Ccidoe Soman)
kerk
wereld
brieuen van lezer:
Bomen
Poseur Bomans hield van raadsels
beroepingen
Trend in kerk en theologie: vertellen van verhalen
Begrijpelijke taal
GEESTELIJK LEVEN/OPINIE
CeidóeSoivumt
ZATERDAG S JANUARI 1991 PAGIN
Eerste Indiaanse priester in Brazilië
BOA VISTA De Rooms-Katholieke Kerk in Brazilië heeft
voor het eerst een Indiaanse priester. De 31-jarige Alvino An-
drade da Silva is gewijd door bisschop Aldo Mongiano van Ro-
raima, een staat in het noordwesten van het land.
De bisschop verwacht veel van de nieuwe priester, omdat de
kerk in Roraima „om haar verdediging van de rechten van de
Indianen, die voortdurend van hun geboortegrond worden
verdreven, in het nauw wordt gedreven". De priester zelf
hoopt dat hij de „de stem van de Indianen kan laten horen".
Volgens Mongiano zijn er in Venezuela al enkele priesters van
Indiaanse afkomst. Da Silva, behorend tot de stam der Makuxi,
is geboren in de binnenlanden van Roraima en volgde een op
leiding aan het seminarie in Boa Vista, de hoofdstad van Rorai-
Slowaakse regering: excuses voor jodenvervolging
BRATISLAVA De regering en het parlement van Slowakije
hebben zich verontschuldigd voor alle misdaden tegenover de
joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. De discriminatie, de
portatie en vernietiging van joden in de concentratiekampen
belasten tot op heden het geweten van de Slowaken, ook van
de jonge generatie die persoonlijk geen deel heeft gehad aan de
tragische gebeurtenissen van toen, zeggen regering en parle
ment in hun verklaring. Regering en parlement herinneren er
aan dat de met de nazi's collaborerende Slowaakse Republiek
tussen 1942 en 1944 tienduizenden joodse burgers heeft laten
deporteren. Bijna allen zijn in concentratiekampen om het le
ven gebracht. Aan de deportaties ging feitelijke discriminatie
vooraf.
Te ver doorgedre
ven recht wordt
onrecht.
door Marinus van der Berg
Ze staan er zo duidelijk, kaal en
leeg: de bomen in het
winterlandschap. Een kleine
fietstocht op een zachte
wintermiddag werd een
ontmoeting met de bomen.
Zoveel soorten bomen:
rechtopstaande bomen, fier,
storm en winter trotserend,
nergens bang voor. Ik zag
bomen aan troebele
waterkanten. Scheefgezakte
bomen, met moeite nog
rechtopstaand, gehavend.
Tegen elkaar aan leunende
bomen, elkaar overeind
houdend. Bomen die op
zichzelf stonden, alleen in het
landschap.
De bomen zijn soms als jezelf
bent in het leven. Je kunt soms
fier leven, alles kun je aan, niets
lijkt te vrezen. Dan wordt je
getroffen door hagel en storm,
fel en onbarmhartig. Je houdt
er littekens aan over. Dan weer
leun je op elkaar en houd je
elkaar overeind. Of je ontdekt
dat je meer op jezelf moeten
leren staan. Te dicht op elkaar
belemmert groeikansen.
Sommige bomen verstikken
elkaar. Het bijzondere van de
bomen in het winterlandschap
is hun doodse kaalheid. Er lijkt
geen enkel leven meer in. Maar
je weet dat dat een vergissing
is. Het leven werkt onzichtbaar
in hen. Tenzij ze een kruis
hebben gekregen, zoals ik in
een bos zag. De bomen die ten
dode staan opgeschreven. Een
eenzijdig gebruik overigens
van het kruis. Het kruis is teken
van leven en dood.
Zoals ook de boom symbool is
van leven en dood. Ik zag op
mijn fietstocht natuurlijk ook
de bomen dre niet kaal en leeg
zijn, maar die groen blijven.
