Het mirakel D66
'Finals
PARTIJ HEEFT TIKJE HOOGTEVREES NA VERKIEZINGSZEGE
CeidaeSowiwnt
ZATERDAG 16 MAART 1991 PAGINA 2(
FOTO:
STEPHEN
EVEN HUIS
Democraten zijn sedert afgelopen
woensdag vrij eenvoudig te herkennen. Ze
hebben een met moeite bedwongen
glimlach op de kaken en hun tred verraadt
een verlangen naar de zwaartekracht
waaraan men zich nog maar kort geleden
heeft onttrokken. De verkiezingszege was
vorige week zo overrompelend, dat men er
nog een beetje aan moet wennen. Maar
ook knaagt de twijfel: zal de winst
beklijven? Heeft de partij méér
aantrekkingskracht dan het doorgroefde
gelaat van Van Mierlo? Een rondgang door
een voorzichtig-euforische partij.
ZOETERMEER - Een week na de
aardverschuiving. De groene pos
ters in Zoetermeer zijn al van het
vensterglas geweekt, maar toch zin
dert het nog een beetje na. Hier, in
dit labyrint van bovenmodaal
woongenot, in deze stad van drive-
in garages en pergola's, werd D66
vorige week de grootste aller partij
en. Een doorbraak. Ook in Leiden,
Almere, Purmerend en nog vier
andere gemeenten werd in de stem
lokalen het vaakst het hokje van de
Democraten rood gemaakt.
De opkomst bij de statenverkiezingen
was matig, de winst van D66 had er niet
minder glans door. Omgerekend naar de
Tweede Kamer maakte de partij een
sprong van twaalf naar vier en twintig
zetels, een in politiek Nederland nog
niet eerder vertoonde monsterzege. En
waar grote winnaars zijn, liggen door
gaans grote verliezers op enkele passen
afstand uitgeteld op de grond. Vandaar
de beleefde huwelijksaanzoeken uit de
kring van prominente PvdA'ers (Meijer,
Scheffer, Schaefer): moest niet eens wor
den nagedacht over een fusie in een Pro
gressieve Volks Partij? De avance werd
beleefd afgeslagen. De linkse econoom
Heertje bezag de suprematie van D66
met nauwelijks verholen afgunst. Die
partij wist pas een produkt aan de man
te brengen!
In de Zoetermeerse wijk Meerzicht zit
ten de tevreden partijconsumenten in
een zonovergoten achtertuin bij de
knabbelnootjes. Een willekeurig D66-ge-
zin in de ware betekenis van het woord.
Frank de Bruijn (52), vader des huizes,
stemt al D66 zoiang hij zich kan heugen.
Zijn vrouw, Maijolijn (45), idem dito.
Zoon Ronald (20) en dochter Carola
(18) sloten zich wat hun politieke voor
keur betreft al ruim vóór zij stemgerech
tigd waren naadloos bij pa en ma aan.
Politiek actief zijn ze geen van allen. In
huis is nog nooit een spandoek ontrold.
Maar als er gestemd moet worden, voor
Europees Parlement, gemeenteraad, pro
vincie of Kamer, kan de partij op hen
rek,enen.
Frank: „D66 sprak me al meteen aan
toen ik er voor het eerst kennis mee
maakte. Wèl vernieuwen, géén al te gek
ke dingen doen en niet afbreken wat
goed is. Dat idee. Ik heb dus nooit ge
aarzeld, ook niet toen het slecht ging
met de partij. Wat dat betreft mogen
opiniepeilers mijn adres wel overslaan:
dat we D66 zullen stemmen kunnen ze
Hans van Mierlo
partijen bakken er niets van. En D66?
Tja, daar ben ik gewoon mee opge
groeid. Ik ken niet anders".
In de woonkamer liggen oud-Hollandse
plavuizen. Antiek en comfortabel mo
dern meubilair wisselen elkaar af. Elk
gezinslid heeft een eigen naambordje
naast de voordeur: de individualisering
van de samenleving in sierletters uitge
drukt. Er zijn nog twee kinderen met ei
gen naamplaatjes, Brenda en Eduard,
maar zij zijn nog te jong voor de in
spraak. Een naar huidige maatstaven
groot, ontzuild gezin.
