„De beste opvang steeds die van het MBÜSli blijft nog district" „Masters sprak ons eigenlijk niet aait; HILDA VAN DEN HAAK: VRIJDAG 29 MAART 1991 NOORDWIJK Hilda van den Haak, de voorzitter van de commissie geselecteerd jeugdtennis van het district Leiden, zoals die functie voluit heet, stopt definitief met haar vele en onbezoldigde werk. En behoudt, hoe dan ook een pertinente mening over het produkt, waarvoor zij tien jaar lang stond, de training van de jeugdselecties. „De beste opvang blijft nog steeds het district". „Natuurlijk vind ik het werken bin nen het district nog altijd leuk", deelt Hilda van den Haak desge vraagd mee. „Maar ik vind ook, dat je weg moet zijn, voordat ze je weg kijken. Ik heb binnen het ge selecteerd jeugdtennis alle rollen op mij mogen nemen. Dus is het tijd om er een punt achter te zet ten". Tien jaar heeft de Noordwijk- se het district gediend. Ze maakte de opkomst en de bloeiperiode van Leiden mee. Maar ook de terugval, want de zeven vette jaren zijn in middels duidelijk voorbij. „Dat is niet de reden, dat ik stop. Ik heb juist geaarzeld, omdat ik voor mij zelf vind, dat je bij je afscheid juist iets goed moet achterlaten. Na een jaar met strubbelingen is de com missie weer een eenheid gewor den, ze kunnen verder zonder mij". Veel ophef wenst Hilda van den Haak over haar afscheid van het district niet te maken. Het typeert de Noordwijkse. Eer en macht heb ben in haar tienjarige loopbaan bij het Leidse district geen rol ge speeld. Wel een heel warm gevoel voor de opkomende talentjes in dat moeilijke spel dat tennis toch is. Haar eerste taak was het opstel len van een winter wedstrijdpro grammaatje voor de jeugd. De rol van secretaris vervulde zij het langst, naast die van wedstrijdleid ster bij de districtsjeugdkampioen- schappen. Het bezorgde haar de eretitel 'moeder van het district'. De laatste drie jaar hanteerde Hil da van den Haak de voorzittersha mer, waarvoor een nieuwe hand bijna lijkt gevonden. Met een vurig pleidooi voor het in stellen van een bijdrage vanuit de verenigingen om een trainings fonds te realiseren, liet de jeugd- voorzitter tijdens de najaarsverga dering van het district duidelijk blijken, dat de beste opvang voor de getalenteerde jeugd enkel en al leen bij de districten ligt. De me ning van Hilda van den Haak ligt dicht bij die van voormalig bonds- trainer Frans de Kort. De voorzitter pakt en citeert uit een artikel over de langjarige districtsleraar van Brabant: „De bondstraining, het verbeterde fasenplan, is nog steeds het beste trainingsplan dat er is. Op jonge leeftijd worden ge talenteerde kinderen bij elkaar ge bracht. Zij volgen een prestatieve training met en tegen andere ta lentvolle leeftijdsgenootjes. De op bouw van de training is piramide vormig, zodat via een natuurlijke selectie de kinderen er binnen de training zelf achter komen, waar hun grenzen liggen en op welk tijd stip ze afhaken of juist dat schepje erop moeten gooien". Het ontstaan van de vele tennis- scholen en het eigenbelang van de diverse clubs ligt aan de basis van het teloorgaan van het niveau in het district Leiden. „Iedere school en vereniging wil de talentjes bin nen haar muren hebben en hou den", licht Hilda van den Haak toe. „Daardoor ontstaat versnippering. Er is dan te weinig competitie meer en het zogenaamde 'supertalent' Veronique van Ruiten (links) en Lyneke de Koning: We hadden die halve finale gewoon moeten winnen". FOTO: HENK SNATERSE VERONIQUE VAN RUITEN EN LYNEKE DE KONING: ontbeert de benodigde tegen stand. Daarnaast is de tennis- school commerciëel, zodat voor wie betaalt er ook training is. Bij een aantal clubs doet de sponso ring en de daaraan verbonden, meestal niet-sportieve regels, zijn intrede. Aanleg en niveau zijn vaak geen selectiecriterium meer." De Noordwijkse completeert haar ver haal met: „De jonge jeugd heeft aan de concurrentie van elkaar al meer dan genoeg om gediscipli neerd te trainen. Elk kind wil op haar niveau gewoon de beste zijn. Voor de oudere jeugd trouwens kan de tennisschool wel weer nut tig zijn. Die jeugd heeft haar gren zen voor een deel ontdekt, en weet vaak zelf, wat hij of zij nodig heeft." Het steekt de scheidende jeugdvoorzitter, dat een aantal Leidse clubs hun jonge jeugd-trai- ningen uitbesteedt aan een tennis school en vaak ook nog subsi dieert. „Kijk, na het vertrek van John Noakes, die duidelijk over vroeg, zijn we met Jackie Reardon weer een weg met continuïteit in de training ingeslagen. Bonds coach Stanley Franker en zijn staf leveren ons de meest recente en deskundige informatie. We worden in het district gesteund middels een door het rijk gesubsidieerde