Bomen in het hartje van de
winter, het hart van de tijd
noemde iemand deze periode
van het jaar die ons lijken te
zeggen: houdt hoop, er komt
nieuw leven. Je kunt zo heel
verschillend kijken naar de
bomen. Je kijkt altijd met je
eigen ogen. Wat je ziet en hoe
je ziet, zegt iets over je leven.
Hoe je zelf in het landschap van
het leven staat. Zo kunnen
bomen zijn als een spiegel. Ze
laten jezelf zien. Bomen
kunnen ook creatief maken.
Sommige mensen kunnen op
een schitterende manier
bomen schilderen of tekenen.
Ik denk aan de bomen in het
boek 'Landschappen' van Paul
Citroen. Maar er zijn ook
minder grote goeden die een
boom groots en meeslepend
kunnen tekenen of heel dun,
teder haast kwetsbaar. Bomen
kunnen je inspireren, maar ook
tot rust brengen. In de
schaduw van een boom
doezelen of mijmeren of
ademhalen in een
boswandeling. Wie zouden wij
zijn zonder de bomen. Je kunt
er een boom over opzetten.
Ook in onze taal komen heel
wat bomen voor, zoals iemand
dwarsbomen of hoge bomen
vangen veel wind. Er is alle
reden om in onze tijd de boom
opnieuw te waarderen.
Aanbidden hoeft niet, maar
meer eerbied is wel dringend
gewenst. Zonder bomen
kunnen we niet ademen. Een
goede Vlaamse bekende
stuurde me zijn inspiratie,
kijkend naar de bladeren:
Het jaar vergaat
zoals het blad van de boom
geleidelijk zijn kleur verliest,
verteert tot bodem
en deel heeft aan het leven
van morgen.
Het blad vergaat,
maar de boom komt weer tot
leven,
elk jaar opnieuw,
een nieuwe adem in de lente?
Het blad dat bodem wordt
het nieuwe blad dat groeit,
ze verstaan elkaar.
(Manu Keirse)
Bomen in de wintertijd, ze
spreken hun eigen taal.
Godfried Bomans: de jonge jaren
Godfried Bomans: 1945 - 1971
Zondagen 6 en 13 januari
KRO-televisie 20.32 - 21.18 uur
Nederland I
In een zeldzame opwelling
van openhartigheid zei God
fried Bomans ooit eens tegen
zijn vriend Michel van der
Plas: „De waarheid is datgene
wat ik er van maak". Het
werkelijke leven achter het
schijnbaar zorgeloze leven
van Godfried Bomans is met
zoveel raadsels omgeven dat
het een heidense toer mag he
ten een waarheidsgetrouw tv-
portret te maken van de man
die zichzelf zag als de Hol
landse Oscar Wilde. Dat ge
beurt nu toch in de vorm van
een tweeluik, ruim negentien
jaar na zijn totaal onverwach
te dood op 21 december 1971.
Michel van der Plas, die hem
hogelijk bewonderde en sa
men met hem In -de kou de
herinneringen aan hun room
se jeugd optekende, is de sce
narioschrijver en tevens voor
naamste gids geweest door
wie de programmamakers
Kees de Bree en Anne de
Laet zich hebben laten leiden.
Van der Plas publiceerde in
1982 een biografie over Bo
mans. Hij had zich kennelijk
het vertrouwen van de nabe
staanden van Bomans ver
worven om de vele mystifica
ties waarin de auteur van Pie-
ter Bas zich hulde te ontrafe
len. Hij ging niet verder dan
1945, of liever: mocht niet
verder gaan dan dat jaartal.
Maar wat hij van die eerste
levensperiode vertelt is waar
schijnlijk nog maar een tipje
van de sluier.
Steeds is Bomans er op uit ge
weest het leven van toekom
stige biografen zuur te maken.