Frank: „Ik ben in Indonesië geboren en
christelijk opgevoed, maar niet belij
dend. Al die kerken in Nederland, daar
verbaasde ik me over toen ik in de jaren
vijftig hier kwam. Aan actiegroepen
doen we niet mee. We zijn wel actief in
de tennis- en voetbalclub". Hij wijst
richting snelweg Zoetermeer-Den Haag.
„Toen de demonstranten tegen de kruis
raketten hier in de file stonden hebben
we ze vriendelijk toegezwaaid".
Wisseling
Het gezin De Bruijn is in ten minste één
opzicht niet typerend voor de D66-aan-
hang, want die wisselt van nature sterk.
„D66 is een jojo-partij", constateert de
Leidse hoogleraar politicologie prof. An-
deweg. „Voor vrijwel iedere Nederlan
der is D66 de tweede keus. Dit betekent
dat D66 het goed doet zodra het de an
dere partijen slecht gaat. En dat de PvdA
in de versukkeling zit hoef ik u niet uit
te leggen".
D66 al jojo-partij. De op- en neergang
van de Democraten sedert de oprichting
geeft in elk geval een erg onrustig beeld.
Zo duikelde de partij bij de kamerver
kiezingen in 1972 van elf naar zes zetels.
Onder de bezielende leiding van Ter
louw kwam de come-back in 1981: D66
veerde op van acht naar zeventien ze
tels. In 1982, na de val van het kabinet
Van Agt, ging de partij terug naar af: zes
zetels. Het einde van de ooit zo bruisen
de partij leek ras naderbij te komen: de
opiniepeilin
gen lieten ih
de jaren daar
na een gestage
verdere afkal
ving zien.
De toestand
was zo termi
naal dat het
kamerlid Dick
Tommei zelfs
van een „we
deropstan
ding" spreekt
als hij de weer
„We schommelden in de opiniepeilingen
in 1984 op een gegeven moment tussen
de één en twee zetels. Moet je je voor
stellen!"
Glunderend: „En toen kwam de weder
opstanding in 1986: we haalden weer ne
gen zetels in de Kamer. Het werden er in
1989 twaalf en bij de gemeenteraadsver
kiezingen in 1990 omgerekend negen
tien. Wat ik heel opmerkelijk vind: we
groeien maar door. Die sterke ups en
downs lijken we achter ons te hebben".
Ernst Bakker kan dank zij deze herrijze
nis de geschiedenis ingaan als de succes
volste campagneleider van na de Twee
de Wereldoorlog. Toch beschikte hij
naar eigen zeggen bij de jongste staten
verkiezingen over een bijzonder beschei
den budget. „Honderdvijftig mille, een
schijntje vergeleken bij de grote partijen.
We hebben geen paginagrote adverten
ties geplaatst zoals de anderen, alleen
een bedankje de dag na de verkiezingen.
Ik wil niet naast mijn schoenen gaan lo
pen, maar je mag concluderen dat wij er
kennelijk steeds beter in slagen onze
boodschap over te brengen. Gewoon
steeds hetzelfde verhaal vertellen vóór
èn na de verkiezingen. Geen goedkope
trucs uithalen maar betrouwbaar zijn.
Op de lange duur wordt dat door de kie
zer beloond".
Mirakel
Het mirakel D66. De boodschap van de
partij is in al die jaren wezenlijk niet
veranderd, erkent ook Tommei. Wèl de
wijze waarop hij werd uitgedragen.
Waarvoor dank aan H.A.F.M.O. van
Mierlo, die in september 1985 na lang
peinzen liet weten de kar wel weer te
willen trekken. Op slag verdubbelde de
partij in de prognoses in zetelaantal, de
welbespraakte oprichter van de Demo
cratische partij was kennelijk nog niet in
de vergetelheid geraakt.
Al spoedig werd met enig ontzag gespro
ken over het Van Mierlo-effect, de Am
sterdamse vijftiger zou over een nauwe
lijks te weerstaan charisma beschikken.
Bijna zestig en nog zó sexy dat Kees van
Kooten er een typetje voor neerzette dat
steeds een onrustig gevoel in de buik
krijgt zodra zij haar idool ziet. „Dan is
het soppen hè, weetje wel weetje niet?"
