LANGS
OMWEGEN
'rovincie blijft verantwoordelijk voor goede gezondheidszorg
"■•Ie stad der
Potvissen gaat
kxposeren
j Leeuwarden
^)EN& OMGEVING
CekLeSomo/nt
VRIJDAG 15 MAART 1991 PAGINA 11
Op mijn omwegen door
stad en land kom ik
graag mensen tegen. U
kunt mij telefonisch of
schriftelijk vertellen wie
u graag in deze rubriek
zou willen tegenkomen.
Ik ben bereikbaar via
071-122244.
FOTO ONDER:
Volgende week gaat „de potvis van Terschelling 1990" op
transport naar Leeuwarden. Een reusachtige kaak met toebe
horen. Ook weer naar een tentoonstelling en in bruikleen voor
een half jaar afgestaan aan het Fries Natuurmuseum. Leidse
conservator C. Smeenk schijnt hier de zaak (1800 kg aan bot
ten en schedel) in evenwicht te houden. De zending is verpakt
in een speciale bekisting die bij het verrollen door tien man aan
hulptroepen vervaarlijk in zijn voegen kraakte.
FOTO'S: WIM VAN NOORT
DEPUTEERDE AALBERS STAPT OP, MAAR:
HAAG De veel te
kamer die hij bijna
06} lf jaar heeft 'be
id', is vrijwel zo ge
en zoals hij hem bij
komst aantrof. Goed
neesterschap heet
De stapels rapporten
dossiers, onverbreke-
ejen onvermijdelijk ver-
len aan het leven van
bestuurder, zijn niet
zo opzienbarend
Zelfs niet hoger dan
t tftapel die we op de re-
iin tie hebben gevormd
alle 'belangrijke stuk-
uit de provincie van
weg de afgelopen
i, drie maanden. Toch
hij in de loop van het
irek duiden op de pa-
winkel, die het pro-
'Ul liale apparaat in toene-
H ide mate produceert.
rra gtepunt daarvan was begin
aar een goedgevulde tas
paperassen, die Wil Aal
maar even in een week-
moest doornemen. Zelfs
een gedeputeerde van de
tstbevolkte provincie van
land was dat wel wat erg
van het goede. De badka-
weegschaal in zijn woning
)elft moest hem van het
icht van de stukken over-
njCn: niet minder dan 11 kilo
u to) aan overwegingen, for-
s eringen en besluiten, toe-
rouwd aan het geduldige
3er. „Zorgwekkend",
'J, nt hij het.
VJ temin lijkt de toenemende
?gi ia papier in een omge-
d evenredige verhouding
taan met het belang dat de
rsnee burger hecht aan het
o( k van de provincie. Als de
le omst tijdens de statenver-
b ingen van vorige week als
ai tstaf moge gelden, dan
v t bijna niemand wat de
v uincie is. Aalbers wordt
ai r af en toe wel tureluurs
l „Een wethouder, maar
Ji van de provincie", zo legt
aan de ongeïnteresseerde
ai ketenden zijn functie dan
ar uit. Op 15 april legt hij
1 definitief neer.
Er is heel wat te doen over de
rol van de provincie in het
staatsbestel. Aalbers: „Ik vind
het goed dat iedereen nu over
de provincie nadenkt. Dat is
eigenlijk iets van het laatste
jaar. Het lijkt wel of er met de
viering van de splitsing 150-
jaar Noord- en Zuid-Holland
een nieuw elan is gekomen.
Een paar kritische toespraken
zijn er geweest en vanaf dat
moment lijkt het wel beter te
gaan". De zeer geringe op
komst bij de verkiezingen zijn
volgens de provinciebestuur
der niet zo schokkend. „De op
komst bij de gemeenteraden
en de deelraden in Rotterdam
waren ook niet best, en die
zouden toch veel dichter bij de
mensen staan, wordt gezegd.
Overigens is de opkomst in
Engeland ook nooit zo groot en
dat vinden we toch een zeer
democratisch land".
De laatste 25 jaar is het pro
vinciaal apparaat sterk ge
groeid. Er zijn zoveel zaken
die zich op regionale schaal af
spelen, het zoeken van een
huis, je werk is regionaal, je
bent heel vaak forens, dus ook
je files, je scholen, verenigin
gen, dus in ieder geval buiten
de grens van je eigen gemeen
te, dat de rol van de provincie
als coördinator niet is weg te
denken, meent Aalbers. Maar
de provincie doet het vaak
heel stil en bescheiden. Die ta
ken zijn er wel, maar ze zijn
niet bekend.
