ok Voorhout kwam de oorlogs aren niet ongeschonden door LANGS OMWEGEN WR wil vierde waterbedrijf van provincie Zuid-Holland worden QeidwQowuvnt OOP WARMENHOVEN SCHRIJFT BOEK OVER PERIODE 1940-1945 EWR mag Rijnstreek geen water leveren -11 DEN OMGEVING VRIJDAG 7 DECEMBER 1990 PAGINA 11 heerst in de Bojlenstreek i ware hausse aan oorlogs- El bezettingsherinneringen. '{of1 r'êe rnaand verscheen het i) zi,r herman van Amsterdam Ghc>chreven lees- en kijkboek I3.jer de bezettingsjaren in Lis- l vanmiddag werd op het 30_. neentehuis van Voorhout *16j. >r cultuurwethouder E.van dertj ar aan burgemeester ^E.B.de Goeij-Smulders het Jste exemplaar van „Voor- j^Hiters" tussen oorlog en be- zg fjding 1940-1945" uitgereikt, za. Jn pittig stuk werk van ng Uatselijke „grasduiner" en - tttbijter Joop Warmenho- Ti. Opnieuw een document, niet slechts door Voorhou- N »[s verslonden zal worden. 'I; L*gebracht mede door de w0- jun van het gemeentebe- DJur van Voorhout dat gene- 1.00. BS 5000 gulden voteerde, of- )oon door de auteur stie- N *m op 10.000 was gerekend. ne': iar het boek verkoopt zich- i jf, dus Joop zal er geen buil 'oo, h vallen. Het gaat om gede- 3.45,n historische arbeid, vastge- (16); jd op meer dan 300 pagina's lirlannspapier. De verhalen van j|j Yj Voorhouters werden erin n65fwei"kt, alsmede 20 korte 00, rhalen en ruim 300 foto's. •45,Larom heeft Joop Warmen- GhoVen dit eigenlijk allemaal ^0YiPaan? Inderdaad, omdat hij l.oo.t niet kan laten zijn dorp .00,'ihoog te steken en het tot in f 2(fe voegen te analyseren. Het I^Hjjinmiddels zijn vijfde boek (al); l onder andere, „Een halve 5.00,uw het dorpje Voorhout" en tardlwerven door de Randstad", )i1Ff van meer dan plaatselijke pjiekenis was. Het vandaag z0 presénteerde boek werd ar- ETRdiek en technisch verzorgd <>ry br Het Spektrum in Sassen- |L1|-im: „Die jongens maken 00 f» keurig stuk werk", vindt j.45,k Warmenhoven. ^Jerdenken en vieren oo, Bp Warmenhoven („Bij l.45,m moet je wezen als het 11 1br historie gaat", schijnt 00 'n ter secretarie te zeggen inotj,er naar het Voorhouts ver- 2l.len wordt gevraagd) heeft Qt nog andere beweegrede- |-45,n gehad om dit Voorhou- un^sboek te publiceren sinds i.30,| een jaar of 7 al voorberei- 1 (ibd werk had gedaan. De Wildfcrijver zegt het zelf in zijn te »rwoord de burgemees- 3.7 was waarschijnlijk helaas et'ut zo ver te krijgen „Ik FlLlfcp dat dit boek zijn weg zal Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071-122244. vinden, omdat als wij niet meer weten wat wij herden ken, wij straks ook niet meer weten wat wij vieren.." In elk geval heeft Warmen hoven gewoekerd met het materiaal dat hij in de loop der jaren kon verzamelen. „Toen ik 13 was brak de oor log uit en begin '45 had ik mijn eerste „object" binnen: een stuk houten propeller van een Spitfire die op 13 febr.'45 hier neergestort is. Die werd gevlogen door een Nederland se jachtvlieger F.O.Ditmars, een prille RAF-officier met een „wing" maar slechts 7 vlieguren. Hij werd 23 jaar en staat nog op een foto met een hele „crew". Dat propeller stuk woog 40 kilo en lag bij ons thuis op zolder. Ach, er kwamen zo veel verhalen los over die oorlog en ik had al zo'n heleboel, zoals pamflet ten die uit geallieerde vlieg tuigen gegooid waren. Het is een ongelooflijke speurtocht geweest" Warmenhoven liep naar de schouw en toonde me een (vanwege de wapenwet vergrendelde) lange Duitse karabijn: „georganiseerd" des tijds. „Vergeten" door een in gekwartierde Wehrmacht sol daat. Een van de vraagstukken die in „Voorhouters tussen oorlog en bevrijding" aan de orde komen is: waarom werd je ei genlijk NSB-er? Maar ook: waarom werd je zwarthande laar en waarom ging je liever „vrijwillig" werken in Frank rijk om er Duitse bunkers on der de Organisation Todt te bouwen? Je had trouwens, be halve slechte, ook goede Duit sers. Als een rode draad door het hele,boek heen loop het dag boek, in schriftjes neerge pend, van mevrouw Cootje Prins (yan lange Jan Nijsen). Het is een soms heel ontroe rende en veelbetekenende rode draad, waarbij je stilstaat als bij een kruiswegstatie. Het boek is te dik en te interes sant om het in één adem uit te lezen Je moet de tijd er voor nemen om alles op je in te la ten werken. Het is vaak erg triest, onthutsend, maar ook humoristisch, want de mensen onder de Duitse bezetting de den en zeiden vaak dingen die je niet doet en zegt onder normale omstandigheden. Doop op 't toilet Een paar voorbeelden slechts. terugtocht der Duitsers (met paarden) ging onder leiding van slechts weinige Canadezen. Hier Hoifdt halt gehouden voor een hoognodige sanitaire stop midden op de kale weg. festjFOTO'S: PR Zoals het verhaal van de drie Voorhoutse priesters die naar het concentratiekamp gingen. „Op school was er een onder wijzer die NSB-er was. Kape laan Stoelinga gaf godsdienst les, tot hij op het schoolbord zag staan: „Christus is geen jood maar de eerste de beste Nationaal Socialist". Stoelinga was ziedend. De kwalijke meester, Speet geheten, werd uit zijn ambt gezet, maar pas toor Warmenhoven was het eerste slachtoffer: hij werd in Den Haag ontboden en kwam niet meer terug, „maar de pa ter Teth en de kapelaan Stoe linga gingen ook". Stoelinga vertelde later een verhaal over een executie van een lid der ondergrondse. De ter dood veroordeelde was ten einde raad en „schreef met een stukje potlood met losse stift een briefje naar huis. „Morgen word ik gefusilleerd, kan ik gedoopt worden?", vroeg hij Stoelinga. Dat ge beurt, zei ik. Er was alleen water in het toilet en er ston den voor de w.c. lange rijen. Toen wij er samen ingingen, schopten ze tegen de deur... Met mijn verstopte kroes doopte ik hem. Onder hoon gelach verlieten wij het toi let ..'s Nachts kwamen ze hem halen. We hoorden de schoten en waren gelukkig geen ge tuigen". Maar er waren ook de „uit vinders van de chips". Dat waren de Koelewijnen. Die schilden en pitten aardappe len voor het hele dorp. Een van de Koelewijnen: „Samen met mijn broer hadden we uitgevonden, dat je heel dun ne plakjes aardappel tegen de kachel kon plakken. Als ze er van afvielen waren ze gaar en kon je ze eten. Eigenlijk wa ren dat de eerste chips, zon der dat we het wisten". En „Piet v.d.Plas pofte aard appelen onder in de asla van de kachel. Piet was machinist op een logger geweest en had vuurvaste handen. Om zijn „eigen teelt sjekkie" aan te steken greep hij een gloeiend kooltje met zijn blote hand. Ook die gloeiende aardappe len haalde hij zo met die dik ke vingers uit de gloeiende as". Het lijkt hier en daar zelfs een beetje op een sprookje van Andersen: „De dappere kleermaker". In spertijd. Dan had je Anton Greiner, als Duits soldaat ingekwartierd Ben van Werkhoven met zijn melkhandel. Ben vervoerde tijdens de oorlog met een ziek en ondervoed paard het eten van de gaarkeuken naar de