tlA|c Joseph Luns: een kostbare vergissing „Nadenken, dat is mijn werk" Vrouw van nieuwe Britse premier wil niet naar Downing Street BINNENLAND fcictacSouAcmt ZATERDAG 1 DECEMBER 1990 PAGINA 4 DEN HAAG „Achteraf bekeken denk ik dat het inderdaad een vergissing is geweest de heer Luns te vragen". Deze weinig vleiende woorden liet Hans van Mierlo zich ont vallen, nadat dr. Joseph Luns had geweigerd naar Baghdad te gaan om te proberen de daar verblij vende Nederlandse gijze laars vrij te krijgen. Woedend was de D66-leider op de voormalig secretaris-gene raal van de NAVO. Hoe haal de hij het in zijn hoofd de Tweede Kamer in deze gevoe lige zaak van laksheid te be tichten! Ook andere politici lieten zich laatdunkend over Luns uit. Vice-premier Wim Kok bijvoorbeeld sprak op een PvdA-bijeenkomst van „die meneer met die snor, u weet wel. die het bijltje erbij heeft neergelegd". De woede over het gedrag van Luns was begrijpelijk. Het gaf bijvoorbeeld geen pas dat de oud-minister in een tv-uitzen- ding van de KRO met de be kende hete aardappel in de keel ging zitten grappen en grollen over de gijzelaars kwestie. Ook zijn aanduiding van dominee Wouters („die man met die baard") getuigde niet van smaak. Maar wie ólle feiten op een rij tje zet. kan toch niet anders concluderen dan dat politiek Den Haag zelf ook kilo's boter op het hoofd heeft. Het is nu ruim een maand geleden dat familieleden van de gijzelaars voor het eerst een beroep de den op minister Van den Broek om in te stemmen met de afvaardiging van een dele gatie naar Baghdad. De be windsman van buitenlandse zaken verzette zich toen nog fel tegen dit plan. Hoe vrese lijk dat ook was voor de gijze laars. wij lieten ons niet chan teren door een moordzuchtige dictator! Rechtlijnig Die rechtlijnige houding van Van den Broek maakte indruk op de Nederlandse bevolking. Temeer omdat de minister erin geslaagd leek zijn colle ga's in de Europese Gemeen schap te overtuigen van de juistheid van zijn standpunt. windslieden dat er geen poli tieke delegaties naar Baghdad zouden gaan en dat particulie re missies „ontmoedigd" zou den worden. Wie schetste dan ook de ver bazing in Nederland toen an dere lidstaten die plechtige be lofte gewoon aan hun laars lapten? De Britse oud-premier Edtvard Heath ging bij Sad dam Husayn op visite, de Duit se oud-bondskanselier Willy Brandt deed hetzelfde, een Franse delegatie meldde zich in Baghdad, een Deense, een Spaanse, een Italiaanse en uit eindelijk ook een Belgische, nota bene bestaande uit parle mentariërs in functie. En al die pogingen wierpen vruch ten af: om de andere dag steeg er een vliegtuig met gijzelaars op uit Baghdad De beelden daarvan, keurig door de televisie in de huiska mers gebracht, deden de pu blieke opinie in Nederland omzwaaien. Men kreeg hoe langer hoe meer begrip voor de familieleden van de Neder landse gijzelaars, die knarse tandend moesten toezien dat er voor hun mannen, zoons, broers of vaders niets werd ge daan Toen ontwaakte ook de Tweede Kamer, die aanvanke lijk geheel op de lijn van Van den Broek had gezeten. Het was onder druk van het parle ment dat Van den Broek de familieleden toestond een ei gen comité ('Gijzelaars Vrij') te vormen. Zo werd dominee Wouters met zijn slecht zittende Sinter- klaasbaard een Bekende Ne derlander. En zo maakten we kennis met ene Jan de Ruijter en met die aardige Amster damse imam Zeid. Maar zoals veel Midden-Oosten-deskundi- gen voorspeld hadden, was Saddam Husayn minder onder de indruk van de breekbare charme van dominee en imam. Het familiecomité kreeg geen Alsjeblieft... Wouters en de zijnen wendden zich wederom tot de Haagse politici. Zouden zij misschien toch alsjeblieft...? Nee, de frac tievoorzitters, die kennelijk de scepter van minister Van den Broek hadden overgenomen, hielden zich vooralsnog Oost- indisch doof. Dag na dag kwa men zij in vergadering bijeen, maar nooit hadden zij iets an ders te vertellen dan dat zij de