Het toppunt van geluk is in zicht
"final*
„Je kunt
wel degelijk
gelukkiger
mensen maken
door een betere
samenleving
te bouwen"
Harken
Jojo
Jungle
Arm of rijk
Vereenzaming
Goeie ouwe tijd
Verzadiging
Ruimte
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1991 PAGINA 29
FOTO:
STEPHEN
EVENHVIS
at het inhoudt weten we
iet precies, maar we willen
llemaal gelukkig worden,
llijkt moeilijk te zijn.
tisschien dat socioloog dr.
uut Veenhoven er raad
lee weet. Zo'n jaar of
eintig alweer brengt de
nderzoeker in kaart welke
ictoren wereldwijd van
ïvloed zijn op dat
ysterieuze proces:
lukkig worden. Uit zijn
ond geen goeroe-achtige
modieuze uitspraken,
aar 'wetenschappelijke
ten'. Dan blijkt ineens
t we helemaal niet
gelukkig zijn.
tegendeel. „Nederlanders
jn zo ongeveer het
lukkigste volk op aarde".
ROTTERDAM - Een carrière lang
jaagt dr. Ruut Veenhoven (48) het
geluk na. Het wonderlijke is dat hij
het nog te pakken krijgt ook. De
socioloog schept orde in de chaos
en veegt met genoegen zo nu en
dan een onbewezen stellinkje van
tafel.
„Wat is een leefbare samenleving? Kun
je daar iets over zeggen wat los staat van
ideologieën als liberalisme en marxisme,
die alle stellen dat de mens in een land
met zo'n systeem het beste gedijt. Ik wil
bekijken of die ideaalbeelden voor de
mensen ook leefbaar zijn. Hoe voelen de
mensen zich eigenlijk zelf? In het Oost
blok was het ideaal dat alle mensen ge
lijk zijn. Maar intussen is de bevolking
behoorlijk ongelukkig. Het socialisme is
mislukt. Dat zie je ook weerspiegeld in
de lage levensverwachting van de men
sen".
Zelf maakt de geluksonderzoeker geen
gekwelde indruk. In zijn kantoor aan de
Erasmus Universiteit in Rotterdam zit
hij met de benen op tafel gemoedelijk te
praten. Buiten vallen witte vlokjes uit de
lucht. Veenhoven trekt aan z'n sigaartje.
„Als student vroeg ik me al af of mensen
in de ene samenleving nou ongelukkiger
zijn dan in de andere. Verbazingwek
kend. Je gaat sociologie studeren om te
begrijpen hoe de maatschappij in elkaar
zit en te bekijken hoe die zou moeten
veranderen. Als je als jong student de
klassieken leest, is het doel van sociolo
gie een betere samenleving te maken.
Daar heb ik in mijn studie verder niet
veel meer over gehoord, maar goed. Het
aardige is dat we nu verder kunnen gaan
dan vanuit een leunstoel filosoferen over
geluk. We kunnen ook enigszins meten
hoe gelukkig mensen zijn".
Maar niet voordat het geluk is gedefi
nieerd. De 'wetenschappelijke omschrij
ving' die Veenhoven gebruikt is vrij
simpel: levensvoldoening.
In zijn afstudeerscriptie inventariseerde
Veenhoven alles wat tot dan toe (1969)
over het onderwerp geluk was gepubli
ceerd „en dat was verduiveld weinig".
Maar in die tijd kwamen steeds meer
onderzoeken van de grond. „Vragen als
'is welvaart ook welzijn' zaten kennelijk
besloten in de tijdgeest. Steeds meer on
derzoeken volgden. Ik hou me bezig met
het bij elkaar harken van al die gegevens
over geluk. Ik ben niet het type dat zich
richt op een onderwerp om vervolgens
naar het andere onderzoek te hoppen,
maar ben meer iemand die me helemaal
ingraaft".
In '84 promoveerde Veenhoven op het
grote geluksonderzoek 'conditions of
happiness'. Het onderwerp heeft hem
niet meer losgelaten en mag gerust een
levenswerk heten. Hij is hoofddocent
aan de Erasmus Universiteit in Rotter
dam. Regelmatig - onderzoekers ei
gen - verschijnen wetenschappelijke
boeken en -publikaties van zijn hand.
Behalve over geluk schrijft hij over in
tieme relaties en 'kinderen krijgen'.