uitdeelposten. bij Toon de Groot, in 1943. Anton was een gemoedelijke jongen die weieens over zijn Heimat vertelde met de mooie omgeving aan de Ammersee. Terwijl hij in dit grote gezin aan de tafel zat, kreeg hij van een van de vele dochters van Toon (13 kinderen) wat eten toegeschoven. Het smaakte best, maar hij was daarna de hele nacht zo ziek, dat hij niet in staat was om met de groot scheepse oefeningen aan het strand van Noordwijk mee te doen. Wat was hij kwaad. Terwijl hij ziek lag, werd er door zijn kameraden geoefend met rijnaken en stormboten. Er moest een landing ge maakt worden. Golven en zandbanken maakten dat de boten omsloegen of braken. Bijna niemand kon zwem men. En daarom gingen velen met volle bepakking zo naar de bodem. Tientallen ver dronken en alles door onkun de met de zee. Later bleek, dat er 18 soldaten niet terug gekeerd waren, achttien van de Voorhoutse bezetting. Sol daat Anton was niet meer kwaad en zei tegen moeder Bij het parochiehuis: het menu van de gaarkeuken was ook deze keer soep. Links Jan Angevaare, de kapper, met Joke en Riet. Nu nog zegt mevr.Angevaare: „Als kapper had je niets te ruilen, soms aten we alleen maar bonen uit het zout. Ziek dat we waren. Later vroeg mijn man voor scheren drie aardappelen, maar veel kwam er niet binnen. Wat hadden we 't slecht in de honger winter". Kee: „Die Suppe war mein Glück". Het kruis Nog een bitter, beter bekend, verhaal, uit de meidagen van '40: „Toen dook er een Stuka bij de Postbrug en liet drie bommen vallen. Een autobus met Hollandse militairen werd geraakt en verbrandde. Alle inzittenden zaten ver koold in de uitgebrande bus, ook de chauffeur. Ze werden „begraven" in een dekzeil in een bomkrater langs de weg in het weiland. De eigenaar van de grond ging een proces aan, hij wilde geen kruis in zijn weiland dat hij uit huis vandaan kon zien. Hij kreeg zijn zin. Het grote kruis ging weg en een kleintje kwam er voor terug.. P.S. Later ver dween alles!" Het Voorhoutse oorlogsboek van Joop Warmenhoven we melt van dergelijke verhalen „We hadden in een onbe woond huis een koe „opge hangen". Toen we hem in stukken wilden zagen sprong de „ondergrondse" binnen. Het was naast de Sparwinkel. Duizend gulden of je bent al les kwijt! We betaalden en als we er over zouden praten gin gen we er aan. We hebben er niet over durven praten.." En ook. Je vraagt je af: zou dr.Lou de Jong dit allemaal wel weten? Ik stop ermee. Als je het le vendige boek eenmaal uit hebt, weet je hoe een dorp in de bollenstreek, en waar dan ook, de oorlog en de bezetting is doorgekomen. Dat het feest van St.Nicolaas voorbij is, is geen ramp. Met het boek van Warmenhoven en de vele verhalen daarin krijg je ook buiten het geschenkenseizoen rode koontjes bij het lezen er van. Het is bijna onvoorstel baar zelfs, 45 jaren na dato mei 1945. Daar kunnen geen Agatha Christie of welke kri mi-roman dan ook tegen aan. En gedenken we daarbij in vrome aandacht de simpele, maar ook veelal schrijnende wederwaardigheden van Cootje Prins, die Joop de rode draad bezorgde. Een bescheiden aantal boeken (ad y27,50 per stuk, een schijntje) is nog te koop; „maar", aldus Joop Warmen hoven, „een tweede druk staat op stapel Wie interesse heeft belle 02522-13265. Ver der schertst Joop (die na zijn vijfde opus verder wil gaan als historisch graver in zijn geliefde dorp: „Ik denk ero ver de „Duivelse verzen van Voorhout" te gaan bundelen". Maar hij staat erop dit als een „practical joke", zonder enige consequentie, te beschouwen. In 1942: een compagnie Duitsers verlaat Voorhout met onbekende bestemming, waarschijnlijk het Oostfront. Op de voorgrond links A.W.