„Ik snap er nog steeds
geen ene dondervan"
TE K IJ K IJJI.MUÜIMU BINNENLAND
Zaterdag 29 december 1990 pagina 3
ker. Dan zegt hij: „Kijk, voor Ruud
was het heel moeilijk met een crisis te
dreigen. Er is immers nog geen alter
natief voor deze coalitie. Het CDA
kan moeilijk nu alweer bij de VVD
aankloppen. Die partij verkeert nog
veel te veel in wanorde om een sta
biele coalitiepartner te kunnen zijn".
Dus volgens Braks zit het CDA een
beetje in de tang van de PvdA? Veel
mensen hebben juist de indruk dat
het andersom is, dat de sociaal-de
mocraten er in de coalitie maar een
beetje bij bungelen. Braks weer
spreekt dat. „Er is een groot verschil
tussen de twee kabinetten met de
VVD en het kabinet-Lubbers/Kok.
Dat blijkt al uit het regeerakkoord.
Daarin werd de koppeling tussen lo
nen en uitkeringen hersteld. De re-
geerafspraken met de VVD hebben
nooit iets bevat wat écht moeilijk te
slikken was voor het CDA. In deze
coalitie met de PvdA is er veel meer
sprake van een machtsevenwicht".
Doodskopvlaggen
Het moge duidelijk zijn dat Braks zijn
functie van landbouw-opperhoofd
nog wel een tijdje had willen houden.
Maar nu hij eenmaal thuis zit en de
tijd aan zichzelf heeft, beseft hij toch
ook dat hij na tien jaar ministerschap
behoorlijk moe is. Haastig voegt hij
eraan toe: „Met dit soort uitspraken
moet ik wel uitkijken, hoor. ledereen
denkt dat ik dat soort dingen alleen
maar zeg om mijn bitterheid te ver
bergen. Dat is niet zo. Het werk van
een minister van landbouw is echt
slopend, omdat het vaak zo emotio
neel is. Het vreet energie. Elke keer
heb je te maken met een groep men
sen voor wie veel van jouw beleid af
hangt, soms zelfs hun bestaan".
De opstand van de akkerbouwers ligt
bijvoorbeeld nog vers in Braks' ge
heugen. Niet vanwege al die ronken
de tractoren op en rond het Binnen
hof, maar vanwege het soort demon
stranten. „Het waren acties, opgezet
door dissidentachtige boeren die
maar een klein deel van het totaal uit
maakten. Het was een reactionair
groepje dat geen enkele verandering
in het landbouwbeleid duldt. Ze lie
pen zelfs met zwarte vlaggen met
doodskoppen erop. Nou. dan zijn ze
bij mij volledig aan het verkeerde
adres. Ik laat me niet intimideren. Ik
heb ze altijd precies gezegd waar het
op stond".
Ook nu nog is Braks van mening dat
de gespecialiseerde graanboeren in
Nederland geen toekomst hebben.
„Het is in ons land stomweg niet mo
gelijk om op een rendabele wijze vrij
wel alleen graan te telen. Daarvoor
zijn de grond- en loonkosten veel te
hoog" Braks wordt bijna fel: „Onze
graantelers zijn technisch mogelijk de
beste akkerbouwers in de wereld
daar gaat het niet om maar het is
waanzin de wereldprijs van graan in
internationaal verband omhoog te
praten, terwijl maar een handjevol
boeren daar baat bij heeft. Besef
goed dat het maar om één a ander
half procent van de Nederlandse
landbouwopbrengst gaat. En de ge
specialiseerde graanboeren wonen
bijna allemaal in Groningen".
Herenboeren
Waarom gaan die Groningse boeren
niet iets anders verbouwen? Braks
antwoordt razendsnel: hij heeft veel
over dat onderwerp nagedacht. „Dat
is simpel, het graantelen is in Gronin
gen nu eenmaal traditie. Als je daar
een melkveehouder tegenkomt weet
je bijna zeker dat hij import is. De
Groningse herenboeren, die vroeger
in alle schoolboekjes voorkwamen,
verbouwen uit principe overwegend
maar graan. Voor iets anders voelen
zij zich te goed".