Dat deed hij bij voorbeeld op
zijn volstrekt eigen wijze in
een curriculum vitae dat hij
in 1942 voor uitgeverij Het
Spectrum opstelde, een van
die keren ook dat Van der
Plas hem het duidelijkst op
leugentjes kon betrappen. Hij
is. zo schrijft Bomans, geboren
in 1914, Candidates Juris et
Philosofiae, en heeft Rome
bezocht en daar de paus en
het Colosseum in diepste ver
ering aanschouwd...
Welnu, Bomans werd in 1913
geboren en hij studeerde
rechten en pschchologie, maar
bezocht in zijn jeugd, voorzo
ver Van der Plas kon nagaan,
Rome niet. De rest van het
antwoord op de vraag naar
zijn verblijf in het buitenland
strookt ongetwijfeld meer met
de waarheid, al is het ant
woord er niet minder Boman-
siaans om: „Ik heb vele, zeer
vele reizen gemaakt, maar bij
na alle alleen maar in gedach
ten, dus in abstracto, vooral 's
nachts in bed. Ik geloof dat
men op die manier de meeste
avonturen beleeft en de min-
Godfried Bomans
ste teleurstellingen, en zo be
houdt men zijn geld voor
wijn, boeken en muziekstuk-
Karakter
In zo'n antwoord komt ook
treffend het karakter van Bo
mans tot uiting. Van der Plas
onderstreepte in zijn boek Bo
mans' behoefte aan knusheid,
gezelligheid en plezier en bij
zijn ouders kwam hij in dat
opzicht waarschijnlijk het no
dige tekort.
Deze behoefte ligt waarschijn
lijk aan de basis van de mysti
ficaties rond de verhouding
tot zijn uiterst curieuze en do
minante vader, die in de jaren
dertig voor de Rooms-Katho-
lieke Staatspartij in de Kamer
zat en in zijn tijd een bekend
redenaar was
De verhouding tussen de va
der en de zoon was bijzonder
slecht maar zo slecht als Bo
mans beweerde in de De Man
met de witte Das dat over zijn
vader handelt, is volgens Van
der Plas bezijden de waar
heid.
Van der Plas schetste een Bo
mans die bij gebrek aan huis
elijke warmte op zoek was
naar de bewondering van an
deren. Deze is hem in ruime
mate deelachtig geworden
maar of hij daarom een geluk
kig mens was? We zullen het
nooit weten. Godfried Bo
mans had een hermetisch
masker op en Van der Plas
slaagde er zeker niet in dat af
te rukken. Want hoeveel
bronnen Van der Plas ook
raadpleegde, de waarheid was
slechts te vinden in Bomans'
eigen boeken waarin hij die,
zoals gezegd, naar eigen goed
dunken veranderde. Hij bleef
de dandyachtige poseur die op
die manier zijn eigen onze
kerheid bemantelde. Als
vriend van Bomans wilde hij
eerder een monument voor
hem oprichten waarin de ont
hulling van pijnlijke details
niet past, dan een diepgraven
de biografie.
Toch kwamen er in de laatste
jaren van Bomans' leven
meer mazen in dat hermeti
sche masker. De beschouwe
lijke Bomans die gesprekken
voerde met de theoloog Harry
Kuitert en de studentenpastor
Jan van Kilsdonk liet iets
foto: ncrv
zien van zijn diepere bekom
mernissen.
Het valt te betreuren dat de
programmamakers niet meer
gebruik hebbben gemaakt
van de nog vele levende ge
tuigen om het beeld over Bo
mans te vervolledigen. Zij
hebben in ruime mate geput
uit het vele uiterst amusante
beeldmateriaal, over Bomans
waarin deze zijn vele mystifi
caties en persiflages opdist.
Hij was immers een graag ge
ziene gast op de televisie.
Maar een diepgravend portret
is het niet en door de opsplit
sing in twee delen kent de do
cumentaire ook nogal wat
overlappingen.
