tlA|c
Joseph Luns: een kostbare vergissing
„Nadenken, dat
is mijn werk"
Vrouw van nieuwe Britse premier
wil niet naar Downing Street
BINNENLAND
fcictacSouAcmt
ZATERDAG 1 DECEMBER 1990 PAGINA 4
DEN HAAG „Achteraf
bekeken denk ik dat het
inderdaad een vergissing
is geweest de heer Luns te
vragen". Deze weinig
vleiende woorden liet
Hans van Mierlo zich ont
vallen, nadat dr. Joseph
Luns had geweigerd naar
Baghdad te gaan om te
proberen de daar verblij
vende Nederlandse gijze
laars vrij te krijgen.
Woedend was de D66-leider op
de voormalig secretaris-gene
raal van de NAVO. Hoe haal
de hij het in zijn hoofd de
Tweede Kamer in deze gevoe
lige zaak van laksheid te be
tichten! Ook andere politici
lieten zich laatdunkend over
Luns uit. Vice-premier Wim
Kok bijvoorbeeld sprak op een
PvdA-bijeenkomst van „die
meneer met die snor, u weet
wel. die het bijltje erbij heeft
neergelegd".
De woede over het gedrag van
Luns was begrijpelijk. Het gaf
bijvoorbeeld geen pas dat de
oud-minister in een tv-uitzen-
ding van de KRO met de be
kende hete aardappel in de
keel ging zitten grappen en
grollen over de gijzelaars
kwestie. Ook zijn aanduiding
van dominee Wouters („die
man met die baard") getuigde
niet van smaak.
Maar wie ólle feiten op een rij
tje zet. kan toch niet anders
concluderen dan dat politiek
Den Haag zelf ook kilo's boter
op het hoofd heeft. Het is nu
ruim een maand geleden dat
familieleden van de gijzelaars
voor het eerst een beroep de
den op minister Van den
Broek om in te stemmen met
de afvaardiging van een dele
gatie naar Baghdad. De be
windsman van buitenlandse
zaken verzette zich toen nog
fel tegen dit plan. Hoe vrese
lijk dat ook was voor de gijze
laars. wij lieten ons niet chan
teren door een moordzuchtige
dictator!
Rechtlijnig
Die rechtlijnige houding van
Van den Broek maakte indruk
op de Nederlandse bevolking.
Temeer omdat de minister
erin geslaagd leek zijn colle
ga's in de Europese Gemeen
schap te overtuigen van de
juistheid van zijn standpunt.
windslieden dat er geen poli
tieke delegaties naar Baghdad
zouden gaan en dat particulie
re missies „ontmoedigd" zou
den worden.
Wie schetste dan ook de ver
bazing in Nederland toen an
dere lidstaten die plechtige be
lofte gewoon aan hun laars
lapten? De Britse oud-premier
Edtvard Heath ging bij Sad
dam Husayn op visite, de Duit
se oud-bondskanselier Willy
Brandt deed hetzelfde, een
Franse delegatie meldde zich
in Baghdad, een Deense, een
Spaanse, een Italiaanse en uit
eindelijk ook een Belgische,
nota bene bestaande uit parle
mentariërs in functie. En al
die pogingen wierpen vruch
ten af: om de andere dag steeg
er een vliegtuig met gijzelaars
op uit Baghdad
De beelden daarvan, keurig
door de televisie in de huiska
mers gebracht, deden de pu
blieke opinie in Nederland
omzwaaien. Men kreeg hoe
langer hoe meer begrip voor
de familieleden van de Neder
landse gijzelaars, die knarse
tandend moesten toezien dat
er voor hun mannen, zoons,
broers of vaders niets werd ge
daan Toen ontwaakte ook de
Tweede Kamer, die aanvanke
lijk geheel op de lijn van Van
den Broek had gezeten. Het
was onder druk van het parle
ment dat Van den Broek de
familieleden toestond een ei
gen comité ('Gijzelaars Vrij') te
vormen.
