Alsjeblieft geen eenheidsworst na 1992" Aparte brugklassen voor mavo- en vwo-leerlingen Humanistisch onderwijs dreigt godsdienstles te verdringen I LM** PpIÜ n 5 NATIONALE ONDERWIJS TENTOONSTELLING BLIKT OVER DE GRENZEN 55 ZATEHDAG 12 JANUARI 1991 PAGINA 2 'fi 'Onbegrensd onderwijs' is de rode draad van de Nationale Onderwijs Tentoonstelling '91die van 19 tot en met 23 februari in de Utrechtse Jaarbeurshallen wordt gehouden. De NOT groeide in de loop der jaren uit tot een belangwekkend evenement. Al was het maar omdat deze vakbeurs een ontmoeting is geworden voor mensen die bij het onderwijs betrokken zijn. Een gesprek met de voorzitter van de NOT- commissie, tevens oud voorzitter van de NCRV, drs. Th.D. Jansen over het tweeledige doel van 'onbegrensd onderwijs': de (bijna) onbeperkte mogelijkheden van ons onderwijsstelsel en het grenzeloze onderwijs na 1992. UTRECHT - Hij benijdt ze niet, de leerkrachten die de afgelopen ja ren werden bestookt met beleids nota's en ontwerpwetsvoorstellen. Jansen noemt het de griezelige kant van de veranderingen in het onderwijs. „Laat ze eens met rust zou ik zeggen. Ze hebben geen tijd meer om gewoon voor de klas te staan. En daar gaat het toch om". Het thema dat de NOT dit jaar mee krijgt zinspeelt op de schier oneindige mogelijkheden binnen hel onderwijs. De stands met audiovisuele presentaties, in formatica, leermethoden, schoolmanage- rhent en bedrijfsopleidingen verdringen zich op de vakbeurs om de bezoekers vol te stoppen met informatie. De stichting NOT, een verband van on derwijsorganisaties, waakt over de va kinhoudelijke kwaliteit van de beurs. Zij bemoeit zich niet met de commerciële beurs waar onder meer uitgevers van on derwijskundige werken hun waar aan prijzen. Ongeveer 350 deelnemers bezet ten samen een oppervlak van 14.500 vierkante meter. Het verwachte aantal bezoekers ligt op 37.000. De NOT richt zich op een zeer breed publiek. Het streven is om de positie van het Nederlandse onderwijs nadruk kelijk te presenteren. Jansen: „Waar mo gelijk trekken wij onderwijsmanifestaties die tegelijkertijd met de beurs plaatsheb ben, naar ons toe. Zo bereiken we een groot publiek, groter in elk geval dan met de lezingen en seminars die we eerder hielden". Jansen is tevreden over het ruime aan bod van onderwijsorganisaties en aan verwante instellingen. Bezoekers kunnen onder meer terecht bij allerlei schoolty pen zoals Montessori, verder bij bedrij ven, ministeries, milieugroepen, medi sche instanties en het Nationaal Bijbel genootschap (NBG). Een groot aantal schooldecanen komt volgende maand naar de beurs voor een bijeenkomst van hun vakvereniging. De ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Natuurwetenschappe lijk Onderwijs (NVON) wordt tijdens de NOT gehouden evenals een aantal mini- colleges van de stichting Milieu-educa tie. Als klap op de vuurpijl gaat volgen de maand het Lingua-project van start, een uitwisseling van leerlingen en leer krachten binnen Europa. De NOT wist de opening van het project naar de beurs te halen. Jansen is er blij mee. „Het on derstreept de internationale dimensie van ons thema". Europa '92 Want 1992 komt dichterbij. Ingrijpende veranderingen staan voor de deur van het onderwijs. Jansen somt een paar concrete gevolgen op van de Europese eenwording voor ons onderwijsstelsel. „Allereerst krijgen we te maken met de vraag naar gelijkstelling van diploma's. Daarmee is al een begin gemaakt maar na '92 wordt het nog belangrijker. Straks moeten we met onze