Nooit meerpoekelen I Er ging een siddering door Nederland u CfiidócSouocvnt Politiek Partij Parlement LIMBURGSE MIJNEN 25 JAAR GESLOTEN BINNENLAND TT ZATERDAG 15 DECEMBER 1990 PAGIN DEN HAAG Als het aan minister Hans van den Broek ligt zal de Ne derlandse krijgsmacht een flink robbertje meevech ten in een eventuele oor log met Irak. Woensdag maakte de bewinds man van buitenlandse zaken bekend dat hij in het kabinet zou gaan pleiten voor het op voeren van onze 'militaire aanwezigheid' in de Perzische Golf. Veertig jaar na Korea is er dus weer een reële kans dat Nederlandse soldaten op vreemd grondgebied gaan sneuvelen. Men zou verwachten dat de samenleving heftig zou reage ren op dit bericht. Welnu: be roering was er inderdaad woensdagavond, heftige beroe ring zelfs. Maar Saddam Hu- sayn en George Bush hadden er niets mee te maken. Het was een interne notitie van drs. R.F.M. Lubbers die het gesprek van de dag bepaalde. De minister-president deed daarin onder meer de sugges tie de fiscale aftrekbaarheid van hypotheekrente zeer fors te beperken. Deze toch zeer technische ma terie deed een siddering door Nederland gaan. In vele wo ningen werd gepraat over een gedwongen verhuizing. Een snelle berekening leerde im mers dat de maandelijkse woonlasten met honderden guldens omhoog zouden gaan, als Lubbers' plannetje werke lijkheid zou worden. Iemand die in een huis van zo'n ander- halve ton woont, betaalt circa duizend gulden per maand aan de hypotheekbank. Maar via de fiscus krijgt diezelfde man of vrouw al gauw de helft van dit bedrag terug. Vrijwel ie dereen die een huis wil kopen, betrekt dit fiscale voordeel in zijn berekeningen. Het geheel of gedeeltelijk wegvallen daar van zou derhalve leiden tot het failliet van talloze eige naar-bewoners. Maar daar zou het niet bij blij ven. Het eigen-woningbezit zorgt voor veel werkgelegen heid. Denk aan de böuwers, de makelaars, de banken en de verzekeringsmaatschappijen. Het was dan ook niet verwon derlijk dat die branches on middellijk tot bovenin de gor dijnen klommen. De bouwers wezen op de grote werkloos heid en de totale ineenstorting van de woningmarkt die toch al flink van de hoge hypo theekrentetarieven te lijden heeft. Voorzitter Kamminga van het Koninklijk Neder lands Ondernemersverbond (KNOV) veronderstelde zelfs dat Lubbers willens en wetens bezig was de economie van ons iand „kapot te maken". Opheldering Verbijstering was er ook in po litiek Den Haag. Oppositiepar tij VVD sprak van „onbegrij pelijke en onaanvaardbare voorstellen" van de premier en eiste opheldering via ka mervragen. De regeringspar tijen CDA en PvdA legden de 'bom' van Lubbers meteen maar in hun fractiekamer op tafel. Tot immense opluchting van de mensen in het land kwamen zij beide vervolgens tot de slotsom dat het helse tuig van de premier het beste ter plekke kon worden gede monteerd. Als ware hij een officier van de vermaarde Explosieven Opruimingsdienst (EOD), ver klaarde CDA-fractievoorzitter Brinkman later op de avond dat de hypotheekrente-aftrek wat hem betrof absoluut niet ter discussie stond. „Het laatste woord daarover is al lang ge sproken". Andere CDA'ers verwezen naar hun verkie zingsprogramma, waarin deze fiscale aftrekpost expliciet hei lig wordt verklaard. In het PvdA-programma staat niet zo'n passage, maar ook de soci aal-democraten verklaarden geen behoefte te hebben aan het plan-Lubbers. Groen Links was de enige fractie die zich ingenomen toonde met het idee van Lubbers. Had de minister-president deze storm niet kunnen zien aankomen? Natuurlijk wel, want de volledige aftrekbaar heid van hypotheekrente is het grootste taboe van het Bin- nenhof, dat weet zelfs de meest ingeslapen backbencher. Een politieke partij die haar aanhangers zoekt onder het gehele volk, moet