Zo werd dominee Wouters met
zijn slecht zittende Sinter-
klaasbaard een Bekende Ne
derlander. En zo maakten we
kennis met ene Jan de Ruijter
en met die aardige Amster
damse imam Zeid. Maar zoals
veel Midden-Oosten-deskundi-
gen voorspeld hadden, was
Saddam Husayn minder onder
de indruk van de breekbare
charme van dominee en imam.
Het familiecomité kreeg geen
Alsjeblieft...
Wouters en de zijnen wendden
zich wederom tot de Haagse
politici. Zouden zij misschien
toch alsjeblieft...? Nee, de frac
tievoorzitters, die kennelijk de
scepter van minister Van den
Broek hadden overgenomen,
hielden zich vooralsnog Oost-
indisch doof. Dag na dag kwa
men zij in vergadering bijeen,
maar nooit hadden zij iets an
ders te vertellen dan dat zij de
zaak nog steeds diepgaand be
studeerden.
Achteraf hebben de fractielei
ders die houding proberen te
verklaren door te wijzen op
het probleem van de bagge
raars. Zij wilden Volker/Ste-
vin en Boskalis, die probeer
den hun mensen vrij te krij
gen, niet voor de voeten lopen.
Pas nadat Saddam Husayn had
beloofd deze groep van ruim
honderd Nederlanders vrij te
zullen laten, vond politiek Den
Haag het verantwoord zelf ook
stappen te gaan zetten.
CDA-voorman Brinkman, die
optrad als woordvoerder van
de fractievoorzitters, deed een
beroep op oud-minister Luns.
Waarom viel de keus uitgere-
dat hij minachtend neerkijkt
op het „gedoe" aan het Bin
nenhof? Ten eerste omdat de
familieleden Joseph Luns bo
venaan hun lijstje van bemid
delaars hadden gezet, ten
tweede omdat Luns al een
paar keer in het openbaar had
verklaard dat hij zou gaan als
'Den Haag' daarom zou vragen
en ten derde omdat Luns mon
diale bekendheid geniet. Als
voormalig hoogste man van de
NAVO is hij waarschijnlijk de
enige Nederlander met wie
Saddam Husayn graag op de
kiek zou staan.
Piet Max
Want zeg nóu zelf: zou er bui
ten onze grenzen iemand zijn
die ooit van oud-premier Piet
de Jong heeft gehoord? Witte-
veen laten we maar helemaal
buiten beschouwing, want die
is zelfs voor de meeste Neder
landers een onbekende. Hoog
uit is er nog een oudere ban
kier die zich herinnert dat
Witteveen eens een toppositie
bekleedde bij het Internatio
naal Monetair Fonds.
'En Max van der Stoel dan?',
kan men tegenwerpen. Die
kennen ze toch wel in het bui
tenland? Ja, in Griekenland
hebben de ouderen weieens
van deze voormalige PvdA-
minister gehoord, ze hebben in
Athene zelfs een straat naar
hem genoemd vanwege zijn
strijd tegen het kolonelsregime
van weleer. Maar in andere
landen? Voor Saddam Husayn
en (nog belangrijker) voor de
wereldpers zijn De Jong, Wit
teveen en Van der Stoel vol
strekte anonymi. Dat maakt
hun mogelijkheden om de on
geveer dertig Nederlandse gij
zelaars uit Baghdad weg te
krijgen er niet groter op.
Daarom was het misschien
verstandiger geweest als Elco
Brinkman wél enig begrip had
getoond voor de wens van
Luns om zijn vriend Berend
Jan Udink, een kenner van
het Midden-Oosten, mee te ne
men naar Irak. Maar nee,
Brinkman verklaarde het
„niet nodig" te vinden de mis
sie-Luns uit te breiden met
nog een oud-minister. Udink
reageerde voor de radio wi
theet op de uitlatingen van
„deze, deze... meneer....hoe
heet-ie ook al weer?" En een
paar uur later gaf Luns, nadat
hij met Udink had gesproken,
een korte verklaring uit. Hij
zag (af van de reis naar Irak.
Eén van zijn motieven was het
lange 'gedelibereer' op het
Binnenhof over de samenstel
ling van de missie. Dat was
een deftige vertaling van wat
Udink had genoemd het „ge
hannes' en gemier in Den
Haag".