zaak nog steeds diepgaand be studeerden. Achteraf hebben de fractielei ders die houding proberen te verklaren door te wijzen op het probleem van de bagge raars. Zij wilden Volker/Ste- vin en Boskalis, die probeer den hun mensen vrij te krij gen, niet voor de voeten lopen. Pas nadat Saddam Husayn had beloofd deze groep van ruim honderd Nederlanders vrij te zullen laten, vond politiek Den Haag het verantwoord zelf ook stappen te gaan zetten. CDA-voorman Brinkman, die optrad als woordvoerder van de fractievoorzitters, deed een beroep op oud-minister Luns. Waarom viel de keus uitgere- dat hij minachtend neerkijkt op het „gedoe" aan het Bin nenhof? Ten eerste omdat de familieleden Joseph Luns bo venaan hun lijstje van bemid delaars hadden gezet, ten tweede omdat Luns al een paar keer in het openbaar had verklaard dat hij zou gaan als 'Den Haag' daarom zou vragen en ten derde omdat Luns mon diale bekendheid geniet. Als voormalig hoogste man van de NAVO is hij waarschijnlijk de enige Nederlander met wie Saddam Husayn graag op de kiek zou staan. Piet Max Want zeg nóu zelf: zou er bui ten onze grenzen iemand zijn die ooit van oud-premier Piet de Jong heeft gehoord? Witte- veen laten we maar helemaal buiten beschouwing, want die is zelfs voor de meeste Neder landers een onbekende. Hoog uit is er nog een oudere ban kier die zich herinnert dat Witteveen eens een toppositie bekleedde bij het Internatio naal Monetair Fonds. 'En Max van der Stoel dan?', kan men tegenwerpen. Die kennen ze toch wel in het bui tenland? Ja, in Griekenland hebben de ouderen weieens van deze voormalige PvdA- minister gehoord, ze hebben in Athene zelfs een straat naar hem genoemd vanwege zijn strijd tegen het kolonelsregime van weleer. Maar in andere landen? Voor Saddam Husayn en (nog belangrijker) voor de wereldpers zijn De Jong, Wit teveen en Van der Stoel vol strekte anonymi. Dat maakt hun mogelijkheden om de on geveer dertig Nederlandse gij zelaars uit Baghdad weg te krijgen er niet groter op. Daarom was het misschien verstandiger geweest als Elco Brinkman wél enig begrip had getoond voor de wens van Luns om zijn vriend Berend Jan Udink, een kenner van het Midden-Oosten, mee te ne men naar Irak. Maar nee, Brinkman verklaarde het „niet nodig" te vinden de mis sie-Luns uit te breiden met nog een oud-minister. Udink reageerde voor de radio wi theet op de uitlatingen van „deze, deze... meneer....hoe heet-ie ook al weer?" En een paar uur later gaf Luns, nadat hij met Udink had gesproken, een korte verklaring uit. Hij zag (af van de reis naar Irak. Eén van zijn motieven was het lange 'gedelibereer' op het Binnenhof over de samenstel ling van de missie. Dat was een deftige vertaling van wat Udink had genoemd het „ge hannes' en gemier in Den Haag". Wat voor mogelijkheden staan de nieuwe missie-De Jong nu nog ten dienste om Saddam Husayn gunstig te stemmen? Weinig. „Wij ontveinzen ons niet dat de onderhandelingen erg moeilijk zullen zijn", zei Piet de Jong eerlijk op een persconferentie. De gijzelaars en hun familieleden kunnen waarschijnlijk nog één hoop koesteren, namelijk dat de Ne derlandse regering bereid zal zijn zeer diep in de buidel te tasten. Naar verluidt heeft Saddam Husayn een losprijs van 30 miljoen gulden ge vraagd aan de Belgische rege ring, uit te betalen in de vorm van medicamenten. Dat is bij na één miljoen per gijzelaar! Minister Kok van financiën kan dus nu vast gaan uitreke nen hoeveel hij het trio De Jong, Witteveen en Van der Stoel minimaal moet meege ven voor de reis naar Bagh dad. Het op stang jagen van Luns door Brinkman zou wei eens een uiterst kostbare ver gissing kunnen zijn geweest. RIK IN T HOUT Het Pieter Baancentrum in Utrecht? Daar worden verdachten toch onmiddellijk gek ver klaard. De Van Mesdagkliniek in Groningen? Daar kan iedereen toch maar zo in en uit lopen! De publieke opinie oordeelt hard en genadeloos. Je zult maar directeur van zo'n instelling zijn. Hjalmar van