„De macht
moet weg;
daar gaat
het om"
In het Brabantse Deurne ontvangt de
eertijds omstreden psychiater dr.
Anna Terruwe nog altijd patiënten.
Zelf noemt ze hen liever leerlingen.
Ze verkondigt hun de
bevestigingsleer, een eigen vinding,
met dank aan Freud en haar
leermeester Duynstee. De sleutel tot
geluk van de mensheid, gelooft ze
zelf. Juist in de Golfcrisis. ,,Wie zijn
de Drie Koningen van nu? Bush,
Gorbatsjov en meneer Lubbers". We
spraken met haar, enige tijd vóór de
allesbeheersende datum van 15
januari 1991.
PSYCHIATER
ANNA TERRUWE:
Minister-president Lubbers en dr. Anna Terruwe presenteren het boekje dat de sleutel zou kunnen zijn tot het geluk van de mensheid. Meneer Lubbers is voor mij de wereldleider geworden".
FOTO: SNOEK
DEURNE - Meteen bij binnenkomst in
haar witte villa noemt dr. Anna Terruwe
uw verslaggever een 'uitverkoren' jour
nalist. de eerste die ze na jaren stilzwij
gen te woord wil staan. Twee keer was
ze als psychiater 'wereldnieuws' en dat is
haar slecht bekomen, maar deze derde
keer heeft zij het mensdom iets 'fantas
tisch' te berichten.
„En waarom juist nu? Omdat de mens
heid in een crisis zit. En daarom moet u
roepen. U moet de mensheid roepen om
uit de crisis te komen. Het gaat om het
geluk van de mensheid. En het is nu het
moment waarop ik met mijn bevesti
gingsleer de sleutel daartoe kan aanrei
ken".
Ze nodigt me aan haar bureau, gaat pal
tegenover me zitten, schenkt koffie uit
een zilveren pot en kijkt me doordrin
gend aan. „U hebt mijn nieuwste boekje
toch gelezen? Ik heb het geschreven als
een boodschap aan meneer Lubbers,
onze minister-president. Ik wilde hem
als politiek leider als eerste op de hoogte
stellen van mijn nieuw verworven in
zichten in de menswetenschappen. Ik
ben naar meneer Lubbers gegaan omdat
ik hem een groot staatsman vind. Hij
heeft mij aanhoord, maar met een dus
danige verlichtingHij heeft een na
woord geschreven in mijn boekje en hij
slaat de spijker op de kop. Hij zegt: „De
macht moet weg". Macht is dus altijd de
uitdrukking van zelfbevestiging".
Hel boekje met de cryptische titel 'De
mocratie vraagt mondiaal mensbeeld:
bevestiging bevestigd' telt 31 bladzijden,
inclusief nawoord. Lubbers noemt het
geschrift 'verfrissend en belangrijk'. Ci
taat: „Belangrijk omdat het gaat om de
gezindheid waarmee politiek bedreven
moet worden. Verfrissend omdat het
- reserveloos en zich daarmee kwets
baar makend - uitspreekt voor de nood
zaak elkaar te bevestigen, verantwoorde
lijkheid te delen; samen onderweg te
zijn: en daar waar verdeeldheid is of
dreigt, te helen en op die wijze in de ge
schiedenis te slaan".
Haar bevestigingsleer noemt Anna Ter
ruwe een langzaam gerijpte vrucht van
veertig jaar psychiatrie. „Het is begon
nen in 1950 ongeveer. Voor die tijd was
ik ook al werkzaam in de psychiatrie,
maar toen behandelde ik mijn mensen
zoals vele collega's nog altijd doen. Ze
maken de mens tot object en behandelen
hem als zodanig. Men wil wat bereiken
met de patiënt. Maar ik merkte dat ik
mijn patiënten niet beter kon maken op
die manier. Ik was opgevoed en opgeleid
met Freud die zegt dat de moraal de
mens ziek maakt. Dat is onjuist, heb ik
ontdekt. Het is niet de moraal zelf, maar
de neurotiserende werking ervan die de
mensen ziek maakt".
Ruimte
Alvorens dat inzicht baanbrak vertelde
ze haar grote leermeester, de rooms-ka-
tholieke moraaltheoloog en priester pro
fessor Duynstee ermee te willen stoppen.