Wat voor mogelijkheden staan
de nieuwe missie-De Jong nu
nog ten dienste om Saddam
Husayn gunstig te stemmen?
Weinig. „Wij ontveinzen ons
niet dat de onderhandelingen
erg moeilijk zullen zijn", zei
Piet de Jong eerlijk op een
persconferentie. De gijzelaars
en hun familieleden kunnen
waarschijnlijk nog één hoop
koesteren, namelijk dat de Ne
derlandse regering bereid zal
zijn zeer diep in de buidel te
tasten. Naar verluidt heeft
Saddam Husayn een losprijs
van 30 miljoen gulden ge
vraagd aan de Belgische rege
ring, uit te betalen in de vorm
van medicamenten. Dat is bij
na één miljoen per gijzelaar!
Minister Kok van financiën
kan dus nu vast gaan uitreke
nen hoeveel hij het trio De
Jong, Witteveen en Van der
Stoel minimaal moet meege
ven voor de reis naar Bagh
dad. Het op stang jagen van
Luns door Brinkman zou wei
eens een uiterst kostbare ver
gissing kunnen zijn geweest.
RIK IN T HOUT
Het Pieter Baancentrum in Utrecht? Daar worden verdachten toch onmiddellijk gek ver
klaard. De Van Mesdagkliniek in Groningen? Daar kan iedereen toch maar zo in en uit
lopen! De publieke opinie oordeelt hard en genadeloos. Je zult maar directeur van zo'n
instelling zijn. Hjalmar van Marle raakt er niet van onder de indruk en schoffelt de
imago's moeiteloos onderuit. Hij heeft met ingang van vandaag definitief de directeursze
tel in het hoge noorden verruild voor die in het hartje van Nederland: van 'Mesdag' naar
'Pieter Baan'. Zijn vader vroeg zich nog af of dit wel een promotie is. Zijn vader? Inder
daad, Jo van Marle, de belangrijkste KNVB-bobo. Aandacht voor 'de zoon van' die zelf
een bekendheid is geworden op zijn gebied: de psychiatrie.
HJALMAR VAN MARLE, DIRECTEUR PIETER BAANCENTRUM
GRONINGEN Voer
voor psychiaters: de vader
is voetbal, maar de zoon
heeft, zoals dat heet, nooit
een bal aan geraakt. Hjal
mar van Marle lacht min
zaam en gaat daarna de
uitdaging aan. „Ik ben
psychiater en psychoana
lyticus en dan kijk je
uiteraard ook wel eens
naar jezelf'\
„Ik heb nooit gevoetbald,
maar ben wel vaak meege-
weest. 's Zondags in de bus of
thuis op de tribune. Mijn jon
gere broer speelde wel maar ik
ben er altijd een beetje buiten
gebleven. Ik denk dat ik wat
dat betreft mijn vader nooit
voor de voeten heb willen lo
pen op het gebied waarin hij
een kei is. Ik heb hem als
linksback nog zien spelen op
het sportpark".
„Er kwamen en komen veel
'mensen van de voetbal' bij
ons thuis over de vloer. Mijn
vader zoekt het ook op. Hij is
extravert, houdt van alle con
tacten die door het voetbal
ontstaan. Dat 'de zoon van',
daar heb ik me altijd vreselijk
tegen verzet als het om dingen
gaat die van jezelf zijn. Mijn
moeder is beschouwender,
psychologiserender, kritischer.
Ik ben een zoon van beide ou
ders".
Hjalmar gaat zijn eigen weg.
Hij studeert vanaf 1968 medi
cijnen in Groningen, wordt
waarnemend huisarts, speciali
seert zich in psychiatrie en
komt via het RIAGG als psy
chiater bij de Van Mesdagkli
niek terecht. In 1984 wordt hij
benoemd tot geneesheer-direc
teur Vanaf vandaag vervult
hij, na een inwerkperiode, de
zelfde functie bij het Pieter
Baancentrum.
Grap
Nog een keer zijn vader. Die
maakt tegen Hjalmar de grap
of dit nu wel promotie is. Ju
nior legt eerst de clou even uit
voordat hij aan het antwoord
begint. „In de Mesdagkliniek
werken 304 personeelsleden
en bevinden zich 86 patiënten.
