Ccidoe Soman) kerk wereld brieuen van lezer: Bomen Poseur Bomans hield van raadsels beroepingen Trend in kerk en theologie: vertellen van verhalen Begrijpelijke taal GEESTELIJK LEVEN/OPINIE CeidóeSoivumt ZATERDAG S JANUARI 1991 PAGIN Eerste Indiaanse priester in Brazilië BOA VISTA De Rooms-Katholieke Kerk in Brazilië heeft voor het eerst een Indiaanse priester. De 31-jarige Alvino An- drade da Silva is gewijd door bisschop Aldo Mongiano van Ro- raima, een staat in het noordwesten van het land. De bisschop verwacht veel van de nieuwe priester, omdat de kerk in Roraima „om haar verdediging van de rechten van de Indianen, die voortdurend van hun geboortegrond worden verdreven, in het nauw wordt gedreven". De priester zelf hoopt dat hij de „de stem van de Indianen kan laten horen". Volgens Mongiano zijn er in Venezuela al enkele priesters van Indiaanse afkomst. Da Silva, behorend tot de stam der Makuxi, is geboren in de binnenlanden van Roraima en volgde een op leiding aan het seminarie in Boa Vista, de hoofdstad van Rorai- Slowaakse regering: excuses voor jodenvervolging BRATISLAVA De regering en het parlement van Slowakije hebben zich verontschuldigd voor alle misdaden tegenover de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. De discriminatie, de portatie en vernietiging van joden in de concentratiekampen belasten tot op heden het geweten van de Slowaken, ook van de jonge generatie die persoonlijk geen deel heeft gehad aan de tragische gebeurtenissen van toen, zeggen regering en parle ment in hun verklaring. Regering en parlement herinneren er aan dat de met de nazi's collaborerende Slowaakse Republiek tussen 1942 en 1944 tienduizenden joodse burgers heeft laten deporteren. Bijna allen zijn in concentratiekampen om het le ven gebracht. Aan de deportaties ging feitelijke discriminatie vooraf. Te ver doorgedre ven recht wordt onrecht. door Marinus van der Berg Ze staan er zo duidelijk, kaal en leeg: de bomen in het winterlandschap. Een kleine fietstocht op een zachte wintermiddag werd een ontmoeting met de bomen. Zoveel soorten bomen: rechtopstaande bomen, fier, storm en winter trotserend, nergens bang voor. Ik zag bomen aan troebele waterkanten. Scheefgezakte bomen, met moeite nog rechtopstaand, gehavend. Tegen elkaar aan leunende bomen, elkaar overeind houdend. Bomen die op zichzelf stonden, alleen in het landschap. De bomen zijn soms als jezelf bent in het leven. Je kunt soms fier leven, alles kun je aan, niets lijkt te vrezen. Dan wordt je getroffen door hagel en storm, fel en onbarmhartig. Je houdt er littekens aan over. Dan weer leun je op elkaar en houd je elkaar overeind. Of je ontdekt dat je meer op jezelf moeten leren staan. Te dicht op elkaar belemmert groeikansen. Sommige bomen verstikken elkaar. Het bijzondere van de bomen in het winterlandschap is hun doodse kaalheid. Er lijkt geen enkel leven meer in. Maar je weet dat dat een vergissing is. Het leven werkt onzichtbaar in hen. Tenzij ze een kruis hebben gekregen, zoals ik in een bos zag. De bomen die ten dode staan opgeschreven. Een eenzijdig gebruik overigens van het kruis. Het kruis is teken van leven en dood. Zoals ook de boom symbool is van leven en dood. Ik zag op mijn fietstocht natuurlijk ook de bomen dre niet kaal en leeg zijn, maar die groen blijven. Bomen in het hartje van de winter, het hart van de tijd noemde iemand deze periode van het jaar die ons lijken te zeggen: houdt hoop, er komt nieuw leven. Je kunt zo heel verschillend kijken naar de bomen. Je kijkt altijd met je eigen ogen. Wat je ziet en hoe je ziet, zegt iets over je leven. Hoe je zelf in het landschap van het leven staat. Zo kunnen bomen zijn als een spiegel. Ze laten jezelf zien. Bomen