Marle raakt er niet van onder de indruk en schoffelt de imago's moeiteloos onderuit. Hij heeft met ingang van vandaag definitief de directeursze tel in het hoge noorden verruild voor die in het hartje van Nederland: van 'Mesdag' naar 'Pieter Baan'. Zijn vader vroeg zich nog af of dit wel een promotie is. Zijn vader? Inder daad, Jo van Marle, de belangrijkste KNVB-bobo. Aandacht voor 'de zoon van' die zelf een bekendheid is geworden op zijn gebied: de psychiatrie. HJALMAR VAN MARLE, DIRECTEUR PIETER BAANCENTRUM GRONINGEN Voer voor psychiaters: de vader is voetbal, maar de zoon heeft, zoals dat heet, nooit een bal aan geraakt. Hjal mar van Marle lacht min zaam en gaat daarna de uitdaging aan. „Ik ben psychiater en psychoana lyticus en dan kijk je uiteraard ook wel eens naar jezelf'\ „Ik heb nooit gevoetbald, maar ben wel vaak meege- weest. 's Zondags in de bus of thuis op de tribune. Mijn jon gere broer speelde wel maar ik ben er altijd een beetje buiten gebleven. Ik denk dat ik wat dat betreft mijn vader nooit voor de voeten heb willen lo pen op het gebied waarin hij een kei is. Ik heb hem als linksback nog zien spelen op het sportpark". „Er kwamen en komen veel 'mensen van de voetbal' bij ons thuis over de vloer. Mijn vader zoekt het ook op. Hij is extravert, houdt van alle con tacten die door het voetbal ontstaan. Dat 'de zoon van', daar heb ik me altijd vreselijk tegen verzet als het om dingen gaat die van jezelf zijn. Mijn moeder is beschouwender, psychologiserender, kritischer. Ik ben een zoon van beide ou ders". Hjalmar gaat zijn eigen weg. Hij studeert vanaf 1968 medi cijnen in Groningen, wordt waarnemend huisarts, speciali seert zich in psychiatrie en komt via het RIAGG als psy chiater bij de Van Mesdagkli niek terecht. In 1984 wordt hij benoemd tot geneesheer-direc teur Vanaf vandaag vervult hij, na een inwerkperiode, de zelfde functie bij het Pieter Baancentrum. Grap Nog een keer zijn vader. Die maakt tegen Hjalmar de grap of dit nu wel promotie is. Ju nior legt eerst de clou even uit voordat hij aan het antwoord begint. „In de Mesdagkliniek werken 304 personeelsleden en bevinden zich 86 patiënten. In het Pieter Baancentrum gaat het globaal om 90 perso neelsleden en 32 observatie plaatsen. Dus het is allemaal ongeveer eenderde van wat het was. Velen begrijpen niet dat dit carrière maken is. Voor mij is het echter allemaal nieuw: een andere stad, een andere doelstelling". Die doelstelling komt er op neer dat Van Marle van het eind van het strafproces naar het begin is overgestapt. „Het Pieter Baancentrum geeft een advies of iemand een bepaald feit kan worden toegerekend of niet. Als Mesdag-directeur geef je advies over de vrijhe den die bij een bepaalde per soon passen". In het Pieter Baancentrum aan de Utrechtse Gansstraat worden verdachten van een ernstig misdrijf zeven weken lang geobserveerd. Het cen trum adviseert de rechter. Was iemand tijdens het misdrijf verminderd toerekeningsvat baar en moet hij /zij eventueel 'ter beschikking' worden ge steld? De rechters in dit land, u weet het allen, zijn onafhan kelijk maar nemen de advie zen volgens Van Marle serieus. In de praktijk blijkt dat ze er zeer veel waarde aan hechten. Stoornis Van Marle: „Je spreekt in het Pieter Baancentrum niet van patiënten maar van observan- di of cliënten. Hier moeten we uitzoeken of iemand gestoord is, of er een verband bestaat tussen het delict waarvan hij- /zij verdacht wordt en een geestelijke stoornis. Heeft een hersenstoornis iemand aange zet tot een roofoverval, dat soort vragen". „De observandi zitten hier ze ven weken, daarin moet het gebeuren. Psychologen, maat schappelijk werkers en een in ternist voor lichamelijk onder zoek doen hun werk. In zeven weken worden de cliënten 24 uur per dag geobserveerd: van sport tot hun omgang met het personeel. Dan rapporteert de groepsleiding". Bij dat werk krijgt bij de ge bruikelijke tweedeling direc teur/geneesheer het laatste