Volgens de gedeputeerde is het
niet denkbaar dat met name
het ministerie van WVC de ta
ken kan overnemen, als het
om ziekenhuizen gaat. „Dat
lijkt mij een stuk bureaucratie
van jewelste. Wij zijn tegen
woordig vrij snel in staat de
kaderplannen te maken die
nodig zijn. Neem nu het plan
van de revalidatie. Binnen een
jaar nadat de staatssecretaris
de aanwijzing gaf, hebben we
dat kant en klaar in de staten.
Dat is best voortreffelijk".
Dat sluit ook aan op de discus
sie of je de provincie op het
vlak van de volksgezondheid
maar buiten spel moet zetten
en helemaal aan de zorgverle
ners, de instellingen dus, en de
ziektekostenverzekeraars moet
overlaten. Aalbers: „Ik denk
dat het goed is dat die een veel
sterkere rol krijgen, maar ik
Gedeputeerde Aalbers: „Ik vind dat we een ziekenhuis voor Alphen aan den Rijn hebben gered".
denk toch dat je ook een over
heidsverantwoordelijkheid no
dig hebt om de kaders aan te
geven: wat heb je er als ge
meenschap voor over. Demo
cratische controleerbaarheid,
goede spreidingen, goede voor
zieningen. Dat geldt met name
ook voor de zwakzinnigenzorg
en de verpleeghuizen. Dat zijn
minder populaire zaken. Op
een ziekenhuis in nood komen
genoeg mensen af. Maar het
omhoog gierend tekort in de
zwakzinnigenzorg wordt een
probleem, waar de overheid
verantwoordelijk voor is en
voor aanspreekbaar is. De pro
vincie vind ik daar heel ge
schikt voor".
Wil Aalbers heeft sinds 1979
zijn domicile aan de Konings
kade 1 in Den Haag. Maar nu
is het genoeg geweest: „Je
moet er eens een keer mee
kappen. Het is een tijd die je
niet in de koude kleren gaat
zitten. In onze partij, het CDA,
wordt als richtlijn drie perio
des aangehouden. Bovendien
ben ik nu 54, dus ik kan nog
royaal een deccennium iets
anders doen. Het lijkt me er
ger als je op 16 april zou mer
ken dat je niet meer herkozen
wordt. Als je ziet wie er nu
nog in de staten zitten die ou
der zijn dan ik: mevrouw
Günter en Jan van Dijk. Nog
maar twee van de 83, de rest is
hoogstens even oud, of veel en
veel jonger. En de nieuwen
weten het altijd beter. Je moet
daarin een beetje meeschui
ven. En eerlijk is eerlijk, je
krijgt af en toe toch wel eens
een seintje dat het toch zwaar
werk is en dat je denkt: ik
moet toch een beetje oppas-
Drie portefeuilles heeft hij
versleten. Eerst volksgezond
heid, ouderenbeleid, jeugd-
sport en bibliotheek, daarna
van '82 tot '87 ruimtelijke or
dening, volkshuisvesting en
voorlichting maar ook biblio
theek en sport, en de laatste
periode weer volksgezondheid,
FOTO: STEPHEN EVENHUIS
welzijn en opnieuw biblio
theek en sport. „Ik denk dat ik
de meeste affiniteit heb met
sport en daarom zonder meer
die portefeuille heb gekregen.
Het kost je zaterdags wel eens
wat extra tijd om kampioenen
te huldigen, maar ja".
Toch ligt zijn hart bij de volks
gezondheid. Meest in het oog
springende gebeurtenis van de
afgelopen tijd op dit gebied is
de beddenreductie van de zie
kenhuizen. Maar toch is dat
volgens de gedeputeerde niet
het belangrijkste. „Het was on
derdeel van de totale planning
van de ziekenhuizen. Zoals we
ook de planning van de ver
pleeghuizen, de psychiatrische
ziekenhuizen en de zwakzinni
genzorg hebben. Daar moeten
grote achterstanden worden
ingelopen. Afgezien van het
feit dat we te weinig inrichtin
gen hebben in Zuid-Holland,
staan ze ook verkeerd. Een he
leboel zijn er in de Bollen
streek, terwijl er in Gouda of
Dordrecht bijvoorbeeld hele
maal niets is".