kunnen ook creatief maken. Sommige mensen kunnen op een schitterende manier bomen schilderen of tekenen. Ik denk aan de bomen in het boek 'Landschappen' van Paul Citroen. Maar er zijn ook minder grote goeden die een boom groots en meeslepend kunnen tekenen of heel dun, teder haast kwetsbaar. Bomen kunnen je inspireren, maar ook tot rust brengen. In de schaduw van een boom doezelen of mijmeren of ademhalen in een boswandeling. Wie zouden wij zijn zonder de bomen. Je kunt er een boom over opzetten. Ook in onze taal komen heel wat bomen voor, zoals iemand dwarsbomen of hoge bomen vangen veel wind. Er is alle reden om in onze tijd de boom opnieuw te waarderen. Aanbidden hoeft niet, maar meer eerbied is wel dringend gewenst. Zonder bomen kunnen we niet ademen. Een goede Vlaamse bekende stuurde me zijn inspiratie, kijkend naar de bladeren: Het jaar vergaat zoals het blad van de boom geleidelijk zijn kleur verliest, verteert tot bodem en deel heeft aan het leven van morgen. Het blad vergaat, maar de boom komt weer tot leven, elk jaar opnieuw, een nieuwe adem in de lente? Het blad dat bodem wordt het nieuwe blad dat groeit, ze verstaan elkaar. (Manu Keirse) Bomen in de wintertijd, ze spreken hun eigen taal. Godfried Bomans: de jonge jaren Godfried Bomans: 1945 - 1971 Zondagen 6 en 13 januari KRO-televisie 20.32 - 21.18 uur Nederland I In een zeldzame opwelling van openhartigheid zei God fried Bomans ooit eens tegen zijn vriend Michel van der Plas: „De waarheid is datgene wat ik er van maak". Het werkelijke leven achter het schijnbaar zorgeloze leven van Godfried Bomans is met zoveel raadsels omgeven dat het een heidense toer mag he ten een waarheidsgetrouw tv- portret te maken van de man die zichzelf zag als de Hol landse Oscar Wilde. Dat ge beurt nu toch in de vorm van een tweeluik, ruim negentien jaar na zijn totaal onverwach te dood op 21 december 1971. Michel van der Plas, die hem hogelijk bewonderde en sa men met hem In -de kou de herinneringen aan hun room se jeugd optekende, is de sce narioschrijver en tevens voor naamste gids geweest door wie de programmamakers Kees de Bree en Anne de Laet zich hebben laten leiden. Van der Plas publiceerde in 1982 een biografie over Bo mans. Hij had zich kennelijk het vertrouwen van de nabe staanden van Bomans ver worven om de vele mystifica ties waarin de auteur van Pie- ter Bas zich hulde te ontrafe len. Hij ging niet verder dan 1945, of liever: mocht niet verder gaan dan dat jaartal. Maar wat hij van die eerste levensperiode vertelt is waar schijnlijk nog maar een tipje van de sluier. Steeds is Bomans er op uit ge weest het leven van toekom stige biografen zuur te maken. Dat deed hij bij voorbeeld op zijn volstrekt eigen wijze in een curriculum vitae dat hij in 1942 voor uitgeverij Het Spectrum opstelde, een van die keren ook dat Van der Plas hem het duidelijkst op leugentjes kon betrappen. Hij is. zo schrijft Bomans, geboren in 1914, Candidates Juris et Philosofiae, en heeft Rome bezocht en daar de paus en het Colosseum in diepste ver ering aanschouwd... Welnu, Bomans werd in 1913 geboren en hij studeerde rechten en pschchologie, maar bezocht in zijn jeugd, voorzo ver Van der Plas kon nagaan, Rome niet. De rest van het antwoord op de vraag naar zijn verblijf in het buitenland strookt ongetwijfeld meer met de waarheid, al is het ant woord er niet minder Boman- siaans om: „Ik heb vele, zeer vele reizen gemaakt, maar bij na alle alleen maar in gedach ten, dus in abstracto, vooral 's nachts in bed. Ik geloof dat men op die manier de meeste avonturen beleeft en de min- Godfried Bomans ste teleurstellingen, en zo be houdt men zijn geld voor wijn, boeken en muziekstuk- Karakter In zo'n antwoord