meer nadruk. Dat zint Van Marle. Hij is eindverantwoor delijk voor de rapporten en moet daarom de discussie over delinquentie en toerekenings vatbaarheid op de voet blijven „In de Van Mesdagkliniek draait het om de behandeling van tbs-gestelden en de conse quenties voor het vrijheidsbe- leid. Is er nog een stoornis aanwezig? Hoe gevaarlijk is ie mand? In het Pieter Baancen trum gaat het ook om diag nose, nu voor de rechter. Wat is eén verdachte toe te reke nen? De psychiaters in het centrum hebben hun werkter rein op de scheidslijn tussen psychiatrie en recht. Zo'n uit breiding van activiteiten inte resseert me". Voor de Van Mesdagkliniek en het Pieter Baancentrum geldt dat ze zich niet op res pectievelijk het terrein van de openbare orde of de bewijs voering begeven. Van Marle: „Daar zijn andere deskundigen voor. Vergelijk het met een toxicoloog die kijkt of er gif in het bloed zit. Zo en zoveel treft hij aan en daarna zal hij hooguit nog zeg gen dat de hoevëelheid dode lijk kan zijn. Maar dan houdt het op". 'Gek" „Dat de verdachte zijn wil niet in vrijheid heeft kunnen bepa len". Die omschrijving staat in de rapportage als de medewer kers van het Pieter Baancen trum een verminderde verant woordelijkheid constateren door een ziekelijk symptoom. „Voor gek verklaren" heet dat in de grommende volksmond waaruit ook nog te noteren valt dat vrijwel elke verdachte eenzelfde oordeel wacht. Van Marle reageert slagvaar dig. „Even wat cijfertjes dus. Het Pieter Baancentrum maakt jaarlijks 200 rapporten. Veertig procent bestaat uit het advies tbs met verpleging. Meer dan de helft wordt dus niet 'gek verklaard'. We gaan precies te werk. We willen weten hoe het delict zich ont sponnen heeft Het proces-ver- baal en de voorgeschiedenis, de relaties van iemand, zijn van groot belang. Proberen te verklaren waarom iemand niet voetbalt. Klinisch obser veren, het specifieke van de stoornis omschrijven. Zo krijg je een aantal plaatjes die je over elkaar heen legt en tegen het licht houdt". Dan moet het imago van zijn vorige instelling waarschijnlijk ook wel bijgesteld worden. Van Marle: „In de Van Mes dagkliniek lopen de patiënten inderdaad in en uit, maar wel met goedkeuring. Er is sprake van zo'n 2.000 verloven per jaar, begeleid en onbegeleid. Per jaar komt het vijf keer voor dat iemand niet terug komt. Daarnaast zijn er nog de proefverloven die vestiging in de maatschappij tot doel heb- Vluchten De Van Mesdagkliniek is één van de vijf Nederlandse tbs- instellingen. In Groningen zit ten veel zware gevallen De kliniek is goed beveiligd. Van Marle „Sinds '84 is er nie mand meer ontvlucht en dat moet ik nu gelijk afkloppen". Wel heeft zich een aantal ge ruchtmakende recidives (ie mand die opnieuw in de fout gaat) voorgedaan. Van Marle haalt- de gevallen met jaartal en al terug. „In '77 mishande ling, in '78 doodslag en in '88 verkrachting en moord". Met name in '88 heeft Van Marle als geneesheer/directeur in het middelpunt van de belang stelling gestaan. De verloven als onderdeel van de behande ling, de tbs als middel om geestelijk gestoorde mensen van de straat te houden; de media konden bij de directeur altijd terecht voor een reactie. „Toch heb ik nog nooit zelf een journalist opgebeld. Wat dat betreft ben ik vrij afwach tend. Maar ook het Pieter Baancentrum is geen geheime keuken". „In de afgelopen tien jaar heb ik zo'n dertig artikelen gepu bliceerd. Daarin probeer je een soort verantwoording af te leg gen van wat je doet". Gepantserd Ook het Pieter Baancentrum kent zijn ontsnappingen, waar bij die van het brein achter de Heineken-ontvoering hoog scoort. Het gepantserd glas. de stalen sluizen en.de bewaking geven aan dat een periode van obser vatie niet gelijk staat aan be rusting. Van Marle: „Je zit hier tegen je wil en dan blijft de drang tot ontsnappen". Ontsnappingen staan bij dr. H.J.C van Marle uiteraard niet hoog op de prioriteiten lijst. Als psycho-analyticus wil hij