Volgens bepaalde theorieën is geluk rela
tief. De zogenaamde theorie van de soci
ale vergelijking zegt bijvoorbeeld dat een
mens gelukkig is als hij beter af denkt te
zijn dan z'n buurman. Mensen in arme
landen zouden niet wezenlijk ongelukki
ger zijn dan mensen in rijke landen. In
een arm land is je buurman ook arm,
dus merk je het verschil niet. Volgens de
bevindingen van Veenhoven blijken er
wel degelijk grote verschillen te bestaan.
en
„In de Dominicaanse Republiek waarde
ren de mensen hun leven met het rap
portcijfer 3,5. In rijke landen ligt het ge
middelde boven de 7. Het maakt voor
het geluk overigens niet uit of je in een
rijk of in een heel rijk land woont. Het
land moet welvarend genoeg zijn om
mensen te eten en een dak boven hun
hoofd te geven. Meer welvaart voegt
weinig toe aan geluk".
Daarnaast is er de tijdsvergelijking: je
bent pas gelukkig als je erop vooruit
gaat. Die theorie zegt dat geluk een wis
selende toestand is. Het is een kwestie
van even vooruit liggen. Je koopt een
groot huis, maar daarna wil je een nog
groter en mooier huis„De mens is
gedoemd tussen geluk ep ongeluk heen
en weer te jojo'en. Daar komt-ie nooit
uit: De stoïcijnse filosofen in het oude
Griekenland namen al aan dat we niet
hoeven proberen gelukkig te worden.
Het lukt toch niet. De mens is net een
muisje in een looprad. Hij rent zich te
barsten, maar komt niet vooruit. Als het
inderdaad zo zou zijn dat de mensen
heen en weer jojo'en tussen geluk en on
geluk, moet de gemiddelde in cijfers uit
gedrukte gelukstoestand nul ziin. Uit
mijn onderzoek is gebleken dat dat hele
maal niet waar is. De Nederlander geeft
aan redelijk tot zeer gelukkig te zijn".
„Geluk is een kwestie van behoeftebe
vrediging. Net als bij dieren. Een kat
heeft voedsel nodig, moet af en toe een
muis vangen en wil als-ie krols is een
leuke partner. Hoewel misschien minder
makkelijk te definiëren, zijn er wel dege
lijk ook algemeen menselijke behoeften;
je natje en je droogje, een plek om te
schuilen, seks. Als die psycho-biologi-
sche behoeften bevredigd worden komt
er van binnen een signaal dat je je lekker
voelt en dat je op de goede weg bent.
Geluk is iets als het gevoel gezondheid.
Niet iets wat je maar even proeft".
En uitgerekend in Nederland worden die
behoeften alleszins redelijk bevredigd.
Dat maakt het land gelukkig. Een van de
gelukkigste landen op aarde zelfs. Dat
komt niet alleen omdat het land waarin
de Nederlander toevallig terecht is geko
men behoorlijk welvarend is. „Het is
ook een veilig land. We worden niet we
zenlijk bedreigd. Er zijn geen oorlogen.
Je fiets mag dan wel geregeld gejat wor
den. maar we leven niet in een jungle.
En bijna nergens is de bestaansveiligheid
zo groot als in Nederland. Omdat ieder
een zichzelf kan redden en niet z'n hand
hoeft op te houden, hebben mensen
meer zelfrespect. Dat vertaalt zich in een
grotere levensvoldoening".
Dat mensen die bij de onderzoekingen
betrokken waren een potje zaten te lie
gen - je moet gelukkig zijn, dus zeg je
dat je het bent - is volgens Veenhoven
niet aannemelijk. Er zijn afdoende mo
gelijkheden om die vertekenende invloe
den uit te bannen.
Veenhoven heeft een onderzoek uit '49
uit „het stof weten te halen". Toen be
stond armoede nog. De een had weinig,
de ander veel. „Degenen die niet konden
werken, die een gebrek hadden of die lui
waren, werden arm. Door nivellering
zijn de verschillen tussen arm en rijk af
genomen. De welvaart is omhoog ge
gaan. Iedereen heeft een goede levens
standaard".
Is dr. Veenhoven niet bevreesd voor de
toorn van belangenorganisaties voor uit
keringsgerechtigden? Niet echt, want die
aantijgingen kunnen aan de hand van
geluksonderzoeken vrij simpel weerlegd
worden. Geld maakt weinig uit. „Onge
lukkigheid blijkt in onze samenleving
meer te maken te hebben met sociaal
isolement - zoals het ontbreken van een
partner - en met psychische processen".
Maar in niet welvarende landen is de
vraag 'arm of rijk' wel degelijk van be
lang voor de geluksvraag. Veenhoven
veert overeind, graaft in een stapel pa
pieren en begint enthousiast te bladeren.
