Donald Duck
overleeft
tweeduizend
keer pech en
braafheid
Goedkope pocket slaat ook in Nederland aan
■CeicUcSoiwaut-
DEN HAAG - Donald Duck
maakte zijn entree op het Neder
landse striptoneel uitgerekend op
het ongunstigste tijdstip. De toen
malige minister Rutten van Onder
wijs. Kunsten en Wetenschappen
had namelijk in die dagen net naar
alle scholen een brief gestuurd met
de oproep „te bevorderen dat het
verspreiden van zogenoemde beel
dromans, zowel op scholen als
daarbuiten zoveel mogelijk wordt
tegengegaan. Deze boekjes, die een
samenhangende reeks tekeningen
met begeleidende tekst bevatten,
zijn over het algemeen sensationeel
van karakter zonder enige andere
waarde".
Die waarschuwing heeft lang zijn uit
werking niet gemist. Het is nog niet zo
lang geleden dat ouders, leerkrachten
en andere opvoeders nog bedenkelijk
keken als hun kind of pupil geruime
tijd doorbracht met de neus in een
stripboek. En het hoofd schudden is
nog steeds niet over: tot op de dag van
vandaag bevat Donald Duck nog steeds
een in kolommen gedrukt vervolgver
haal dat het blad toch vooral een 'ver
antwoord' tintje moet geven.
Ondanks de heksenjacht op alles wat
naar 'beeldroman' rook, was de ver
schijning van de strip in ons land voor
Donald Duck het enige geluksmoment
in zijn leven. Vanaf het begin sloot de
Nederlandse jeugd deze 'underduck' in
het hart. Van het eerste nummer wer
den twee en een half miljoen exempla
ren huis-aan-huis verspreid. De oplage
van het eerste betaalde nummer be
droeg al direct honderdvijftigduizend
exemplaren. Binnen enkele jaren was
dit aantal verdubbeld. Sindsdien geldt:
Donald Duck kan niet meer stuk. Be
gonnen als vierentwintig pagina's tel
lend en gedeeltelijk nog in zwartwit
uitgevoerd striptijdschrift, heeft het
weekblad nu veertig pagina's in kleur
en omvat de oplage driehonderdvijftig
duizend exemplaren, genoeg voor zo'n
anderhalf miljoen lezers. Daarmee is de
grootste verandering die Donald Duck
vanaf 1952 heeft ondergaan, wel be
schreven.
Disney-kringen
Bij het lezen van nummer 2000 valt te
constateren dat Donald Duck in de afge
lopen twintig jaar zo vermoeiend het
zelfde is gebleven. Kwik, Kwek en Kwak
spreken nog steeds gedrieën één zin uit
en Douwe Dabbert blijft het mooist.
Verder blijft het van een saaie tuttigheid,
inclusief Oom Dagobert, Broer Konijn,
de 'buitenlands' sprekende papegaai Joe
Carioca ('Hi! Hi! Behalve dat iek naar
senorita's fluit, krijg iek er nog geld voor
ook!') en de (belegen) 'moppentrommel'.
Thom Roep is sinds 1983 hoofdredac
teur van het vrolijk weekblad, waarvoor
hij vanaf 1973 werkt. Hij is geboren in
het jaar dat Donald Duck in Nederland
op de markt verscheen, 1952. („Een
mooi jaar, zeg ik altijd in Disney-krin
gen").
Volgens hem is Donald Duck wel dege
lijk met z'n tijd meegegaan. „In de jaren
zestig was het echt een kinderblad. In de
seventy's hebben wij met succes ge
streefd naar het imago van gezinsblad.
We gingen meer zorg besteden aan de
vertaling van de Amerikaanse tekst en
stopten er meer variatie in. Bovendien
zijn ook de kleuren veel beter gewor
den".
De verschuiving van kinder- naar ge
zinsblad lijkt te zijn gelukt. Recent on-
ZATERDAG 23 FEBRUARI 199
Donald Duck en de zijnen staan de komende tijd nog heel wat feestjes te wachten.
derzoek toont aan dat Donald Duck
zelfs het meest gelezen tijdschrift is in de
leeftijdsgroep van zes tot negentien jaar.
Al ligt volgens Thom Roep het zwaarte
punt nu nog steeds bij de categorie acht-
tot twaalfjarigen. En er zijn volgens
Thom Roep toch ook veel ouders die
elke week de Donald Duck met veel ple
zier nog even inkijken en dan wegdro
men naar de tijd waarin ze zelf op de
deurmat lagen te wachten op de komst
van de bladenman.
