„Ik werd gek van het moeten presteren" ncilë „ASC is een team met veel veerkracht" „Aanvallend concept wordt niet veranderd" DE OMZWERVINGEN VAN WIELRENNER ARJAN JAGT R ZATERDAG 8 DECEMBER 1990 PAGINA 29 LEIDEN - Een jaar geleden zorgde neo-professional Arjan Jagt voor heel wat opschudding in de Neder landse wielerwereld. Niet zozeer vanwege zijn prestaties bij de, nu Buckler en toen nog Superconfex- formatie van Jan Raas. In dat op zicht had de voormalige nummer drie bij de WK voor amateurs in Colorado-Springs de hooggespan nen verwachtingen immers (nog) niet ingelost. Het was juist de abrupte beslissing van de toen 23-jarige Woubruggenaar om pardoes met de professionele wielersport te stoppen en een vliegeniersopleiding in de Verenigde Staten te volgen die stof deed opwaaien. „Zonde van zo'n talent om er nu al gelijk de brui aan te geven, hij had wat langer geduld moeten be trachten", was een veelgehoorde reaktie onder teleurgestelde wielerliefhebbers. Maar ook sceptische geluiden als „die Jagt heeft niet eens zijn havo, hoe wil die nou zo'n zware opleiding volgen", vielen volop te beluisteren. De persoon in kwestie liet er ondertus sen geen gras over groeien. Ondanks het feit dat zijn auto op de valreep door pseudo-kopers werd gestolen en daarmee een flink stuk financiële rugdekking was verdwenen, had Jagt binnen een week zijn resterende boeltje (zijnde welgeteld een koffer met kleren en een racefiets) bijeengepakt en het vliegtuig richting States genomen. Tijd om de pers te woord te staan had hij amper, de wieler wereld bleef met raadselen en vraagte kens omtrent Jagts' exacte plannen en drijfveren achter. Houthakker Nu, precies een jaar later, kan Jagt hoog in de bergen van het Californische ach terland worden getraceerd. Een vliegbre vet op zak, 'just married' met studente Barbara en voornemens de wintertijd met een baantje als houthakker en ver zorger van 'ski-resorts' door te brengen. Weer een talent verloren, lijkt met deze achtergrondinformatie bij voorbaat de conclusie, maar Jagt heeft de zoveelste verrassing in petto. Volgend seizoen zal hij weer als professional fietsen, zij het ditmaal louter op Amerikaanse wegen. Dit alles laat zich niet verklaren, zonder een toelichting op Jagts' voorafgaande motieven om te stoppen en een beschou wing wat hij tussentijds zoal niet heeft meegemaakt. Een ontspannen Jagt: „Ik werd gek van het moeten, moeten en nog eens moeten op de fiets. Als ama teur kon ik er nög lol in hebben. Je fiets te wedstrijden over de hele wereld, keek tussendoor een beetje rond en hoefde je eenmaal terug in Nederland niet zo druk te maken over het trainen. Bij de profs ging dat er echter heel anders aan toe. Mijn debuut was nog prima met al snel een overwinning in de grote prijs Gip- pingen. Daarna rolde ik echter van de ene tegenslag naar de andere. Vallen, materiaalpech, ziek, weer vallen, niets bleef mij bespaard. Met als gevolg dat ik het volgende seizoen, toen het echt me nens zou worden, met een enorme trai ningsachterstand moest beginnen. En dat terwijl ik van trainen, je had het al begrepen, nou juist niet zo gediend was. Een of twee uurtjes losrijden, of er voor de afwisseling eens drie uur vol tegenaan gaan, dat lukte nog wel. Maar dat einde loze kilometers maken, dat vond ik echt onzin. Ik ging mij dan prompt afvragen waar ik allemaal mee bezig was. Zonde van de tijd". België Het relaas is daarmee nog niet voltooid: „En dan de wedstrijden die je moest rij den. Ik kan mij nog goed mijn eerste koers in Belgié herinneren. Het was vlak voor de Tour de France. Renners als Vandcraerden, De Wilde, Criquielion en enkele anderen vonden dat er nog maar eens goed getraind moest worden en re den van de start af weg. Wij dus met de ploeg de achtervolging inzetten. Een uur lang hebben we kop over kop gereden om de zaak terug te halen, maar we kwa men