Het is een overbekend feit dat
het Bomans ontbroken heeft
aan literairte waardering voor
zijn werk, des te meer reden
nü om hem te geven waar hij
recht op heeft. Wie is die
man, blijft de vraag. Maar de
makers hebben genoegen ge
nomen met die schijnbaar
amusante man. Het raadsel
Bomans hebben zij niet veel
dichter bij een oplossing kun
nen brengen.
PAUL VAN VELTHOVEN
Vaticaan geeft
Chevetogne
hogere status
CHEVETOGNE Het
Vaticaan heeft de Belgi
sche Benedictijnenpriorij
Chevetogne de status van
abdij gegeven. Met de sta
tusverhoging wil Rome
haar waardering uitspre
ken voor het pioniers
werk van dit klooster
voor de eenheid onder
christenen.
Het klooster in Chevetogne,
aan de rand van de Belgische
Ardennen, werd in 1925 opge
richt door Lambert Beauduin
(1873-1960). De 32 kloosterlin
gen, afkomstig uit Europa en
de Verenigde Staten, willen
bruggen bouwen tussen de
RK Kerk en de oosters-ortho-
doxe kerken. De kloosterlin
gen vieren de orthodoxe (by
zantijnse) liturgie. De ge
meenschap geeft het tijd
schrift 'Irenikon' uit, het eer
ste en lange tijd het enige oe
cumenische tijdschrift op het
rooms-katholieke erf. Aan
vankelijk had het Vaticaan de
hoop dat „vele orthodoxe
broeders" door het werk van
Chevetogne in de schoot van
de RK Kerk zouden terugke
ren. De kloostergemeeschap
zelf dacht bij oecumene echter
niet aan inlijving van de ene
door de andere kerk, maar
aan toenadering tussen de
kerken.
Deze visie leverde pater Lam
bert in 1928 een waarschu
wing van het Vaticaan op. Hij
leefde ruim twintig jaar in
ballingschap, totdat hij in 1950
naar Chevetogne terugkeerde.
De huidige bisschop van Rot
terdam, drs. R.Ph. Bar, was
van 1954 tot 1965 monnik van
Chevetogne.
Nieuwe aartsbisschop
Paus Johannes Paulus II
heeft Fernand Franck be
noemd tot aartsbisschop van
Luxemburg. Franck (56)
wordt de opvolger van aarts
bisschop Jean Hengen (78).
Franck is sinds 1977 secreta
ris-generaal van de Pauselijke
Missiewerken in Rome. Hij
werd in 1934 in het Luxem
burgse Esch-sur-Alzette gebo
ren, ontving zijn priesterwij
ding in 1960 in Münster en
was daarna werkzaam in het
pastoraat en het missiewerk
in Luxemburg.
Nederlandse Hervormde Kerk
Beroepen te Weerselo mw.drs. B.M.
Wabeke-Hofman, kand. te Borne.
Gereformeerde Kerken
Beroepen te Amersfoort als zieken
huispastor in de Lichtenberg S.W.J.
Zoutman te Wageningen, die dit
beroep heeft aangenomen.
Christelijke Gereformeerde Kerken
Beroepbaarstelling J.G. Brienen, Ja
cob van Campenlaan 166, 1222 KR
Hilversum; M P Hofland. Anijsstraat
21, 2034 ML Haarlem; P.W. Hulshof.
Gaffel 20, 8061 LA Hasselt.
DEN HAAG In de
kerken heeft zich de af
gelopen jaren een nieuwe
trend ontwikkeld: de na
druk op 'het verhaal'. Het
Evangelie is in verhaal
vorm geschreven, de ge
loofgemeenschap is een
vertelgemeenschap en in
de prediking gaat het
vooral om het vertellen
van verhalen. Er is voor
deze beweging in de ker
ken ook een soort verza
melnaam: narratieve the
ologie (narratio is vertel
ling).