Koren
„De strips zijn wat dat betreft al jaren
absoluut uit de slechte hoek", aldus
Roep, al geeft hij toe het 'verantwoorde'
in kolommen gedrukte vervolgverhaal in
stand te houden. „De overheid en grote
bedrijven bedienen zich nu zelf ook van
allerlei vormen van strips. Het is hetzelf
de als met de bioscoop. Die was vroeger
ook 'slecht'. Maar je hebt gewoon goede
en slechte films. Net zo goed als je bij
strips het kaf van het koren moet schei
den. En wij doen ons best om bij het ko
ren te horen".
Onder het kaf zitten volgens Thom
Roep in de eerste plaats de strips voor
volwassenen, waarin gewelddadige seks
een grote rol speelt. Vooral voorbeelden
uit dit genre van Italiaanse en Spaanse
makelij hebben volgens hem het karak
ter van slecht gemaakte horrorfilms.
Bij êoede strips denkt Thom Roep toch
vooral aan zijn eigen blad. „We zijn heel
goed bezig. De redactie bestaat voor een
groot deel uit mensen die uit het onder
wijs komen. We doen nog steeds vrese
lijk ons best om de vertaling te verbete
ren en verder zijn wij ook voortdurend
bezig met de belettering. Zo zijn we bij
voorbeeld ooit afgestapt van de hoofd
letters toen bleek dat kinderen daar
moeite mee hadden. Dat leerden ze niet
op school".
Ter verbetering van het 'gezinsblad-ima
go', waardoor ouderen zich wat meer bij
de 'Duck' betrokken voelen, is de redac
tie ertoe overgegaan om wekelijks, in het
eerste verhaal met name, meer aandacht
te besteden aan de taal. „Er zitten nu
meer woordspelingen in", licht Thom
Roep toe, „maar wel op zo'n manier dat
kinderen er geen last van hebben. Ze le
zen er gewoon overheen. Bij de andere,
iets kortere verhalen laten we dat achter
wege. Die blijven meer bij het oude".
Hieperdepiep
Wat ook bij het oude lijkt te blijven is
'Oom Donalds Brievenbus', de ope-
BRAND OVEREEM
ningsrubriek. Van de antwoorden op de
ingezonden kinderbrieven, geïllustreerd
met een hieperdepiephoera-inleiding van
oom Donald zelf, druipt nog steeds de
braafheid af. In het al even onoriginele
onderdeel 'Wist je datwordt op zich
interessante informatie over lengte,
hoogte en zwaarte van tweeduizend Do
nald Ducks in de laatste zin in stijl ont
kracht door het oubollige datje ster
retjes ziet als je dat allemaal hebt uitge
rekend?'.
„Toch houden de kinderen zelf die ru
briek in stand", zegt de hoofdredacteur.
„Als we één brief plaatsen van een kind
dat vertelt dat ze naar een kinderboerde
rij is geweest, krijgen we de weken daar
na talloze brieven over hetzelfde onder
werp".
Thom Roep kan zich wel een aantal leu
ke voorbeelden herinneren. „Een meisje
van acht schreef dat ze op vakantie in
Engeland iets had ontdekt: 'Weet u dat
'duck' in het Engels eigenlijk 'eend' bete
kent?'. Maar een ander kind schreef:
'Beste Mickey, hoe wordt een drug ge
maakt en hoe komen boeven eraan?'. Ja,
toen hebben we wel even over het ant
woord moeten nadenken". Pijnlijk was
het briefje van een meisje dat schreef
over een feestje waarop haar vader ge
zellig een poosje was weggeweest met
tante Lenie. Een paar dagen later werden
m
lEIDS
IATEI
In oktober 1952 verscheen het
eerste Nederlandstalige
nummer van 'Walt Disney's
Donald Duck - een vrolijk
weekblad'. Sindsdien heeft de
schijnbaar altijd
goedwillende, maar
aandoenlijk blunderende eend
met zijn wekelijkse
pechverhalen miljoenen
harten gestolen. Onlangs
verscheen alweer het
tweeduizendste nummer,
waarin de onhandige kwaker
dan ook voor de
tweeduizendste keer een
avontuur met een
fegarandeerd pechvol verloop
eleefde. Conclusie: Donald
Duck verandert geen spat.
Behalve door pech wordt hij
ook al bijna veertig jaar
voornamelijk gekenmerkt
door een bijna truttige
braafheid.
we door haar moeder opgebeld of we da
briefje alsjeblieft niet wilden opnemen
want het voorval had tot een scheidirf
geleid".
Apk
iNi
kr
na
wc
Hoewel Thom Roep ervan overtuigd
dat hij met zijn redactie de juiste we
bewandelt, kan hij vrijuit lachen om zijl
eigen missers, zoals het extraatje bij he
jubileumnummer: een bouwplaat va
Donalds auto. 'Dit trouwe, roodkleurig
koekblik, dat nog van ver voor he
windtunneltijdperk stamt. Deze echt
klassieker wordt als collectors-item al
leen door Oma Ducks antieke vehike
naar de kroon gestoken', adverteert hij.