Zoveel trots kan men zich anno 1990
toch niet permitteren? „Nee, eigenlijk
niet", lacht Braks. „De tijden zijn ver
anderd. Vroeger zag die herenboer
's morgens zo'n beetje het hele dorp
op zijn erf rond stappen. Maar tegen
woordig staat hij moederziel alleen.
Hij kan zich geen landarbeiders meer
veroorloven en moet zelf met de trek
ker het land-op. En toch is hij er nooit
toe te bewegen geweest om bijvoor
beeld melkvee te gaan houden".
Na deze uitspraken zal het geen ver
bazing wekken dat Braks zich goed
kan vinden in de afspraken die de
landen van de Europese Gemeen
schap hebben gemaakt over vermin
dering van de agrarische subsidies.
Als voorbereiding op een internatio
naal handelsakkoord (GATT) is onder
meer afgesproken dat de financiële
steun van de EG aan de boeren met
dertig procent omlaag moet. Volgens
Braks kan dat niet anders. Het is de
enige manier om een einde te maken
aan de geldverslindende overproduk-
tie in Europa die ook ernstige han
delsconflicten kan veroorzaken. Ove
rigens zijn het niet alleen de EG-lan-
den maar ook de andere westerse
geïndustrialiseerde landen die de
steun aan hun landbouw moeten ver
minderen".
Prins Claus opperde eerder dit jaar
dat we de landbouwoverschotten
naar de hongerlanden in Afrika zou
den kunnen transporteren. Waarom
doen we dat niet? Braks vindt dat
niet zo'n slim idee. „Noodhulp ja.
maar niet meer dan dat. De prins wil
de vroeger zelfs eens tomaten naar
Afrika sturen. Goed bedoeld, maar
die bestaan voor 95 procent uit wa
terEen veel belangrijker bezwaar
is dat je dé eigen landbouw van die
Derde-Wereldlanden kapot maakt als
je ze gaat overspoelen met gratis of
heel goedkope westerse voedings
middelen. Dan komt men daar nooit
uit de ellende
Op de grond slapen
Over internationale landbouwzaken
praat Braks graag en honderduit.
Maar liefst vijfentwintig jaar was hij in
Brussel betrokken bij de EG-onder-
handelingen, eerst als ambtenaar, la
ter als minister. Lang geleden, voor
de aanvang van een van de ministers
conferenties, zei Braks eens handen
wrijvend: „Ik hoop dat het een mara
thonvergadering wordt, want ik heb
flink vooruit geslapen' Was dat een
van de tactieken?
Braks glimlacht nostalgisch. „Jaze
ker, bij zo'n vergadering moet je je er
mentaal op voorbereiden dat je niet
kunt gaan slapen. Hoewel Als het
héél erg lang ging duren, sloop ik wel
eens weg. Ik kende de weg in het ge
bouw op mijn duimpje. Ik wist altijd
wel ergens een secretaressekamertje
te vinden waar ik een half uurtje op
de grond kon gaan liggen. Tegen de
landbouwattaché zei ik dan waar hij
me kon vinden als het er naar uit be
gon te zien dat er besluiten genomen
zouden worden".
Marathonzittingen zijn volgens Braks
de enige manier om tot resultaten te
komen. „Zo'n onderhandelingsproces
onderbreken om te gaan slapen zou
funest zijn. O, nee", de oud-minister
maakt een bezwerend gebaar „dan
zou de lobby aan alle kanten losbre
ken en zou je nog veel verder van
huis zijn. Dan zou iedereen zijn ach
terban, regering of parlement gaan
consulteren. Nee, dat zou niks zijn".
Het aardige van 'Brussel' vindt Braks
ook dat daar de werkelijke beslissin
gen worden genomen. Het werk in
Den Haag is niet veel meer dan het
uitvoeren van Europese maatregelen.