bevoegdheden overal terecht kunnen". Een tweede gevolg van de eenwording zal volgens de NOT-voorzitter de voort durende noodzaak tot aanpassing zijn. „We zullen in de toekomst ook naar de internationale aspecten van besluiten moeten kijken. De tijd dat we onze eigen problemen in ons eigen landje oplosten is voorbij". Toch is dit geen pleidooi voor een eenheidsworst. „Alsjeblieft niet. Onderwijs is een deel van onze cul turele bagage. Eigen vormen moeten be waard blijven maar mogen niet hinder lijk zijn binnen het grote Europa". De gigantische operatie in het voortgezet onderwijs - de basisvorming - die voor de deur staat, wijst al op de vereiste soe pelheid. „Dit systeem lijkt enigszins op het Angelsaksische en maakt het moge lijk om meer gelijkschakeling in Europa te oreeren". Ander voorbeeld is het uni versitair onderwijs. Kernwoorden voor de toekomst zijn daar: korte studies met de mogelijkheid tot specialismen. Jansen ziet er wel wat in. „Het is onzin om ie dere student puur wetenschappelijk te scholen als toch maar een kleine groep in het zuiver wetenschappelijk onder zoekswerk terechtkomt. De rest gaat de markt op en moet dus wat te bieden hebben". Intellect Waardevolle elementen in ons nationaal onderwijs moeten zeker bewaard blijven, vindt Jansen. Het bijzonder onderwijs is hem bijvoorbeeld dierbaar. „Waar vind je dat in de wereld? Bijzondere scholen die voor honderd procent door de staat worden gesubsidieerd? Ik ben er erg ge lukkig mee. vind het een spiegel van onze pluriforme samenleving. We moeten oppassen dat dit aspect straks niet verloren gaat. Ten minste, zolang de mensen deze verschillende onderwijssys temen nog waardevol vinden". De reputatie van Nederlanders als ex porteurs van intellect („en niet louter van boter, kaas en eieren") moeten we volgens de NOT-voorzitter hoog hou den. Polders, deltawerken, verfijnde in dustriële fabrikaten, het vergt gespeciali seerde kennis en navenante opleidings mogelijkheden. Keerzijde van al die 'wijsheid', geeft Jansen toe, kan de wat eenzijdige nadruk zijn op intellectuele begaafdheid en de wat magere aandacht voor persoonlijk heidsontwikkeling. „Dat viel me op tij dens een studiereis in 1978 door de Ver enigde Staten. Een jongen van zestien in de VS heeft iets meer verantwoordelijk heidsgevoel, is wat zelfbewuster dan zijn leeftijdgenoot hier. Andersom bezitten de scholieren hier meer feitenkennis. Ik weet dat het een grove generalisering is en dat de invoering van maatschappij leer en techniek in ons onderwijs al veel hebben rechtgetrokken. Maar het is een feit dat de cultuur van ons onderwijs aardig afwijkt van die in de Verenigde Staten. Wij jnogen trots zijn denk ik op onze talenkennis. Het geeft ons een Eeuwig strijdpunt Eeuwig strijdpunt blijft, zo is de ver wachting van Jansen, de aansluiting van het (beroeps)onderwijs op de markt. Hoewel onderwijs geen marktprodukt is, zal er toch een voortdurende flexibiliteit nodig zijn om in te spelen op de vraag in de samenleving. Ingrepen in het stel sel blijven vaste prik. „De bezem erdoor van tijd tot tijd houdt de spirit erin. De klacht dat het onderwijs niet voldoet aan maatschappelijke behoeften zal eeuwig en altijd blijven klinken". Jansen, momenteel in opdracht van de hbo-raad bezig met een onderzoek naar de kwaliteit van het pabo-onderwijs, vreest dat teveel omwentelingen het on derwijs geen goed doen. „Het is vandaag de dag niet eenvoudig om leraar te zijn. Het onderwijs komt in het gedrang als gevolg van te ingrijpende veranderingen. We