Sport Technisch Kadermedewer ker. Maar goede training kan nu eenmaal niet helemaal kosteloos. Als Leiden opnieuw talenten als Jan Siemerink wil ontdekken en tij dig op weg helpen, zullen de clubs het districtsplan moeten onder steunen". Een gul applaus sloot de speech van Hilda van den Haak tij dens de najaarsvergadering af. Nu vanuit de verenigingen nog de daad, die een toepasselijk en fraai afscheidsgeschenk voor de jeugd voorzitter zal gaan betekenen. De tiende districtsjeugdkampioen schappen ziet ze zelf als het laatste actieve optreden als tennisbestuur- der. Hilda van den Haak: „Je moet weg zijn voordat ze je FOTO: OUDE WETERING/LEIDEN „Ik voel mij fitter dan ooit", is niet zomaar een uitspraak van Veronique van Ruiten. Het afgetrainde koppie bewijst ook nog eens het gelijk van het gezegde. „Ik heb het roken afgezworen, heb wat aan mijn gewicht gewerkt en loop momenteel zo'n veertig kilometer in de week." Een heel rijtje zaken wordt opgesomd, die de gemiddelde 30-plusser voor de beoefening van zijn of haar favoriete sport meestal niet zal uitvoeren. Nu kan Veronique van Ruiten on mogelijk als een gemiddelde der tigplusser omschreven worden. Onder haar meisjesnaam Van der Laan was de D 30+ Mastersdeel- neemster een nationaal topper on der de tafeltennisspeelsters. Ze werkte een record aantal inter lands af en was met haar team, De Treffers een perfecte ambassadri ce voor Roelofarendsveen. Maar aan elke sportloopbaan komt een einde, in het geval van Van Ruiten door een hernia. De met bat en bal vaardige Veronique bleek ook met het racket goed te kunnen om gaan. In eerste instantie om met echtgenoot Herman te kunnen spelen, maar vervolgens kwamen ook de toernooien. Een damesdub- bel D1 30+ winnen met Lyneke de Koning was er één van. „Ze kan veel meer en veel beter vertellen, dan ik", meldt Lyneke de Koning. Ze heeft aan topsport ge daan en zoveel meegemaakt." Voor een goed dubbel zijn echter altijd twee personen nodig, die el- kaars tegenpolen kunnen zijn, maar om tot winst te komen toch tot een eenheid gesmeed dienen te worden. Verrassend is al de mede deling, dat ze tennisleraar is. „Ik heb het ClOS-diploma op zak en geef gymnastiekles op het Zeehos pitium in Katwijk", licht De Koning toe. „Daarnaast help ik bij de op vang van de jonge jeugd op Alke made. Tenslotte ben ik mij nu aan het oriënteren op het gebied van rolstoeltennis. Veronique helpt trouwens ook bij de tennislessen." Een niet minder aktieve loopbaan van Lyneke de Koning en dus is de combinatie, behalve uit geogra fisch oogpunt, snel te verklaren. „Als we eerlijk zijn, moeten we ei genlijk zeggen, dat het Master- stoernooi ons niet aansprak", klinkt het in koor. „Het zal wel ko men, omdat we elke keer om tien uur 's avonds de baan op moesten en steeds laat klaar waren", ver volgt Lyneke de Koning. „Er was nauwelijks publiek en dan denk je ook, waarvoor sta ik hier te spe len", meldt de in haar carrière met toeschouwers goed bediende Ve ronique van Ruiten. „Wat niet weg neemt, dat we de halve finale in ie der geval gewoon hadden moeten winnen. Het was de derde partij in drie dagen en we speelden in de druilregen. Het ging gewoon heel matig. Nee, echt leuk vond ik de Masters niet". Voor de vroegere tafeltennisinter- m uw nationale is het D1-nivo gewo on recreatief. „Sommige toerr> he zijn echt heel gezellig, ma ie> moet natuurlijk wel voor ges(nei worden. Ik train niet veel in t< ter maar in de wedstrijden gaat h mij toch om de knikkers. Nie' v< ik vroeger nu zo'n echte topsp e, was. In mijn tafeltennistijd trai »ri we vast niet op ons maximunim vonden negentig procent var eigen vermogen genoeg. Defer, compenseerden we met een j dosis enthousiasme. Ik heb e Er 150 interlands mee gespeeld.'cr< ronique van Ruiten staat diljiij zoen op de C2-lijst, een positi t ze voor haar rugklachten :jji reeds bezat. „Ik hoor daar ir|i thuis. Ik weet namelijk, hoe j >d wedstrijd moet spelen. In D ribc dat vaak." e$ Lyneke de Koning keert dit se^r" wel terug in de D1 30+ -toer en. „Niet zo vaak. We hebbe t gelmatig gehoord, we moete ve winnen of anders het toernoo er gende week, want anders half de Masters niet. Op die rrtsu speel ik geen toernooien. Vo s Masters heb ik niet alles ovde heb mijn werk, de tennislesse Ch de jeugd en we gaan met het Vj; ook zes weken op vakantie. )rj benadering van het hele geb jd van Lyneke de Koning is b bi dan in tennisland het geval i dt het interview gaat Veroniquf ér Ruiten nog even enkele kiloma lopen, zij het niet voor het \v publiek. Het is toch niet hek to vreemd, dat de Masters hen e jQ lijk niet aansprak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 20