met haar tengels van deze aftrekpost af blijven, tenzij zij zelfmoord plannen heeft. Dat zal Lubbers dan ook bepaald niet voor ogen gehad hebben. Maar wat kan de premier dan in 's he melsnaam bezield hebben? Wilde hij VVD-leider Frits Bolkestein wellicht een mooi kerstcadeau geven? Ook dan moet Lubbers onverwijld ver vangen worden. Want Het Catshuis is niet de plek om psychiatrische patiënten te verplegen. Witte wagen Welnu, de witte wagen be hoeft niet uit te rukken. Krin gen rond Lubbers bezweren dat de premier nog steeds he lemaal in orde is. Zijn hypo theekrenteplannetje zou daar van zelfs het bewijs zijn. Waarom dachten wij anders dat het vrijwel onmiddellijk uitgelekt was'' Lubbers zou slechts de bedoeling gehad hebben de bevolking ervan te doordringen dat de financiële nood tot de lippen is gestegen. Volgende maand bij het be raad over de 'Tussenbalans' moet het kabinet een gat dich ten van ongeveer vijftien mil jard gulden. In die situatie mag geen enkel bezuinigings voorstel onbespreekbaar zijn, zou Lubbers' redenering zijn. En een vergaande beperking van de aftrekbaarheid van hy potheekrente, zoals de premier suggereerde, levert de schat kist totaal een slordige zes mil jard gulden op. Maar als Lubbers alleen maar op een schokeffect uit was, had hij dan niet beter een rea listisch idee kunnen lanceren, bijvoorbeeld een forse verho ging van het huurwaardefor fait, het bedrag dat eigenaar bewoners bij hun belastbaar inkomen moeten tellen? Deze bezuinigingsmogelijkheid is niet aan de aandacht van Lub bers ontsnapt. Zijn interne no titie doet namelijk ook op dat punt voorstellen. En dat heeft géén storm van protest doen opsteken. In politiek Den Haag wordt daarom veronder steld dat Lubbers de beper king van de hypotheekrente aftrek als afleidingsmanoeuvre heeft bedoeld. Een beetje van uit de redenering: als je storm voorspelt, zijn de mensen al blij wanneer er slechts een ste vige bries opsteekt. Die theorie wordt nog aanne melijker als men ziet dat de notitie van Lubbers tevens pleit voor een extra huurver hoging met vijf a tien procent per jaar, zodat er flink gesne den zou kunnen worden in de woningbouwsubsidies. Norma liter maakt een dergelijk voor stel geen schijn van kans bij de PvdA, maar dat wordt wel licht anders als de leider van het CDA hoogstpersoonlijk de heilige koe van de aftrekbare hypotheekrente op de slacht bank legt. Dat het offer op het laatste moment niet doorging, kan in die redenering buiten beschouwing blijven. Dat doet toch niets af aan de moedige intentie van de CDA-voor- man? Welaan, dan mag van Wim Kok op zijn minst ver wacht worden dat hij even eens een paar impopulaire plannen aan zijn eigen PvdA- fractie opdringt. Crisis Daarbij moet men niet alleen aan het wonen denken. Lub bers en de andere CDA-kop- stukken hebben nog andere noten op hun zang. Een voor beeld: het terugdringen van de grote aantallen wao'ers en vvw'ers, door veel meer van deze uitkeringstrekkers te dwingen is het niet goed schiks. dan maar kwaad schiks een baan te aanvaar den. Nog een voorbeeld: het terugdringen van het ziekte verzuim door werknemers te verplichten de eerste paar da gen van hun afwezigheid voor eigen rekening te nemen. Een derde voorbeeld: het terug dringen van het zwartrijden in het openbaar vervoer, onder meer door het invoeren van een identificatieplicht. Ten slotte: de overheidssubsidie op het openbaar vervoer sterk verminderen door de tarieven met zo'n zeven procent per jaar te verhogen. Het CDA voert de spanning nog aanzienlijk op door het ge rucht in omloop te brengen dat het 'Uur van de Waarheid' voor de centrum-linkse coali tie heeft geslagen. Volgens de christen-democraten is het de hoogste tijd dat ons land wordt klaargestoomd voor Europa '92. En als onze economie