Met enig geknip en geplak moesten
lezers van het blad hun eigen APK-ver
sie (Altijd Pech Kar) van Donalds aul
kunnen bouwen, maar dat bleek zonde
hulp van een zeer geduldige en accurat
knutselaar ondoenlijk.
Roep en Donald Duck kunnen er nielj,
mee zitten. Na nummer 2000 gaan
naar het jaar 2000. Op weg daarhet
passeren ze nog een paar mijlpalen: vo
gend jaar, 1992, vieren zij het feit da
Donald Duck veertig jaar geleden zijl
opwachting maakte op Nederlandse b<
dem. In datzelfde jaar gaat in Parijs
Europese versie van Disneyland open
wordt de wondere wereld van Walt DisJrj
ney, Donalds geestelijk vader, ook voi
miljoenen Europese Duck-fans een stul^ntr
bereikbaarder.
De brave eend stevent met de zijnen oi
verstoorbaar af op al deze hoogtepuntei
een spoor van pechavonturen achtt
zich latend, waarvan ook in de toekom!
een constant lezerspubliek elke week
blijven genieten.
CEES VAN WEER1
dtfet
,n ieve
'J rasts
Jang,
el e
elev
c za
r ioor<
:onti
'ijds
noge
De formule: goed lopende boeken
uitgeven als goedkope pocket om
meer lezers te bereiken. Bij Rain
bow werkt de formule. Deze
maand verschijnt de honderdste
Rainbow: 'Japan'; 808 pagina's
voor elf gulden.
In de Verenigde Staten, Duitsland
en Groot-Brittannië is het al sinds
jaar en dag gebruikelijk om boeken
die als duurdere paperback of in
gebonden vorm goed verkocht
worden, enige tijd later ook in poc-
ketvorm uit te geven. Op niet te
luxe papier en tegen een betrekke
lijk lage prijs.
De Engelse Penguinreeks is een voor
beeld van pockets die allemaal eerder als
duurder boek bij een andere uitgever
verschenen. Uitgever Maarten Muntinga
in Amsterdam zag er enkele jaren gele
den ook voor ons land wel brood in. Het
verschijnen van het honderdste deeltje
(wat heet 'deeltje' voor een pil van 808
pagina's) in de Rainbow-reeks deze
maand bewijst zijn gelijk.
De auteurs van de pockets lopen uiteen
van Gerard Reve, Astrid Roemer en
Cees Nooteboom tot Bertold Brecht, Si-
mone Signoret en Alice Walker. Her
drukken komen regelmatig van de per
sen en de oplagen van de pockets verto
nen on-Nederlandse hoogten als bijvoor
beeld 110.000 exemplaren voor De
Kleur Paars van Alice Walker.
HONDERDSTE RAINBOW BEWIJST SUCCESFORMULE HERDRUKKEN
Muntinga studeerde bedrijfskunde en
werkte in de uitgeverswereld tot hij een
reis om de wereld ging maken, die vier
jaar duurde. In 1983 begon hij aan de
uitwerking van een plan voor de pro-,
duktie van goede en goedkope pockets.
De lage prijs (in het begin 9,90 gulden,
in de loop der jaren gestegen tot elf) is
een vast onderdeel van het produkt.
Bestsellers
Drie keer per jaar verschijnen zes nieu
we titels. Muntinga koopt in de meeste
gevallen de rechten van een bestaand
boek en maakt er dan een pocket van.
Voor die rechten betaalt hij tussen de
tweeduizend en veertigduizend gulden.
Veertigduizend komt zelden voor,
meestal liggen de prijzen van de rechten
lager. De auteurs krijgen achteraf boven
dien van elk verkocht boek een percen
tage. De kunst is zo veel mogelijk van
die pockets te verkopen en dat doet
Muntinga op dezelfde manier als waarop
Sorbo huishoudelijke artikelen verkoopt.
In een vaste opstelling in de boekhandel
die voor elke koper herkenbaar is. Voor
reclame en publiciteit is jaarlijks onge
veer honderdduizend gulden beschik
baar.
Onder de honderd tot nu toe verschenen
deeltjes zijn verschillende echte bestsel
lers. 'Nostalgie is ook niet meer wat het
was' van Simone Signoret bijvoorbeeld.