Het is overigens niet alleen in
kerk en theologie waar het
verhaal een grotere rol is
gaan spelen. In de literatuur
wetenschap en in de filosofie
van de geschiedenis bijvoor
beeld worden al jaren bespie
gelingen gehouden over het
verhalende karakter van deze
wetenschappen.
Dat in kerk en theologie het
verhaal een belangrijke plaats
inneemt is op zichzelf niet zo
verwonderlijk; het verhaal
heeft immers oude papieren
in de joods-christelijke tradi
tie. Dat er juist de afgelopen
jaren een stijgende belangstel
ling is waar te nemen voor
het verhalende, lijkt evenmin
verwonderlijk. Men zou bij
voorbeeld kunnen zeggen dat
het verhaal elementen biedt
waaraan veel mensen behoef
te hebben. Zo biedt een ver
haal samenhang tussen de ele
menten waaruit dat verhaal
bestaat, er is sprake van een
'plot', een kader waarbinnen
dingen in een zinvol verband
kunnen worden geplaatst.
Zonder dat 'verhaal' hebben
de elementen geen samen
hang en lijken ze zonder bete
kenis. Een verhaal biedt men
sen ook de mogelijkheid om
'in het verhaal te stappen', om
zo mee te leven met wat er
wordt verteld dat het verhaal
eigenlijk over henzelf gaat.
De werkelijkheid van het
verhaal wordt als' het ware de
werkelijkheid van de vertel
ler en luisteraar. Anders ge
zegd: het verhaal over de his
torische werkelijkheid wordt
zelf werkelijkheid.
Die beide elementen: samen
hang en de identificatiemoge
lijkheid met de figuren en
omstandigheden in het ver
haal lijken het gat van zin
loosheid te vullen dat veel
mensen ervaren in hun leven
en daarom zijn de verhalen
vertellers onder ons populair.
De aandacht die een verha
lenverteller als ds. Nico ter
Linden van de Westerkerk in
Amsterdam krijgt, is een illu
stratief voorbeeld. Zijn popu
lariteit geeft aan hoe veel
kerkgangers niet meer zin
hebben in zware dogmatische
kost, oppervlakkige oproepen
tot maatschappelijk-politiek
engagement of de nog bii me
nig predikant zeer populaire
historisch-kritische bijbeluit
leg waarbij ieder woord op de
weegschaal van het historisch
onderzoek wordt gelegd. Dus
Abraham niet langer als voor
werp van onderzoek naar de
vraag of, wanneer en hoe hij
bestaan en geleefd heeft,
maar Abraham als mens van
vlees en bloed 'een mens
zoals jij' die het aandurfde
om met God als enige zeker
heid de woestijn in te gaan, op
weg naar het land dat God
hem zou wijzen. Zó vertellen
over die mens Abraham dat
we ons voelen zoals hij, dót is
één van de belangrijkste op
gaven van de narratieve pre
diking.
Tot zover lijkt het allemaal
prachtig, maar er zit een ad
dertje onder het gras. Dat is
de al heel oude spanning tus
sen verhaal en werkelijkheid,
van 'er staat wel geschreven,
maar is het ook geschied?' Er
zijn over dit thema al heel
wat spannende discussies ge
voerd, ook al toen het begrip
'narrativiteit' nog niet aan de
orde was. Zo'n discussieperio
de was er bijvoorbeeld in de
negentiende eeuw, toen de
natuurwetenschap ontdekte
dat 'de bijbel niet gelijk had'
met de verhalen over schep
ping in zes dagen.
Buiten de theologie speelt de
discussie ook in alle hevigheid
en naar het lijkt, vaak heel
wat principiëler dan in de
theologie. Een vak als (ge-
schied)filosofie bijvoorbeeld
heeft overigens ook betere pa
pieren is beter toegerust
om goed na te denken over de
wijze waarop wordt gespro
ken over werkelijkheid, over
'feiten', over betekenis en
verwijzing, over zin en sa
menhang.
