I
Niet
bang
voor
de
islam
Kerstmis
19 9 0
later onvermijdelijk tot een nog grote
re uitbarsting zal leiden. Een geleidelij
ke overwinning zou een tweede Viet
nam betekenen; een eindeloze strijd
met uiteindelijk louter verliezers.
Bush, die toch geen impulsieve cow
boy is als Reagan, heeft me} zijn mili
taire respons op het verkeerde paard
gewed".
Brugman pakt er de New York Re-
view of Books bij en wijst op een arti
kel van de Amerikaanse oud-ondermi
nister van buitenlandse zaken George
Ball die meent dat Amerika alleen nog
kan ontsnappen uit het wespennest
waar het zich in gestoken heeft door
onderhandelingen over het gehele
Midden-Oosten te beginnen. Brug
man: ,,Dat is de enige uitweg. Irak
trekt zich terug uit Kuwayt, Syrié ver
laat Libanon, Israël geeft de bezette
gebieden op en geeft daarmee ruimte
aan een Palestijnse staat. Natuurlijk
zijn de Israëli's daartegen, zeker nu
Shamir aan de macht is. maar als
Amerika het wil gebeurt het. De Ara
bieren hebben gelijk: Israël is totaal af
hankelijk van Amerika. In 1956 was
één woord van Eisenhower genoeg om
Israel zich uit Egypte te laten terug
trekken; zo kan het nu ook".
Brugman erkent dat onderhandelen
ovër een algehele regeling neerkomt
op het belonen van Saddams agressie.
Maar, zegt hij, moet om dié reden een
oplossing achterwege blijven? „Ik kan
niet goed hebben dat een dictator als
Saddam Husayn dit bewerkstelligt,
maar ik moet toch ook zeggen dat we
in jaren niet zo'n kans op een oplos
sing hebben gehad". Bovendien, zo be
toogt Brugman, dreigt een enorme
ramp als er geen oplossing komt. „Uit
de correspondentie tussen Chroetsjov
en Castro, die nu net is gepubliceerd,
blijkt dat Castro Chroetsjov verwijt
geen atoomwapens te hebben ingezet
tijdens de Cuba-crisis. Dat zou wel het
einde van Cuba hebben betekend, al
dus Castro, maar ook dat van Ameri
ka. Chroetsjov antwoordt daarop dat
'we niet vechten om te sterven, maar
om te overwinnen'. Deze correspon
dentie bewijst hoe gevaarlijk het is als
heethoofden over atoomwapens be
schikken. Reuze eng. Een vredesrege
ling voor het Midden-Oosten moet
daarom ook ontwapening inhouden,
hoezeer landen als Irak en Israël ook
aan hun wapens gehecht zijn".
T
n de Arabische wereld heet George Bush sinds de eerste
week van augustus George van Bouillon; de Arabieren
^^^^^zien hem vanwege zijn strijd tegen Saddam Husayn als
een nieuwe kruisvaarder, een christenhond die de islam beledigt en
bedreigt. Saddam mag een tiran zijn, hij is in de eerste plaats een
broeder, een dappere broeder zelfs, een held in de oorlog tegen impe
rialisme, kapitalisme en zionisme. Het is vanwege deze Arabisch-wes-
terse controverse dat Bush en zijn bondgenoten in de Golf hooguit de
slag kunnen winnen, nooit de oorlog. Er rest de Amerikanen, de Ira
kezen en niet te vergeten de Israeli's maar één uitweg en die loopt via
onderhandelingen, zegt prof. J. Brugman, emeritus hoogleraar Ara
bisch.
De Amerikanen hebben er een uit
drukking voor, zo vertrouwd zijn ze
met het verschijnsel: 'He is a son of a
bitch, but he is our son of a bitch' -
op Cuba, in Iran, in Nicaragua en op
de Filipijnen weten ze er van mee te
praten. Daar mochten Batista, Reza
Pehweli, Somoza en Marcos met steun
van de VS hun bevolking onderdruk
ken zolang ze maar een buffer bleven
vormen tegen het communisme.