Het verscheen ruim tien jaar geleden
voor het eerst in het Nederlands bij de
Arbeiderspers en trok nauwelijks belang
stelling. Als Rainbow beleefde het tien
drukken en de oplage liep op tot boven
de tachtigduizend. 'Geen gewoon In
disch meisje' van Marion Bloem werd in
een oplage van zesduizend op de markt
gebracht, maar was binnen een week uit
verkocht, zodat meteen een herdruk
moest worden gemaakt.
De doelgroep waarop uitgever Muntinga
zich richt is redelijk nauwkeurig vastge
steld. Hij gebruikte daarvoor onder meer
gegevens van het Centraal Planbureau
en kwam tot de ontdekking dat er in de
jaren zestig tienduizenden encyclope
dieën verkocht waren aan ouders van
kinderen die wilden en konden doorle
ren. In de jaren tachtig kon Muntinga
daarvan profiteren: hij maakt zijn boe
ken voor een generatie die goed onder
wijs heeft genoten. Het betere onderwijs
heeft geleid tot een groeiende belangstel
ling voor het lezen van literatuur. En
hoewel Muntinga niet uit ideologische
overwegingen de voorkeur geeft aan
schrijfsters boven schrijvers is het aantal
vrouwelijke auteurs in zijn fonds opval
lend groot. De jongste emancipatiegolf
uit het verleden heeft de belangstelling
voor boeken van vrouwen doen groeien.
Ook op die golf vaart de uitgeverij een
beetje mee.
Gezicht
De pocket-uitgevers van het eerste uur
in de VS en Europa schonken hoege
naamd geen aandacht aan het uiterlijk
van hun produkt. Doorgaans was in de
jaren twintig en dertig van deze eeuw al
leen de titel van het boek op de omslag
gedrukt. En de naam van de schrijver.
Nu moet een pocket, net als elk ander
produkt dat verkocht wil worden, de
aandacht van de koper trekken. Omsla
gen zijn nu dus voorzien van signalen
die de koper over de streep moeten ha
len.
Vanaf het eerste deel van de reeks tekent
Maijo Starink voor de omslagen van de
Rainbows. De huisontwerpster. Zij ont
wierp ook het kleine regenboogje dat
elke titel siert. Muntinga zelf bepaalde
dat alle ruggen van de boeken geel moes
ten zijn. Dat en het regenboogje vormen
de enige onderling gelijke kenmerken
van de omslagen.
Starink probeert alle bandjes anders te
maken. Maar ze moeten zo veel op el
kaar lijken dat het toch een soort familie
blijft met gemeenschappelijke trekjes in
uiterlijk en karakter. Ze gaat daarbij uit
van de typografie. „Letters fascineren
me, dat heb ik vanaf het begin al gehad.
Ik vind mezelf dan ook in de eerste
plaats een grafisch ontwerper. Een plaat
je erbij is leuk, maar in de eerste plaats
moet de letter wel deugen". De titel
moet er luid en duidelijk opstaan, „eraf
knallen" zegt ze zelf.
Ze kreeg haar opleiding op de kunstaci
demie in Arnhem en werkt ook voor ar
dere uitgevers als Leopold, de Arbeiders
pers en Nijgh en Van Ditmar. Een vj
de beste ontwerpen van de laatste sei
Rainbows vindt ze het boek 'Japan'
Eenvoudig en helder. Het Japanse tekei
dat gebruikt is als beeldend element be
tekent 'macht'.
Het tekenen van de ontwerpen kan in
meeste gevallen heel snel. Het nadenkt,
erover neemt wat meer tijd. „Voor ee
serie van zes ben ik bijna twee maande
bezig". In het begin las ze de manuscrij li
ten van A tot Z. Door tijdgebrek blij|i
het nu soms bij het snel doornemen
de drukproeven. Van vrijwel elk l
waarvoor Starink het omslag gemaal
heeft, staat een exemplaar bij haar thu
op de plank. „Een flinke kast vol, ja".
En wat er nu zo aardig is aan het oi
werpen van boekomslagen? „Het is e
beetje hetzelfde gevoel als jezelf lei
aankleden, tot je tevreden bent over li
resultaat".
JAN VAN KOOTE1
:a Vaai
boe n:
Deze maand verschijnen de volgend
boeken als Rainbow-pocket: Cees Nooti
boom, De verliefde gevangene, 144p.; Gt
rard Reve, Ik had hem lief, 288p
K.G.van Wolferen, Japan, de onzichtbai
drijfveren van een wereldmacht, 808p
Martha Gellhorn, Het gezicht van de oa
log, 480p.; Kristien Hemmerechts, Ee
zuil van zout, 160p.; Marguerite Yourct
nar, Met open ogen, 336p. Uitgever
Maarten Muntinga, per deel 11 gulden
igde
dok
;e vord
ij lat
m ler,t
ee loek
h<
bijlaj