„De nationale parlementen hebben
op dit terrein een groot deel van hun
macht afgestaan. In de Tweede Ka
mer kan men zich daardoor wat land
bouw betreft alleen nog maar verma
ken met onderdeeltjes van de be
leidsuitvoering. Daadwerkelijke in
vloed op het beleid heeft de Kamer
niet meer. Sommige parlementariërs
vinden dat zo frustrerend dat ze com
pensatie gaan zoeken. Ze bijten zich
vast in één, op zich niet zo belangrij
ke zaak, bijvoorbeeld de controle op
de zeevisvangsten. In mijn ogen is dat
geen parlementaire controle meer;
dat is alleen nog een beetje parle-
mentje spélen. Ik weet zeker dat ook
dat verschijnsel heeft bijgedragen tot
mijn val".
ELSBETH KEGGE
RIK IN 'T HOUT
Soms ligt Gerrit Braks 's ochtends
vroeg stilletjes vanuit zijn bed naar
het plafond te staren. „Ik snap er nog
steeds geen donder van", zegt hij
met de hem zo kenmerkende open
hartigheid, „hoe ik na tien jaar minis
terschap nu zomaar ineens thuis
zit?!".
We praten met Gerrit Braks in de ser
re van zijn prachtige huis in het Bra
bantse St. Michielgestel. Enigszins
beduusd kijkt de oud-minister naar
de al wat stoffige restanten van
bloemstukken. Hij lijkt het echt nog
niet te bevatten dat er sinds die
kwaaie dag in september niet meer
elke dag een ministeriële auto-met-
chauffeur voor de deur staat.
Braks moest zijn ministerssteek inle
veren nadat regeringspartij PvdA als
donderslag bij heldere hemel had la
ten weten dat zij geen vertrouwen
meer had in het visserijbeleid van de
CDA-bewindsman. „Maar", zegt
Braks,',,je moet niet denken dat ik mij
écht beschadigd voel. Dat komt ook
doordat ik zélf ben weggegaan in
plaats van mij in een kamerdebat weg
te laten sturen. Ik laat niet met me
sollen!".
Achteraf zeggen velen, onder wie ook
PvdA-kamerleden, dat aan Braks een
zeer goed politicus verloren is ge
gaan. Als geen ander wist hij in Brus
sel de belangen van de Nederlandse
boeren en vissers te verdedigen. Ook
uit de vele brieven en fle bloemen die
na afloop van het debacle in St. Mi
chielsgestel werden bezorgd, blijkt
dat Braks ook wat veel 'gewone'
mensen betreft de pijp niet aan Maar
ten had hoeven geven.
De ex-minister vindt die blijken van
medeleven hartverwarmend maar
zegt ze niet echt nodig te hebben. Hij
maakt zich geen zorgen over de toe
komst. Vrolijk vertelt hij dat hij alweer
Tweede-Kamerlid had kunnen zijn.
„Doordat Yvonne van Rooy staatsse
cretaris werd op Economische Zaken,
als opvolgster van mijn opvolger op
landbouw, Piet Bükman, kwam er een
plaats vrij in de CDA-fractie. Maar
hoe verleidelijk het ook was, ik heb
daar toch maar van afgezien".
Vooral in financieel opzicht vindt
Braks dat wel jammer. In de groene
kamerbankjes had hij nog maximaal
zes jaar zijn volledige ministerssalaris
kunnen behouden. Een afgetreden
bewindsman mag namelijk bijverdie
nen zolang zijn inkomen maar niet
boven zijn vroegere salaris uitkomt.
Als kamerlid zou Braks bovendien
enige riante, belastingvrije onkosten
vergoedingen gekregen hebben.
„Voor iemand die lang minister is ge
weest, is dat zeer lucratief", legt hij
uit. „Terwijl je bovendien niet erg veel
hoeft te doen. In het begin wordt er
zelfs van je verwacht dat je je niet te
veel met de lopende zaken bemoeit".
Had hij dan niet beter toch maar in
de Kamer kunnen gaan zitten? „Nee,
ik heb zó lang als bestuurder tegen
over het parlement gestaan, dat het
nu erg moeilijk is om zelf die contro
lerende functie op me te nemen".