„Ik ga stoepen schrobben, ik heb fout ge
kozen. Maar stoepen schrobben vond hij
niet zo m'n weg. 'Kijk', zei Duynstee,
'de feiten die Freud ziet, of je nu mo
hammedaan bent of christen, die feiten
kun je niet ontkennen of veranderen,
maar ik wil proberen om wat Freud ge
zien heeft in te passen en te zien door
het mensbeeld van de katholieke kerk'.
Hij stuurde mij er een artikel over en
dat artikel heeft voor mij ineens een
ruimte opengemaakt en die heb ik betre
den. En ik heb het als uitgangspunt voor
m'n nieuwe wijze van werken geno
men".
Het bracht haar in conflict met Rome.
Een stuk of wat paters jezuïeten klaag
den haar in de jaren vijftig aan bij het
Heilig Officie, waar de zuiverheid van
het geloof bewaakt wordt. Haar thera
peutische aanpak zou in strijd zijn met
de kerkelijke leer omtrent het zesde ge
bod (Gij zult niet echtbreken). De paters
verweten haar onder meer, dat ze de
vele religieuzen onder haar patiënten
aanzette tot uittreden. Er volgde een ver
oordeling. Ze werd gebrandmerkt als een
psychiater met verderfelijke opvattingen
en praktijken. Toen de zaak naar buiten
kwam stond de Nederlandse kerkprovin
cie op haar kop.
Ze wil er nu niet meer over praten. „Het
heeft me veel verdriet gedaan, maar ik
heb volledig eerherstel gekregen, dus
zand erover".
Frustraties
Ze praat liever over haar huidige thera
piepraktijk die ze in De Peel nog altijd
uitoefent, op 79-jarige leeftijd. „De men
sen komen vanuit alle hoeken van de
wereld naar me toe. Ik heb geweldig veel
succes. Vroeger was ik verbaasd als ik ie
mand beter maakte. Nu ben ik verbaasd
als ik de mensen niét beter maak. Als ik
een goeie diagnose stel worden ze bij mij
altijd beter. Het ziektebeeld waar het
hier om gaat is eigenlijk de frustratie
neurose".
„Die neurose zag ik vroeger duidelijk als
een bepaalde ziekte van mensen, maar
als ik het nu nog moest benoemen zou
ik het heel anders betitelen. De frustra
tieneurose is eigenlijk geen ziekte van
een mens, het is een mensheidsziekte".
Een ziekte van de soort?
„Ja, ons hele mensdom lijdt aan deze
mensheidsziekte. Kijk, de frustratieneu-
rosc is de toestand van de mens waarin
hij zijn psychische menswording niet
kan voltooien. Die kan zich niet voltrek
ken. Dat leeft in het hele mensdom".
En daarom zijn de mensen niet geluk
kig?
„Dat wil zeggen: de onbevestigde men
sen, en dat zijn de meesten. We leven in
een cultuur van onbevestigde mensen.
Dat zijn mensen die hun bevestiging
niet van de ander ontvangen hebben,
maar die zichzelf bevestigen. Ze mani
puleren zichzelf met een schijnwaardege-
voel.
„Voor manipulatie met dat schijnwaar-
degevoel staan deze mensen twee wegen
open. Ten eerste de weg van de status
symbolen: geld, bezit, titels. En ten twee
de de weg van het kleineren van ande
ren, lichamelijk en geestelijk. Met die
statussymbolen klimt deze mens in een
toren vanwaaruit hij kan neerzien op de
andere mens. En met dat kleineren oe
fent deze mens macht uit ten koste van
de ander. Deze zelfbevestiging, ik spreek
liever van nietbevestiging, maakt men
sen ongelukkig. Dat is mijn ervarings
praktijk. Ze leidt tot tweespalt, tot on
rust en kwellende spanning. Andere ver
schijningsvormen zijn agressie, verniel
zucht, suïcide, kindermishandeling.
Kortom, zelfbevestiging is de sluipmoor
denaar van menselijk geluk".
Maar hoe wordt het mensdom dan wèl
gelukkig?
Ze glimlacht in wijsheid. „Door een sa
menleving te creëren, waarin deene
mens door de ander bevestigd wordt.
Kijk, menswording is dit voor mij: ieder
mens is een magnifiek potentieel gege
ven. wie u ook neemt. Dat wil zeggen:
mogelijkheden, die moeten werkelijkhe
den worden. En in dat opzicht heb ik nu
iets ontdekt. Dat gaat zomaar niet. Er
moet bij de mens werkelijk iets gebeu
ren. dat heb ik bevestiging genoemd, an
ders wordt hij geen mens".