geen steek dichterbij. Hielden we even onze benen stil en hup, ging er nog een zooitje vandoor. Daarop zijn we maar weer gaan rijden, Op een gegeven moment kijk ik om, waar de anderen blijven om mij af te lossen, blijk ik nog de enige achtervolger in koers te zijn. De rest was allang afgestapt. Toen wist ik gelijk dat die Belgische koersen niks voor mij waren, daar wordt als een kip zonder kop gereden of door degenen die niet zo nodig hoeven pardoes afgestapt. Met als effekt dat je de volgende dag bij moet trainen". Een demoraliserend proces dat het vol gende seizoen verder bij Jagt doorknaag de: „Ik begon mij meer en meer tè reali seren, dat ik fietsen eigenlijk nooit echt leuk had gevonden. Ik deed het alleen maar vanwege de competitie en omwille van het feit dat het gelijk allemaal van een leien dakje liep. Mijn omgeving heeft mij vervolgens vanwege die succes sen een bestaan als renner aangepraat. Vorig jaar vond ik de tijd gekomen om eens te kiezen voor iets wat ik zelf leuk vind. Dat is dus altijd vliegen geweest. Ik vond het schitterend als ik bij een van mijn vele vluchten een kijkje in de cockpit mocht nemen". Van het een kwam zo het ander: „Ter wijl al mijn collega's zich nog het ape zuur fietsten, ben ik een kijkje bij de luchtmacht gaan nemen, om te onder zoeken wat de kansen waren om F-16 piloot te worden. Ofschoon ik eigenlijk al iets te oud was en mijn havo-examen nog moest halen ('ik stortte mij gelijk op een avondstudie') wilde men mij toch een kans geven. De selectie-eisen zijn loodzwaar, maar toch ging ik als een speer door de tests. Ik was als enige van mijn klas overgebleven, totdat ik op de laatste test alsnog strandde. Daarmee was dit avontuur prompt over, want een herkansing zat er ook voor mij niet in". Jagt bleek echter nog meer pijlen op zijn boog te hebben: „Ik besloot dan maar een Nederlandse opleiding tot burgerpi loot te gaan volgen en daartoe allereerst mijn examens te halen. Ondertussen zou ik dan bedanken voor een nieuw seizoen als wielrenner. Totdat ik erachter kwam dat dit veel goedkoper en eenvoudiger in Amerika kon. De beslissing was toen snel genomen. Ik meldde mij af bij Jan Raas en, ondanks het feit dat mijn auto werd gepikt, was ik in een week vertrok ken". En waarom dan toch de racefiets meege nomen? „Omdat ik wist datje in Ameri ka met het rijden van criteriums een leu ke cent kunt verdienen en hier ook di verse (semi-)profploegen zijn. Mijn be doeling was om her en der wedstrijden te rijden en tussentijds vlieguren te ma ken. Dat kan hier immers op elke wille keurige plaats waar een luchthaven is". Wielrenner Arjan Jagt heeft het vlakke polderland van Woubrugge verruild voor de bergen van Californië. FOTO: KEES VAN DEN BURG Na diverse omzwervingen belandde Jagt uiteindelijk bij Michel Zanoli in Boul der. Een broeinest van het Amerikaanse wielrennen aan de voet van de Rocky Mountains. Zanoli, oud wereldkam pioen bij de junioren, had bij gebrek aan directe interesse van Nederlandse ploe gen zijn heil als renner in de States ge zocht. Na successen in de Trump-tour weet de voormalige Coors-renner zich nu verzekerd van een goed contract bij de nieuwe Belgische Tulip-formatie en is inmiddels in ons land teruggekeerd. Jagt: „Ik kon niet bij de Coors-ploeg van Zanoli terecht, die mij bovendien een veel te serieus programma reed, maar kon wel aan de bak bij een kleinere ploeg. Dat werd een avontuur waar ik al snel spijt van kreeg. De ploeg had name lijk wel degelijk ambitie voor het grotere werk. Het ene trainingskamp volgde op het andere en van vliegen kwam niet al te veel terecht. Toen men mij ook nog eens de Trump-tour als kopman wilde laten rijden (na het winnen van enkele koersen had de ploegleiding nogal wat vertrouwen in mij gekregen) zag ik maar een uitweg: helemaal stoppen en mij op de vliegopleiding storten". Jagt trok zich als