De Arabieren hebben er een spreek
woord voor, want zij kennen het prin
cipe ook: 'Ik tegen mijn broers. Ik en
mijn broers tegen mijn neven. Ik en
mijn broers en mijn neven tegen de
wereld'. De Syriërs zijn tegen de Jor-
daniërs. De Syricrs en de Jordaniërs
zijn tegen de Irakezen. De Syriers en
de Jordaniërs en de Irakezen zijn te
gen de Amerikanen.
De Nederlanders zeggen het zo: 'Het
hemd is nader dan de rok'. Hel ge
sprek met prof. dr. mr. J. Brugman is
nog maar net begonnen als hij dat ge
zegde aanhaalt.
Cairo
Jan Brugman werd in 1923 geboren en
ging in 1941, nadat hij het gymnasium
doorlopen had, geschiedenis studeren.
Maar het was hem te weids, dé ge
schiedenis, en hij stapte over op Semi
tische talen. „Ik had er op het gymna
sium al hebreeuws bijgeleerd, van een
echte rabbijn, een heel enthousiaste le
raar. die mij twee jaar lang als enige
leerling had".
Van 1948 tot 1959 werkte Brugman
op het Nederlands gezantschap in Cai
ro; er was daar nog geen ambassade.
Ten behoeve van het ministerie van
buitenlandse zaken schreef hij politie
ke rapporten, maar het consulaire
werk gaf hem meer voldoening, dat
had tenminste zin. Vooral ten tijde
van de Suez-crisis in 1956 had Brug
man het gevoel werk van betekenis te
kunnen doen voor Nederlanders en
hun familieleden in deze roerige regio.
Hij ontmoette Nasser een keer of vier,
maar had nooit een echt gesprek met
hem. De charismatische leider die het
pan-Arabische ideaal ('Arabieren aller
landen verenigt u') nieuw leven inblies
had wel wat beters te doen dan zich te
onderhouden met de vertegenwoordi
ger van de lage landen aan de zee.
Brugman leed er niet onder. „Ik had
er een schitterend leven. Ik woonde
voor wat mijn vak betreft middenin
de belangrijkste stad die er was,
schreef een proefschrift over het isla
mitische familierecht in Egypte, had
vrienden onder de intellectuelen van
Cairo, werd als diplomaat goed behan
deld en goed betaald en had een per
soonlijke bediende met wie ik het erg
goed kon vinden. Maar dat kon na
tuurlijk niet eeuwig zo doorgaan, op
een gegeven moment kreeg ik het ge
voel dat ik ook wat moest gaan dóen
en omdat ik niet de ambitie had hoge
diplomaat te worden, was ik heel ge
lukkig dat ik in Leiden op de universi
teit kon gaan werken".
Brugman werd hoogleraar Arabische
taal en cultuurgeschiedenis. Als ie
mand de Arabische wereld kent, dan
hij.
Solidariteit
De publieke opinie in het Westen, met
als bijzondere variant de links-liberale
intelligentsia in Israel, reageerde ver
rast en geschrokken op de pro-Saddam
sentimenten in de Arabische wereld.
Weliswaar keerden de regeringen van
Saoedi-Arabie, Syrië, Egypte en Jorda
nië zich tegen de Iraakse inval in Ku
wayt, maar de bevolking in die landen
was - al dan niet laaiend - enthou
siast over de val van de decadente
emirs, om nog maar te zwijgen over
de bevolking in de pro-Iraakse landen
en over de Palestijnen, die Saddam als
Verlosser verwelkomden. Daar begre
pen wij in het Westen niets van. Hoe
konden die Arabieren nu een dictator
als Saddam Husayn toejuichen? Brug
man: Saddam is misschien niet ge
liefd, maar wel populair. De Arabieren
staan achter zijn politiek. Dat wordt
verklaard uit het Arabisch solidari
teitsbeginsel" - en dan memoreert
Brugman het hemd en de rok.