Overgang
„In onze affectiviteit dragen wij de schat
mee die het mensdom niet ontdekt
heeft. En waar men wel naar zoekt. Kijk,
wij zijn nu toe aan de crisis die ik in
m'n boekje beschreven heb. Wat is dat?
Dat is de overgang van lichamelijke naar
psychische menswording. Die lichamelij
ke menswording, daar zijn we heel ver
in als mensheid. We kunnen naar de
maan, technisch kunnen we alles, maar
het is geen zaak die ons nog verder
brengt. We zijn door de natuurweten
schappen en door de technieken tot zul
ke fantastische zaken in staat, maar die
dienen niet tot heil van de mens. Onze
mogelijkheden worden geen werkelijkhe
den meer".
Welke mogelijkheden zijn dat?
„Alle mogelijkheden. Mens worden is
dat ik mijn mogelijkheden tot werkelijk
heid kan brengen. Daar heb ik voor
waarden bij nodig. Technisch zijn die
voorwaarden aanwezig, die zijn in het
Westen ontzettend goed verzorgd. We
moeten nu gaan zien dat we eigenlijk
hiermee niet meer verder komen. Maar
we zijn als we zo doorgaan bezig onszelf
te vernietigen. Als wij niet verder komen
dan die lichamelijke menswording dan
gaat het mis".
Twintig jaar geleden kwam een groep
jongeren bij haar. Ze zeiden: dokter,
luister 's, we hebben alles, we mogen al
les, we hebben nog drugs toe en we zijn
niet gelukkig, hoe komt dat? Ze had hen
over bevestiging toegesproken en ze had
den het begrepen.
„Kijk, die psychische menswording,
daar staan wij voor. En ik zeg u dit, er
zijn nog maar heel weinig, schrikt, u niet
hoor, heel weinig echt mensgeworden
mensen op aarde".
Behalve haarzelf, haar genezen patiënten
(„ik noem ze liever leerlingen") moeten
we er mensen als Gorbatsjov ook toe re
kenen. Dan hebben we het dus over 'ge
opende, bevestigde mensen', duidelijk
onderscheiden van onbevestigde mensen
die zich laten kennen als bedroefd, een
zaam, contactschuw, onzeker, gesloten,
kortom als 'niet geopend'. Haar therapie
is dus bevestigend. „Na mijn therapie
zijn het heel andere wezens. Die hebben
de trekken van de paradijsmensen gekre
gen. Ja, het is fantastisch om te zien".
Kwaad
Wat doen we met het kwaad in de an
der?
„Dat laten we verdwijnen. Het kwaad is
niet te bevestigen. Het kwaad is iets dat
niet is. Ik kan alleen bevestigen iets wat
is. Kijk, alle mensen zijn goed, maar met
defecten. Nu zijn er mensen die altijd
naar defecten moeten kijken. Waarom?
Omdat ze niet open zijn. Ze kunnen het
goede niet schouwen in de ander. En dat
is de ellende van onze cultuur van onbe
vestigde mensen".
De aloude calvinistische wijsheid dat de
mens geneigd is tot alle kwaad neemt zij
niet voor haar rekening?
„Nee. Ik weet ook zeker dat het niet zo
is. Kijk, ik heb niet de bevestiging ont
dekt. God zei dat het goed was, die. is
van de aanvang af geweest en er zijn
heel veel geleerden geweest die de beves
tiging bes) wel gezien hebben. Maar één
ding heb ik wel ontdekt en dat durf ik
nu hardop te zeggen: dat ik geen mens
kan worden als ik niet bevestigd ben.
Dan kan ik geen echt psychisch mens
worden. Het is een absolute voorwaarde.
Voor ieder mens, in elke situatie".
„En nu in het grote moment waarin wij
leven, de Golfcrisis, zeg ik dit: er is niet
één conflict dat kan worden opgelost
zonder daarbij de bevestigingsleer te be
trekken. Overleving door conflictbeheer
sing en wel door macht, dat is weten
schappelijk gezien nonsens. Wij moeten
wakker worden. Daar hoeven we niet
eens over te denken. Hoever is de mens
niet van huis. Kijk, als ik u zeg: ik laat
dit kopje los en dan gaat het omhoog,
dan denkt u: nou, ik heb het hier wel ge
zien hoor. Maar velen denken ten aan
zien van macht en geweld wèl zo. Alsof
we daarmee de Golfcrisis kunnen oplos
sen. Dat is wetenschappelijk gezien non
sens".