door een al te voorzichtig over heidsbeleid nog meer uit de pas zou góan lopen met die van onze concurrenten, dan zakt de export als een kaarten huis ineen. Om dat gevaar af te wenden, schuwen de chris ten-democraten zelfs geen chantage. Als de PvdA bij het opmaken van de 'Tussenba lans' weigert impopulaire maatregelen te nemen, zo zegt men in CDA-kring zonder met de ogen te knipperen, dan heeft het kabinet-Lubbers- /Kok zijn langste tijd gehad RIK IN 'T HOUT Het was 17 december 1965, aanstaande maandag 25 jaar geleden, dat Joop den Uyl, minister van econo mische zaken, in een bomvolle schouwburg in Heer- ien bekendmaakte dat het definitief was afgelopen met de mijnbouw in Nederland. Applaus was zijn deel, niet in de laatste plaats omdat Den Uyl zwoer dat geen mijn dicht zou gaan zonder dat er vervan gende werkgelegenheid voor de mijnwerkers zou ko men. Tussen 1965 en 1973 sloten de twaalf Limburg se mijnen, zoals de Oranje Nassau 1 tot en met 4, de Emma. de Julia en de Domaniale, hun poorten. Voor 45.000 mijnwerkers en 30.000 anderen moest werk gevonden worden. Dat lukte niet. De goede voornemens van Den Uyl werden om zeep geholpen door de oliecrisis van 1972. In 1978 was de werkloosheid met 12,7 procent twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde. Lim burg werd daarop 'gepromoveerd' tot achterstands gebied. De rijksoverheid subsidieerde de regio via elkaar op volgende Perspektiefnota's Limburg (PNL) en lang zaam maar zeker is de provincie uit het dal gekropen dat vooral in het begin van de jaren tachtig erg diep was. Inmiddels is de werkloosheid niet meer hoger dan in de rest van het land en verandert Limburg van het achterlijke neefje van de Randstad in het balkon van Europa. Daar schrokken de ouders van Gerrit Duijkers wel van. Ging hun zoon, die eerder al het seminarie had verlaten, nu ook nog ondergronds, als mijnwer ker! Dat viel niet goed. maar Gerrit zette door; hij ging met zijn 'mijnvader' de diepte in, werd hul phouwer en later opzich ter Hij kent collega's die. nu permanent aan de zuurstoffles liggen, maar zelf kijkt hij met plezier terug op zijn ondergrondse tijd. LANDGRAAF „Na de lagere school ging ik naar het seminarie in Weert, want ik wilde missionaris worden. Ik was het vijfde kind uit een gezin van twaalf en voor mijn ou ders was het een hele eer hoor, dat hun zoon zo'n opleiding deed. Maar ik heb het niet afgemaakt, het werd te zwaar voor me en zo kwam ik in 1952 terug in de maatschappij - twintig jaar oud en zonder opleiding. Toen kwam de ellende hè. Ik werd onder de wapenen ge roepen en belandde van de kostschool in Weert in de ka zerne in Breda; dat was een enorme overgang Na mijn diensttijd kon ik nergens te recht. Nu had je in die tijd Rijkswerkplaatsen en daar heb ik toen een opleiding voor constructie-bankwerker ge volgd. Maar ook als bankwer ker kon ik nergens terecht. Intussen zaten de mijnen wel ontzettend verlegen om men sen, ik ben gaan solliciteren en werd prompt aangenomen op de werkplaats. Daar moest ik de vloer aanvegen en zo, dat was nu niet bepaald het werk dat ik mij had voorgesteld. Ik ben naar personeelszaken ge gaan en heb gevraagd waar voor mij de beste mogelijkhe den lagen: bovengronds of on dergronds. Men raadde mij aan naar de mijnschool in Heerlen te gaan om daar de opleiding voor technisch op zichter te volgen en dat heb ik gedaan. Thuis viel dat niet in goede aarde. Hoe kóm je erbij mijnwerker te worden, vroe gen ze. Ja, wij woonden in Noord-Limburg en daar had het ondergrondse werk geen goed imago. Maar ik ben toch naar de mijnschool gegaan, dat wil zeggen: eerst werd ik aspi- rant-mijnscholier. Peiler Nadat we een week in een na gebootste 'leermijn' hadden ge zeten, gingen we zes weken ondergronds, onder leiding van een 