komt ook treffend het karakter van Bo mans tot uiting. Van der Plas onderstreepte in zijn boek Bo mans' behoefte aan knusheid, gezelligheid en plezier en bij zijn ouders kwam hij in dat opzicht waarschijnlijk het no dige tekort. Deze behoefte ligt waarschijn lijk aan de basis van de mysti ficaties rond de verhouding tot zijn uiterst curieuze en do minante vader, die in de jaren dertig voor de Rooms-Katho- lieke Staatspartij in de Kamer zat en in zijn tijd een bekend redenaar was De verhouding tussen de va der en de zoon was bijzonder slecht maar zo slecht als Bo mans beweerde in de De Man met de witte Das dat over zijn vader handelt, is volgens Van der Plas bezijden de waar heid. Van der Plas schetste een Bo mans die bij gebrek aan huis elijke warmte op zoek was naar de bewondering van an deren. Deze is hem in ruime mate deelachtig geworden maar of hij daarom een geluk kig mens was? We zullen het nooit weten. Godfried Bo mans had een hermetisch masker op en Van der Plas slaagde er zeker niet in dat af te rukken. Want hoeveel bronnen Van der Plas ook raadpleegde, de waarheid was slechts te vinden in Bomans' eigen boeken waarin hij die, zoals gezegd, naar eigen goed dunken veranderde. Hij bleef de dandyachtige poseur die op die manier zijn eigen onze kerheid bemantelde. Als vriend van Bomans wilde hij eerder een monument voor hem oprichten waarin de ont hulling van pijnlijke details niet past, dan een diepgraven de biografie. Toch kwamen er in de laatste jaren van Bomans' leven meer mazen in dat hermeti sche masker. De beschouwe lijke Bomans die gesprekken voerde met de theoloog Harry Kuitert en de studentenpastor Jan van Kilsdonk liet iets foto: ncrv zien van zijn diepere bekom mernissen. Het valt te betreuren dat de programmamakers niet meer gebruik hebbben gemaakt van de nog vele levende ge tuigen om het beeld over Bo mans te vervolledigen. Zij hebben in ruime mate geput uit het vele uiterst amusante beeldmateriaal, over Bomans waarin deze zijn vele mystifi caties en persiflages opdist. Hij was immers een graag ge ziene gast op de televisie. Maar een diepgravend portret is het niet en door de opsplit sing in twee delen kent de do cumentaire ook nogal wat overlappingen. Het is een overbekend feit dat het Bomans ontbroken heeft aan literairte waardering voor zijn werk, des te meer reden nü om hem te geven waar hij recht op heeft. Wie is die man, blijft de vraag. Maar de makers hebben genoegen ge nomen met die schijnbaar amusante man. Het raadsel Bomans hebben zij niet veel dichter bij een oplossing kun nen brengen. PAUL VAN VELTHOVEN Vaticaan geeft Chevetogne hogere status CHEVETOGNE Het Vaticaan heeft de Belgi sche Benedictijnenpriorij Chevetogne de status van abdij gegeven. Met de sta tusverhoging wil Rome haar waardering uitspre ken voor het pioniers werk van dit klooster voor de eenheid onder christenen. Het klooster in Chevetogne, aan de rand van de Belgische Ardennen, werd in 1925 opge richt door Lambert Beauduin (1873-1960). De 32 kloosterlin gen, afkomstig uit Europa en de Verenigde Staten, willen bruggen bouwen tussen de RK Kerk en de oosters-ortho- doxe kerken. De kloosterlin gen vieren de orthodoxe (by zantijnse) liturgie. De ge meenschap geeft het tijd schrift 'Irenikon' uit, het eer ste en lange tijd het enige oe cumenische tijdschrift op het rooms-katholieke erf. Aan vankelijk had het Vaticaan de hoop dat „vele orthodoxe broeders" door het werk van Chevetogne in de schoot van de RK Kerk zouden terugke ren. De kloostergemeeschap zelf dacht bij oecumene echter niet aan inlijving van de ene door de andere kerk, maar aan toenadering tussen de kerken. Deze visie leverde pater Lam bert in 1928 een waarschu wing van het