Op zachte, bezwerende toon: „Die zelf
bevestiging brengt ons nergens. Ook die
Golfcrisis zal op deze wijze moeten wor
den opgelost. Die macht moet weg".
Kleine landen
Ze is ervan overtuigd dat de kleine lan
den het moeten doen, want die zijn niet
zo met materie en macht bezig en wat
meer toe aan de psychische menswor
ding. In juli wordt Nederland voorzitter
van de EG-ministerraad. „Met een mi
nister-president die mijn leer begrijpt,
daar heb ik de gróótste verwachtingen
van".
Aan een vertaling van het boekje voor
Gorbatsjov wordt gewerkt. Ze stuurt het
ook naar meneer Bush. Toen de Muur
viel zei ze tegen zichzelf: zie, daar heb je
het nu. De omwenteling in Oost-Europa
is voor haar een teken dat de bevesti
gingsleer bevestigd wordt in de wereld.
De uitspraak van Gorbatsjov 'De koude
oorlog is voorbij, het is tijd voor nieuw
denken. Wij, Bush en ik, hebben elkaar
bevestigd' sloeg in haar een wilde golf
van vreugde los en inspireerde haar tot
de brief aan Lubbers. Iemand uit de
Tweede Kamer schreef haar: „Dokter,
toen deze woorden van Gorbatsjov koud
werden kon ik niet nalaten u oprecht te
feliciteren. Het is toch gekomen waar u
het hebben wilt".
Waar de Russische leider het woord 'be
vestigd' vandaan haalt is haar een raad
sel. „Want het is een woord dat ik in
houd heb gegeven. Je hoort het nu heel
veel klinken".
W
AARSCHUWEN
Anna Terruwe denkt dat de mensen in
het Oosten verder zijn met de psychi
sche menswording dan de mensen in het
Westen. „Ze zijn niet zo gevangen in de
materie zoals wij. En nu moeten we toch
alstublieft oppassen dat we hen niet mis
leiden, dat ze dezelfde verderfelijke weg
gaan van die mooie wastafels, video's en
andere onnodige luxe. Daar moeten we
hen voor waarschuwen".
Dan zullen we toch eerst geloofwaardig
moeten zijn door op onze consumptieve
schreden terug te keren.
„Ja, we moeten zeggen: we hebben iets
ontdekt, mensen. We hebben alles, we
mogen alles, maar we zijn niet gelukkig.
De hele mensheid zoekt naar menswor
ding. Want dat is geluk. En daar zijn wij
door gedreven, maar we weten de weg
niet. Met onze zucht naar nóg meer be
vrediging van materiële behoeften ko
men we er niet. Dat moet nu ophouden.
Ik vind het godgenadig dat de mensheid
nu een andere weg kan kiezen. Om de
verloren gegane levenskunst weer te her
vinden. Daar gaat mijn bevestigingsleer
over. En wie het gezien heeft, komt er
nooit meer van los".
Kleine mensjes
Ze ziet het aan haar leerlingen, de pa-
tiénten die ze beter gemaakt heeft. „Het
zijn de rukkers aan de tralies van de
menswording. Het zijn reuzen, mijn
mensen. Daarom gaat mijn leer verder.
Ze kunnen er niet meer over zwijgen. De
meest eenvoudige mensen, als ze bij mij
in behandeling geweest zijn, kunnen het
u uitleggen. Maar ook geleerden worden
er door aangesproken. Ook koningen en
pausen. Kunt u dat snappen? Ze zijn al
lemaal precies hetzelfde: het kleine
mensje in hen dat zich geweldig goed
voelde toen ze het eenmaal begrepen.
Fantastisch".
En haar collega's?
„Het begint te komen, maar ik heb be
grip voor m'n collega's. Ik wilde het aan
vankelijk ook niet geloven. We zijn
vooral, ik althans nog, opgevoed met
'mijn gang dat is een doktersgang', zo
van ik weet het en mijn patiënt niet".
Een patiënte („tweemaal gedoctoreerd
was ze, dus hier boven zat het wel
goed") heeft haar jaren geleden de ogen
geopend. „Weet u wat ze tegen me zei?
Dokter, wat denkt dat ik heb, dat heb
ik helemaal niet. Ik zit hier bij u op de
commode en ik strek m'n armpjes naar
u uit, maar u neemt mij niet op, u luis
tert niet echt naar mij. Mijn reactie was:
ach, wat een doodziek kind. Op een goe
de dag zei ze tegen mij: Jezus begrijpt
mij. Ik denk: oh god, dat óók nog".