Hoe noodzakelijk die discussie
is, blijkt wellicht uit het vol
gende: als de waarde van
aartsvader Abraham ligt in
het verhaal over hem: uit
tocht- en woestijnmotief,
Godsvertrouwen en uitzicht
op een betere toekomst, dan
dreigt de vraag naar de feite
lijkheid van het bestaan (de
verwijzing) van Abraham
weg te vallen. Het maakt im
mers niet uit voor de 'bood
schap' van het verhaal over
hem of hij wel of niet heeft
geleefd. Maar, als Abraham
nu helemaal niet geleefd
heeft, waarom zouden we dan
een verhaal over hem vertel
len? Wordt het dan niet een
vertelsel, goed voor een beetje
bemoediging en hoop voor
zoekende mensen? En waar
om vertellen we dan niet een
ander verhaal? Maar als
Abraham dan toch wél ge
leefd heeft dan is dat leven de
grond voor het verhaal en
kan de verteller niet naar be
lieven van dat leven zijn ei
gen verhaal maken.
In,de filosofie van de geschie
denis is het narrativisme een
wijd verbreid 'geloof'. Er zijn
nogal wat verschillen in deze
stroming, maar een gemeen
schappelijk kenmerk is dat de
historicus het verhaal over
het verleden 'maakt'. De sa
menhang zit niet in het verle
den zelf, maar wordt er door
de historicus aan verleend.
Fervente narratievelingen la
den nogal eens de verdenking
op zich dat bij hen de 'feiten'
niet zo van belang zijn; het
gaat immers om het verhaal
dat ontstaat in het hoofd van
de verteller. Er zijn ook theo
logen die zo denken: beschrij
vingen van gebeurtenissen in
de bijbel zijn niet zo belang
rijk, het gaat tenslotte niet om
het verhóól dat ontstaat in het
hoofd van de verteller.
Wanneer zo met de 'feiten'
wordt omgesprongen, dreigt
het verhaal ongeloofwaardig
te worden. Preken worden zo
een vertelsel, een praatje om
mensen mee te vermaken of
om ze stil te houden.
Inmiddels is nog niet zoveel
opgelost; eigenlijk zijn allleen
nog maar vragen gesteld. Die
probleemstelling diende om
aandacht te vragen voor een
boek over narrativiteit: 'Op
verhaal komen'. Het behan
delt de narrativiteit in mens
en cultuurwetenschappen. In
totaal negen auteurs vertellen
over de narrativiteit in hun
discipline; van ethiek tot en
met economische wetenschap
pen. De meeste bijdragen zijn
helder geschreven en zijn
illustratief voor de discussies
over de problematiek. Som
mige auteurs komen met ar
gumenten die op verrassende
duidelijk maken waarom het
verhaal zo veel aandacht
trekt in hun vakgebied. Een
voorbeeld daarvan de bijdrage
van de econoom Arjo Klamer.
Overige andere interessante
bijdragen zijn vooral die van
Marinus Doeser over de
ethiek, die van Willem Witte-
veen over het recht en over
de filosofie van Frank An
kersmit.
Een boek dat het (bijbelver
haal vooral methodisch recht
wil doen in groep en gemeen
te is: 'De vergeten taal van
het verhaal' door dr. Willem-
Zuidema. De auteur, een
groot kenner van joodse tradi
ties, probeert aan te geven
hoe mensen weer op 'oor
hoogte' kunnen komen met
de bijbelse verhalen en zelf
ook in verhalen te communi
ceren. Vooral op indirekte
wijze betrekt Zuidema stellin
gen in het debat over het nar
rativisme, waarvan boven en
kele thema's werden aange
haald.
Bescheidener van opzet en in
houd is een deeltje in de Ter
Sprake-reeks van Meinema:
'Wie kan ons nog meer vertel
len'. Geprobeerd wordt aan
de hand van ervaringen in de
gemeente en uitgewerkte
voorbeelden mensen op het
spoor te zetten van de 'ge
meente als vertelgemeen
schap'. Met het oog op de pro
blematiek van het narrativis
me heeft dit boekje niet veel
te bieden, daarvoor is het te
'Op verhaal komen' met een inlei
ding van Frank Ankersmit is een
uitgave van Kok en kost ƒ42,50.