zich de komende tijd met name verdiepen in verkrach- FOTO: FREDDY SCHINKEL tingen. „Je zit hier in de unie ke positie dat je in een vroeg tijdig stadium mensen kunt onderzoeken, een diagnose kunt stéllen en een advies voor behandeling kunt geven. Verkrachtingen verdienen meer aandacht: het aantal neemt toe en ook het geweld erbij. Ik vind dat we daar ex tra aandacht aan moeten schenken. Een systeem van di agnostiek en behandeling kan misschien bijdragen aan pre ventie". Minister Systeem, daar houdt Van Mar le wel van. Duidelijk omschrij ven waar je mee bezig bent. „Ik heb nooit een manage- mentcursus gevolgd. Het mi nisterie is terecht bezig lei dinggevenden meer body te geven. Zelf heb ik nooit die behoefte gevoeld. Ik ben groot geworden met het bestuurlij ke, heb er veel met mijn vader over gepraat, heb veel van hem geleerd. Het beschouwen de komt van mijn moeder. Als al die contacten buitenshuis het afleggen tegen nadenken, visie; dan mis je toch nog wat. Nadenken, dat is eigenlijk mijn werk". Op de vraag of hij het ministe rie ooit eens zou willen leiden, volgt een veelbetekenend ant woord: „Dat zou ik heel leuk vinden wat betreft de bestuur lijke aspecten. Het integreren van de activiteiten van ver schillende ministeries. Het re presentatieve gedeelte lijkt me een hele zware belasting". JOOP OFFRINGA SUSKE EN WISKE DE KLEINE POSTRUITER (c) Standaard Uitgeverlj/Wavery P (Van onze correspondent Roger Simons) LONDEN Norma Ma jor, echtgenote van de nieuwe Britse premier John Major, voelt er niets voor om te gaan wonen in Downing Street 10. Ex-premier Thatcher heeft haar vroegere ambtswoning, waarin zij met haar man Denis zo'n elf jaar lang de gezellige flat 'boven de winkel' (num mer 10 is een feite een kan toorgebouw) had betrokken, met tegenzin en verdriet ont ruimd. De nieuwe 'first lady' van de Britten is echter niet van plan dit appartement over te nemen. De Majors hebben twee kinde ren, een zoon van 15 en een dochter van 18, die zeer ge hecht zijn aan de ouderlijke woning in Great Stukeley in het graafschap Cambridgeshi re. Zoon James zit in zijn woonplaats op school; dochter Elizabeth werkt daar als assis tente van een dierenarts. Het huis van hun ouders is 350.000 pond waard, maar nog lang niet afbetaald. Norma Major tracht haar kin deren te beschermen voor de opdringerige Britse media. „In Londen zou dat vast niet luk ken", zegt ze. „Bovendien heb ben onze dochter en zoon in Great Stukeley al hun vrien den en kennissen, die zij in Downing Street erg zouden missen". Zij is dan ook van plan alleen als het niet anders kan naar Londen te komen. Als John Major zich toevallig een weekeinde niet hoeft te bekommeren over staatszaken, dan gaat hij in Great Stukeley een paar uurtjes doorbrengen bij vrouw en kinderen. Het is echter onwaarschijnlijk dat dit vaak zal gebeuren. Ook het landhuis Chequers, waarover de Majors in plaats van de Thatchers voortaan de beschikking hebben, zal door de nieuwe premier en zijn ge zin zelden worden bezocht. Het feit dat John Major en zijn vrouw Norma, een gewezen kinderjuffrouw en lerares ko ken, de voorkeur geven aan hun eigen huis op het platte land, in plaats te genieten van de ambtswoning, veroorzaakt bij de politie actute veiligheid sproblemen. De politie moet nu twee ver schillende woningen bewaken, die bovendien ver van elkaar zijn verwijderd, en sterk van elkander verschillen. Ook schijnen de jonge Majors er niets voor te voelen om hun levenswijze grondig te wijzi gen. Zij zullen het beslist niet leuk vinden de hele tijd te worden geschaduwd door zwaargewapende veiligheids agenten. Maar de politie wil niets aan het toeval overlaten, want alle leden van het gezin Major worden beschouwd als potentiële kandidaten voor aanslagen door (IRA-)terroris- ten In tegenstelling tot Margaret Thatcher wenst premier Major zijn volledige salaris van 66.851 pond per jaar te ontvan gen. De IJzeren Dame placht zich net zoals de andere leden