„Te ambitieus kan nooit in dit werk"
'finale
PRONK
VERDEDIGT
BELEIDSNOTA
'EEN WERELD
VAN VERSCHIL'
John Lennon
leeft voort op
koffiemokken
Ceidóc Gou^cmt'
ZATERDAG 8 DECEMBER 1990 PAGINA
De Sovjetunie helpen? „Natuurlijk,
maar nooit ten koste van de ontwik
kelingslanden". Moeten de continen
ten onderhand niet eens voor zichzelf
zorgen? „Op zich geen gek idee want
dan komt het rijke Japan misschien
ook eens meer over de brug, maar
wat doen we dan met Afrika?". Na
dertien jaar is Jan Pronk terug op
Ontwikkelingssamenwerking. Nog al
tijd even betrokken, maar toch een
tikkeltje soberder. Maandag verdedigt
hij zijn beleidsnota 'Een wereld van
verschil' in de Tweede Kamer. Komt
het ooit nog goed met de wereld?
DEN HAAG - Tegen achten 's a-
vonds werkt Jan Pronk nog even
snel zijn avondeten van die dag
weg. Dat is nog vroeg. Geregeld
moet hij zich in avondlijke verga
deringen met een broodje in de
hand verontschuldigen omdat hij
nog niet heeft kunnen lunchen. „Ik
houd nu eenmaal van hard wer
ken".
Dertien jaar lang zat Pronk niet op Ont
wikkelingssamenwerking. maar nu hij
weer terug is zal iedereen het weten. Zijn
ambtenaren, door Pronk steevast 'het
apparaat' genoemd, worden weer gere
geld laat op het ministerie aangetroffen.
,,Op dit departement heeft de monoto
nie niet toegeslagen. Hier werken men
sen die niet alleen bij de overheid willen
werken, maar daar ook iets willen berei
ken".
De buitenwereld heeft inmiddels kennis
kunnen nemen van Pronks beleidsnota
'Een wereld van verschil' waarin hij in
385 pagina's een totaalbeeld schetst voor
de jaren negentig. „Dit is het, meer is er
van mij niet te verwachten", zei hij bij
de presentatie. Veel te ambitieus, oor
deelde de Kamer, maar hij beschouwt
dat als een compliment. „In dit werk
kun je nooit te ambitieus zijn". Neder
land moet weer de toon zetten, de aan
dacht voor de ontwikkelingslanden mag
niet verslappen. Er is zes miljard gulden
per jaar beschikbaar voor programma's
in 54 landen. Pronk krijgt er bovendien
zeventig ambtenaren bij.
Streng hervormd
Op 16 maart 1940 wordt Johannes Pie-
tcr Pronk geboren in Scheveningen. Het
gezin is streng hervormd. Zijn moeder,
die in Indie is opgegroeid, stapt later
over naar de Pinkstergemeente. Zijn va
der is onderwijzer en geeft hem de laat
ste drie jaar van de lagere school zelf les.
Op zondag gaat het gezin twee keer naar
de kerk, maar niet met de tram.
Hij praat niet graag over zichzelf, over
wat hem heeft gevormd, over wat hem
drijft. „Je mag me, denk ik, wel als cal
vinist beschouwen. Maar niet in de zin
van schuld en boete. Meer activistisch:
'De werken alhier, opdat op aarde het
koninkrijk Gods zichtbaar wordt'. Ik
ben opgegroeid met het idee dat veel er
niet toe doet, dus dat je nog veel meer
moet doen. Tijd is belangrijker dan geld.
Je moet investeren in tijd, energie, aan
dacht, moraal. Je eigen moraal. Je zou
me wel redelijk cultuurpessimistisch mo
gen noemen. Maar tegelijk zie ik moge
lijkheden. Zeker nu, door het wegvallen
van de oost-west-tegenstellingen, vind ik
dal er perspectieven zijn voor de ont
wikkelingslanden. In de Kamer is mijn
visie zelfs al' te optimistisch genoemd.
Feit is dat we in de fase van een proces
zitten waarin enig optimisme op zijn
plaats is. Of laat ik zeggen: ik ben iets
minder pessimistisch. De samenleving
leek versteend en daarin is verandering
gekomen".