Rijnoord
Over het voortbestaan van het
ziekenhuis in Alphen aan den
Rijn heeft Aalbers de nodige
zorgen gehad. Twee jaar gele
den was staatssecretaris Dees
van plan het ziekenhuis te
sluiten, omdat hij van de in
spectie signalen kreeg dat het
niet goed meer ging. Ook fi
nancieel zat men daar in grote
moeilijkheden.
Aalbers: „Ik heb gelegenheid
gekregen daar wat aan te
doen. Daags voor Koninginne
dag hebben we toen een mara
thon-vergadering gehad van
het Elisabeth Ziekenhuis uit
Leiderdorp en het Rijnoord in
Alphen aan den Rijn, de bestu
ren, directies, ondernemings
raden, de staven. Tot twaalf
uur 's nachts hebben we over
leg gevoerd in de raadszaal
van Alphen aan den Rijn. Te
gen middernacht kwamen de
handtekeningen eronder. Ik
vind dat we toen een zieken
huis voor Alphen aan den Rijn
hebben gered. Weliswaar een
kleintje van slechts honderd
bedden en als onderdeel van
een groter ziekenhuis op twee
locaties, maar toch. Op dit
ogenblik is er veel discussie bij
de huisartsen of de medische
functie-behandeling wel goed
wordt uitgevoerd. Zestiendui
zend handtekeningen gekre
gen. Zorgwekkend, maar ik
heb de partijen nu toch weer
voor een gesprek bij elkaar ge
kregen: ziekenhuisbestuur en
directie, met de huisartsen en
wat mij betreft ook af en toe
met de patiëntenorganisaties,
om te kijken wat zijn de vra
gen, de verwijten, wat is de
kritiek, wat zijn de wensen.
En omgekeerd ook om uit te
leggen wat men aan het doen
is in dat ziekenhuis. Men is
aan het uitbreiden, er wordt
getimmerd, van de zomer
komt er een nieuwe operatie
kamer bij, er zijn onlangs twee
specialismen bij gekomen".
Zo kan je half jaar voor half
jaar laten zien dat er wat ge
beurt. Maar als- men zegt we
willen onmiddellijk die 140
bedden terug, dan is dat een
ander verhaal. Maar het is ook
maar de vraag of de proble
men die men heeft over een
neuroloog, of de kinderafde
ling, of die met 40 bedden erbij
wel opgelost zouden zijn. Ik zie
dat niet in. Want 140 bedden is
ook geen ziekenhuis. Dan
moet je toch als gauw praten
over 250 bedden. Heel iets an
ders is dat als men vlak na de
Tweede Wereldoorlog was be
gonnen met planning, dan had
Alphen nu een groot zieken
huis gehad en Leiderdorp een
veel kleiner"
„Ik hoop maar dat ze door de
gesprekken nu alle prolemen
de wereld uit helpen. Er kan
natuurlijk iets te mopperen
zijn over een specialist. Maar
in alle fusieziekenhuizen
duurt het een, twee jaar voor
al die maatschappen het pre
cies met elkaar eens worden
en de relaties die men naar
buiten had,afgebouwd zijn
naar binnen. Dat heb ik in
Delft ook gezien. Dat duurde
een tijdje en nu draait het per
fect".
Wat nu?
Wordt de komende tijd voor
de gedeputeerde een periode
van verplicht afkicken, of zit
er weer een bestuursfunctie in
de portefeuille. Wat gaan we
doen? Aalbers: „Dat weet ik
nog niet precies. Er zijn een
paar ideeën, maar dat heeft
nog even de tijd. Ik ben een
paar dingen aan het verken
nen in de bestuurlijke sfeer,
uit de huidige portefeuille,
maar ook daarbuiten, uit de
vorige. Maar in ieder geval tot
16 april gewoon keihard door
werken. Dat vind ik zo opmer
kelijk, dat het gewoon door
gaat. Je bent demissionair,
maar je maakt het werk ge
woon af. Er is nog ontzettend
veel te doen. De agenda zit tot
16 april echt loeivol. Ik moet
zien dat ik nog een beetje tijd
heb om de kamer uit te rui
men Er zitten best nog waar
devolle rapporten bij. Kan wel
alles in de container mikken,
maar dat vind ik zonde".