van haar kabinet tevreden te stellen met een jaarsalaris van 55.221 pond, maar echtgenoot Denis was dan ook miljonair. John Major daarentegen is zo arm als de spreekwoordelijke kerkrat. Hij moet een zware hypotheek aflossen en zegt dat hij elk pond sterling goed kan gebruiken. Alfred. J. Gabor Ik spetter en ik snater, lekker in het water Ga maar vast naar huis, ik kom een druppel later. Alfred J. Gabor heeft het maar wat naar zijn zin in zijn eigen badkamer. Het is ook steeds een heel eind, van Haaksbergen naar Den Haag en weer terug. Dan mag je graag zo aan het eind van de dag eens lekker in je eigen badkamer op je eigen ministerie aller vermoeienissen wegspoelen. Lekker met de spons over de blote bast soppen, ariaatje uit de Parelvissers kwelen, heerlijk! Wat galmt dat trouwens lekker, zo tegen die tegels. Mag ook wel, voor die paar centen. Niet van dat Gamma-spul van 9,90 per vierkante meter, want dat kan natuurlijk niks zijn voor dat geld en bovendien: dan moet je zelf gaan staan lijmen en voegen en daar is geen tijd voor met zo'n zware portefeuille. Ooit had Gabor eens in de Privé gelezen dat Ruud Gullit in zijn huis te Milaan vier badkamers had. Vier badkamers! En maar één lijf! Maar móói, meneertje, móói! Als hij zich toch eens zo'n badkamer zou kunnen permitteren, dan zou hij pas echt geslaagd zijn in het leven. Want voetballen als Gullit, dat had er nooit in gezeten. Als rechtsback in de junioren van de plaatselijke amateurs had hij het altijd al een beetje zonde gevonden dat ze met z'n allen dat mooie gras naar de bliksem schopten. Uit principe had hij daarom nooit slidings gemaakt en ja, dan kun je het wel schudden als verdediger. ..Jij kan maar beter bij de plantsoenendienst gaan werken. Gabortje", had zijn trainer tegen hem gezegd toen-ie z'n tegenstander voor de zoveelste keer had laten Maar na afloop toch met z'n allen onder de douche, en dat had wel iets. Joelen en schreeuwen, mekaar een beetje katten, en dan lekker opgefrist in de kantine allemaal een sinasje en een zakkie chips. Maar het had z'n beperkingen, want je moest met twaalf, dertien jongens drie douchés delen. Naarmate hij ouder werd, ging hem dat steeds meer storen. Een beetje privacy was toch niet teveel gevraagd, wel Z'n vader had altijd gezegd: jongen, als jij nou maar je best blijft doen op school, dan kun je later misschien zélf een hele mooie badkamer betalen. En hij had z 'n best gedaan én een mooie carrière gemaakt, maar zo'n mooie badkamer had er nooit ingezeten. Ook niet toen hij burgemeester van Haaksbergen werd. Want wat schuift dat nou helemaal, zo'n kleine gemeente Maar zie, er was in Den Haag ineens een staatssecretaris op Landbouw nodig en laten ze nou bij hém langskomen. „Als het nu niet kan, kan het nooit meer", dacht hij in een flits. In z'n plakboek zocht hij de foto van Gull its badkamers op en gaf opdracht er één na te bouwen op het departement. Ééntje maar; vier was meteen weer zo overdreven. En daar spettert Alfred J. Gabor nu elke dag in zijn eigen 'opfrisruimte'. Na elke wedstrijd die hij voor het eerste elftal van het CDA heeft gespeeld, stapt hij voldaan onder de douche. Nu eens met wat dennenschuim op de spons, dan weer 'n Kneipp-kuurtje. Dat wordt morgen gezond weer op. Maar wat krijgen we nu? Gaat dat VVD-kamerlid Piet Blauw ineens moeilijk doen! Die Gabor met z'n badkamer van 50.000 gulden, van onze belastingcenten, dat kan toch zomaar niet! Ach, wat zeurt die man nou. Het is toch een bescheiden badkamer geworden; er zit nog niet eens een bad in! Alleen een douche met een prachtige mengkraan en een massagekop en als extraatje een paar van die lekkere felle stralen die uit de muur komen. En natuurlijk een mooi plateautje om zeep, shampoo en reukwatertjes op te zetten. Mag-ie asjeblieft Flauw van die Blauw, 't Is gewoon de kift. Nooit staatssecretaris geweest. En ook nooit een jongensdroom T. RUBBELS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 4