Betrokkenheid
Tegen Sonja Barend zei hij eens dat als
je de ellende in sommige landen hebt ge
zien, als je mensen voor je ogen van de
honger hebt zien sterven, dat je dan
niets anders meer wilt dan met ontwik
kelingssamenwerking bezig zijn. „Dat is
ook zo. Ik zou me niet meer louter wil
len bezighouden met nationale proble
men of met vraagstukken binnen wel
vaartsstaten. Dat betekent niet dat ik al
tijd minister zou willen zijn. Ik kan met
die betrokkenheid ook heel goed uit de
voeten bij de Verenigde Naties, als
woordvoerder in de fractie, als docent
aan de universiteit of in het veld".
„Tegelijkertijd ben ik natuurlijk ook
zeer geïnteresseerd in andere dingen. De
Nederlandse politieke verhoudingen, de
positie van de Partij van de Arbeid, de
toekomst van de verzorgingsstaat in de
westelijke samenleving; al dat soort vra
gen. Maar mijn kennis van zaken ligt in
eerste instantie op het terrein van de
ontwikkelingssamenwerking, want ik
ben er al sinds mijn studententijd mee
bezig".
Hij werd toen, in de jaren vijftig en zes
tig, sterk beïnvloed door prof. Jan Tin
bergen. bij wie hij economie studeerde.
Op zijn zeventiende had hij het gymna-
sium-b afgemaakt, was actief geweest
voor de jongerenvereniging van de CHU
en organiseerde af en toe Rijnreisjes
voor gehandicapten. Het was de tijd van
de Koude Oorlog, de opstand in Honga
rije, hel einde van de dekolonisatie van
Indonesië en Nieuw Guinea, de Cuba-
crisis. „Ik zat er middenin en mijn doen
en laten wérd er zeer door bepaald. Als
student economie probeerde ik met
name ook de economische dimensie van
die ontwikkelingen te begrijpen. Tinber
gen was daarbij een heel belangrijke do
cent, hij was inspirerend, ook door zijn
persoonlijke uitstraling. Hij bracht de
dingen zo dat ze je grepen, vooral ook
omdat hij er mee leefde en er naar leef
de. Hij combineerde zijn inzicht met
zijn moraliteit, dat sprak me enorm
aan".
In het kabinet Den Uyl ('73-'77) handel
de Pronk sterk naar de ideeèn van Tin
bergen. Ontwikkelingshulp was volgens
hem voor een belangrijk deel ook poli
tiek en dat resulteerde erin dat hij onder
meer veel geld gaf aan Cuba oftewel Fi
del Castro. Een keuze die toen al sterk
werd bekritiseerd.
Pronk nu: „In de jaren zeventig ging het
vooral om het steunen van politieke sy
stemen die je aanspraken. Maar daarbij
vergaten we een aantal elementen, zoals
democratisering. Het ging toen alleen
maar over instituties en macht, maar
niet over beleid. Ik heb me daar overi
gens volledig achter geschaard, maar het
is niet meer van deze tijd. Ik ben minder
ambitieus geworden waar het instituties
en macht betreft, maar ambitieuzer wat
de inhoud van het beleid betreft. Ik ga
veel meer uit van de gezamenlijke, we
derzijdse afhankelijkeheid, betrokken
heid en kwetsbaarheid tussen landen. Ik
wil meer aansluiten bij activiteiten van
mensen aan de basis. De gelden moeten
veel meer buiten regeringen om worden
verleend".
In 'Een wereld van verschil' stelt u dat
de Derde Wereld niet meer bestaat. De
wereld is steeds meer één wereld gewor
den. Je hoeft alleen maar naar de Sahel
te kijken om te zien dat één wereld een
utopische gedachte is.
