Oost-Beieren
de achtertuin
van Duitsland
1
Douro, een
rivier om op en
bij te dromen
Het bejaarde
Portugal en
zijn bijna
even oude
wijnbouw
'0.
door AAD STRUIJS
Oost-Beieren is de
achtertuin van Duitsland.
Helemaal achterin,
balancerend op de
erfscheiding met
Oostenrijk, ligt Passau.
„Eine der schönsten Stadte
Deutschlands", schalt
informatrice Christine
Greiner van het
Fremdenverkehrsverband
(VVV) glunderend. Maar
veel vakantiegangers
blijken stokdoof te zijn voor
de verleidelijke zang van de
VVV-sirene.
In dichte drommen spurten ze Pas
sau voorbij. Op weg naar Oostenrijk
I en Hongarije. Liefst plankgas. Van
I de miljoenen passanten draaien er
elk jaar hooguit 350.000 bij Passau
weg van de snelweg. Echter niet om
er vakantie te houden. Verreweg de
meesten zien de tweeduizend jaar
oude grensstad slechts als een tussen
stop. Goed genoeg om de benen te
strekken. Of voor één, hooguit twee
nachtjes slapen. En dan weer rap de
E 5 op. Oostwaarts!
Maar Passau verdient het om méér te
zijn dan alleen een tussenstop. De
stad en de omgeving hebben genoeg
te bieden voor een complete zomer
vakantie: imponerende wouden,
fiets- en wandelroutes, musea, boot
tochten over de Donau, rust, kuur
oorden en stedenschoon. Passau is
één van de oudste steden van Duits
land. De stad is één groot monument,
omarmd door de Inn, de Iz en de
machtige Donau.
Even buiten het centrum van de
'Drei Flubenstadt' vloeien de rivie
ren in elkaar. Maar het zwarte water
van de Ilz en de groene Inn, vermen
gen zich niet onmiddellijk met de
blauwe Donau. De drie kleuren wa
ter stromen nog enige tijd aarzelend
naast elkaar voort, richting Zwarte
Zee. Pas na honderden meters ver
vaagt het vloeibaar triplex en krijgt
de waterspiegel een egale kleur.
Hotelschepen
Dank zij de rivieren stroomt er veel
geld Passau binnen. De stad is de
thuishaven van een grote vloot rond
vaartboten en luxueuze hotelsche
pen die de vakantiegangers zelfs tot
aan de Zwarte Zee brengen. Maar het
water is niet alleen een vriend. Op de
Italiaans aandoende Inn-kade tonen
hoogwatermerken, ingemetseld in
een gevel, waartoe de rivieren in
staat zijn als ze een woede-uit
barsting krijgen. In het rampjaar
1954 bijvoorbeeld, steeg de Inn méér
dan tien meter. Het wassende water
richtte enorme verwoestingen aan.
Het bereikte zelfs delen van de oude
binnenstad.
In het schilderachtige centrum, met
z'n talloze monumenten, pleinen,
winkelpromenades, straaijes en
kronkelende steegjes vinden dorsti-
gen een keur aan bierkelders om de
nieren af te stoffen. Er zitten schil
derachtige kneipen en restaurantjes
tussen. De Jodler-Wirt bijvoorbeeld,
gevestigd in monumentale gewelven
van een zwaarmoedig elfde eeuws
pand aan de Schrottgasse. De muren
zijn besneeuwd met bouwkundige
roosschilfers. Ergens moet nog een
geheime onderaardse gang zijn, ver
trouwt de waard zijn gasten toe.
De herbergier is een schaalmodel
van een zwaarlijvige heldentenor, in
model gehouden door een lederhose.
Telkens als hij een van zijn voortref
felijk schotels of een rondje Weibbier
serveert, barst hij spontaan in een
amechtig gerochel uit. Voor ongeoe
fende oren klinkt het als getoonzette
persweeën, maar de stamgasten her
kennen in de hoestaanval een gejo-
del van Alpenhoog niveau.
Brand
De oude bierkelder overleefde de
grote stadsbrand van 1662. Het. vuur
verwoestte tachtig procent van het
centrum. Maar Passau herrees, als
een barokke Phoenix uit de gotische
as. Ook de gedeeltelijk verwoeste St.
Stephan Dom, die sinds 1407 het
stadsbeeld domineert, werd her
bouwd. Het hoogstrevende Sursum
Corda van de gothiek en de overwel
digende pracht van de barokke ver
sieringen en fresco's versmolten
naadloos tot een juichend Te deum
laudamus.
In de barokke Dom met de gotische
ziel stijgt het halleluja juichend ten
hemel uit 17.388 orgelpijpen; de
kleinste nauwelijks 6 millimeter
hoog; de grootste 11,3 meter met een
doorsnede van 47 cm en een gewicht
van 306 kilo. Op dit grootste orgel ter
wereld (gebouwd in 1731) worden
van half mei tot eind oktober dage
lijks (behalve zondags) om 12.00 uur
concerten gegeven.