In het Pieter Baancentrum
gaat het globaal om 90 perso
neelsleden en 32 observatie
plaatsen. Dus het is allemaal
ongeveer eenderde van wat
het was. Velen begrijpen niet
dat dit carrière maken is. Voor
mij is het echter allemaal
nieuw: een andere stad, een
andere doelstelling".
Die doelstelling komt er op
neer dat Van Marle van het
eind van het strafproces naar
het begin is overgestapt. „Het
Pieter Baancentrum geeft een
advies of iemand een bepaald
feit kan worden toegerekend
of niet. Als Mesdag-directeur
geef je advies over de vrijhe
den die bij een bepaalde per
soon passen".
In het Pieter Baancentrum
aan de Utrechtse Gansstraat
worden verdachten van een
ernstig misdrijf zeven weken
lang geobserveerd. Het cen
trum adviseert de rechter. Was
iemand tijdens het misdrijf
verminderd toerekeningsvat
baar en moet hij /zij eventueel
'ter beschikking' worden ge
steld? De rechters in dit land,
u weet het allen, zijn onafhan
kelijk maar nemen de advie
zen volgens Van Marle serieus.
In de praktijk blijkt dat ze er
zeer veel waarde aan hechten.
Stoornis
Van Marle: „Je spreekt in het
Pieter Baancentrum niet van
patiënten maar van observan-
di of cliënten. Hier moeten we
uitzoeken of iemand gestoord
is, of er een verband bestaat
tussen het delict waarvan hij-
/zij verdacht wordt en een
geestelijke stoornis. Heeft een
hersenstoornis iemand aange
zet tot een roofoverval, dat
soort vragen".
„De observandi zitten hier ze
ven weken, daarin moet het
gebeuren. Psychologen, maat
schappelijk werkers en een in
ternist voor lichamelijk onder
zoek doen hun werk. In zeven
weken worden de cliënten 24
uur per dag geobserveerd: van
sport tot hun omgang met het
personeel. Dan rapporteert de
groepsleiding".
Bij dat werk krijgt bij de ge
bruikelijke tweedeling direc
teur/geneesheer het laatste
meer nadruk. Dat zint Van
Marle. Hij is eindverantwoor
delijk voor de rapporten en
moet daarom de discussie over
delinquentie en toerekenings
vatbaarheid op de voet blijven
„In de Van Mesdagkliniek
draait het om de behandeling
van tbs-gestelden en de conse
quenties voor het vrijheidsbe-
leid. Is er nog een stoornis
aanwezig? Hoe gevaarlijk is ie
mand? In het Pieter Baancen
trum gaat het ook om diag
nose, nu voor de rechter. Wat
is eén verdachte toe te reke
nen? De psychiaters in het
centrum hebben hun werkter
rein op de scheidslijn tussen
psychiatrie en recht. Zo'n uit
breiding van activiteiten inte
resseert me".
Voor de Van Mesdagkliniek
en het Pieter Baancentrum
geldt dat ze zich niet op res
pectievelijk het terrein van de
openbare orde of de bewijs
voering begeven.
Van Marle: „Daar zijn andere
deskundigen voor. Vergelijk
het met een toxicoloog die
kijkt of er gif in het bloed zit.
Zo en zoveel treft hij aan en
daarna zal hij hooguit nog zeg
gen dat de hoevëelheid dode
lijk kan zijn. Maar dan houdt
het op".
'Gek"
„Dat de verdachte zijn wil niet
in vrijheid heeft kunnen bepa
len". Die omschrijving staat in
de rapportage als de medewer
kers van het Pieter Baancen
trum een verminderde verant
woordelijkheid constateren
door een ziekelijk symptoom.
„Voor gek verklaren" heet dat
in de grommende volksmond
waaruit ook nog te noteren
valt dat vrijwel elke verdachte
eenzelfde oordeel wacht.
Van Marle reageert slagvaar
dig. „Even wat cijfertjes dus.
Het Pieter Baancentrum
maakt jaarlijks 200 rapporten.
Veertig procent bestaat uit het
advies tbs met verpleging.