„Kijk hier. De getallen geven het ver
schil aan in geluk tussen arm en rijk. In
de Dominicaanse Republiek bestaat een
waanzinnig verschil in geluk tussen arm
en rijk. In Nederland nauwelijks. India
scoort ook fors. Volgens het hindoeisme
hebben de paria's, de laagste kaste, niet
te klagen. In een volgend leven zouden
ze veel beter af zijn. Ze hebben hun lot
maar te dragen, het hoort er simpelweg
bij. Maar in de praktijk blijkt dat de
mensen daar niets voor kopen. Filosofie
of geen filosofie, ze voelen zich ongeluk
kig. Mensen hebben behoefte aan veilig
heid. Je kunt ook zeggen dat ze behoefte
hebben aan waardering en bevestiging.
In de ene maatschappij wordt dat meer
verkocht dan in de andere. De paria's in
India voelen zich als oud vuil behan
deld. Het is onzin dat iedereen overal
even gelukkig zou zijn. Ik heb eigenlijk
een hardnekkig misverstand de wereld
uit geholpen. Je kunt wel degelijk geluk
kiger mensen maken door een betere sa
menleving te bouwen".
Er zijn uitzonderingen, ook in het geluk
kige Nederland. Hoewel velen overtuigd
zijn van het tegendeel, stelt Veenhoven
dat de alleenstaanden het moeilijker
hebben dan ooit. Ze zijn minder geluk
kig. Nu we een verzorgingsstaat hebben,
maakt geld niet meer gelukkig. Wel zijn
er andere voorwaarden voor geluk ont
staan, die juist de alleenstaanden aan het
eind van de twintigste eeuw dreigen op
te breken. „Een van de voorwaarden is
dat we intieme contacten nodig hebben.
Dat hebben we dan niet met de kat ge
meen, maar wel met de koe. Kudde
geest. We willen mensen die zich om
ons bekommeren en het is ook nodig dat
we op een andere manier worden bijge
schaafd dan de politie dat doet. In de
traditionele maatschappij had iedereen
de buurt en het bedrijf. Nu is de Neder
lander meer individualistisch en dat be
tekent dat we zelf kiezen met wie we
omgaan. Intimiteit is meer op één per
soon gericht en minder op de kerk, fami
lie en buren. We hebben méér met onze
levenspartner. Vroeger waren familie en
werkgever belangrijker dan de echtgeno
te. Een partner wordt nu niet meer door
familie, maar door de persoon zelf aan
gewezen. Je kiest wie bij je past. En past
het niet dan kies je een. ander - seriële
monogamie. Een van de voordelen is
dat mensen in het huwelijk meer bevre
diging vinden. Maar als je daarentegen
geen partner hebt, is dat circuit waar je
vroeger op terug kon vallen er ineens
niet meer. Het grote probleem van deze
tijd is niet dat mensen verarmen, maar
dat ze vereenzamen. Alleenstaanden blij
ken duidelijk ongelukkiger te zijn dan
mensen met partners. Het ideaal van de
'emancipatiebeweging' is dat je zelfstan
dig en ongebonden bent en sommigen
zeggen dat je ook echt geen levenspart
ner hoeft te hebben. Dat blijkt in deze
maatschappij heel moeilijk vol te hou
den. Je bent dan misschien wel erg geë
mancipeerd, maar vaak niet zo erg ge
lukkig. Volgens het feminisme moeten
alle vrouwen achter het aanrecht van
daan. Maar uit onderzoek weten we dat
een carrièrevrouw niet gelukkiger is dan
een huisvrouw. Dat betekent niet dat het
feminisme slecht is. Het is geen ontken
ning dat vrouwen achtergesteld worden
en veel leed hebben doorgemaakt. Feit is
alleen dat er geen verschil is in geluk
tussen de traditionele en de vooruitstre
vende vrouw".
Nee, dan vroeger. Goeie ouwe tijd.
Vooral ouderen kunnen er nostalgisch
over vertellen. En als ze dat Anton
Pieck-sfeertje eenmaal tot leven hebben
gewekt blijkt er van het heden bitter
weinig te deugen. „Ook sommige socio
logen romantiseren die samenleving.
Vroeger was het toch allemaal veel .gezel
liger? Mis. De moderne tijd lijkt voor de
meeste mensen toch veel leuker te zijn.