Wat een Arabier zijn broeders ook
aandoet, nooit zal hij delen in de haat
die het Westen treft en nimmer zal hij
vervloekt worden als Amerika, het
land dat Israël op de been houdt. Is
rael is een open wond in het Arabische
lichaam. De Britse schrijfster Isabel
Burton schreef honderd jaar geleden al
over de Arabieren: „Zij haten elkaar.
De sunnicten excommuniceren de shi-
"itcn en beiden haten zij de druzen. Ie
dereen verafschuwt de alawieten. De
maronieten houden alleen van zichzelf
en zij worden dan ook door allen ver
foeid. De Grieks-orthodoxen hebben
een afschuw van de Grieks-katholie
ken. En allen verachten de joden".
Ondanks deze tegenstellingen bestaat
er wel degelijk zoiets als een Arabische
identiteit; de Algerijn herkent de Ira
kees als mede-Arabier, meer dan de
Portugees de Pool als mede-Europeaan
ervaart. Brugman: „De Arabieren heb
ben een taal en een cultuur gemeen en
bovendien wat de meesten betreft een
godsdienst. Maar eigenlijk is die Ara
bische solidariteit heel gek, want ze
berust op een fictie. De Arabieren zijn
afstammelingen van verschillende vol
ken, die op een gegeven moment de
zelfde taal zijn gaan spreken. Maar ja,
wat een volk - dat is toch in heel veel
gevallen eigenlijk onzin?".
R ancunes
Het mag dan berusten op een fictie,
president Bush had zich er volgens
Brugman van bewust moeten zijn dat
vanwege de Arabische solidariteit de
aanwezigheid van zijn militairen in
het Golfgebied op lange termijn ave
rechts werkt, vooral natuurlijk als het
werkelijk tot een treffen komt. In dat
geval laait de Arabisch-westerse con
troverse nog verder op en dreigen con
flicten waarbij de inval in Kuwayt ver
bleekt tot een onschuldige burenruzie.
„Een snelle overwinning van Amerika
op Irak zou een enorme rancune on
der de Arabieren veroorzaken, die dan
Het Zweedse dagblad Expressen legde
aan zeven internationaal bekende
schrijvers de vraag voor of'wij aan de
vooravond staan van een groot con
flict tussen de islam en de westerse
wereld'. De meesten dachten van wel.
Amos Oz. de Israëliër, antwoordde dat
'arme islamitische fundamentalisten
zich samen met andere militante groe
pen zullen keren tegen de rijke we
reld*. Nawal El-Saadawi, Egyptisch fe
ministe. zei dat ze een conflict voorzag
tussen islam enerzijds en christendom
en jodendom anderzijds. Zij definieer
de het als een conflict tussen 'arme
landen en rijke nco-kolonisten'. Carlos
Fucntcs en Susan Sontag lieten zich in
eenzelfde geest uit: 'We staan aan de
vooravond van een confrontatie tus
sen de drie grote monotheïstische reli
gies: de islam aan de ene kant tegen
christendom en jodendom aan de an
dere kant'. Brugman gelooft er niet in.
Het pan-arabismc acht hij als politieke
beweging krachteloos, het pan-islamis-
me evenzeer.
„Ik geloof niet dat het tot een politieke
eenheid zal komen. Het pan-arabisme
is een lege huls, een droom. Men grijpt
terug op het Arabisch-islamitische rijk
van weleer, op de gouden tijd van
bloei en voorspoed, maar men doet
dat omdat het heden niet bevredigend
is. Het gaat de Arabische wereld
slecht, politiek, economisch en sociaal.