Twintig kilometer zuidwaarts zit er
muziek in een andere recordhouder:
Bad Füssing; met bijna veertiendui
zend bedden en drie miljoen over
nachtingen per jaar het grootste
kuuroord van Europa. Jaarlijks ko
men meer dan 150.000 kuurgasten uit
binnen- en buitenland naar de Oost-
beierse bronnen om er te i
in zwavelhoudend water. Dat ge
schenk van de natuur zou een heilza
me werking hebben op gewrichts- en
huidaandoeningen.
„Maar er komen hier ook steeds
meer mensen voor een fitness- en ge
zondheidsvakantie. Vooral onder
jongeren neemt het gezondheidsbe
wustzijn toe", zegt direkteur Heinz
Egginger. De plaatselijke VVV haakt
daar gretig op in met één- en meer
daagse wandel- en fietsarrangemen-
ten. Ook het plaatselijke golfcentrum
wil z'n slag slaan. Het moet het groot
ste van Europa worden.
Bron van welvaart
Voor Füssing betekent het kuuroord
een bron van welvaart. In vier de
cennia groeide het onbeduidende
boerendorpje uit tot een moderne
stad, waar vijfduizend mensen werk
vinden in de kuurindustrie en de ho-
tellerie. De afgelopen 25 jaar is er één
bel meer. Sindsdien is de zilvermijn
één van de belangrijkste toeristische
attracties van het Beierse Woud, het
grootste woudgebied van Europa en
het eerste Nationaal Park van Duits
land. Het is vooral ook voor kinderen
een sensatie om met een gids af te da
len in de donkere buik van de berg;
een labyrinth van gangen en onder
aardse meertjes. In die fascinerende
schatkamer bewaart Moeder Natuur
zestig verschillende mineralen. Ach
tergelaten gereedschappen en ma
chines getuigen van het keiharde le
ven van de mijnwerkers. De ingang
van de mijn ligt bij de top van de Zil
verberg, te bereiken met een stoel-
tjeslift of een wandelpad met schitte
rende panorma's. Voor durfals is er
een zomer rodelbaan.
Eeuwenlang leverde de zilvermijn
aan de glasblazerijen grondstoffen
voor de glasslijpschijven. In het Bei
erse Woud zijn temidden van een im
ponerende natuur, die vroeger de
brandstof voor de ovens leverde, nog
steeds zeventig glasblazerijen en -slij
perijen in bedrijf. Zeventien van
deze Glashütte zijn voor bezoekers
'geopend. Bij hun hellevuren demon
streren de glasblazers hoe gesmolten
zand, soda, kwarts en po tas stolt tot
broze schoonheid. De zoveelste re
den dus om in Oost-Beieren de Auto
bahn te verlaten.
miljard mark geïnvesteerd. Dat het
geld niet in het water is gesmeten be
wijst de jaarlijkse omzet: 350 miljoen
mark. Een goudmijn dus.
En dan is er ook nog een zilvermijn:
de Silberberg in Bodemmais, noord
west van Passau. Vijf eeuwen lang
daalden mijnwerkers in de donkere,
kille schachten af om ijzererts te del
ven. Elke ton leverde zeven gram zil
ver op. En daar was alles om te doen.
In 1962 bleek de winning niet renda-
Folders over Passau, het
Beierse Woud e.d. kunnen
worden aangevraagd bij het
Duits Verkeersbureau,
Hoogoorddreef 76,1101BG
Amsterdam, tel. 06-91091029 of
(schriftelijk) het
Fremdenverkehrsverband
Ostbayern, Landshutter
Strafte 13,8400 Regensburg,
Duitsland.
De wijngaarden langs de oevers van de Douro.
Vaten wijn worden in Portugal soms nog op ouderwetse wijze verscheept. Foto's Sijihoff Pers
door LEX DALEN GILHUYS
De heuvels liggen er droog,
ontluisterd, bij. De enorme,
kale terrassen lijken op
treden voor reuzen.
Het is winter in de Douro-
streek, ten oosten van
Oporto. De Portugezen
huiveren in truien en
omslagdoeken, het zal
tegen het middaguur niet
hoger dan een graad of
dertien celsius worden bij
windstil weer.
Warm dus voor iemand die zich als
gewaarschuwd reiziger bijkans in
poolkleding heeft gehuld om de ijzige
koude van de hoge Port-streek te
trotseren.
Diep beneden kronkelt een donkere
slang tussen de glooiingen. De Douro.
Majestueus, onbevaarbaar, bij elke
weersgesteldheid de wederzijdse hel
lingen reflecterend op het meestal
rimpelloze oppervlak. Een rivier om
op en bij te dromen.
niet in het i
gastheer van
instituut dat de export van Portugese
wijnen bevordert, put zich uit in le
vendige schilderingen over de onge-
evenaardheid van het landschap dat
in de herfst als een pruik met warme
kleuren op de hellingen moet liggen.
Of over het uitdagende groen van de
lente.
Weineen. Ik zie alleen maar grijs.
Mist. Terwijl een boemellje me ter
gend langzaam van de oude stad Por
to het binnenland insukkelt. Ik zie
alleen wat er vlak naast de rails ligt
en dat is niet bemoedigend.