'mijnvader', die leerde je alles aan te pakken daar in de peiler -vanaf de schacht die verticaal de grond in gaat lo pen horizontaal peilers- en zo werd je dan 'sleper'. Vervol gens kon je 'hulphouwer' wor den en daarna 'houwer'. Daar mee kreeg je toegang tot de mijnschool. Elke dag ging ik met de mijnwerkersbus van Noord- naar Zuid-Limburg. Om drie uur stond ik op, dan fietste ik van Castenray naar Horst waar de bus om iets voor vier vertrek en om half zes waren we dan bij de Emma in Hoensbroek. Je haalde je penning -iedereen had een ei gen penning- en meldde je in de loonhal bij een van de lo ketten van de afdelingsopzich ters, daar kreeg je te horen wat je taak die dag zou zijn. In SUSKEENWISKE DE GOALGETTER Jk ben fnnr Ham van luiollrm van het televisieprogramma "Boontje komt om zyn loontje Uaarhhuu hel hoofdbureau van de jol^lie. Uij zyn Copyright Standaard uitgeverij distr Wavery Productions het badlokaal kleedde je je om, op weg naar de schacht ging je langs de 'lampisterie' om je petlamp te halen en dan met de lift naar beneden. Degenen die het verst in het mijnveld moesten zijn, gingen het eerst. De lift bestond uit vier 'kooi en' voor elk dertien man en daarmee ging je dus onder gronds, acht meter per secon de, tot zevenhonderd meter diep. Nog twintig minuten met de personentrein de peiler in, dan pas was je op je werk plaats en dan was het inmid dels wel half zeven, kwart voor zeven. Je werkte acht uur, maar de nuttige werktijd was vijf en een half uur. Om twee uur was je dienst afgelopen, dan ging je naar het badlokaal om je te douchen, met z'n twee honderden tegelijk. Voor je oogleden was er een vaatje met olie, voor je rug moest je een beroep op een collega doen; 'poekelen' noemden we dat wassen van eikaars rug gen. Als ik dan om half vijf weer thuis was en het was winter, had ik nog geen mi nuutje daglicht gezien. Ik was de enige thuis die in de mijnen werkte, niemand an ders voelde daarvoor. Mijn ou ders hadden er grote bezwaren tegen. Maar ze waren wel blij als ik elke maand mijn salaris strookje liet zien. Dat was in die tijd gewoonte hè, dat je je loon tot op de laatste cent bij je ouders inleverde. Daar had je ook geen bezwaar tegen. Op zondag kreeg je je zakgeld en als je ging trouwen hoefde je niks gespaard te hebben, je ou ders verzorgden alles: de brui loft, de kleren, de meubels, al les. Ik ben in 1959 getrouwd. We De Emma, één van de twaalf Lim burgse mij nen die tus sen '65 en '73 sloten. FOTO'S: SP zijn in Hoensbroek gaan wo nen, in een huis van de mijn. Elke mijn had een eigen wo ningbureau, een maatschappe lijke dienst, een politieappa raat, een aalmoezenier, een harmonie, een fanfare, een cultureel centrum. Je kreeg je brandstof goedkoop aan huis geleverd, je kon met korting naar Fortuna '54, zelfs bij de V&D kreeg je reductie. En dat allemaal terwijl het salaris van een mijnwerker toch al snel dertig procent hoger lag dan dat van een gewone arbeider. Ik denk dat de mijn dat alle maal deed om je te binden, maar ook wel uit humaniteit. De mijn was een sociaal be drijf. Nou ja, sommige werden er wel uitgebuit, of uitgebuit niet, maar opgejaagd. In elke afdeling had je het 'akkoord', dat was een overeenkomst die de ploegbaas met de leiding van de mijn had gesloten over de te leveren produktie. Bleef je daaronder dan verdiende je minder, kwam je erboven dan verdiende je meer. Dat heeft sommigen wel onder grote druk gezet. Zelf ben ik -lang nadat ik bij de mijnen was weggegaan- af gekeurd wegens rugklachten, maar dat zit bij mij in de fami lie, dus ik weet niet of het werk in de mijn er iets mee te maken heeft. Ach, het zal wel. Maar ik heb nooit last gehad van mijn longen, gelukkig. Want daar praat je over na tuurlijk. als je het over ge zondheidsproblemen van mijn werkers