Meer dan de helft wordt dus
niet 'gek verklaard'. We gaan
precies te werk. We willen
weten hoe het delict zich ont
sponnen heeft Het proces-ver-
baal en de voorgeschiedenis,
de relaties van iemand, zijn
van groot belang. Proberen te
verklaren waarom iemand
niet voetbalt. Klinisch obser
veren, het specifieke van de
stoornis omschrijven. Zo krijg
je een aantal plaatjes die je
over elkaar heen legt en tegen
het licht houdt".
Dan moet het imago van zijn
vorige instelling waarschijnlijk
ook wel bijgesteld worden.
Van Marle: „In de Van Mes
dagkliniek lopen de patiënten
inderdaad in en uit, maar wel
met goedkeuring. Er is sprake
van zo'n 2.000 verloven per
jaar, begeleid en onbegeleid.
Per jaar komt het vijf keer
voor dat iemand niet terug
komt. Daarnaast zijn er nog de
proefverloven die vestiging in
de maatschappij tot doel heb-
Vluchten
De Van Mesdagkliniek is één
van de vijf Nederlandse tbs-
instellingen. In Groningen zit
ten veel zware gevallen De
kliniek is goed beveiligd. Van
Marle „Sinds '84 is er nie
mand meer ontvlucht en dat
moet ik nu gelijk afkloppen".
Wel heeft zich een aantal ge
ruchtmakende recidives (ie
mand die opnieuw in de fout
gaat) voorgedaan. Van Marle
haalt- de gevallen met jaartal
en al terug. „In '77 mishande
ling, in '78 doodslag en in '88
verkrachting en moord". Met
name in '88 heeft Van Marle
als geneesheer/directeur in
het middelpunt van de belang
stelling gestaan. De verloven
als onderdeel van de behande
ling, de tbs als middel om
geestelijk gestoorde mensen
van de straat te houden; de
media konden bij de directeur
altijd terecht voor een reactie.
„Toch heb ik nog nooit zelf
een journalist opgebeld. Wat
dat betreft ben ik vrij afwach
tend. Maar ook het Pieter
Baancentrum is geen geheime
keuken".
„In de afgelopen tien jaar heb
ik zo'n dertig artikelen gepu
bliceerd. Daarin probeer je een
soort verantwoording af te leg
gen van wat je doet".
Gepantserd
Ook het Pieter Baancentrum
kent zijn ontsnappingen, waar
bij die van het brein achter de
Heineken-ontvoering hoog
scoort.
Het gepantserd glas. de stalen
sluizen en.de bewaking geven
aan dat een periode van obser
vatie niet gelijk staat aan be
rusting. Van Marle: „Je zit
hier tegen je wil en dan blijft
de drang tot ontsnappen".
Ontsnappingen staan bij dr.
H.J.C van Marle uiteraard
niet hoog op de prioriteiten
lijst. Als psycho-analyticus wil
hij zich de komende tijd met
name verdiepen in verkrach-
FOTO:
FREDDY
SCHINKEL
tingen. „Je zit hier in de unie
ke positie dat je in een vroeg
tijdig stadium mensen kunt
onderzoeken, een diagnose
kunt stéllen en een advies
voor behandeling kunt geven.
Verkrachtingen verdienen
meer aandacht: het aantal
neemt toe en ook het geweld
erbij. Ik vind dat we daar ex
tra aandacht aan moeten
schenken. Een systeem van di
agnostiek en behandeling kan
misschien bijdragen aan pre
ventie".
Minister
Systeem, daar houdt Van Mar
le wel van. Duidelijk omschrij
ven waar je mee bezig bent.
„Ik heb nooit een manage-
mentcursus gevolgd. Het mi
nisterie is terecht bezig lei
dinggevenden meer body te
geven. Zelf heb ik nooit die
behoefte gevoeld. Ik ben groot
geworden met het bestuurlij
ke, heb er veel met mijn vader
over gepraat, heb veel van
hem geleerd. Het beschouwen
de komt van mijn moeder. Als
al die contacten buitenshuis
het afleggen tegen nadenken,
visie; dan mis je toch nog wat.
Nadenken, dat is eigenlijk
mijn werk".