(Toon van Toon) de Groot, (later wethouder), met handen in de zak en lange broek. EIDOOI VOOR RAAD VAN STATE: HAAG/LEIDEN SJ3 Energie- en Water- udiziening Rijnland >ew|R) wil haar watertak ;kei) kwijt. Het nutsbedrijf eê4door de provincie als entjde zelfstandig water- sp^ijf worden aangewe- 5 zd bij de reorganisatie n ei de drinkwatervoor- wing. Dat bepleitte bozsman A. Maris giste- ;[°e tijdens de zitting voor iet jlaad van State. !WR en dertien aangeslo- Tsv [emeenten hadden beroep niJJ teld tegen het besluit van inciale Staten. Die stelden sn iaart 1989 het plan vast est<in de EWR haar „water- 3 tv' moet afstaan aan het •-f waterbedrijf Zuid-Hol- hiij in het provinciale plan 'at maart 1989 wordt de pro- rtL e Zuid-Holland in drie H een gehakt, een westelijk, }ta ilijk en oostelijk deel. In idlf 1 drie bedrijven voorzien evolking van drinkwater, Duinwaterbedrijf Zuid and, het Waterleidingbe- Zuid-Holland Zuid en de Watermaatschappii Zuid-Hol land Oost. Aanleiding voor de plannen is de wijziging van de Waterleidingwet in 1975. Het eerste plan werd door Provin ciale Staten in 1985 vastge steld. De Kroon onthield daar aan in 1988 haar goedkeuring. Maar het aanwijzen van drie gebieden was wel aanvaard baar. Provinciale Staten mag het plan wijzigen, mits daarbij de wettelijke eis van doelma tigheid in acht wordt geno men, zo luidt het Koninklijk Besluit. „Het reorganisatieplan is een besluit tot onteigening", wees Maris echter op de ver gaande gevolgen. Hij vond het woord plan nog zacht uitge drukt. En vroeg de Raad van State om het plan niet alleen op doelmatigheid te toetsen, maar op alle fronten. Evenwicht Maris kraakte ook een aantal provinciale argumenten af om voor een driedeling te kiezen. Tussen de drie bedrijven zou volgens de provincie een zeker evenwicht kunnen ontstaan. Hij bestreed dat: „Zuid heeft bijna twee keer zoveel inwo ners als Oost, Zuid heeft bijna DEN HAAG/LEIDEN Alphen aan den Rijn en de Rijnstreekgemeenten komen niet bij de Ener gie- en Watervoorziening Rijnland (EWR) na de re organisatie van de drink watervoorziening. Gisteren tijdens het beroep voor de raad van State bleek dat de provincie niet aan dit verzoek van de EWR wil vol doen. Alphen en de andere ge meenten worden en blijven Oost (WZHO). Raadsman namens de EWR, A. Maris, bestreed de opvat ting van de provincie dat Al phen bij de EWR een te grote druk op de duinwaterwinning zou leggen. De provincie vindt Alphen ook te geïsoleerd lig gen, hetgeen organisatorisch weer niet werkt.„Alphen aan den Rijn, dat is een probleem. Zo'n enclave is niet geschikt, zegt de provincie. Dat moet bij de WZHO", smaalde Maris. „Maar de WZHO zal geduren de vele jaren niet in staat zijn om Alphen en de gemeenten van de Rijnstreek van drink water te voorzien" De EWR is binnen een jaar in staat om een leiding te leggen naar Al phen en de Rijnstreek. Boven dien levert de EWR nu al aan dit gebied „Ja, 't water dat gedronken wordt in Alphen is wel EWR- water. En de gemeenten van de Rijnstreek die krijgen hun water van de EWR via de WZHO", aldus de raadsman. „Het ligt dus helemaal niet zo geïsoleerd, die mensen drin ken allemaal water van de EWR". „Alphen hoort