Geen miljonair
Waarom hamert Braks zo op de ma
teriële kanten van zijn bestaan? Aan
zijn schitterende huis te zien ont
breekt het hem aan niets. Braks
schudt nadrukkelijk het hoofd. „Dat
komt er nu van als je een premier
hebt als Ruud Lubbers. Dan denkt
men dat alle ministers financieel onaf
hankelijk zijn. Maar ik ben geen miljo
nair, hoor. En dit huis, dat ik voor een
goed deel zelf heb opgeknapt, staat
helaas niet in Wassenaar. Bovendien
hebben wij vijf studerende kinderen.
Ik moet maar zien hoe ik dat bekostig
van het wachtgeld".
Hoewel hij al enige aanbiedingen
heeft gehad, voor adviseurschappen
en zo, is Braks nog geen baan aange
boden waarvan hij met zijn gezin op
de oude voet kan doorleven. „Op
zo'n functie zit ik nu eigenlijk te wach
ten", zegt hij heel eerlijk. Intussen
denkt hij er serieus over om zich kan
didaat te stellen voor het lidmaat
schap van de Eerste Kamer. In mei
volgend jaar wordt de senaat op
nieuw gekozen.
Wie nu medelijden voelt opwellen,
moet dat gevoel maar weer snel on
derdrukken. De oud-minister vindt
zichzelf allesbehalve zielig. Hij leidt
momenteel een leven zoals hij dat
lang niet heeft gekend. Als minister
had hij nooit tijd voor andere dingen
dan zijn werk. Nu reist hij veel. Zo is
hij onder meer naar Taiwan geweest.
Eerder zat hij in Frankfurt op uitnodi
ging van de 'Eminent Persons Group',
een selecte club van voormalige
VIP's, waarbij hij sinds kort betrok
ken is.
Ook heeft hij net een trip naar Mos
kou en omgeving achter de rug, het
geen hem goed van pas komt nu hij
voorzitter is geworden van het comité
dat de voedselhulp voor de Sovjet
unie probeert te coördineren. Verder
wordt hij overspoeld met verzoeken
om op bijeenkomsten te spreken.
Nog meer inwoners van Huize-Braks
profiteren van zijn toegenomen vrije
tijd. Dat zijn de kippen. Voor aanvang
van het interview wil Braks trots laten
zien hoe hij zijn beesten voert. Maar
de tientallen hennen en hanen komen
niet; onverstoorbaar blijven ze rond
scharrelen tussen de gevallen blade
ren. „Tja", zegt Braks lachend, „ik
voer ze nu te vaak".
Een mooie donkergekleurde kip komt
dichterbij. „Dat", doceert Braks, „is
nu een echte Barnevelder. En die
daar, dat zijn Andes-kippen uit Zuid-
Amerika; die leggen groene eieren".
in de PvdA-fractie die regelrecht op
mijn aftreden hebben afgekoerst. Kok
kreeg het besluit pas te horen nadat
het al genomen was. Dat blijkt ook
wel uit het feit dat hij daags tevoren
nog tegen mij zei: 'Gerrit, het is goed
gegaan, hè, hè Je weet hoe Wim
zoiets kan zeggen. Dat sloeg op de
commissievergadering waar ik mijn
visserijbeleid naar ieders mening iuit-
stekend verdedigd had. Maar op het
zelfde moment dat Wim Kok mij be
moedigend toesprak zat de top van
de PvdA-fractie te vergaderen over
de beste manier om mijn kop te laten
rollen
Bij dat overleg van fractieleider Thijs
Wöltgens en zijn rechterhand Frans
Leijnse was ook landbouwspecialist
Jan van Zijl aanwezig. Voordat hij in
de Kamer kwam, was Van Zijl een
aantal jaren ambtenaar op landbouw.