Vaticaan op. Hij leefde ruim twintig jaar in ballingschap, totdat hij in 1950 naar Chevetogne terugkeerde. De huidige bisschop van Rot terdam, drs. R.Ph. Bar, was van 1954 tot 1965 monnik van Chevetogne. Nieuwe aartsbisschop Paus Johannes Paulus II heeft Fernand Franck be noemd tot aartsbisschop van Luxemburg. Franck (56) wordt de opvolger van aarts bisschop Jean Hengen (78). Franck is sinds 1977 secreta ris-generaal van de Pauselijke Missiewerken in Rome. Hij werd in 1934 in het Luxem burgse Esch-sur-Alzette gebo ren, ontving zijn priesterwij ding in 1960 in Münster en was daarna werkzaam in het pastoraat en het missiewerk in Luxemburg. Nederlandse Hervormde Kerk Beroepen te Weerselo mw.drs. B.M. Wabeke-Hofman, kand. te Borne. Gereformeerde Kerken Beroepen te Amersfoort als zieken huispastor in de Lichtenberg S.W.J. Zoutman te Wageningen, die dit beroep heeft aangenomen. Christelijke Gereformeerde Kerken Beroepbaarstelling J.G. Brienen, Ja cob van Campenlaan 166, 1222 KR Hilversum; M P Hofland. Anijsstraat 21, 2034 ML Haarlem; P.W. Hulshof. Gaffel 20, 8061 LA Hasselt. DEN HAAG In de kerken heeft zich de af gelopen jaren een nieuwe trend ontwikkeld: de na druk op 'het verhaal'. Het Evangelie is in verhaal vorm geschreven, de ge loofgemeenschap is een vertelgemeenschap en in de prediking gaat het vooral om het vertellen van verhalen. Er is voor deze beweging in de ker ken ook een soort verza melnaam: narratieve the ologie (narratio is vertel ling). Het is overigens niet alleen in kerk en theologie waar het verhaal een grotere rol is gaan spelen. In de literatuur wetenschap en in de filosofie van de geschiedenis bijvoor beeld worden al jaren bespie gelingen gehouden over het verhalende karakter van deze wetenschappen. Dat in kerk en theologie het verhaal een belangrijke plaats inneemt is op zichzelf niet zo verwonderlijk; het verhaal heeft immers oude papieren in de joods-christelijke tradi tie. Dat er juist de afgelopen jaren een stijgende belangstel ling is waar te nemen voor het verhalende, lijkt evenmin verwonderlijk. Men zou bij voorbeeld kunnen zeggen dat het verhaal elementen biedt waaraan veel mensen behoef te hebben. Zo biedt een ver haal samenhang tussen de ele menten waaruit dat verhaal bestaat, er is sprake van een 'plot', een kader waarbinnen dingen in een zinvol verband kunnen worden geplaatst. Zonder dat 'verhaal' hebben de elementen geen samen hang en lijken ze zonder bete kenis. Een verhaal biedt men sen ook de mogelijkheid om 'in het verhaal te stappen', om zo mee te leven met wat er wordt verteld dat het verhaal eigenlijk over henzelf gaat. De werkelijkheid van het verhaal wordt als' het ware de werkelijkheid van de vertel ler en luisteraar. Anders ge zegd: het verhaal over de his torische werkelijkheid wordt zelf werkelijkheid. Die beide elementen: samen hang en de identificatiemoge lijkheid met de figuren en omstandigheden in het ver haal lijken het gat van zin loosheid te vullen dat veel mensen ervaren in hun leven en daarom zijn de verhalen vertellers onder ons populair. De aandacht die een verha lenverteller als ds. Nico ter Linden van de Westerkerk in Amsterdam krijgt, is een illu stratief voorbeeld. Zijn popu lariteit geeft aan hoe veel kerkgangers niet meer zin hebben in zware dogmatische kost, oppervlakkige oproepen tot maatschappelijk-politiek engagement of de nog bii me nig predikant zeer populaire historisch-kritische bijbeluit leg waarbij ieder woord op de weegschaal van het historisch onderzoek wordt gelegd. Dus Abraham niet langer als voor werp van onderzoek naar de vraag of, wanneer en hoe hij bestaan en geleefd heeft, maar Abraham als mens van vlees en bloed 'een mens zoals jij' die het aandurfde om