'De vergeten taal van het verhaal'
door Willem Zuidema is een uitga
ve van Ten Have en kost ƒ22,50.
'Wie kan ons nog meer vertellen'
onder redaktie van ds. B.H. Root-
mensen is een uitgave van Meine
ma en kost 12,90.
ile
„CO1
rbij
utv
(jrRAAG even aandacht voor een willekeurig gedeelte
een willekeurige brief van een willekeurige ambtenaar
dienst van de gemeente Voorburg: „Gezien de werkdruk
het bureau onderwijs zal de verdere planontwikkeling in ;ye:
sector enigszins worden getemporiseerd. De activiteiten k dirt
nen in drie sectoren gelijktijdig van start gaan, waardoor ist
integraliteit van het beleid wordt bevorderd. Wij verzoe la
u deze rapportage te bespreken in uw commissie en akko
te gaan met de aanwending van het beschikbare bedri ner
Tja- me
ALS eerste gemeente in Nederland heeft Voorburg ir
zien dat dergelijke teksten niet meer door de beugel kunr
Maar liefst 125 gemeenteambtenaren hebben de cursus 1 J
der en begrijpelijk schrijven gevolgd. Het resultaat is in
geval dat woorden en begrippen als 'structurele inbeddi
'kwantificeerbaar', 'kostenplaatje' en 'ophoesten' nauwel
meer voorkomen in gemeentelijke nota's, folders en briev
De gemeente heeft de cursus een vervolg gegeven door
wedstrijd uit te schrijven om de Taalprijs, waarvan de u j
naars inmiddels in het zonnetje zijn gezet.
ONDERTUSSEN hebben andere gemeenten belangstel!
getoond voor het Voorburgse initiatief. En naar goed Net
lands gebruik valt er ook een zure reactie te noteren.
naburige Rotterdam betwist de Voorburgse primeur, omjjk
de wereldhavenstad zo'n prijs al zes jaar geleden heeft in 1C1
steld. «cl
WAT in die reactie wel hout snijdt is de wat venijnige
stelling dat Rotterdam „het,een beetje vreemd vindt dat e 'r
Voorburg ook een voorlichter is geslaagd. Bij ons in Rot
dam gaan we er gewoon van uit dat een voorlichter hel
en duidelijk kan formuleren. Wie dat niet kan, zou eigen
ontslagen moeten worden". Als overigens dit opzienbare
beleid in het gehele land wordt nagevolgd, moet voor
loopbaan van vele voorlichtende ambtenaren worden
vreesd. g
NlET voor het eerst ziet men in overheidskringen in dat in
grijpelijke taal vereist is, wil de afstand tussen overheid
burgers metterdaad kleiner worden. Vondeling heeft ooit, list
voorzitter van de Tweede Kamer, de knuppel in het howa
derhok gegooid. 'Iedereen' was het met hem eens, maar v
meer dan een iets beter te volgen tekst van de Troonr
hebben zijn pogingen niet mogen opleveren.
TOCH moet elke poging worden toegejuicht die verbeter
kan brengen in de bestaande situatie. Wees eerlijk, wie
grijpt altijd op het eerste gezicht de inhoud van de brie\
folders en formulieren die de overheden over ons uitstort
Zouden de ambtenaren trouwens eikaars brieven wel
begrijpen?
WELLICHT dat de betere tijden die nu aanbreken, ook
dere beroepsgroepen in het goede spoor brengen. Hopi
voelen hierdoor vooral juristen zich aangesproken. V
zelfs de notaris, de advocaat of de rechter die toegeeft oi
grijpelijke taal te gebruiken,, pleit zichzelf vervolgens v
vrij met het argument dat de ingewikkeldheid van de zj
waarmee hij of zij dagelijks bezig is, in zijn (haar) ogei
eenmaal vaktaal noodzakelijk maakt.