LUUD VAN DER HAM
3iae a
ende TÊ "W
latinnc
■00.
.ast nlijk is Leiden, met
riemir |e titels die het al
t Museumstad,
n e esstad en zoal meer
Bnmv °k een beetje Potvis-
tad. Dat komt vooral
poS' aanwezigheid
3.30 het monumentale
"ook onaal Natuurhisto-
°a i Museum aan de
V: Ho usteeg. Een gebouw
20 de omvang van een
grei m klooster in 19e
°Jr1-( yse, wat Engels aan-
do nde, neogotische stijl.
19.00,
verdere onwezenlijke bij-
'15 4j erheid aan dit museum
I.0Ó. j at het absoluut geen be-
wo. ers kan hebben. Je komt
illeen maar mannen en
Co |Wen in w'tte jassen tegen
13 15* Irtik en met veel overtui-
Danci wetenschappelijk bezig
A Het staat zo volgepropt
1*845 s^e^etten> vlinderverza-
i Haa n8en> wezens op sterk
cenin r en andere geprepareer-
zo. ddertjes onder het „natte
ABYl gras, dat er geen plaats
museumbezoek kan zijn.
I '3. jl als je er in je eentje of
21 psgewijze per se op staat
б.15, er iets te gaan zien, moet
nhof defonisch een aparte aan-
2-! ig indienen, en dan word
C log tegengehouden door
(al); bewakingsdienstfunctio-
14.00 s die je argwanend aan-
t en je door de glazen toe-
*34' pruim te kan loodsen.
1.45, NNM is enig in zijn soort
.30.' ns land.
i'h 1 r een jaar of 5 moet er in
nieuwbouw bij het Pest-
ortu even buiten de uit z'n
1. d< jen gegroeide stad, met als
Sibli e buur het Academisch
2l-6[enhuis Leiden (AZL),
240Q ite geschapen zijn voor
45 male" museumbezoekers.
.45, de enorme collectie zal
'•45, onderdak zijn. Nu is het
onale museum nog ver-
00 :id over zeven gebouwen
ty 'wfe stad. Een decentralisatie
zo. (alleen maar storend werkt
1 ongewenst is. Voorlopig
(5*zft ^et n08 wat aanmodde-
)mp( aan de Raamsteeg. Ik ge-
0. Ziikte er, onder stemmenge-
1 45.ter, de koffie met een be-
Jrde snee krentebrood in
q 3 kantine die 's morgens
15. ld half 11 vol kakelende
•trflewerkers zit, die zomaar
uit hun minutieuze bezighe
den waren weggelopen.
Ik sprak er ook met meneer'
C. („Meer niet") Smeenk, con
servator van de afdeling
Zoogdieren. Smeenk steekt
vol onderdrukt jolijt, ofschoon
er toch maar even 4000 soor
ten geconserveerde en ontlede
zoogdieren aan zijn zorgen en
toewijding zijn toevertrouwd.
Daaronder zijn ook 90 soorten
van de groep der walvisachti-
gen: „Van heel groot (ruim 30
meter) tot klein, een metertje
of anderhalf lang". Tot de
eerste categorie behoren dan
vin- en potvissen, tot de twee
de de kleine bruinvis. We
wenden ons nu tot de potvis
sen, want daar gaat het nu
om. Laat Smeenk maar ver
tellen.
Aangespoeld
Al eeuwen lang spoelen op
onze stranden walvisachtigen
aan. Vinvissen, bruinvissen,
dolfijnen, potvissen ook. En
wie op een stormachtige mid
dag naar de Zeeuwse of Zuid
hollandse eilanden trekt om
er een aangespoelde „walvis"
te zien, hij behoort tot de gea
nimeerde potvissenkijkers. C.
Smeenk: „In de 17e en 18e
eeuw spoelden er op onze
kusten vrij veel potvissen aan,
wel zo'n 10 per eeuw onge
veer. Dat is moeilijk meer na
te gaan, want je zag vrij veel
„zeemonsters" op de kust.
Daar werden vroeger dan te
keningen van gemaakt en
nieuwsbulletins over geschre
ven en pamfletten gegra
veerd. Die pamfletten vind je
bij bosjes bijvoorbeeld in de
Universiteits Bibliotheek".