een kluizenaar terug (al zag hij nog wel kans zijn huidige vrouw te ontmoeten.), waarbij zelfs buurman Zanoli nog amper contact met hem had. Resultaat was er echter well In septem ber had Jagt het felbegeerde brevet op zak en kon hij sollicitaties richting com merciële maatschappijen plaatsen. Di verse banen lagen reeds in het verschiet, totdat Arjan nog eens pardoes 180 gra den van koers veranderde: „Mijn oude sponsor belde mij op met de vraag of ik niet nog de sluitingswedstrijd in Los An geles wilde rijden. Omdat ik mij vanwe ge het plotselinge stoppen nog tot wat verplicht voelde, wilde ik geen nee zeg gen. De koers liep ondanks het gebrek aan training dermate goed, dat ik er zo waar weer lol in had. Mijn sponsor ook. Hij bood mij aan om volgend jaar weer voor hem te komen koersen en tegelij kertijd de mannen van de ploeg van wedstrijd naar wedstrijd te vliegen. Druk zou er niet meer op mij worden gelegd. Dat was mijn kans om wat voor mijzelf te beginnen. Ik kocht een vliegtuigje en zei ja, op deze manier zie ik het wel weer zitten. Betaald verdere vlieguren maken en tussendoor criteriums rijden. Ik blijf hier een paar maanden werken en ga dan weer in training". Arjan Jagt is iemand die duidelijk geen gras over zijn beslissingen laat groeien. Of wij hem ook nog eens als de Leo Vis ser van de wielersport in het Nederland se peloton terug zullen zien lijkt daarom niet uitgesloten. Tenslotte is Amerika ook maar een kwestie van een aantal uurtjes vliegen. John Manuputty: „ASC is een beetje elitair, maar waarschijnlijk ben ik dat ook wel". FOTO: HENK SNATERSE - Lijstaanvoerder in de afdeling zondag is momenteel ASC uit Oegstgeest. Eind vorig seizoen stap te trainer Bert Kort over naar 'con current' Teylingen, dus moest er een nieuwe man gevonden worden. John Manuputty nam het roer over en maakte hiermee zijn de buut als trainer in de afdeling. Manuputty, als speler actief geweest bij Noordwijk, UDO, Oegstgeest, Rijns- burgse Boys en Blauw-Wit, begon zijn trainersloopbaan bij de jeugd van Noordwijk. Hij wilde er eigenlijk een jaartje mee stoppen om eens rond te kij ken op de voetbalvelden, maar werd be naderd door ASC, waar het hem tot dus ver prima bevalt. „Er zijn echter wel wat haken en ogen. Er is tenslotte maar een veld en de trainingsaccommodatie laat te wensen over. Maar het is wel een apart clubje. De mensen komen hier met argumenten. Ik noem maar iets: je bent geen goede trainer en wel hierom. Je hoort ook geen gevloek en gescheld langs de lijn. Sommigen vinden ASC dan wel een elitaire club en misschien is het dat ook wel een beetje, maar waarschijnlijk ben ik dat zelf ook wel. Ik voel me hier redelijk thuis." „Het spelpeil in de afdeling valt me alles mee. In de top drie ziet het voetbal er redelijk verzorgd uit. Er wordt wel veel krachtvoetbal gespeeld en de technische kwaliteiten ontbreken nog wel eens, maar dat is begrijpelijk. De afdeling heeft zo zijn beperkingen. Bij de meeste clubs ontbreekt een goede jeugdoplei ding en op de trainingen is een selectie vaak niet compleet. Op techniek valt ook niet te trainen, op fysiek wel en met alleen inzet kom je ook een eind." Negatief Manuputty heeft wel grote moeite met het negatieve voetbal in de afdeling, waarin niet gedegradeerd kan worden. „De clubs hebben niets te verliezen, maar alles te winnen. Toch wordt er weinig aanvallend en met open vizier ge streden. Dat is jammer, want voetbal is zo'n leuk spelletje en met negatief spelen wordt het toch een beetje kapot ge maakt. Resultaat is bij de meeste spelers en trainers heilig, maar spektakel is toch minstens zo belangrijk. Er moet wat ge beuren in het veld. Ook blunders moeten gemaakt mogen worden, dat houdt de boel levendig." Hoewel ASC lijstaanvoerder is, is Manu putty toch voorzichtig over wie er aan het eind van de race met de eer gaat strijken. „Het streven