Op de vraag of hij het ministe
rie ooit eens zou willen leiden,
volgt een veelbetekenend ant
woord: „Dat zou ik heel leuk
vinden wat betreft de bestuur
lijke aspecten. Het integreren
van de activiteiten van ver
schillende ministeries. Het re
presentatieve gedeelte lijkt me
een hele zware belasting".
JOOP OFFRINGA
SUSKE EN WISKE DE KLEINE POSTRUITER
(c) Standaard Uitgeverlj/Wavery P
(Van onze correspondent
Roger Simons)
LONDEN Norma Ma
jor, echtgenote van de
nieuwe Britse premier
John Major, voelt er niets
voor om te gaan wonen in
Downing Street 10.
Ex-premier Thatcher heeft
haar vroegere ambtswoning,
waarin zij met haar man Denis
zo'n elf jaar lang de gezellige
flat 'boven de winkel' (num
mer 10 is een feite een kan
toorgebouw) had betrokken,
met tegenzin en verdriet ont
ruimd. De nieuwe 'first lady'
van de Britten is echter niet
van plan dit appartement over
te nemen.
De Majors hebben twee kinde
ren, een zoon van 15 en een
dochter van 18, die zeer ge
hecht zijn aan de ouderlijke
woning in Great Stukeley in
het graafschap Cambridgeshi
re. Zoon James zit in zijn
woonplaats op school; dochter
Elizabeth werkt daar als assis
tente van een dierenarts. Het
huis van hun ouders is 350.000
pond waard, maar nog lang
niet afbetaald.
Norma Major tracht haar kin
deren te beschermen voor de
opdringerige Britse media. „In
Londen zou dat vast niet luk
ken", zegt ze. „Bovendien heb
ben onze dochter en zoon in
Great Stukeley al hun vrien
den en kennissen, die zij in
Downing Street erg zouden
missen". Zij is dan ook van
plan alleen als het niet anders
kan naar Londen te komen.
Als John Major zich toevallig
een weekeinde niet hoeft te
bekommeren over staatszaken,
dan gaat hij in Great Stukeley
een paar uurtjes doorbrengen
bij vrouw en kinderen. Het is
echter onwaarschijnlijk dat dit
vaak zal gebeuren.
Ook het landhuis Chequers,
waarover de Majors in plaats
van de Thatchers voortaan de
beschikking hebben, zal door
de nieuwe premier en zijn ge
zin zelden worden bezocht.
Het feit dat John Major en zijn
vrouw Norma, een gewezen
kinderjuffrouw en lerares ko
ken, de voorkeur geven aan
hun eigen huis op het platte
land, in plaats te genieten van
de ambtswoning, veroorzaakt
bij de politie actute veiligheid
sproblemen.
De politie moet nu twee ver
schillende woningen bewaken,
die bovendien ver van elkaar
zijn verwijderd, en sterk van
elkander verschillen. Ook
schijnen de jonge Majors er
niets voor te voelen om hun
levenswijze grondig te wijzi
gen. Zij zullen het beslist niet
leuk vinden de hele tijd te
worden geschaduwd door
zwaargewapende veiligheids
agenten. Maar de politie wil
niets aan het toeval overlaten,
want alle leden van het gezin
Major worden beschouwd als
potentiële kandidaten voor
aanslagen door (IRA-)terroris-
ten
In tegenstelling tot Margaret
Thatcher wenst premier Major
zijn volledige salaris van
66.851 pond per jaar te ontvan
gen. De IJzeren Dame placht
zich net zoals de andere leden
van haar kabinet tevreden te
stellen met een jaarsalaris van
55.221 pond, maar echtgenoot
Denis was dan ook miljonair.
John Major daarentegen is zo
arm als de spreekwoordelijke
kerkrat. Hij moet een zware
hypotheek aflossen en zegt dat
hij elk pond sterling goed kan
gebruiken.
Alfred. J. Gabor
Ik spetter en ik snater, lekker
in het water Ga maar vast
naar huis, ik kom een druppel
later. Alfred J. Gabor heeft
het maar wat naar zijn zin in
zijn eigen badkamer. Het is
ook steeds een heel eind, van
Haaksbergen naar Den Haag
en weer terug. Dan mag je
graag zo aan het eind van de
dag eens lekker in je eigen
badkamer op je eigen
ministerie aller
vermoeienissen wegspoelen.