„Ze is zowat een half jaar bij mij ge
weest. En toen ging ze weg naar een an
der werelddeel en toen zei ze tegen mij:
dokter, ik dank u, ik hou echt heel veel
van u, u hebt veel voor mij gedaan,
maar ik zal bidden voor uw bekering. Ik
liet ze uit, ik zwaaide ze na, ging terug
naar m'n spreekkamer, ik was er zo door
geschokt, ik denk^ m'n bekering? Ik
denk: ze heeft gelijk, ik moet 's meer
luisteren naar m'n patiënten".
„En zo is het begonnen. Ze had wat in
me opengemaakt. Dat klein-zijn eigen
lijk. Want dat is de frustratieneurose: li
chamelijk volwassen mensen, leiders
zelfs, geweldige leiders. Maar in hun hart
heel klein!".
Was meneer Lubbers te overtuigen?
„Natuurlijk toch. Ook meneer Lubbers
is een bevestigd mens. Ik vind dat hu
dat bewijst met zijn nawoord. Hij geer
de pointe aan. En hoe kwetsbaar maa'
deze man zich. Ik verwacht grote dingt
van hem. Ik denk dat deze man als 1<
der van een klein land een gewéldige rd
gaat spelen. Ik was bij hem, vlak na Dnt
Koningen. Ik zeg tegen hem: er zijn weer
drie koningen die de mens gaan ontdek
ken: Meneer Bush, meneer Gorbatsjov
en meneer Lubbers".
„Meneer Lubbers is voor mij de wereld
leider geworden in die geschiedenis met
de kruisraketten. Het contact in Parijs
was toch verbroken. Wij deden niets
meer met die dingen, totdat ze weer gin
gen praten dank -zij meneer Lubbers. En
daar moet het van komen. Nu ook, nu
in de Golf ook".
„Meneer Bush en meneer Saddam Hu-
sayn moeten elkaar ook bevestigen. Ik
heb er ook iets over opgeschreven, het
mensdom is echt in evolutie gekomen,
het is echt heel geweldig hoor. Onze lei
ders moeten dit gaan erkennen. En één
ding: we moeten bevestigde leiders gaan
kiezen. Dat is zo vreselijk belangrijk.
Geen onbevestigde leiders meer, zoals
de Hitiers en de Ceausescu's. Die vrouw
van die Ceausescu zeg, tweehonderd
peignoirs had ze. En die briljanten aan
d'r schoenen. Dat zijn dus zelfbevesti-
gende mensen en daarvan is macht de
uitdrukking".
„En dan komt er een man die zegt: de
koude oorlog is voorbij, er moet ander
weten komen. Ander weten over de
mens. Gorbatsjov ja. Hij zegt: Wij, Bush
en ik, hebben elkaar bevestigd. Hoe
komt de man eraan? Hij gebruikt mijn
woorden. Ik vind het een wonder hoor.
U kunt begrijpen wat mij dat deed? En
dat ik mij geroepen voelde om meneer
Lubbers te vertellen wat er aan de hand
was?".
Mensbeeld
„Ieder mens heeft z'n eigen mensbeeld.
En er zijn allerlei heel gekwalificeerde
mensbeelden, maar dat zijn allemaal
mijns inziens zichzelf bevestigende
mensbeelden. Ik zal er een paar noemen:
het katholieke mensbeeld, het socialisti
sche mensbeeld, het humanistische
mensbeeld. Wat ik aanbied is het open
mensbeeld: de wezenlijke mens van alle
tijden en alle plaatsen. De mens is im
mens groot. Ik ben pas bevestigd als ik
door alle mensen bevestigd ben, door
alle mensen die er ooit waren en die er
nog zullen komen. Dan ben ik een goed
heid. Dat is de hemel en die begint op
de aarde".
De psychisch mensgeworden mens sterft
ook heel makkelijk, heeft ze gezien. „En
waarom? Hij blijft zichzelf. Ik hoop één
ding, dat ik het avontuur van het ster
ven goed kan beleven, daar bid ik om.
Het avontuur van de ontmoeting met de
Heer, mijn Grote Bevestiger".
In dit verband heeft een gedicht van
Gerrit Achterberg haar altijd aangespro
ken. „Als ik dat lees ben ik elke keer
weer verliefd op de Heer. Het gaat over
de overspelige vrouw. 'En de woorden
lieten los uit het zand en bloeiden op in
de blos van haar gezicht. En ze ging
heen als een kind zo licht, zo koninklijk
was zijn gedicht".
HOMME KROL