„Ik heb het over het verdwijnen van de
ideologische tegenstellingen tussen Oost
en West. Waardoor ook een ideologische
tegenstelling tussen Noord en Zuid is
verdwenen. Want er was veel ideologie:
dit is het juiste politieke systeem, en
daarover werd strijd geleverd. Dat is
vooralsnog voorbij. Er komt ongetwij
feld een nieuwe ideologische tegenstel
ling. Misschien fundamentalisme tegen
over liberaliteit in de ruimste zin van
het woord. En met fundamentalisme be
doel ik niet alleen het religieuze funda
mentalisme. maar in alle opzichten het
prediken van je eigen gelijk. Thatcheris-
mc neigt voor mij daarom al naar fun
damentalisme en de ontwikkelingen in
China kunnen ook die kant op gaan".
„Vooralsnog praten we echter niet over
tegenstellingen op wereldniveau. Er is
momenteel een groeiende consensus
over de meest wenselijke politieke en
economische staatsvorm. Daardoor
hoeft Zuid niet meer te proberen kramp
achtig een eigen weg te kiezen en een
Derde Wereld te zijn. Men hoeft niet
meer te kiezen tussen Oost en West en
ook niet bang te zijn dat Oost of West
militair interveniëren omdat hulp aan
een bepaald land het machtsevenwicht
tussen beiden kan verstoren. Dat is
voorbij en dat mag je consensus noe
men. Je moet het zien als een teken in
de tijd. De jaren negentig zijn anders
dan de jaren zeventig. De tijdgeest was
toen het streven naar recht in strijd. Zij
hadden gelijk, vonden wij, vond ik. (En
dus kregen zij geld). Nu is er meer het
besef ontstaan dat we elkaar nodig heb
ben".
Wordt daardoor het maken van keuzes
moelijker?
„Beslist. Vroeger ging het om landen, nu
is het veel meer een gezamenlijke aan
pak. We proberen een Afrika-beleid te
voeren om versnippering tegen te gaan.
Mijn voorganger Bukman is begonnen
met het ondersteunen van jonge demo-
cratieén. Ik vind die termen niet juist,
want ik vind ze niet jong eh ik twijfel
aan het democratisch gehalte van een
aantal landen. Maar ik ben het wel met
hem eens dat als je in centraal-Amerika
iels doet, je dan niet alleen iets moet
doen voor Nicaragua. Het is een cen-
traal-Amerikaans probleem, dus moet je
iets doen voor centraal-Amerika, niet
voor maar één land. De kritiek van de
Kamer dat mijn beleid verdere versnip
pering in de hand werkt, kan ik daarom
eenvoudig weerleggen. Het is niet ver
snipperend, maar grensoverschrijdend".
Door die opstelling help je ook een aan
tal landen waarvan je je moet afvragen
of je dat wel moet doen. Bijvoorbeeld
omdat de mensenrechten er met voeten
worden getreden of omdat er veel geld
aan defensie wordt uitgegeven dat beter
aan bijvoorbeeld voedselhulp kan wor
den besteed.
„Dat kun je je zeker afvragen. Maar
daarom beschouwen we de regering van
een land ook niet meer als het enige ka
naal. We gaan meer uit van particuliere
organisaties en internationale kanalen.
Dus in het soort landen waar u op doelt
werken we veel meer samen met inter
nationale organisaties of plaatselijke
groeperingen om het beleid te verbete
ren. Zo omzeil je regeringen die bijvoor
beeld repressief zijn. We hebben landen
in ons programma waar we geen relatie
meer hebben met de regeringen. El Sal
vador bijvoorbeeld. We praten wel met
de regering om het beleid te veranderen
ter bestrijding van de honger, maar de
steun gaat naar anderen".
„In bijna alle landen van de 54 die nu
op onze lijst staan, waren we al bezig. Er
zijn enkele afgevallen en bijgekomen,
dus er is sprake van een marginale ver
andering in het beleid. Als landen zijn
afgevallen is dat gebeurd omdat ze zich
goed hebben ontwikkeld zoals Tunesiè
cn Nigeria óf omdat we de ervaring had
den in de afgelopen jaren dat we daar
eenvoudig niet goed konden werken, zo
als Madagaskar en Burundi".