VOORBURG heeft een eerste stap gezet en verdient
voor een schouderklopje, al is het leed nog niet geledei
tweede prijs in de taaiwedstrijd is namelijk toegekend
een nota met de naam 'Actieplan Bestuurlijke Prevenj
Tja.
Brieven graag kort en duidelijk geschreven.
De redactie behoudt zich het recht voor ingezonder
stukken te bekorten.
Gezinsviering
Ik ga al jaren niet meer naar
de kerk, maar sta op het
standpunt dat ieder voor zich
zelf moet uitmaken. Wanneer
zoonlief (kleuter) dus te ken
nen geeft dat hij met kerst
best naar de kerk wil, dan
schuif je je reserves opzij. Nu
wilde meneer niet naar zo
maar een kerk, neen: het
moest die kerk met die hoge
toren zijn. En zo gingen we
dus gezellig naar de gezinsvie
ring op de kerstavond. Waar
precies, dat doet hier niet zo
terzake. Ik ga in elk geval
nooit meer. Waarom? Aan het
koor lag het niet. Aan de blok-
fluitspelende en evangelie-le
zende kinderen evenmin. Het
lag aan de pastoor. Die kon
zijn ergernis over het rumoer
maar niet verbergen en gaf
daarvan meermalen blijk.
Nu was het inderdaad zeer ru
moerig, dat moet gezegd. Maar
dat was te wijten aan twee
dingen: de bar slechte geluids
installatie en vooral de vol
strekt niet op kinderen toege
sneden liturgie. De kinderen
en ik bedoel alle kinderen
in de kerk werden geen
ogenblik geboeid en begonnen
dus te draaien in de banken, te
kakelen en te stommelen. En
velen moesten met ernstige
aandrang tot plassen door va
ders en moeders worden
voerd.
De pastoor begon zijn
ongenoegen te ventileren
deze zinsnede: „Ik ga n e
wat zachter praten, dan wi
u misschien wat stiller". U'
De ouders zijn immers tr
tioneel fout als kinderen
moerig zijn in de kerk.
In het misboekje stond, da
dens het lezen van het 0
Vader de kinderen zou
worden uitgenodigd op hel
taar te komen om dit
gezamenlijk te bidden,
ging niet door. De pastoor jj
de gelovigen: „Ik heb dat
deelte maar overj^
want anders zou het hier
het altaar echt een puinh
worden". Dank u, me
Aan het einde van de viei
wees de pastoor op het „ki
jewiegen" op de eerste ke
dag: „Dan mogen de kindt1
naar hartelust rondlopen,
vind ik dat prima. Maar
vind ik het eerlijk gezegd
zo prima".
Hoe was dat zinnetje uit
Evangelie ook alweer? Laai
kindertjes tot mij komen,
zal wel lukken zo, meneer
toor.
J.L. Haneberg,
DEN HAAG.
CcidócSouTOTit
Uitgave: Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers).
Kantoor Apothekersdijk 34, Leiden
Telefoon 071 - 122 244
Postadres Postbus 11, 2300 AA Leiden
Abonnee service
Telefoon: 071 - 313 677 van ma. t/m vr. van 8.30 tot 17.00 uur.
Nabezorging
Telefoon 071-122 248
van ma. t/m vr. van 18.00 tot 19.00 u, op za. van 14.00 tot 15.00 uui
Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW.)
Bij automatische betaling: Bij betaling per acceptgirokaa
per maand 25,70 per maand f.
per kwartaal 76,60 per kwartaal f
per jaar f. 294,30 per jaar f. 299,!
Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan.
Advertenties
Informatie en tarieven over advertenties tel.: 071 - 122 244.
Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941.
Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijswijk
070 - 3902 702
Bankiers
AMRO BANK NV 473 575 515
POSTBANK NV 663 050