met God als enige zeker heid de woestijn in te gaan, op weg naar het land dat God hem zou wijzen. Zó vertellen over die mens Abraham dat we ons voelen zoals hij, dót is één van de belangrijkste op gaven van de narratieve pre diking. Tot zover lijkt het allemaal prachtig, maar er zit een ad dertje onder het gras. Dat is de al heel oude spanning tus sen verhaal en werkelijkheid, van 'er staat wel geschreven, maar is het ook geschied?' Er zijn over dit thema al heel wat spannende discussies ge voerd, ook al toen het begrip 'narrativiteit' nog niet aan de orde was. Zo'n discussieperio de was er bijvoorbeeld in de negentiende eeuw, toen de natuurwetenschap ontdekte dat 'de bijbel niet gelijk had' met de verhalen over schep ping in zes dagen. Buiten de theologie speelt de discussie ook in alle hevigheid en naar het lijkt, vaak heel wat principiëler dan in de theologie. Een vak als (ge- schied)filosofie bijvoorbeeld heeft overigens ook betere pa pieren is beter toegerust om goed na te denken over de wijze waarop wordt gespro ken over werkelijkheid, over 'feiten', over betekenis en verwijzing, over zin en sa menhang. Hoe noodzakelijk die discussie is, blijkt wellicht uit het vol gende: als de waarde van aartsvader Abraham ligt in het verhaal over hem: uit tocht- en woestijnmotief, Godsvertrouwen en uitzicht op een betere toekomst, dan dreigt de vraag naar de feite lijkheid van het bestaan (de verwijzing) van Abraham weg te vallen. Het maakt im mers niet uit voor de 'bood schap' van het verhaal over hem of hij wel of niet heeft geleefd. Maar, als Abraham nu helemaal niet geleefd heeft, waarom zouden we dan een verhaal over hem vertel len? Wordt het dan niet een vertelsel, goed voor een beetje bemoediging en hoop voor zoekende mensen? En waar om vertellen we dan niet een ander verhaal? Maar als Abraham dan toch wél ge leefd heeft dan is dat leven de grond voor het verhaal en kan de verteller niet naar be lieven van dat leven zijn ei gen verhaal maken. In,de filosofie van de geschie denis is het narrativisme een wijd verbreid 'geloof'. Er zijn nogal wat verschillen in deze stroming, maar een gemeen schappelijk kenmerk is dat de historicus het verhaal over het verleden 'maakt'. De sa menhang zit niet in het verle den zelf, maar wordt er door de historicus aan verleend. Fervente narratievelingen la den nogal eens de verdenking op zich dat bij hen de 'feiten' niet zo van belang zijn; het gaat immers om het verhaal dat ontstaat in het hoofd van de verteller. Er zijn ook theo logen die zo denken: beschrij vingen van gebeurtenissen in de bijbel zijn niet zo belang rijk, het gaat tenslotte niet om het verhóól dat ontstaat in het hoofd van de verteller. Wanneer zo met de 'feiten' wordt omgesprongen, dreigt het verhaal ongeloofwaardig te worden. Preken worden zo een vertelsel, een praatje om mensen mee te vermaken of om ze stil te houden. Inmiddels is nog niet zoveel opgelost; eigenlijk zijn allleen nog maar vragen gesteld. Die probleemstelling diende om aandacht te vragen voor een boek over narrativiteit: 'Op verhaal komen'. Het behan delt de narrativiteit in mens en cultuurwetenschappen. In totaal negen auteurs vertellen over de narrativiteit in hun discipline; van ethiek tot en met economische wetenschap pen. De meeste bijdragen zijn helder geschreven en zijn illustratief voor de discussies over de problematiek. Som mige auteurs komen met ar gumenten die op verrassende duidelijk maken waarom het verhaal zo veel aandacht trekt in hun vakgebied. Een voorbeeld daarvan de bijdrage van de econoom Arjo Klamer. Overige andere interessante bijdragen zijn vooral die van Marinus Doeser over de ethiek, die van Willem Witte- veen over het recht en over de