„Om voor steun in aanmerkingen te ko
men moet je zelf een goed beleid voeren
en dus veel doen aan het bestrijden van
de armoede, aan het scheppen van werk
gelegenheid en minder uitgeven aan bij
voorbeeld defensie. Dat hebben we altijd
wel gevonden, maar vanuit het Westen
kon je dat in de jaren tachtig niet zo
goed zeggen omdat we er zelf ook veel
geld aan uitgaven. Maar nu gaan die be
dragen omlaag en kun je het wel eisen,
dus doen we dat ook. Evenals de positie
van militairen in de samenleving, die
mogen geen overheersende invloed heb
ben".
Dat brengt ons op de Sovjetunie. Dat
land heeft veel geld uitgegeven aan de
fensie. maar heeft nu veel geld nodig om
te overleven. Het is niet uitgesloten dat
straks bij het opmaken van de tussenba
lans door het kabinet wordt gesteld dat
Pronk een groter bedrag voor de hulp
aan Oost-Europa moet uittrekken.
Gedecideerd: „Vooral hulp geven, zou ik
zeggen. Maar niet ten koste van de ont
wikkelingslanden. Als je, ook in je eigen
belang, een probleem wilt helpen oplos
sen moet je dat wel zelf betalen. Er mag
best een deel van het ontwikkelingsgeld
naar de Sovjetunie om armoede te be
strijden, maar de hulp aan Oost-Europa
mag in haar totaliteit niet worden be
taald uit ontwikkelingsgelden".
Het Westen Fixeert momenteel alle aan
dacht op de Sovjetunie, omdat we ge
baat zijn bij een politiek en economisch
stabiel Oost-Europa. Is er iets voor te
zeggen dat de werelddelen meer voor
zichzelf moeten zorgen. West-Europa
voor Oost-Europa, Japan voor Azië
En wie voor Afrika? Kijk. als je
echt met z'n allen afspraken maakt zo
dat niemand tussen wal en schip valt, is
er wel iets voor te zeggen. Dan moet je
zeker zijn dat het gebeurt, dat de VS en
Canada ook Latijns-Amerika voor hun
rekening nemen en Japan Aziè. Maar de
zekerheid dat ze dat doen is niet groot".
„Ik heb liever dat ontwikkelingslanden
relaties hebben met veel meer dan alleen
maar een regionale macht. Want anders
krijg je weer een vorm van onderschik
king omdat men alleen maar iets krijgt
van die ene macht en men niet naar een
andere toe kan. Dus dat worden oneven
wichtige verhoudingen in de wereld. Het
is voor de politieke stabiliteit in de we
reld heel goed dat Latijns-Amerika ook
relaties heeft met Europa. Al die kruis-
relaties zijn goed. We zijn in toenemen
de mate afhankelijk van elkaar gewor
den".
„En wat te denken van de handel. Hulp
en handel volgen elkaar. Je krijgt dan
ook de kans op gesloten regionale han
delsblokken. Dat bevordert de interna
tionale economische ontwikkelingen
niet. Iedereen erkent toch juist de nood
zaak van open economieën? Als u zou
bedoelen dat Japan meer moet betalen
voor bijvoorbeeld Aziè, ja dan wijs ik
het idee op zich niet af. Doe meer voor
landen in uw eigen regio Maar het is
een factor in het totaal. Niet dé oplos
sing".
Armoede
Centraal in Pronks beleid staat het be
strijden van de armoede. In zijn eigen
beeld: in het dorp dat de wereld is ge
worden, bestaan Tiog steeds achterbuur
ten waar steeds minder mensen zich iets
van aantrekken omdat die mensen zélf
almaar rijker zijn geworden. Vraag: hoe
leid je de geldstromen in zulke banen
dat ook de zwakkeren in het dorp ervan
profiteren en niet (weer) de notabelen?
Jan Pronk: „Op dit departement heeft de
monotonie niet toegeslagen. Hier werken
mensen die niet alleen bij de overheid
willen werken, maar daar ook iets willen
bereiken
FOTO: MILAN KONVALINKA
„Armoedebestrijding is voor het Neder
lands beleid altijd al uitgangspunt ge
weest, maar meer op twee sporen. Lan
den die niet zo heel erg arm waren, maar
mogelijkheden boden voor onze eigen
investeringen en export kwamen daar
door eerder in aanmerking. Dan help je
bijvoorbeeld niet Mali, want daar heb je
als investeerder en exporteur niets te
zoeken, maar dan ga je naar Egypte.