Lekker met de spons over de
blote bast soppen, ariaatje uit
de Parelvissers kwelen,
heerlijk! Wat galmt dat
trouwens lekker, zo tegen die
tegels. Mag ook wel, voor die
paar centen. Niet van dat
Gamma-spul van 9,90 per
vierkante meter, want dat kan
natuurlijk niks zijn voor dat
geld en bovendien: dan moet
je zelf gaan staan lijmen en
voegen en daar is geen tijd
voor met zo'n zware
portefeuille.
Ooit had Gabor eens in de
Privé gelezen dat Ruud Gullit
in zijn huis te Milaan vier
badkamers had. Vier
badkamers! En maar één lijf!
Maar móói, meneertje, móói!
Als hij zich toch eens zo'n
badkamer zou kunnen
permitteren, dan zou hij pas
echt geslaagd zijn in het leven.
Want voetballen als Gullit, dat
had er nooit in gezeten. Als
rechtsback in de junioren van
de plaatselijke amateurs had
hij het altijd al een beetje
zonde gevonden dat ze met z'n
allen dat mooie gras naar de
bliksem schopten. Uit principe
had hij daarom nooit slidings
gemaakt en ja, dan kun je het
wel schudden als verdediger.
..Jij kan maar beter bij de
plantsoenendienst gaan
werken. Gabortje", had zijn
trainer tegen hem gezegd
toen-ie z'n tegenstander voor
de zoveelste keer had laten
Maar na afloop toch met z'n
allen onder de douche, en dat
had wel iets. Joelen en
schreeuwen, mekaar een
beetje katten, en dan lekker
opgefrist in de kantine
allemaal een sinasje en een
zakkie chips. Maar het had z'n
beperkingen, want je moest
met twaalf, dertien jongens
drie douchés delen. Naarmate
hij ouder werd, ging hem dat
steeds meer storen. Een beetje
privacy was toch niet teveel
gevraagd, wel
Z'n vader had altijd gezegd:
jongen, als jij nou maar je best
blijft doen op school, dan kun
je later misschien zélf een hele
mooie badkamer betalen. En
hij had z 'n best gedaan én een
mooie carrière gemaakt, maar
zo'n mooie badkamer had er
nooit ingezeten. Ook niet toen
hij burgemeester van
Haaksbergen werd. Want wat
schuift dat nou helemaal, zo'n
kleine gemeente
Maar zie, er was in Den Haag
ineens een staatssecretaris op
Landbouw nodig en laten ze
nou bij hém langskomen. „Als
het nu niet kan, kan het nooit
meer", dacht hij in een flits. In
z'n plakboek zocht hij de foto
van Gull its badkamers op en
gaf opdracht er één na te
bouwen op het departement.
Ééntje maar; vier was meteen
weer zo overdreven.
En daar spettert Alfred J.
Gabor nu elke dag in zijn
eigen 'opfrisruimte'. Na elke
wedstrijd die hij voor het
eerste elftal van het CDA
heeft gespeeld, stapt hij
voldaan onder de douche. Nu
eens met wat dennenschuim
op de spons, dan weer 'n
Kneipp-kuurtje. Dat wordt
morgen gezond weer op. Maar
wat krijgen we nu? Gaat dat
VVD-kamerlid Piet Blauw
ineens moeilijk doen! Die
Gabor met z'n badkamer van
50.000 gulden, van onze
belastingcenten, dat kan toch
zomaar niet! Ach, wat zeurt
die man nou. Het is toch een
bescheiden badkamer
geworden; er zit nog niet eens
een bad in! Alleen een douche
met een prachtige mengkraan
en een massagekop en als
extraatje een paar van die
lekkere felle stralen die uit de
muur komen. En natuurlijk
een mooi plateautje om zeep,
shampoo en reukwatertjes op
te zetten. Mag-ie asjeblieft
Flauw van die Blauw, 't Is
gewoon de kift. Nooit
staatssecretaris geweest. En
ook nooit een jongensdroom
T. RUBBELS