filosofie van Frank An kersmit. Een boek dat het (bijbelver haal vooral methodisch recht wil doen in groep en gemeen te is: 'De vergeten taal van het verhaal' door dr. Willem- Zuidema. De auteur, een groot kenner van joodse tradi ties, probeert aan te geven hoe mensen weer op 'oor hoogte' kunnen komen met de bijbelse verhalen en zelf ook in verhalen te communi ceren. Vooral op indirekte wijze betrekt Zuidema stellin gen in het debat over het nar rativisme, waarvan boven en kele thema's werden aange haald. Bescheidener van opzet en in houd is een deeltje in de Ter Sprake-reeks van Meinema: 'Wie kan ons nog meer vertel len'. Geprobeerd wordt aan de hand van ervaringen in de gemeente en uitgewerkte voorbeelden mensen op het spoor te zetten van de 'ge meente als vertelgemeen schap'. Met het oog op de pro blematiek van het narrativis me heeft dit boekje niet veel te bieden, daarvoor is het te 'Op verhaal komen' met een inlei ding van Frank Ankersmit is een uitgave van Kok en kost ƒ42,50. 'De vergeten taal van het verhaal' door Willem Zuidema is een uitga ve van Ten Have en kost ƒ22,50. 'Wie kan ons nog meer vertellen' onder redaktie van ds. B.H. Root- mensen is een uitgave van Meine ma en kost 12,90. ile „CO1 rbij utv (jrRAAG even aandacht voor een willekeurig gedeelte een willekeurige brief van een willekeurige ambtenaar dienst van de gemeente Voorburg: „Gezien de werkdruk het bureau onderwijs zal de verdere planontwikkeling in ;ye: sector enigszins worden getemporiseerd. De activiteiten k dirt nen in drie sectoren gelijktijdig van start gaan, waardoor ist integraliteit van het beleid wordt bevorderd. Wij verzoe la u deze rapportage te bespreken in uw commissie en akko te gaan met de aanwending van het beschikbare bedri ner Tja- me ALS eerste gemeente in Nederland heeft Voorburg ir zien dat dergelijke teksten niet meer door de beugel kunr Maar liefst 125 gemeenteambtenaren hebben de cursus 1 J der en begrijpelijk schrijven gevolgd. Het resultaat is in geval dat woorden en begrippen als 'structurele inbeddi 'kwantificeerbaar', 'kostenplaatje' en 'ophoesten' nauwel meer voorkomen in gemeentelijke nota's, folders en briev De gemeente heeft de cursus een vervolg gegeven door wedstrijd uit te schrijven om de Taalprijs, waarvan de u j naars inmiddels in het zonnetje zijn gezet. ONDERTUSSEN hebben andere gemeenten belangstel! getoond voor het Voorburgse initiatief. En naar goed Net lands gebruik valt er ook een zure reactie te noteren. naburige Rotterdam betwist de Voorburgse primeur, omjjk de wereldhavenstad zo'n prijs al zes jaar geleden heeft in 1C1 steld. «cl WAT in die reactie wel hout snijdt is de wat venijnige stelling dat Rotterdam „het,een beetje vreemd vindt dat e 'r Voorburg ook een voorlichter is geslaagd. Bij ons in Rot dam gaan we er gewoon van uit dat een voorlichter hel en duidelijk kan formuleren. Wie dat niet kan, zou eigen ontslagen moeten worden". Als overigens dit opzienbare beleid in het gehele land wordt nagevolgd, moet voor loopbaan van vele voorlichtende ambtenaren worden vreesd. g NlET voor het eerst ziet men in overheidskringen in dat in grijpelijke taal vereist is, wil de afstand tussen overheid burgers metterdaad kleiner worden. Vondeling heeft ooit, list voorzitter van de Tweede Kamer, de knuppel in het howa derhok gegooid. 