Is de aantrekkingskracht van Van Mier
lo werkelijk zo groot dat hele horden
(vrouwelijke) kiezers ervan in vervoe
ring raken? Binnen de partij wordt het
onderwerp met fluwelen handschoen
aangepakt. Natuurlijk: Van Mierlo is een
gigant, zo wordt opgemerkt, maar we
moeten niet het misverstand laten rijzen
dat de partij uit één persoon bestaat.
Tommei: „In de fractievergaderingen
geeft Hans alle leden volop de ruimte,
daar domineert hij absoluut niet. Zelf is
hij helemaal niet gelukkig met die enor
me slagschaduw van hem".
Campagneleider Ernst Bakker benadrukt
vooral de wervingskracht van D66-
standpunten op de terreinen euthanasie,
abortus, gelijke behandeling en inspraak.
„Onze kracht zit niet in Van Mierlo
maar in de naam: Democraten", analy
seert hij. Geprikkeld: „De kritiek die
men ons levert wordt steeds suggestie
ver. Van Mierlo zegt het wel mooi, maar
het heeft geen inhoud, hoor je dan.
Zwak hoor! Zo'n verwijt, daar ga ik
schouderophalend aan voorbij".
Christiaan de Vries, directeur van het
wetenschappelijk bureau van D66, haast
zich het beeld te bestrijden dat Van
Mierlo de bron is waar alles uit voort
komt. „Ho ho!", roept hij bezwerend.
„Er zijn echt wel meer grote geesten bin
nen de partij. Wolffensperger, Kohn-
stamm. Tommei, Nuis, om er maar een
paar te noemen. Er is een enorme
ideeënrijkdom. Van Mierlo is meer de
deksel op de pan".
Rustig
De gestage groei in de laatste jaren heeft
van D66 vooral een rustige partij ge
maakt. In de fractie, zo meldt Tommei,
is het pais en vree. „Van Mierlo kan de
fractie met zijn pink leiden. De sfeer is
uitstekend, nooit spanningen, nooit ge
donder. Daardoor heeft hij ook meer
tijd en energie voor het grote werk. Ook
als ik bij de afdelingen kom heb ik direct
dat thuisgevoel. Dat komt omdat je met
gelijkgestemde zielen bij elkaar bent. De
manier waarop wij met elkaar omgaan is
tolerant, allesbehalve fanatiek".
Christiaan de Vries hoeft ook niet zwaar
aan het roer te hangen om ervoor te zor
gen dat de partij ideologisch in het juiste
vaarwater blijft. „Wij hebben niet het
soort discussie over de bestaansgronden
van de partij zoals je die bij PvdA en
VVD aantreft, en vroeger ook bij het
CDA. Simpelweg omdat onze bestaans
gronden niet in twijfel worden getrok
ken, ze zijn nog steeds actueel. We zijn
opgericht om de verstarring van de poli
tieke en democratische verhoudingen te
doorbreken. Welnu, die verstarring is nu
zichtbaarder dan ooit".
De partij zélf concentreert zich voorals
nog op het in goede banen leiden van de
doorstroming. Honderden kandidaat
wethouders, gemeenteraadsleden en sta
tenleden moesten worden klaarge
stoomd, evenzovele vacatures in de par
tijorganisatie opgevuld. Gelukkig kwam
er ook volop vers bloed binnen, het
loopt nog steeds storm bij het partijbu
reau met nieuwe aanmeldingen. Hier
lijkt het 'bandwagon-effect' op te treden:
met een gedoodverfde winnaar wil ieder
een meedoen.
Dries Janssen, sedert anderhalf jaar
voorzitter: „Na de statenverkiezingen
hebben zich al honderden nieuwe leden
gemeld en het gaat maar door. Ik geloof
dat we nu op ruim twaalfduizend zitten.
Dat zijn er tweeduizend meer dan toen
ik in 1989 begon". De speurtocht in ei
gen gelederen naar bekwame kandidaten
voor de gemeenteraads- en statenverkie
zingen leverde geen problemen op, ver
telt hij. „Dat gaat bij ons democratisch:
one man, one vote. Omdat we vrij veel
hoog opgeleide leden hebben, onder wie
weer relatief veel ambtenaren, hebben
we goede lijsten kunnen samenstellen.