was om met de bovenste drie mee te draaien. Gezien de verhoudingen in de afdeling maakt ASC een redelijke kans op het kampioen schap.". VTL wordt als belangrijkste concurrent beschouwd. „Zij spelen het Betere voetbal, maar vlak clubs als MMO, Stompwijkse Boys en Teylingen ook niet uit. Het zal in ieder geval nog lang spannend blijven." Dat de spanning in de competitie nog lang zal duren is mede te danken aan het systeem van pe- riodetitels. „Het levert leuk voetbal op, je moet iedere wedstrijd weer strijd leve ren. Er is alleen geen touw aan vast te knopen. Gelukkig houdt iemand binnen de vereniging het allemaal voor me bij." De kracht van ASC zit 'm volgens Ma nuputty in de teamgeest. „Ze zijn bereid voor elkaar door het vuur te gaan, al is de concurrentie binnen de ploeg groot. We hebben dit seizoen een behoorlijk brede selectie, zodat een vervanger geen verzwakking voor de ploeg betekent. Het wordt ook redelijk goed geaccepteerd als iemand eens op de bank komt t<? zitten. De sfeer binnen de groep is uitstekend. Het is gezellig en er wordt gelachen." Minder blij is hij met de inzinkingen die de ploeg vaak tijdens de wedstrijd krijgt. „De ploeg verliest dan even de greep op de wedstrijd en als de tegenpartij daar gebruik van maakt, moeten we weer te gen een achterstand opboksen. Maar het team heeft een grote veerkracht. Als het even tegenzit, worden de mouwen opge stroopt. Als het dan voetballend niet lukt, dan wordt er voor gevochten." ALECTO-COACH ROBBERT KRUIDENIER: Gemak Terwijl in Amsterdam tijdens de wed strijd Ajax - FC Den Haag de politie nauwelijks tijd had om het boeiende treffen in De Meer te bekijken stond deze Leidse agent op zijn gemak de wed strijd Roodenburg -• Rijswijk te beschou wen. Zo kan het dus ook. Record Een trots record is het afgelopen week einde gesneuveld. Het zondagteam van FC Lisse vond in Roelofarendsveen zijn Waterloo. In de elfde wedstrijd liep FC Lisse tegen zijn eerste nederlaag op. DOSR fungeerde als reuzendoder. „Jam mer, maar helaas. De druk is van de ke tel. We gaan nu het seizoen rustig uit spelen.", redeneerde men in Lisse na af loop. Een standpunt dat getuigt van zelf vertrouwen. Voor de spanning in de vierde klasse is het te hopen dat Fore- holte morgen de Lissenaren een toontje lager kan laten zingen. LEIDERDORP/LEIDEN - Het toch al als de hoogstspelende ploeg in de Leidse regio bekend staande eerste damesteam is drie punten los van de concurrentie. De overgangs klasse ligt in het verschiet. In de aanstaande zaterdag van start gaan de zaalhockeycompetitie wordt al op het hoogste niveau, de hoofd klasse uitgekomen. Het lijkt alles zins goed te gaan met hockeyclub Alecto en damescoach Robbert Kruidenier. Een aanvallend speelconcept ligt aan de huidige successen van het Leiderdorpse hockeyteam ten grondslag. „Ik heb wel de arrogantie om dat niet te verande ren", stelt de 33-jarige Robbert Kruide nier duidelijk. „De doelstelling van dit seizoen was het kampioenschap en de daaraan gekoppelde promotie naar de- overgangsklasse. We staan nu drie pun ten voor op HIC uit Amstelveen en Rood Wit uit Aerdenhout, maar 100 procent vertrouwen op het behalen van de titel heb ik nog niet. We kunnen onze speelwijze lang niet altijd uitvoeren en dan is het team ook nog geen echte een heid. Daarbij spelen we vanaf de aanvang van het tweede gedeelte van de competitie in maart nog maar drie maal met thuisvoordeel. In de vier uitwed strijden missen we juist de steun van het vele publiek, dat onze wedstrijden be zoekt. Maar we kunnen met dit concept op de langere termijn, en dat is ook mijn doel, de hoofdklasse halen". Verjonging Om het gestelde doel te bereiken voerde de Alecto-coach, die zichzelf „niet echt de gemakkelijkste" noemt, een verjon ging in het eerste team door en vulde aan met routine van buitenaf. Robbert Kruidenier: „Ik ben honderd procent