Wassenaarse chic valt voor mode uit Marokko se Courant Dinsdag 5 maart pagina 11 Top- ontwerpster blij met belangstelling uit Nederland 111 traditionele Marokkaanse djelleba vertaald in ijn h tijd se a vondkleding: lang, sluik en soepel. itte door THEO DE JONG Nijvere Marokkaanse modi- nettes in Casablanca en Marra- kech leggen dezer dagen de laatste hand aan oogverblin dende avondjaponnen, die bin nenkort worden gedragen door de Wassenaarse chic. Zelfs in het Wassenaarse diplo- matenwereldje, waar men op kleding-gebied wel wat ge wend is, werd zeer verrast ge reageerd op de Marokkaanse mode-show, die afgelopen win ter in de sfeervolle ambiance van kasteel Oud-Wassenaar werd gegeven. Het select publiek bestond uit ambassadeurs van landen rond de Middellandse Zee en hun dames - die uiterst enthousiast waren en onmiddellijk bestel lingen plaatsten voor de voor- jaars-ontwerpen. Maar ook di plomatenvrouwen uit andere Westerse landen lieten zich op de Wassenaarse mode-happe ning niet onbetuigd. Lange ruisende gewaden van crêpe de Chine, strapless crea ties van koninklijk brokaat, soepele ontwerpen in natuur zijde. De hand van de Marok kaanse top-ontwerpster Fati- ma Benjelloun was in alle ge vallen duidelijk herkenbaar: flamboyante stoffen, spreken de kleuren, simpele belijning. Thuis, in haar verfijnd inge richte modesalon aan de Ave nue Théophile Gauthier, in de romantische witte kuststad Ca sablanca, is de Marokkaanse topcouturière 'nog steeds onder de indruk' van haar Neder landse succes. Fatima Benjelloun: „Yves St.Laurent, die een tweede huis heeft in Marrakech, zag mijn ontwerpen onlangs op een show in hotel Négresco in Nice, en stuurde mij bloemen én zijn complimenten. De Parijse cou turier Jean-Louis werd in Ma drid met mijn creaties gecon fronteerd en zond mij een feli citatie-telegram. Dat beteken de voor mij een belangrijke er kenning. Maar het feit dat ik nu zelfs uit het koele Noorden, want zo zie ik Nederland toch wel, ook al bestellingen heb ge kregen, is pas écht een bewijs dat ik steeds meer vrouwen aanspreek, die tot de Europese cultuur behoren". En, hoopvol: „Vanuit Wassenaar hoop ik mijn succes verder uit te bou wen. Ik ga deze zomer kontak ten leggen met Nederlandse couturiers en modezaken, met de vraag of zij mijn modellen willen gaan voeren. Ik ben erg benieuwd". Moslim-land- Mag het in Oriëntaalse landen al uiterst zeldzaam zijn dat vrouwen een topfunctie bekle den in het zakenleven, het in ternationale mode-wereldje is zeker bij uitstek voorbehouden aan mannelijke couturiers. Het feit dat Fatima Benjelloun (44, charmant, goedlachs, en moeder van twee tieners) in een Moslim-land als Marokko op eenzame hoogte staat als eigenares van een modehuis en bovendien zélf al haar model len ontwerpt, mag hoogst op merkelijk worden genoemd. In haar Marokkaanse modesa lon, gemeubileerd met elegante gouden stoeltjes, en omringd door vele mahonie gerande spiegels, zegt ze: „Mijn creaties breng ik uit onder de labels 'Création Benjelloun'en 'Créa- tion Fatima Zohra'. Elk jaar kies ik voor een bepaald thema. Dit jaar presenteer ik mijn ont werpen onder het motto: 'Col lection Royal Mansour'. Vorig jaar koos ik vooral voor groen en paars, met een voorkeur voor Brandenbourg- achtige borduursels. Dit voorjaar pre senteer ik zonnig geel, wit, ce- rise-rood en gifgroen". „Wat mijn inspiratiebron