Hij fungeerde daar onder meer als
speech-schrijver van Braks. Dat weer
hield Van Zijl er niet van in de Kamer
stevige verwijten te uiten aan het
adres van zijn vroegere baas. Gerrit
Braks maakt zich er niet boos over,
maar het stemt hem wel wat droef.
„Natuurlijk heb ik begrip voor Jans
positie. Als lid van de PvdA-fractie
moest hij zich kritisch opstellen. Maar
ik neem het hem kwalijk dat hij
door een hoorzitting te eisen
een proces op gang heeft gebracht
dat hij niet heeft kunnen beheersen".
Gerrit Braks is er namelijk rotsvast
van overtuigd dat de PvdA hem uit
het zadel heeft gewipt omdat zij wan
hopig op zoek was naar een manier
om haar bar slechte score in de opi
niepeilingen op te krikken. „De Partij
raad van de PvdA besprak zelfs een
motie waarin de fractie werd opge
dragen zich meer te profileren. Opge
dragen! Stel je dat eens voor! Nou,
toen heeft de fractie de eerste de
beste gelegenheid aangegrepen om
het CDA te trotseren. Ze zeiden 'nee'
tegen Ruud Lubbers, toen die consta
teerde dat er op mijn visserijbeleid
waarachtig niet veel was aan te mer
ken. 'Nee' zeggen tegen de premier.
Een betere manier is er niet, hè, als je
je in een coalitie wilt onderscheiden
van je partner".
Kop laten rollen
Zoals al aangestipt is het de PvdA ge
weest die Gerrit Braks van zijn minis
terschap heeft beroofd. De meestal
zo gemoedelijke oud-bewindsman
krijgt een zichtbaar slechter humeur
als we de coalitie van zijn CDA met
de PvdA ter sprake brengen. Dat is te
meer het geval omdat hij als een
van de weinige christen-democra
tenaltijd wel voorstander is ge
weest van zo'n centrum-linkse coali
tie. „Ik placht te zeggen: zo gauw als
de socialisten kunnen tellen, zijn ze
welkom in het kabinet. De voorgaan
de tien jaar dachten ze steeds dat
één plus één drie was. Maar Wim Kok
realiseert zich heel goed dat je een
gulden maar één keer kunt uitgeven.
Daarom is hij ook geen slechte minis
ter van financiën".
Maar die beste Kok heeft toch geen
vinger uitgestoken om te verhinderen
dat zijn partij de minister van land
bouw het verzuurde bos instuurde.
Braks corrigeert ons: „Ik geloof niet
dat je het zo mag stellen. Wim is er
gewoonweg niet aan te pas gekomen.
Het zijn een paar 'die-hards' geweest
Lubbers: niet nodig
Veel lof voor de minister-president. Is
dat echter wel helemaal terecht? Als
zijn landbouwminister hem echt zo
aan het hart ging, waarom heeft Lub
bers het visserijbeleid dan nooit in
het kabinet aan de orde gesteld? Dan
was het een kwestie geworden van
alle ministers en had de PvdA zich
geconfronteerd gezien met de moge
lijkheid van een kabinetscrisis. Waar
om is dat niet gebeurd? Braks: „Ik
heb het daar met Ruud over gehad.
Hij vond het niet nodig de zaak in het
kabinet te bespreken. Het dossier
was sterk genoeg naar zijn mening".
Ook op het allerlaatste moment had
Lubbers de PvdA nog het zwijgen
kunnen opleggen, namelijk door te
dreigen met een breuk in de coalitie.
Is daar nog over gesproken? De oud
minister zwijgt eventjes en kijkt wat
ongemakkelijk. Dan bekent hij: „Ja,
heel kort hebben Ruud en ik dat be
sproken. Hij vond ook dat niet ver
standig".
Wat zullen we nu hebben? Dat was
toch wel het minste wat Lubbers had
kunnen doen voor zijn 'reus op land
bouw'. Braks kijkt nog ongemakkelij
Prins Claus wilde ooit eens tomaten naar de Derde Wereld sturen. Die bestaan voor 95 procent uit water
FOTO'S: STEPHEN EVENHUIS