Daardoor is er in het verleden veel hulp
gegeven aan minder arme landen. Dat
wil ik niet meer. het moet echt om het
bestrijden van de armoede gaan".
„Tweede verschil met vroeger is dat we
willen proberen mensen van onderaf te
steunen en niet van bovenaf. Veel beleid
is over de hoofden van armen heenge
gaan en is daardoor ten goede gekomen
aan midden- en hogere klassen. Om dat
te voorkomen moeten we minder wer
ken via regeringen en bestuursapparaten
in de hoofdstad die plannen voor ar
moedebestrijding hebben. We moeten
meer aansluiten bij activiteiten van
mensen die in hun eigen armoede-situa-
tie proberen dingen te verbeteren. Dat
betekent kleinschaliger, meer doen voor
bijvoorbeeld vrouwenbewegingen, boe-
renbewegingen, vakbewegingen".
Na een diepe zucht: „Er zijn landen die
zich langzamerhand op eigen kracht zijn
gaan ontwikkelen. Er is werkelijke groei
verwezenlijkt in een aantal landen, ook
al is er in die landen nog armoede, maar
je kunt niet alles tegelijk. In een groot
aantal landen is de voedselzekerheid toe
genomen. Vooral in Aziatische ontwik
kelingslanden. In de jaren zestig was je
bang dat India aan de honger ten onder
zou gaan. Maar dat is niet gebeurd. Er
zijn veel dingen verbeterd, ook al is nog
lang niet alles bereikt en is er nog altijd
veel armoede".
„De actie 'Eten voor India' is nu ver
vangen door de Sahel-acties. Ik ben zeer
pessimistisch over de Sahel. Er zal daar
veel meer nadruk moeten komen te lig
gen op veeteelt, er moeten meer bronnen
van inkomsten komen. Dat betekent:
minder intensieve vormen van land
bouw waardoor men de grond niet blijft
uitputten en de woestijn steeds verder
uitbreidt. Tegelijk zal de bevolkingsgroei
moeten worden geremd".
Hoopvol, maar met mate. Zo is de ge
middelde levensverwachting in de arme
landen sinds de jaren zestig met een
kleine tien jaar toegenomen. Dat tekent
het succes van de gezondheidszorg. Te
gelijk betekent het dat menig inwoner
van een ontwikkelingsland nog altijd
niet veel ouder zal worden dan 45 jaar.
DICK HOFLAND
John Lennon en Yoko Ono.
FOTO:
NEW YORK - Stel je voor: koffu
mokken en draagtassen, postkaai
ten en ziekenfondsbrillen, geteken
de poppetjes die in een beperkt
oplage gedrukt worden. In de tiei
jaar dat John Lennon dood is, zij
zulke voorwerpen onderdeel
worden van de erfenis van de ex
Beatle, de eeuwige rebel, die song
als „Revolution", „Working Clas
Hero" en „Imagine" schreef.
De dood van Lennon, vandaag tien jaa
geleden, betekende het einde van zij
comeback, waaraan hij begonnen wa
nadat hij vijf jaar als een huismus ha
geleefd. Zijn naam. gezicht en stem zwe
ven echter nog steeds rond, niet in he
minst door de inspanningen van zij
weduwe Yoko Ono. „Ik moet er gewoo
niet aan denken dat John slechts een on
derwerp uit de bibliotheek zou worden'
Zo'n onderwerp is Lennon inderdaa*
niet geworden, maar wel een huisindus
trie. In het huis woont Yoko Ono, maa
ook de man die haar altijd begeleidt
Sam Havadtoy. Hun kantoor, Studii
One, is op de benedenverdieping van he
Dakota-appartementengebouw waa
John Lennon tien jaar geleden voor d
ogen van zijn echtgenote werd neerge
schoten. De muur achter het bureau vai
Havadtoy is behangen met foto's en pla
tenhoezen van Lennon. als herinnenn
aan de man die hier nog steeds het gel
binnenbrengt.