Aan de kwaliteit van de één en zeventig
nieuwe D66-statenleden die nu aan het
werk gaan, mankeert 't echt niet".
Weelde
Het zijn tijden van weelde voor D66.
Maar is de vrije val niet angstig dichtbij
nu de jojo tot aan het laatste knoopje is
opgerold? Het 'somberst' zijn nog de po
litieke rivalen van D66 in de Kamer.
„Zodra D66 regeert is het afgelopen met
de winst, en zodra Van Mierlo vertrekt
ook", schampert CDA-kamerlid Van
Weezel. VVD-kamerlid Koning meent
eveneens dat Van Mierlo het dunne
koordje is waaraan de partij hangt: „Hij
kan doen en laten wat hij wil, want de
mensen mogen hem".
D66-kamerlid Tommei wil het Van
Mierlo-efTect niet helemaal wegredene
ren, toch is hij minder somber. „Ik
maak me niet al te zenuwachtig over wat
er zou gebeuren als Hans er de brui aan
zou geven", zegt hij. „Daarvoor hebben
we intussen te veel vaste kiezers. Vergeet
niet dat D66 zich in vijf en twintig jaar
heeft ontwikkeld tot een volwassen, ge
wone partij. Het nieuwe en griezelige,
dat ons in de beginperiode kwetsbaai
maakte, is e-r intussen wel van af'.
Dries Janssen, voorzitter van het partij
bureau, aarzelt. „Ik wil me niet rijk rekt
nen. De winst die we bij de laatste ver
kiezingen hebben behaald was tenslotte
bijna on-Nederlands. Niet achterove
leunen dus. Maar omdat we al jaren it
een opgaande lijn zitten denk ik dat wt
ook bij nieuwe kamerverkiezingen goed
kunnen scoren. Misschien minder dar
afgelopen woensdag, maar toch nog be
ter dan bij de kamerverkiezingen vat
1989".
Professor Andeweg is sceptischer. Hij
looft niet dat de vernieuwende ideeêt
van D66 over het staatsbestel een grote
wervingskracht hebben. „Uit enquête*
blijkt dat men die ideeën wel sympa-
thiek vindt, maar er nou niet bepaald dr
barricades voor op wil. Het populair?
verhaal dat de burger steeds minder ver
trouwen heeft in ons staatsbestel berusi
dan ook op een misverstand. Onderzoe
ken tonen juist aan dat het vertrouwet
in de politiek al jaren stijgt".
D66 is sterker afhankelijk van de leider
dan andere partijen omdat D66 geer
duidelijk omschreven ideologische signa
tuur heeft, meent Andeweg. „Ik geloof
niet dat veel mensen vooral D66 stem
men vanwege inhoudelijke programma
tische aspecten. Als Van Mierlo opstapt
dan krijgt die partij ongetwijfeld eet
flinke dreun". Daar komt volgens Ande
weg nog bij dat D66 bij kamerverkiezin
gen traditioneel minder hoog scoort dar
bij provinciale verkiezingen, die er min
der toe doen. „Bij statenverkiezingei
wordt de machtsvraag niet gesteld. Dai
kun je dus veilig naar je tweede-keus
partij uitwijken"
En Van Mierlo zélf? Die heeft er, aldus
Tommei, nog steeds „enorm veel pleziet
in". Het kamerlid: „Heb je Hans gt
volgd tijdens de debatten over de Tus-
senbalans? Hij genoot er van, was reuzf
in zijn element. Van zijn leeftijd heef
hij absoluut geen last".
Zal Van Mierlo er dan zélf bij zijn
bij de volgende kamerverkiezingen zij
partij verder op te stoten in de vaart ai
volkeren? Hoop doet leven: eind vonf
jaar hield hij in een interview met Eist
vier die mogelijkheid nog nadrukkelijt
open.
„Ik vind dat voor iedere politieke voor
man geldt dat hij geacht moet worden d<
volgende lijsttrekker te zijn, althans d'
beschikbaarheid daartoe te hebben, ten
zij hij een teken afgeeft van het
deel. Dat teken heb ik niet afgegeven ei
ik ben voc
te doen", i
PAUL KOOPMAÏ"