hebben de mammoetwet gehad, de discussies rond de middenschool, de tweefasenstructuur en nu weer de basis vorming. Het moet een keer ophouden". ANNE MARIE VAN DER KOLK NA FUSIE HU Y GEN SLY CEUM EN THOMAS MORE-MAVO Conrector B. Vergunst van het Huygenslyceum: „Een brugklas met vleugelspitsen". FOTO: STEPHEN EVEN HU IS VOORBURG - Als het Voorburg- se Huygenslyceum (open oecume nische scholengemeenschap voor havo/vwo) fuseert met de katholie ke Thomas More-mavo uit diezelf de plaats, ontstaat met ingang van het komend schooljaar een nieuw soort brugklas: met verschillende mogelijkheden tot instromen voor leerlingen die al heel duidelijk we ten dat ze naar het vwo respectie- .velijk de mavo gaan. „Een brugklas met vleugelspitsen", noemt conrector B. Vergunst van het Huygenslyceum de nieuwe formule. De bedoeling ervan is de verschillende on- derwijsrichtingen binnen de school te bewaren. „We willen voorkomen dat leerlingen met iets meer of iets minder capaciteiten dan de gemiddelde leerling het slachtof fer worden van een heterogene brugklas zoals die op de meeste scholengemeen schappen bestaat", legt zijn collega van de Thomas More, S. Dijkhuizen, uit. Om het in voetbaltermen te houden: er moeten zo min mogelijk leerlingen bui tenspel komen te staan. Met de brugklas zoals die er op veel scholen uitziet, is het risico inderdaad groot dat leerlingen die niet zijn onder te brengen bij de grootste gemene deler, uit de boot vallen. Kinderen van wie vast staat dat zij naar het vwo gaan, vervelen zich, vinden de stof te gemakkelijk. Leerlingen met een vast mavo-advies moeten boven hun kunnen werken, voortdurend op hun tenen lopen. „En we zien uit eigen, ervaring hoe dat kan misgaan", vertelt de adjunct-directeur van de Thomas More-mavo. „Een kwart van onze huidige leerlingen is afkomstig van scholen met gemengde brugklassen. Daar kunnen ze gewoon niet goed mee komen". Hoogbegaafd Maar ook leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie ondervinden problemen in het huidige onderwijs. Steeds meer scholen krijgen echter oog voor de specifieke problemen van hoog begaafden. „Voor hen bood de stof die nu in heterogene brugklassen wordt ge doceerd geen uitdaging", aldus Dijkhui zen. Zijn collega Vergunst van het Huy- gens vult aan: „Vanuit de ouders is daarom ook de wens geuit om juist aan de hoger begaafde kinderen extra aan dacht te geven. Die wens proberen we middels deze gedifferentieerde instroom te realiseren". De scholengemeenschap gaat bij de sa menstelling van het nieuwe lesmateriaal voor de brugklas uit van een bepaalde basiskennis die iedere leerling moet heb ben. „Beschouw dat maar als de binnen ste schil. Voor elk hoger niveau leggen we er een schil omheen, die moeilijker lesstof bevat", legt Vergunst uit. De meeste brugklassen zullen straks be staan uit leerlingen die een havo/vwo- advies hebben gekregen. Zij moeten tij dens de tweejarige brugperiode kiezen voor één van die twee opleidingen. Maar voor een aparte vwo-instroom tekent zich nu al voldoende belangstelling af om er minimaal één klas mee te vullen. Huiswerk Om de grote bulk leerlingen die terecht komt in de heterogene brugklas, een ex tra steuntje in de rug te geven, introdu ceren de scholen met ingang van het nieuwe studiejaar een geïntensiveerde huiswerkbegeleiding in de tweejarige brugperiode. Dat houdt in dat een klas halverwege en aan het einde van de dag een uurtje huiswerk maakt onder toe zicht. Volgens Vergunst schort er het nodige aan de manier waarop