeds meer psychische problemen, is zeker. Die treffen mensen die zwaz onder druk staan, die de zingeving b hun werk kwijtgeraakt zijn omdat hf toch allemaal gaat over overschotten a zo. Dan blijft er weinig uitdaging over Zelfmoord komt voor, maar is toch uit zonderlijk. Niet altijd is gemakkelijk aa te geven wat nou precies de oorzaal was. In een aantal gevallen heeft het ker ook met problemen in de landboui te maken, soms is het combinatie var persoonlijke en economische factoren" Wat kunnen kerken nou meer doen da alleen erover praten en bewustwordiuf op gang brengen? Zijn er praktische dit gen te doen? „Dat kan wel een kef: voorkomen. Maar dat soort werk wordt in het algemeen gedaan door standsorga- nisaties, die uitstekend zijn georgani seerd. De kerk is het luisterende oor, hel podium, waarop de niet-materiéle vra gen besproken kunnen worden". „Ik denk dat het vreselijk belangrijk dat er ergens een vrije ruimte is, wa» dit soort vragen rond ethiek en geloot* beleving besproken kan worden. Dat kan ook wel in standorganisatie, ma» dat zijn toch in de eerste plaats belat genbehartigers, die vaak minder ruimtt hebben om achterliggende problemen K bespreken". Zijn kerken niet erg laat met het bieden van hulp? Tenslotte speelt het probleem toch al jaren? „De kerken zijn daar in derdaad laat mee, waarbij eerlijk gezegd moet worden dat we in het verleden ook andere groepen hebben vergeten. Aac kleine winkeliers die eruit gedrukt wor den hebben wij vrijwel niks gedaan. Dt problemen in de scheepsbouw idem dito. Ik denk dat het te maken heeft mfl het feit dat er in de kerk nogal wat weer stand bestaat tegen pogingen zich op het gebied te begeven van maatschappelijk problemen. Als iédereen zich bewust zou inzetten voor dit soort vragen zouden we heel veel kunnen". ARVID VAN DER WOLF

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 32