hebt, over silicose, stoflongen. Dat kreeg je niet van kolenstof hoor, kolenstof is ongevaarlijk, dat hoest je er zo weer uit. Steenstof, dat is het. Dat zet zich af aan de bin nenkant van je longblaasjes en verhardt zich, zodat je uitein delijk nauwelijks adem meer kunt halen. Vooral oudere mijnwerkers hebben er last van, omdat in hun tijd nog niets aan stofbestrijding werd gedaan. In de jaren zestig zijn er sproei-installaties gekomen, maar daarvoor had je dat nog niet. Je zou dat de mijnen kunnen verwijten ja, dat ze niet eerder aandacht hebben besteed aan het bestrijden van de steenstof. Er is daarover op dit moment een discussie aan de gang, aangezwengeld door een dokter van het ziekenhuis in Heerlen. Kijk, er gingen vroeger nogal wat mensen met longklachten naar de bedrijfs arts die hen dan doorverwees naar het longinstituut van de mijnen en daar zei men vaak: ach, het zal wel astma zijn. Daar werden die mensen mee naar huis gestuurd. Terwijl ze in feite silicose hadden. En weet je wat het is: met astma kom je niet in de wao, met sili cose wel. Daarom probeert die dokter nu bij staatssecretaris Ter Veld van sociale zaken ge daan te krijgen dat die mensen met terugwerkende kracht in de wao komen. Bij ons in de straat woonde er één die er heel erg aan toe was, die is nu ook gestorven. Je zag hem nooit buiten. Er zijn er bij die constant aan een zuurstoffles Afgelopen Ik ben na mijn opleiding drie jaar ondergronds opzichter ge weest, tot 1965, toen ben ik er uit gestapt Ik zag aankomen dat het afgelopen was met de mijnen en ben conciërge ge worden op een hbo. Niet dat dat mij nou zo trok, maar ik dacht: als ik nou eerst maar eens in het onderwijs zit, dan komen er vanzelf wel meer mogelijkheden. En dat was ook zo, want ik ben later een audio-visuele dienst gaan run nen. Je las in die jaren overal in de kranten dat de mijnen niet meer rendabel waren, dat er geld bij moest. In Amerika hadden ze dagbouw; het was goedkoper Amerikaanse kolen te importeren dan eigen kolen te delven. Bovendien kwamen andere energiebronnen naar voren: kernenergie, aardgas. Dus ik was niet verbaasd toen Joop den Uyl zaliger op 17 de cember 1965 in de schouwburg in Heerlen kwam vertellen dat het definitief was afgelopen. Hij riep toen wel dat er ver vangende werkgelegenheid zou komen, maar dat kon hij niet waarmaken, zelfs Den Uyl kon geen ijzer met handen breken. Ja, Daf kwam in Born, dat leverde tweeduizend banen op. Het Centraal Bureau voor de Statistiek ging naar Heerlen, het ABP kwam, DSM breidde uit, maar ach, dat wa ren allemaal druppels op een gloeiende plaat. Nu wreekte zich de eenzijdige oriëntatie van Limburg op de mijnbouw, er was geen alternatieve werkgelegenheid aanwezig. Met het sluiten van de mijnen lag de hele regio plat. Maar ge leidelijk aan, dank zij het be leid van het rijk, de provincie en de gemeenten, is Limburg er weer bovenop gekomen. De industriebank Liof heeft veel bedrijven naar hier weten te halen, ook vanuit het bui tenland en de rijksoverheid le verde via de PNL-gelden ook een hele bijdrage. Al te vaak wordt daar door de mensen hier te licht over gedacht als ze roepen dat Limburg een vergeten gebied is. In feite hebben we veel aan de over heid te danken. Nu zijn we zo ver dat wc bewezen hebben op eigen benen te kunnen staan, we liggen nauwelijks meer achter bij de rest van het land. Ik geloof dat dat vooral te danken is aan de internationa lisering van de regio. We heb ben veel contact met Keulen, Aken en het Roergebied en ook met Wallonië. We kunnen een belangrijke rol spelen nu de Europese eenwording vor dert. Dat blijkt ook: allerlei be drijven en instellingen vesti gen zich in Limburg, Maas tricht is een universiteitsstad en een congrescentrum gewor den, Japanners vestigen zich hier. Onze