thuis bij de WZHO. Daar is op termijn, na 1995, meer dan voldoende pro- duktiecapaciteit, dichtbij huis", vond echter provincieraads man J. de Vries Robbé. De „steunleveringen" vanuit Lei den blijven zolang als dat no dig is. De provincie verwacht dat WZHO vanaf 1995 zelf standig voldoende water kan leveren. drie keer zoveel afzet als Oost. West en Zuid hebben ieder on geveer twee keer zoveel perso neelsleden als Oost", zette hij de drie bedrijven op een rijtje. Bovendien stond er tegenover twee bedrijven in verstedelijk te gebieden slechts één bedrijf in een gebied met een agra risch karakter. Met een vierde bedrijf, de EWR, zou er meer evenwicht komen, betoogde Maris. De provincie gebruikt ook als maatstaf de grondstof of het produktieproces van het drinkwater. Maris betoogde dat dat niet juist is. Hij noem de dit criterium „niet meer van deze tijd" en met de norm van doelmatigheid had het ook al niets te maken, volgens Ma- ris. „De gronden die de pro vincie aanvoert voor de drie deling leiden niet tot die drie deling en evenmin tot uitslui ting van de EWR als vierde waterleidingbedrijf in de pro vincie", concludeerde hij. Een promotiepraatje voor de EWR volgde Maris wees erop Die samenwerking gebeurt vrijwillig. En dat verdient de voorkeur boven gedwongen concentratie. Het alternatief van de EWR is even doelmatig als dat van de provincie en moet worden gehonoreerd, al dus Maris. Alle andere bezwa ren van de provincie tegen de EWR als zelfstandig waterlei dingbedrijf veegde hij vervol gens van tafel. Het doel van de ging was om het aan tal waterbedrijven in de pro vincie te verminderen. „We gaan van ruim dertig bedrij ven naar vier. Wees dan te vreden. Waarom moeten het er in hemelsnaam drie zijn", besloot hij zijn twee uur du rende monoloog. Scheidsrechter De raadsman van de provin cie, J. de Vries Robbé, was echter niet zo onder de indruk. „Het is geen wedstrijd wie het beste plan opstelt met de Kroon als scheidsrechter. De Kroon beoordeelt alleen of het haar voorgelegde plan van Provinciale Staten doelmatig is. Andere plannen zijn geen onderwerp voor goedkeuring, maar hoogstens illustratiema teriaal". Dat de EWR nu doel matig was georganiseerd, be stempelde hij als het inhalen van grote achterstand. „De af faire over de kwaliteit van het drinkwater, vermening van gezuiverd duinwater met on gezuiverd boezemwater, in 1986 was een syptoom. In de regio Leiden viel het nodige te daarvoor, maar er was ook alle aanleiding om aan het werk te gaan". De Vries Robbé wees erop dat de EWR al voor de fusie was gewaarschuwd dat ze water- poot zou verliezen. „De uitvoe- plan met de verklaring van de EWR om loyaal mee te wer ken aan de reorganisatie van de drinkwatervoorziening. „Het pleidooi van de EWR voor een vrijwillige reorgani satie komt dus wel erg laat". Het verwijt dat de provincie dwang gebruikte, vond hij zwaar aangezet. Het ging vol gens hem slechts om een zake lijk verschil van inzicht. „Dit plan is de vrucht van ja renlange inspanning, inspraak, beraad en beleid. Bovendien heeft de Kroon het inhoude lijk al goedgekeurd. Onder druk van dit plan zijn al veel vrijwillige concentraties van waterleidingbedrijven tot stand gebracht. Deze nieuwe ontwikkelingen versterken doen. Dat is ook gebeurd. Alle Ju'st het plan van de provin- aardering van de provincie c'e" besloot hij zijn betoog.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 11