het fenomeen 'huiswerk', nog steeds beschouwd als de schrijc van elke leerling, benaderd wordt. „Daar willen wij bij deze nieuwe manier van huiswerkbegeleiding wat aan doen. De drempels die wij telkens weer tegen komen bij huiswerk maken zijn de aan pak van het huiswerk zelf: hoe maak ik een opgave, een vertaling. En directeur Laarhoven van de Thomas More-mavo springt hem bij: „Ze moeten leren hoe ze hun tijd het beste kunnen verdelen. De theorie krijgen ze tijdens studielessen te horen, hoe die in de praktijk eruit ziet, leren ze bij de huiswerkbegeleiding". MONIQUE ROSO TEKORT AAN HVO-DOCENTEN OP OPENBARE BASISSCHOLEN DEN HAAG - De ontkerkelijking van Nederland speelt het humanis tisch vormingsonderwijs (hvo) in de kaart. Steeds meer leerlingen op openbare basisscholen verkiezen hvo boven godsdienst. Met als ge volg een groeiend tekort aan ge kwalificeerde docenten. Leerlingen op openbare basisscholen moesten vroeger de wekelijkse gods dienstles gewoon bijwonen. Wilden hun ouders dat niet, dan konden hun kinde ren in een ander lokaal meestal reken sommen gaan maken - voor veel kinde ren geen aantrekkelijke keuze. Twintig jaar geleden kwam het humanistisch vormingsonderwijs erbij. Wik Hubbers- Mud (36), docente hvo in het midden van het land, benadrukt dat haar vak, niet klakkeloos tegenover godsdienst moet worden geplaatst. „Het is niet anti godsdienst, wat nog wel eens wordt ge dacht. We behandelen godsdiensten ook gewoon in de lessen. De leerlingen moeten dan voor zichzelf ontdekken hoe ze er tegenover staan". Want dat is het kenmerk van het huma nistisch vormingsonderwijs: de leerlin gen moeten zelf hun normen en waarden vormen, zelf ontdekken hoe ze tegen over de maatschappij staan. Twijfel Een voorbeeld. „Ik mag in de klas niet als een dogma verkondigen dat racisme slecht is", legt Wik uit. „Dat moeten de kinderen zelf ontdekken via bepaalde leerprocessen. Als kinderen er op eigen kracht van overtuigd raken, is dat beter dan wanneer het er als 'gij zult niet dis crimineren' wordt ingepompt". „Het humanisme kent geen waarheden", zegt Wik. „Bij hvo gaan we juist uit van de twijfel. Twijfel is de kracht van het denken, is een definitie. Niets staat vast, je moet puur van je eigen gedachten uit gaan". De kinderen in de hvo-groepen stimuleren elkaar daarbij sterk, heeft Wik gemerkt. „Voor kinderen is het prettig om samen met leeftijdgenoten te leren, om hun eigen capaciteiten te ont dekken". Twintig jaar geleden kende het hvo een aarzelende start. Niet-gelovige ouders lieten hun kinderen meestal toch - uit traditie - de wekelijkse godsdienstles volgen. De laatste jaren neemt de popu lariteit van het hvo echter toe. Ook bij de leerlingen zelf, weet Wik. „In de lage groepen wordt de keuze meestal bepaald door de ouders. Maar in de hogere groe pen zie je dat de kinderen zelf vaker voor hvo kiezen". Elke openbare basisschool is verplicht lestijd en een lokaal aan te bieden zodra iemand hvo wil volgen. Het gemeentebe stuur is op dat moment ook verplicht subsidie beschikbaar te stellen voor de docent, officieel 'hvo-gevende' genoemd. De ene gemeente is daarbij wat scheuti ger dan de andere, maar gemiddeld valt er in het hvo-onderwijs geen cao-waar dig loon te verdienen. Wellicht is dat de reden dat er zo'n tekort aan hvo-geven- den bestaat. Wie toch voor het hvo-on- derwijs kiest en dus een karige beloning voor lief neemt, moet wel erg gemoti veerd zijn. MICHAEL AMSMAN 'CcidócGouACUit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 26