Rotzooi. Afval. Wrakken.
Als de mist breekt zie ik in de verte
de resten van een bos. In de bloedhe
te zomer door nalatigheid of opzet af
gebrand als lucifershoutjes.
Ik kom echter niet voor brandhout,
maar voor de wijn. Neen, niet de
alom geroemde en veelgeprezen
portwijn, maar de veel minder be
kende landwijnen uit de streek van
de Douro.
Rode favoriet
De Romeinen zagen hier al wijngaar
den liggen. En moeten zich tegoed of
meer dan dat hebben gedaan aan de
superieure port. Toch wordt slechts
veertig procent van de druiven in
deze streek gebruikt voor port. Uit de
overige zestig procent worden rode
en witte landwijnen gemaakt. De
rode kwaliteiten zijn gevarieerder
dan de witte. Beide slaan een redelijk
figuur.
De witte Douro-wijn is meestal droog
en fruitig, delicaat, maar over het al
gemeen toch wat vlak en te licht van
smaak om te kunnen imponeren.
kwalitatief nogal maar kunnen zich
ruimschoots meten met andere wij
nen uit Portugal of Spanje.
De wijn gemaakt uit de Tinta Barro-
ca heeft een rijk boeket en dient zich
aan als een dankbare partner bij
wildschotels. De rode wijnen uit de
Douro gaan van licht en fruitig tot de
topper Barca Velha, die vol, rijk en
elegant mag worden genoemd. De
laatste wordt gemaakt in een vallei
niet ver van de Spaanse grens, waar
Portugal langzamerhand ophoudt
zichzelf te zijn en het grimmiger ka
rakter van hét Spaanse land over
neemt.
Het moge dan nu naar Portugese be
grippen koud zijn (de vrouwen lopen
in zwarte omslagdoeken gewikkeld
en sommigen hebben waarachtig
rode neuzen), 's zomers brandt de
grond door je schoenzolen. Het kan
dan hier tot bijna vijftig graden celsi
us oplopen, zo is me verteld. Alles
zindert in een grillig patroon van
luchtwervelingen, die ook plassen op
de weg doen ontstaan.
Al lijkt het klimaat vast, toch kan het
weer voor verrassingen zorgen. „De
oogst vormt elk jaar weer een verras
sing", zegt een topfunctionaris van
de Casa do Douro, die niet alleen de
wijn in de streek beschermt maar
deze ook uitdraagt. „Het klimaat kan
heel grillig zijn. Tot op het moment
dat de druiven worden gewassen zijn
we onzeker over de uitkomst. In 1989
hebben we niet zo veel wijn naar Ne
derland geëxporteerd, maar wel van
goede kwaliteit. Een topjaar hadden
we in 1987 en het afgelopen seizoen
hebben we 15 procent meer geprodu
ceerd dan het jaar daarvoor".
De promotie van de Douro landwij
nen is pas echt begonnen sinds Por
tugal in de EG zit, zodat de bekende
Dao's eindelijk concurrentie hebben
gekregen. Hoewel het nog lang kan
duren voor de toppers van deze Por
tugese wijn op de achtergrond zullen
worden gedrongen.
Conservatief
„De Portugees is katholiek, dus con
servatief", zei een van mijn begelei
ders. „Dat betekent wat de wijn aan
gaat het vaak nog steeds vasthouden
aan oude en weliswaar beproefde
methoden van wijnverwerking,
maar die zijn niet het meest econo
misch. Men moet nog leren modern
te denken. En leren samen te wer
ken. Vader deed het vroeger zo goed
en was zo onafhankelijk. Prima,
maar de verdiensten waren er naar.
We moeten 'groter' leren denken.
Coöperatief en meer van de techniek
gebruik maken.
Het is moeilijk tradities te handha
ven. Vernieuwingen zijn ook goed
voor de Dourostreek. We verbouwen
wijn op ongeveer 33 34000 ha, met
een uitbreidingsmogelijkheid van
1000 ha". Portugal blijkt dus ook een
land van tegenstellingen te zijn, al
blijven die nog binnen redelijke pro
porties.
Ik heb een bezoek gebracht aan een
wijnboer die in het land is verankerd
sinds de zestiende eeuw. Het bedrijf
is gemoderniseerd, maar er is veel
van het oude bewaard, of de eigenaar
vreest dat de stopcontacten nog wel
eens voorgoed kunnen uitvallen.
Een waardige boer, met opvolging,
met toekomst en met een rijk verle
den waarop hij zo trots als een pauw
is. Een man die zijn geloof in het land
heeft gestopt en daarover praat met
de tederheid of hij het over een deli
caat sieraad heeft.
Dat is het ook.
In de vroeg ondergaande zon op een
plotseling toch stralende dag die 's
ochtends nog haar eerste grijs aan
had, heeft het landschap het omge
woelde en geplooide gelaat van een
Portugal is dan ook bejaard.
En de wijnbouw is bijna even oud.
Meer informatie over de Douro
streek kan men krijgen bij het
Portugees Verkeersbureau,
Stadhouderskade 57,1072 AC
Amsterdam, tel. (020) 750301.