is? Ik baseer me eigenlijk steeds weer op de traditionele Marokkaan se kaftan - een lang, soepel ge waad, dat tot op de enkels valt. Een kledingstuk, dat best voor zien kan zijn van splitten, die tot op de heup reiken. Dat ge geven vertaal ik in een eigen tijds ontwerp: Simpel, ingehou den en toch geraffineerd. Mijn variatie aan stoffen is ruim: van zuiver wol tot zijde, van mousseline tot taft". En dan, ontspannen: „Daarbij schroom ik niet om terug te grijpen op motieven uit ons Marokkaans verleden. Daarbij kies ik 't liefst voor borduurwerk, pail letten, kleine pareltjes, soms ook wel voor half-edelstenen. Bij mijn ontwerp 'Cléopatra', bij voorbeeld, dat op de show in kasteel 'Oud Wassenaar' heel enthousiast werd onthaald, ging ik uit van witte met goud draad geborduurde zijde, aan gevuld met een paarlen kapje. De zoom van het gewaad was op de enkels aan de zijkant iets opgenomen, zodat je aan een Oosterse harembroek moest denken". Ze vervolgt: „Vanuit Neder land is door een Haagse diplo matenvrouw ook mijn ontwerp voor een Mansouria besteld. Dat is een lang avondgewaad, vanaf de middel in twee tu niek-panden uiteenvallend, gemaakt van zwarte zijde, be zaaid met veelkleurige bloe men. Onder de tuniek wordt een onderkleed van zwarte zij de gedragen. Een toque met een broche van edelstenen bo ven de wenkbrauwen vervol maakt het geheel. Maar ook een gewaad van mijn hand dat aan een djellaba doet denken, bleek erg succesvol: Een japon die soepel de lichaamslijn volgt tot boven de knie, gemaakt van granaatappel-kleurig fluweel, met daaronder een strakke kuitbroek van gebloemd chif fon - waarbij een zwart met rode fez wordt gedragen". Werkende vrouw En dan, plotseling verrast rea gerend: „Ja, ik was met mijn idee om mijn op de Oriënt geïn spireerde kleding te combine ren met een fez voor vrouwen de Parijse couturier Yves St.Laurent al twee jaar vóór. Zo zie je maar, hoe ook ontwerpers elkaar onderling kunnen beïn vloeden". De achtergrond van Fatima Benjelloun uit Casablanca is die van een self-made vrouw, die door hard werken en een duidelijk geëmancipeerde op stelling haar huidig succes let terlijk heeft moeten bevechten. Openhartig zegt ze: „Mijn moe der was gewoon naaister. Van haar heb ik het eigenlijke handwerk geleerd, want als jong meisje moest ik al meehel pen. En van haar heb ik ook het talent geërfd. Al vroeg merkte ik, dat ik zélf japonnen wilde tekenen. Ik zat op een papiertje kleding-ontwerpen te schetsen - en mijn moeder heeft me daarin gestimuleerd. Door hard werken en veel spa ren heb ik wat geld opzij kun nen leggen. Vijftien jaar gele den kon ik, op bescheiden wij ze, voor mezelf beginnen - al was dat in een 'mannen-land' als Marokko niet eenvoudig. Toch heb ik doorgezet. En met resultaat. Mijn geheel met de hand vervaardigde kleding bleek zó in trek, dat ik drie jaar terug tenslotte een eigen win kel kon beginnen - want eerst verkocht ik gewoon vanuit mijn huis. Die winkel is tot een heuse salon uitgegroeid. Mijn eigen modehuis bleek een schot in de roos. Al heel snel volgden de bestellingen uit de sjieke kringen. En nadat ik het had aangedurfd om eigen mode shows in enkele dure hotels in Marokko te houden, groeide het succes. Vervolgens heb ik shows in het buitenland gehou den. Ik bestelde gewoon een luchtvracht-container bij Roy al Air Maroc en vloog met mijn mannequins én met