Vlak na de dood van John bemoeid
Yoko Ono zich niet met de stroon
goedkope Lennon-souvenirs die op d<
markt werden uitgestort, maar verschuil
de ze zich met haar zoon Sean in he
Dakota-gebouw. Een jaar na de moor*
stond Ono echter aan het hoofd van d
Lcnnon-BV Yoko Ono sloot, de jarei
tachtig af met een winst van naar schat
ting vijfhonderd miljoen dollar.
Karma
Toch zegt ze dat zé achtervolgd wen
door een „ongunstig karma", een lot da
haar niet gunstig gezind was. Elephant'
Memory, de begeleidingsband die me
Lennon en Ono optrad tijdens hun cor
cert in Madison Square Garden in 1972
diende een schadeclaim in van 70 mil
joen dollar. Ono werd veroordeeld to,
het betalen van een onbekend bcdra
aan de schrijvers van de song „Makii
Whoopee", omdat ze daaruit materia:
gestolen zou hebben voor haar eigei
..I'm Your Angel".
Na de moord op John Lennon schoo
.Double Fantasy", dal hij zojuist me
Yoko Ono had afgerond, omhoog in d<
hitlijsten. De bladen stonden vol me
het verhaal van Lennon: hoe hij in he
midden van de jaren zeventig na ziji
„verloren weekend", dat 18 maandei
duurde, terugkeerde om zijn relatie me
Ono te redden; hoe hij een paar jaar vri
nam om zijn zoon Sean te helpen op
voeden en hoe het idee om ooit weer oj
te treden hem tegenstond.
Albert Goldman, die in zijn 719 pagina*
tellende biografie niet meer deed dan te
keer gaan tegen Lennon, zorgde ervoo
dat sommigen aan de goede intentie
van Lennon gingen twijfelen. De zange
was volgens Goldman niet meer dan eer
gewelddadige Liverpoolse bandiet die ii
een soort Howard Hughes-wereld vai
drugs en achtervolgingswaanzin leefde.
..Double Fantasy" verscheen vlak vo<
Lcnnons dood. maar het was zeker nie
zijn zwanezang. Sinds 1980 heeft Len
non - of liever Yoko Ono - vijf album
uitgebracht: „Milk and Honey", „Men
love Ave.", de soundtrack van de filn
..Imagine", de collectie „John Lennon
Live in New York" en een CD-collectie
bedoeld als kerstgeschenk 1990. Daar
naast werd het programma „The Los
Lennon Tapes" zeer populair op de ra
dio.
V rolijke weduwe
Alle projecten stonden onder supervisi*
van Ono. „Mensen vragen me wat hij ir
de jaren tachtig gedaan zou hebben
maar ik zeg laten we praten over de din
gen die hij in de jaren tachtig gcdaai
heeft, want dat heeft hij zeker", zeg
Ono. Ze voegt eraan toe dat Lennor
geestelijk gezien nog altijd in leven is ei
dat iedereen daar de vruchten van plukt
Ono is al meerdere malen verweten da
ze zelf de financiéle vruchten plukt, zon
der zich om de naam van John Lennor
te bekommeren. In het weekblad Fam*
werd Ono omschreven als „de Vrolijk*
Weduwe". Tijdens het interview in ok
tober liet Ono niet merken dat ze ziel
daaraan stoort. Barrevoets had ze zich ii
een stoel genesteld, kruidenthee drin
kend uit een mok waarop een tekeninf
van Lennon stond, een afbeelding var
hemzelf en Yoko met het onderschrifi
„Grow Old With Me". De mok maak
deel uit van een assortiment Lennon
verzamelobjecten, die, alleen op voor
spraak, te verkrijgen zijn bij Bag One
Arts Inc., het bedrijf dat de reproduktie
van de kunstwerken van John Lennor
regelt.
In het Dakota-gebouw wordt Ono me
nigmaal de vraag gesteld of het nu niel
allemaal commercie is. Zijn de ziel en de
zaligheid van de iconoclastische ex-Beat
le verkocht? „Nee, ik heb de nagedachte
nis van John niet verkocht. En ik ben ef
zeker van dat John blij zou zijn dat ik
hem nog steeds in de buitenwereld
voortleven", antwoordt Ono.
i