prestatie gericht, al wil dat niet zeggen dat ik dan ook altijd voor de beste op stelling zal kiezen. De selectie omvat thans dertien speelsters, en die moeten ook allemaal spelen. Ik wissel dan ook vaak. Aan het begin van het seizoen heb we zuivere amateurs. De sponsoring van Steef Noorlander wordt vooral voor de betere opvang binnen de vereniging ge bruikt. Zelfs de speelsters van het eerste team betalen nog voor het materiaalpak ket, dat de club ze aanbiedt". Zaalhockey Binnen een grote vereniging als Alecto met ruim 900 leden wordt veel georgani seerd. De Leiderdorpse club is breed vertegenwoordigd in de zaalhockeycom petitie. die het gat in de veldcompetitie, dat ontstaat door de winterstop, moet opvullen. ZOwel het heren- (onder lei ding van Rien Grippeling) als het da mesteam komt hierin in de hoofdklasse uit. Coach Kruidenier is niet gelukkig met het feit, dat deze reeks van wedstrij den toch een wat kwijnend bestaan leidt. „De bond zelf doet er nauwelijks wat aan om de bloei, die het zaalhockey ooit had, weer te laten terugkeren. We nemen deze competitie wel serieus. Tien speel sters uit het eerste team spelen op deze manier in de winter door. Een club als HDM heeft zelfs een eigen hal, belangrij ker kun je het blijkbaar niet vinden". Robbert Kruidenier, die zich door team manager Frans van der Touw trouw ge steund weet, draagt de coaching van het zaalhockeyteam over aan Marijke Biom. Door grote drukte op het dagelijks werk mist de Leiderdorper vijf speeldagen. „Ik acht het beter als een coach er wel de hele competitie bij is en halverwege instappen vind ik al helemaal geen ver standig beleid. Marijke doet dus de zaal. In maart neem dan ik de veldcompetitie weer over". Dertien speelsters in de se lectie is wellicht te smal en zal zeker een aantal zijn, dat aan ongelukken wordt gerelateerd. Tot nu toe draait Kruide nier, die zegt, zelf van Wouter van der Meulen, de vroegere internationaal zaal hockeyspeler en tegenwoordige hoofd- klassecoach veruit het meest opgestoken te hebben, met éen winnende formatie. Goed meekomen in de zaal en toeslaan op het veld, zodat over een paar jaar ook hier het hoogste platform is bereikt, lijkt het devies voor de komende perio de te worden. PETER KLEIN Onder redactie van Kees van Kesteren ik gesteld, dat de ouderen duidelijk beter moesten zijn dan de jonge speelsters, die ik op het oog had. Vier jaar geleden kwam ik terug als jeugdtrainer bij Alec to. Ik kreeg de BI-meisjes onder mijn hoede, waarin een aantal meespeelden, die in potentie naar het eerste team kon den doorstromen". Marit en Henrike Engel, Annelies Heynis en Tessa van Dijk zijn de jeugdige, nieuwe namen in het eerste team van Alecto, dat zo fier op kop gaat in de eerste klasse. Een Alecto overigens, dat door de huidige trainer van Noordwijk, Ruud Hartman Kok al tot het huidige niveau was ge bracht. Van Klein Zwitserland meldde zich Lili an Mentink aan in Leiderdorp. „Ze is de routinier van het team en bovendien nog onze topscoorster. Maar Marit Engel volgt daar qua doelpunten direct op". Met Lilian Mentink trok Alecto voor het eerste in haar bestaan een speelster van buitenaf aan. „De club heeft daar geen problemen mee", zegt de coach, die de 3 M's niet alleen bij zijn werk in de medi sche industrie, maar ook in de sport (Mentale, Medische en Maatschappelijke begeleiding) hoog in het vaandel heeft staan. „We voeren een heel goed jeugd beleid, waar we onze teams prima mee kunnen vullen. Onze jeugd speelt in alle leeftijden op het hoogste niveau. Maar je moet natuurlijk wel op zoek naar de juiste mix en dan is aanvulling van bui tenaf wel eens noodzakelijk. Daarbij zijn Robbert Kruidenier noemt zich niet echt de gemakkelijkste, maar toont zich wel de succesvolle dameshockey- coach van Alecto. FOTO: HENK SNATERS E

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 29