ligging is onze red ding, die geeft ons ook een straatlengte voorsprong op provincies als Groningen en Friesland. Ik zie de toekomst van Limburg met vertrouwen tegemoet". STEVO AKKERMAN Cadeauhula icr Deze week werd in huize ^'J Rubbels per expresse een envelop bezorgd met prach - postzegels erop. Er zat een brief in en een biljet van tienduizend peseta's. De tel 'as in een Spaans-achtig Engels opgesteld. Hierondei i vertaling. .Zeer geachte sehor Rubbe „Wij. als bevolking van Andorra, maken ons zeer bezorgd over de situatie waarin de Nederlanders in decembermaand verkeren, bereiken ons televisiebeeld die ons de haren te berge d rijzen. Vanuit onze comfortabele stoelen zien lange rijen wachtende men in warenhuizen, hun tassei E leeg, die met gretige ogen allerlei mooie cadeaus kijk jj De commentatoren zeggen de rijen al in november zij ormd en dat ze pas na Kerstmis weer zullen slink Sgl Alle mensen zijn bleek en bel kijken treurig, bijna vermo j alsof ze hun laatste oortje hebben versnoept. De mee zijn dik aangekleed en kei 'e hun portemonnee l binnenstebuiten, op zoek n lad hun laatste duiten. Kinder lopen wanhopig heen en vi klampen hun vermoedelijk ouders aan. Soms zien we dat Nederlanders elkaar stompen of omver lopen oi het laatste cadeau te pakke ee* krijgen. Uit straatinterview me blijkt dat heel wat Hol lam hte zich grote zorgen maken o *a' de toekomst omdat er een gigantisch gebrek aan cadt ier dreigt. In ons welvarende landje worden wij vrijwel dageli met dergelijke beelden overspoeld. We beginnen behoorlijk zorgen te makei an( over het lot van u en uw 5 landgenoten. Iedereen, dus gei ook elke Andorrees, weet 95 Nederlanders altijd vooraaiitir de rij staan als er hulp moe h worden geboden aan de minder bedeelden op deze wereld. Hoe wreed is het waardoor u nu zelf wordt tal s lo$ Via-via hebben wij uw en adres gekregen, sehor Rubbels. Wij hebben beslolil u te schrijven, zodat u onzt^j. boodschap door heel uw prachtige, doch zwaar getroffen land kunt verspreiden. Wij hebben besloten u te helpen! Daai J1 hebben wij het 'Comité Inzameling Cadeauhulp aa Nederland' gevormd. Tot n voorzitter is benoemd seho Gerardo del Brakso. onze voormalige minister van agricultura en visserij. Jaw vissen doen wij ook! Alleei aa deze sector zo onoverzichte dat onze geachte minister geheel vrijwillig heeft moe terugtrekken. Daardoor he hij nu alle tijd zich met de inzameling bezig te houdei Sehor Del Brakso ziet zich als het symbool van deze a die vele miljoenen, zo niet miljarden peseta's gaat opleveren. Het inzamelingscomité, w tal van Andorrese zakenlit zitten, heeft een speciale bankrekening geopend waa onze bevolking een bijdrag kan storten. Maar nog lievi heeft het comité dat er cadeaupakketten worden gestuurd. De inhoud daarvi wilden wij als volgt samenstellen: 2 computerspelletjes, 2 flessei wijn (rood en wit), 1 spel Triviant, 1 robotpop, 2 onderdelen voor een mountain-bike, 1 flesje Ch; 19 eau de toilette. 1 witgout armband, 2 Swatch-horloge (dames- en herenmodel) en een diperbon van 200 guldt Daarnaast biedt de omroep van Andorrese arbeiders VARO), onder de inspirerende leiding van president Marcello del Dammo, een avondvullend programma waarin tal van beroemde Andorrese arties zullen optreden. De bedoeli is dat de kijkers in héél Andorra een bedrag op de nationale bankrekening storten. Onze beroemdste 1 sehorita, Sonia Barendo, do pogingen haar talkshow uw Binnenhof te verzorgen De contacten zijn al gelegd Bovendien zal onze ministi van developmento, Giovan Pronko, namens de regerin van Andorra duizend pesel leggen bij elke vijfduizend de bevolking bijeen brengt Feliz Navidad y prospéro nuevo. Hartelijke groeten, Ernesto Vaneeghen" ?f aa I o<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 4