Als je samenlevingen met verschillende
ontwikkelingsstadia bekijkt, blijkt in elk
geval dat het geluk het hoogst is in de
modernste samenleving. In achtergeble
ven landen van Europa, zoals Spanje en
Portugal melden de mensen aanzienlijk
minder levensvoldoening. Vroeger had
den we in Nederland gebrek aan vrij
heid, meer armoede en religieuze ver
splintering. Vandaag de dag is er lucht
vervuiling, misschien meer criminaliteit
en meer eenzaamheid. De bezwaren te
gen de vooruitgang zijn onmiskenbaar
juist, maar per saldo zijn er kennelijk
toch nog altijd meer voor- dan nadelen".
De dichter Wim de Vries drukte het zo
Toen er nog geen auto's waren
en geen brommers,
we geen radio hadden en geen TV,
toen waren we ook niet gelukkig.
Mooie woorden van de dichter. Maar dit
filosofietje blijkt ook al niet op te gaan.
Volgens geluksonderzoeken immers zijn
we thans wel degelijk gelukkig.
„Maar elke samenleving schept frustra
ties. Hoe je het ook regelt, er zijn altijd
mensen die in het gedrang komen of die
door aanleg depressief zijn. Het is on
denkbaar dat je een maatschappij kunt
maken waarin iedereen gelukkig is. Ik
denk dan ook niet dat 'de Nederlander'
nog veel gelukkiger kan worden. Het is
net als met levensduur. We worden
steeds ouder, maar eens houdt het op.
Zo is het ook met het geluk. Ik denk dat
het verzadigingspunt in zicht is. We zijn
de grens aardig aan het naderen. Veel ge
lukkiger kunnen we niet worden".
Hetgeen betekent dat ook het levens
werk van de geluksonderzoeker z'n ein
de nadert? „Wat we zien is nog maar het
topje van de ijsberg. Het onderzoek
komt nu pas goed op gang. Alleen al in
Nederland worden nog steeds jaarlijks
gemiddeld acht geluksenquêtes gehou
den. Ik loop hijgend achter al dat mate
riaal aan. In totaal heb ik nu zo'n zes
honderd onderzoeken uit vijftig landen
geïnventariseerd. Het blijft altijd interes
sant te kijken of de voorwaarden voor
geluk in een samenleving veranderen. Ik
draai nog steeds niet in een kringetje
rond".
„Deze onderzoeken zijn overigens niet
zo makkelijk te financieren. Er hangt na
melijk geen geld aan, het levert niets op.
Als ik het aantal zelfmoorden zou gaan
onderzoeken, dan zit daar een hele hulp
verleningsindustrie achter. Een geluksin-
dustne bestaat niet. Als ik constateer dat
het geluk een punt achteruit is gegaan, is
dat geen speerpunt van beleid. Maar het
kan tenminste nog op de universiteit.
Het onderzoek kost niet veel. En ik werk
erg plezierig met vrijwilligers die uiter
mate betrokken zijn".
Blijft de vraag of de mens zelf eigenlijk
wel 'betrokken' genoemd kan worden.
Iemand is gelukkig als in zijn omgeving
aan een aantal voorwaarden wordt vol
daan. Maar de nauwelijks te bevatten el
lende in de wereld lijkt geen invloed te
hebben op levensvoldoening. „Er wordt
wel gezegd dat de mens zich afsluit en
alleen dan gelukkig is. Toch is het eerder
omgekeerd. Mensen die voldoening
scheppen in het bestaan, hebben als het
ware de ruimte om de nare dingen in de
wereld te bekijken. Het schept optimis
me en geeft hun de mogelijkheid iets aan
de problemen te doen. Gelukkige men
sen maken een betere samenleving".
Een recept voor gelukzoekers? Een glim
mende auto of tweede huis doet er dus
helemaal niets toe. Dat is slechts schijn
en uiterlijk vertoon. „Goede persoonlij
ke contacten, het liefst met een levens
partner. Je moet ook iets doen aan je al
gemene geestelijke gezondheid. Zorgen
dat je realistisch met problemen omgaat,
dat je niet onredelijk bent. Zoals gezegd
werd je vroeger door de buurt wel gecor
rigeerd. Tegenwoordig loopt een mens
sneller de kans wat merkwaardig te wor
den en geïsoleerd te raken. Gelukkig
hebben we nu goede psychotherapie.
Zinvolheid is ook belangrijk. Het is be
langrijk dat je iets of iemand hebt waar
je voor leeft. Als er niemand is die zegt
'fijn dat je er bent' dan denk je: waar
doe ik het allemaal nog voor".
WIM BUNSCHOTEN
fieidóc Sowvant'