Men is te verdeeld om te komen tot
een machtig Arabisch rijk. Zelfs een
Verenigd Arabië a la een Verenigd Eu
ropa is te veel gevraagd. Vroeger wa
ren de mensen bang dat de communis
ten zouden komen, maar ze denken
toch niet echt dat wij in het Westen
geconfronteerd zullen worden met mi
litair geweld vanuit het Midden-Oos
ten?".
Blijft over het islamitisch fundamenta
lisme, dat oprukt via bomaanslagen in
Turkije, gemeenteraadsverkiezingen in
Algerije en burgeroorlog in Soedan.
Een ramp voor de betrokken landen,
vindt Brugman, maar geen gevaar
voor ons. „Tussen moslimlanden be
staat niet of nauwelijks samenwerking.
De nationale belangen zijn zo divers:
wat heeft het islamitische Indonesië
met het islamitische Iran te maken?
Nee, als de islam onze nieuwe Grote
Tegenstander is, dan hoeven we niet
erg bang te zijn".
Prof. mr. dr. J.
Brugman: ..Als de
islam onze nieuwe
Grote Tegenstander
is, dan hoeven we
niet erg bang te
zijn".
FOTO: MILAN
KONV.ALINHA
President Bush
heeft met zijn
militaire actie
in de woestijn
op het
verkeerde
paard gewed.
Want hoezeer
de Arabieren
het onderling
ook oneens
zijn. hun
gezamenlijke
afkeer van het
Westen is
groter, meent
pro£ Brugman.
Alexander King, de president van de
Club van Rome. vreest dat Europa de
eerstkomende decennia overspoeld zal
worden met immigranten, niet in de
laatste plaats uit 'enkele landen aan de
Afrikaanse noordkust die streng isla
mitisch worden zoals ze dat in de mid
deleeuwen waren'. Brugman zet daar
in die zin vraagtekens bij. dat hij zich
afvraagt hoeveel invloed het funda
mentalisme heeft onder deze immi
granten. Bovendien, zegt hij. betekent
het verblijf in het Westen uiteindelijk
de doodsteek voor het fundamentalis
me onder moslims. „Helaas is er in
Nederland geen onderzoek naar ge
daan, maar in Frankrijk wel en daar
bleek dat de derde generatie in hoge
mate geassimileerd was. Niet meer
dan negen procent van de moslims
daar steunde de oproep van Khomei-
ny om Salman Rushdie te vermoor
den. Dat zijn er nog veel te veel, maar
er blijkt toch uit dat de islam in het
Westen enorm verwatert. Gegoochel
met cijfers heeft trouwens niet zoveel
zin; ik kan me herinneren hoe mijn
moeder vroeger altijd zei dat we moes
ten oppassen voor de roomsen omdat
die ons protestanten in getal voorbij
zouden streven, dat was een groot ge
vaar. Maar niemand hield er rekening
mee dal de katholieke kerk zelf in el
kaar zou klappen en dat is precies wat
ook gebeurt met de islam. Het mos-
keebezoek is nu al extreem laag".
Brugman is er overigens - in tegen
stelling tot een aantal van zijn collega
arabisten - niet de man naar verhalen
af te steken over het mooie dat zou
kunnen opbloeien in de ontmoeting
van de westerse en de orthodox-isla
mitische cultuur. „Ik toon geen begrip
voor een cultuur waarin geloofsafval
met de dood bestraft wordt, ik vind
dal niet zo'n goed idee. En dat meisjes
in huis worden gehouden zodra ze de
eerste tekenen van de puberteit begin
nen te vertonen, vind ik ook idioot.
We moeten hun vaders beletten dat te
doen. Ik ben niet van mening dat het
nu eenmaal om een andere cultuur
gaat en dat we die maar moeten res
pecteren. Om het eens extreem te stel
len: Volgens het islamitisch recht hoeft
een vader die zijn eigen kind doodt
niet gestraft te worden. Ben ik arro
gant als ik vind dat we dat hier niet
moeten hebben?".
STEVO AKKERMAN
mm
A»