Het is de glorie van de potvis,
de Physeter (geslachtsnaam)
Macro Cephalus (soortnaam).
Zoals alle katten Felis (let op:
geen Felix, want katten zijn
zelden helemaal gelukkig;
daarom is er ook geen Felis
kattebrood) heten en de hon
den Canis geef 'm op z'n
kanis. Daar hebben we hier
ook wel „een paar" van".
Welnu, in de tijden van de
beide wereldoorlogen liepen
vrij veel vin- en potvissen in
de Noordzee op zeemijnen. Zo
werd in 1914 een vinvis 21
meter lang het slachtoffer
van een mijn bij Wissekerke.
Voor „Leiden" was heteen
In september 1950 keerde een „walviskaak" per kerende takel
wagen der Leidse brandweer met veel hangen en wurgen terug
naar zijn vaste onderkomen bij Natuurlijke Historie aan de
Raamsteeg, na een rol te hebben gespeeld op het Wereldhaven
festival in AHOY, Rotterdam. Veertig jaar geleden.
succesvolle vinvis. Zijn sche
del werd, onder meer, in '50
tentoongesteld in Rotterdam
op het Wereldhaven Festival.
C. Smeenk: „Het was min of
meer een circusdier geworden
wiens skelet van hot naar
haar werd gesleept. Toen zei
den we: dat doen we niet
meer met die vinvis. Je ver
nielt er te veel aan met dat
reizen en trekken. Met onze
geconserveerde potvis van
1990, op 1 april op het Ter-
schellinger strand geworpen,
ligt dat anders. Dat is onze
succespotvis. We hebben nog
twee andere potvissen in de
collectie, die strandden in
1937 in de Schelde".
Zo is het werkmuseum in Lei
den een vergaarplaats gewor
den van al wat zoogdierlijk
geleed leed in onze delta aan
spoelt. Smeenk: „Wij verza
melen de gegeveris over ge
strande walvisachtigen. Het
onderzoekobject is voor ons
als museum het voornaamst.
Daaronder vallen ook meestal
bruinvissen en dolfijnsoorten
als de kleinere en grotere
(witsnuitdolfijn). Dat zijn
zeldzame, maar welkome, gas
ten op de Hollandse en
Zeeuwse kust; de krenten in
onze wetenschappelijke pap.
Sectie verrichten bij verse
beesten. Dat is onze taak. De
zeehondencrèche van Pieter-
buren doet dat voor ons
vanwege de geografische af
stand in het noorden des
lands. Dat is ons steunpunt al
daar. Daar hebben we goede
contacten mee. Meestal is de
doodsoorzaak bij die overle
den zieke beesten niet meer
na te gaan. Een gezonde
bruinvis strandt niet in zijn
operatiegebied; witsnuitdolfij-
nen raken eerder in moeilijk
heden. Pieterburen is daar
ook op ingespeeld".
Bij het Leids Nationaal Na
tuurhistorisch Museum gaat
het voornamelijk om het on
regelmatig voorkomen van
strandingen, „om spectaculai
re vondsten. Dat betekent
voor ons meer dan louter edu
catief materiaal", aldus zoog
dieren conservator Smeenk,
die niet op de eerste plaats uit
is op „red de walvis", maar
eerder geneigd tot de slogan
„Laat 'm maar aanspoelen".
Want in een dergelijk voorko
mend geval heeft „de Raam
steeg" er pas een wetenschap
pelijke boterham aan.
In de loop van volgende week
gaat de potvis van Terschel
ling 1990, als centrum' van een
expositie over de potvis met
toebehoren, op bezoek bij het
Fries Natuurmuseum in
Leeuwarden, waarmee het
nationaal museum een samen
werkingsproject heeft. Het is
geen sinecure. Voor het trans
port van de 1800 kilo zware
schedel en botten werd een
speciale bekisting gecon
strueerd, die door tien mu
seummedewerkers met de I tor Smeenk, op de foto te
grootste moeite uit een opslag- gaan. Smeenk liet nog weten,
ruimte naar buiten werd ge- dat in Leeuwarden „alle as-
rold om, samen met conserva- pecten van de potvis aan de
Iorde komen; we leveren ook I loont het niet de moeite om
veel documentatiemateriaal, de toestand weer in elkaar te
Het moet er allemaal zeker zetten voor de terugreis naar
een half jaar staan, anders I Leiden".