mijn crea ties naar Nice, Marseille, Ma drid en Londen. Ook déór ble ken mijn ontwerpen aan te slaan. Op het Festival de Coif fure et de Ia Mode in Cannes, waaraan 32 landen deelnamen, kreeg ik zelfs de eerste prijs. Dat sterkt mijn vertrouwen in de toekomst. Ik heb nu in totaal 30 man personeel, die in Casa blanca, Marrakech en Fez voor mijn werken. Het gaat daarbij om vrouwen én mannen. Want Fatima Benjelloun toont één van haar vele ontwerpen in haar eigen mode-salon in Casablanca. Foto's Theo de Jong ook mannen in Marokko kun nen heel goed met naald en draad omgaan. En dat perso neel heb ik ook hard nodig. Want mijn ontwerpen zijn erg arbeidsintensief om te vervaar digen. Bij mij komt er absoluut geen naaimachine aan te pas. Alles is handwerk - maar dat wordt juist door de clientèle zo gewaardeerd". Dochtertje Ondertussen blijkt Fatima Benjelloun op haar beurt haar talenten te hebben doorgeven. Want haar 13-jarig dochtertje Hind toont trots haar schets: boek, waaruit blijkt dat ook zij al graag de eerste prille ont werpen op papier mag zetten. En zoon Faysal (18) neemt zijn moeder een stuk van de zake lijke beslommeringen uit han den. Fatima Benjellouns succes mag des te opvallender heten, ge zien het feit dat Marokko slechts een verhoudingsgewijs kleine bevolkingsgroep kent, die zich de luxe van dure cou ture kan veroorloven. De Marokkaanse top-ontwerp- ster: „Ons land is in opbouw. Maar we hebben hier natuur lijk ook wel een high society. zakenlieden die in welstand le ven, diplomaten, en rijke bui tenlanders. Zij weten de weg naar mijn salon goed te vinden. En voor hen ontwerp ik elk jaar twee collecties - voorjaar en winter". Over de prijzen van haar cou ture is ze openhartig: „Alles hangt af van het dessin, de wensen, de materialen, en het ontwerp. Voor een simpel mid dagjurkje reken ik 2000 Dir- ham (circa 500 gulden). Maar een lange avondjapon van zij de, met veel borduursels, is voor 10.000 tot 15.000 Dirham geprijsd, en soms ook hoger. Maar dan moet ook worden be dacht dat in één zo'n creatie vele honderden arbeidsuren gaan zitten". Het bericht dat de Marokkaan se prinsessen Lalla Mériem, Lalla Hasnaa en Lalla Asmaa ook door Fatima Zohra worden gekleed, wil ze ontkennen noch bevestigen. „Ik spreek over mijn klanten alleen in al gemene termen. Privacy on zerzijds wordt op hoge prijs ge steld. Dat vertrouwen wil ik niet beschamen". En die aanpak werpt vruchten af, en blijkt ook overtuigend uit de omzet. De klanten van Fati ma Benjelloun ('tachtig procent uit Marokko, de rest uit andere landen') doen gezamenlijk cir ca 200 bestellingen per jaar. Menig Parijs' modehuis zou daar jaloers op zijn. Mannenkleding Opvallend element in haar re cente modeshow in kasteel 'Oud Wassenaar' was, dat tus sen de groep van mooie jonge mannequins ook één manne lijk model optrad. Fatima: „Ik zou natuurlijk geen goede zakenvrouw zijn, als ik niet óók probeerde de mannen als klant te bereiken. Mijn herenkleding vormt nu nog een zeer klein onderdeel van mijn totale collectie. Maar mijn avondkleding voor heren is zó tijdloos van ontwerp, dat ik een poging wil doen om ook die couture-markt te verove ren. Als Marokkaanse ont werpster mik ik daarmee voor al op de Westerse landen. Juist op mode-gebied moet je ten slotte telkens je eigen uitdagin gen creëren".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 29