'Iedereen' was het met hem eens, maar v meer dan een iets beter te volgen tekst van de Troonr hebben zijn pogingen niet mogen opleveren. TOCH moet elke poging worden toegejuicht die verbeter kan brengen in de bestaande situatie. Wees eerlijk, wie grijpt altijd op het eerste gezicht de inhoud van de brie\ folders en formulieren die de overheden over ons uitstort Zouden de ambtenaren trouwens eikaars brieven wel begrijpen? WELLICHT dat de betere tijden die nu aanbreken, ook dere beroepsgroepen in het goede spoor brengen. Hopi voelen hierdoor vooral juristen zich aangesproken. V zelfs de notaris, de advocaat of de rechter die toegeeft oi grijpelijke taal te gebruiken,, pleit zichzelf vervolgens v vrij met het argument dat de ingewikkeldheid van de zj waarmee hij of zij dagelijks bezig is, in zijn (haar) ogei eenmaal vaktaal noodzakelijk maakt. VOORBURG heeft een eerste stap gezet en verdient voor een schouderklopje, al is het leed nog niet geledei tweede prijs in de taaiwedstrijd is namelijk toegekend een nota met de naam 'Actieplan Bestuurlijke Prevenj Tja. Brieven graag kort en duidelijk geschreven. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonder stukken te bekorten. Gezinsviering Ik ga al jaren niet meer naar de kerk, maar sta op het standpunt dat ieder voor zich zelf moet uitmaken. Wanneer zoonlief (kleuter) dus te ken nen geeft dat hij met kerst best naar de kerk wil, dan schuif je je reserves opzij. Nu wilde meneer niet naar zo maar een kerk, neen: het moest die kerk met die hoge toren zijn. En zo gingen we dus gezellig naar de gezinsvie ring op de kerstavond. Waar precies, dat doet hier niet zo terzake. Ik ga in elk geval nooit meer. Waarom? Aan het koor lag het niet. Aan de blok- fluitspelende en evangelie-le zende kinderen evenmin. Het lag aan de pastoor. Die kon zijn ergernis over het rumoer maar niet verbergen en gaf daarvan meermalen blijk. Nu was het inderdaad zeer ru moerig, dat moet gezegd. Maar dat was te wijten aan twee dingen: de bar slechte geluids installatie en vooral de vol strekt niet op kinderen toege sneden liturgie. De kinderen en ik bedoel alle kinderen in de kerk werden geen ogenblik geboeid en begonnen dus te draaien in de banken, te kakelen en te stommelen. En velen moesten met ernstige aandrang tot plassen door va ders en moeders worden voerd. De pastoor begon zijn ongenoegen te ventileren deze zinsnede: „Ik ga n e wat zachter praten, dan wi u misschien wat stiller". U' De ouders zijn immers tr tioneel fout als kinderen moerig zijn in de kerk. In het misboekje stond, da dens het lezen van het 0 Vader de kinderen zou worden uitgenodigd op hel taar te komen om dit gezamenlijk te bidden, ging niet door. De pastoor jj de gelovigen: „Ik heb dat deelte maar overj^ want anders zou het hier het altaar echt een puinh worden". Dank u, me Aan het einde van de viei wees de pastoor op het „ki jewiegen" op de eerste ke dag: „Dan mogen de kindt1 naar hartelust rondlopen, vind ik dat prima. Maar vind ik het eerlijk gezegd zo prima". Hoe was dat zinnetje uit Evangelie ook alweer? Laai kindertjes tot mij komen, zal wel lukken zo, meneer toor. J.L. Haneberg, DEN HAAG. CcidócSouTOTit Uitgave: Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers). Kantoor Apothekersdijk 34, Leiden Telefoon 071 - 122 244 Postadres Postbus 11, 2300 AA Leiden Abonnee service Telefoon: 071 - 313 677 van ma. t/m vr. van 8.30 tot 17.00 uur. Nabezorging Telefoon 071-122 248 van ma. t/m vr. van 18.00 tot 19.00 u, op za. van 14.00 tot 15.00 uui Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW.) Bij automatische betaling: Bij betaling per acceptgirokaa per maand 25,70 per maand f. per kwartaal 76,60 per kwartaal f per jaar f. 294,30 per jaar f. 299,! Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan. Advertenties Informatie en tarieven over advertenties tel.: 071 - 122 244. Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941. Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijswijk 070 - 3902 702 Bankiers AMRO BANK NV 473 575 515 POSTBANK NV 663 050

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 2