,,'t Leger maakt echt geen man van je" unai Ie Prijzenslag: Vrolijk aan de lopende band £1 ZATERDAG 1 DECEMBER 1990 PAGINA 22 De telefoon stond bij de VVDM de eerste dagen na het bekend worden van de diensttijd vermindering roodgloeiend. FOTO: STEPHEN EVENHVIS AMERSFOORT/UTRECHT - De wacht van de Prins Bernhardkazer- ne in Amersfoort hoeft niet eens een identiteitsbewijs te zien. „Moet je naar de AVNM? Rij dan maar door", bromt hij. Officieel moet zelfs de hoogste generaal zich iden tificeren als hij een kazerneterrein op wil. De apathische opstelling van de soldaat aan de poort lijkt te kenend voor de veranderde tijden waarin ontspanning troef is en de krijgsmacht hevig ter discussie staat. De Algemene Vereniging Nederlandse Militairen (AVNM) en de Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM) hebben ogenschijnlijk de wind in de zei len. Tientallen jaren moesten zij opbok sen tegen de heersende opvatting dat het defensie-apparaat net als in andere NAVO-landen moest blijven groeien ter afschrikking van het Oostblok. Nu zelfs de felste 'havik' ervan overtuigd is dat een aanval uit de Sovjetunie voorlopig nog wel zal uitblijven, wordt alom ge pleit voor een inkrimping van de krijgs macht. Tegelijkertijd echter zijn politici en deskundigen ervan overtuigd dat er een nieuw leger moet worden geschapen: kleiner maar veel flexibeler en beter be wapend dan nu. De vakbonden van de 44.000 dienst plichtigen kunnen de vlag dus in top hangen. De diensttijd wordt korter en er worden in de toekomst minder dienst plichtigen opgeroepen. Maar zo simpel is het voor de AVNM en de VVDM niet. „Drie van de tien jongens gaan nu daadwerkelijk in dienst", zegt Jurgen Friedrichs (23), bestuurslid en woord voerder van de AVNM. met 26.000 le den de grootste van de twee bonden. Het AVNM-kantoor is druk bevolkt met in gele verenigingstruien gehulde medewer kers. Aan een muur hangt een groot schema met de ledenaanwas. „De solda ten ondervinden grote schade, zowel mentaal als financieel", vervolgt Frie drichs, die zijn studie Nederlands aan de Groningse universiteit heeft opgegeven cn die na zijn diensttijd naar het conser vatorium wil. „Voor veel jongens is de psychische druk. die voortkomt uit ab solute onderwerping aan het militaire sy steem. behoorlijk zwaar. Daarnaast heb ben zij een lager loon dan hun leeftijdge noten die een baan hebben. Het is ons doel die schade zo veel mogelijk te be perken. Dat betekent dal de diensttijd wat ons betreft heel kort kan zijn. Want laten we wel wezen: het leger maakt echt geen man van je, daar zijn we met z'n allen inmiddels wel achter". Twee soldaten leunen, een shaggie draaiend, tegen de zijkant van hun bemodderde YPR-rupsvoertuig. „Wat denk je Karei", zegt de één, „zwaaien we met Oud en Nieuw af, of zitten we nog tot februari vast?" Alles behalve vrolijk kijkend antwoordt de ander: „Het is wel lekker om eerder weg te mogen, maar voorlopig heb ik nog geen baan. Dus wat zou ik me druk ma ken over een datum?" Sinds bekend werd dat de verkor ting van de diensttijd van veertien naar twaalf maanden ook voor sol daten geldt die dit jaar zijn opgeko men, barsten de belangenverenigin gen voor dienstplichtigen AVNM en VVDM van het werk. De diensttijdvermindering is een ge volg van de plannen van minister Ter Beek voor een grondige sane ring van het defensie-apparaat. Bei de bonden, die al jarenlang strijden voor de belangen van Jan Soldaat, staan voor een nieuw tijdperk. Voorzichtig beginnen zij rekening te houden met een krijgsmacht zonder dienstplichtigen. OP NAAR EEN KRIJGSMACHT ZONDER DIENSTPLICHTIGEN Op het AVNM- kantoor in Amersfoort wordt druk overlegd over de problemen rond van de verkorting van de diensttijd. FOTO: PERS UNIE Cruciaal De AVNM vindt dan ook dat de dienst tijd naar tien maanden moet. „De twee maanden die er nu afgaan, komen voort uit de ontspanning tussen Oost en West. Wij hebben altijd geroepen dat er twee maanden af moesten uit oogpunt van ef- ficicnticvcrbetering. Het is een uitste kend middel om de verveling, die nu onder soldaten welig tiert, te bestrijden. Daarmee komen wij nu op een totale korting van vier maanden". Dan rijst de cruciale vraag, realiseert Friedrichs zich, of hel nog wel zinvol is om dienstplich tigen te hebben. „Als er door de inkrim ping van de krijgsmacht minder dienst plichtigen worden opgeroepen, moeten in de toekomst misschien één of twee van de tien jongens het leger in. Dan is de onrechtvaardigheid nog groter dan nu. Bovendien zeggen beroepsmilitairen dat je nauwelijks iets aan soldaten hebt die na hun opleiding maar een paar maanden paraat zijn. Onze conclusie is dan ook dat we aan een vrijwilligersleger moeten gaan denken". Die gedachte is in het verleden bij zowel de AVNM als de VVDM taboe geweest. De krijgsmacht moet juist 'voeling' hou den met de maatschappij, en andersom, luidde de redenering die ook in de poli tiek nog altijd brede steun ondervindt. Een beroepsleger is on-Nederlands. Het gevaar bestaat dat zo'n leger zich afzon dert van de samenleving en een maat schappij in een maatschappij wordt. De periodieke instroom van enkele duizen den 'tijdelijke' soldaten zou dat voorko men. In AVNM-kringen is het streven naar een beroepsleger inmiddels een openlijk uitgesproken mening. De 14.000 leden tellende VVDM daarentegen stelt zich formeel nog op het standpunt dat de dienstplicht moet blijven bestaan. Maar ook bij deze bond, de oudste van de twee. heeft de tijdgeest inmiddels toege slagen. Ommezwaai In de Utrechtse Kromhoutkazerne, waar de muren van het VVDM-bureau zijn volgeplakt met krantepagina's en posters die aan de harde acties uit het verleden herinneren, vertelt bestuurder en zegs man Titus Cunnen (24): „Binnenska mers wordt bij ons zeker gesproken over de afschaffing van de dienstplicht. We moeten meegaan met de ontwikkelingen. Het zou voor ons een ontzettende om mezwaai betekenen. Mijn grootste angst is dat. als we kiezen voor een beroepsle ger, er een krijgsmacht ontstaat met sol daten die louter uit de onderkant van de samenleving komen. Maar als er steeds minder mensen worden opgeroepen, moet je jezelf afvragen of de grenzen van de rechtvaardigheid niet worden over schreden". De angst voor een 'eng be roepsleger' speelt bij de AVNM veel minder. Friedrichs: „Nederland heeft he lemaal geen klimaat voor een staats greep! De geschiedenis leert trouwens dat bij de meeste staatsgrepen driftig ge bruik is gemaakt van dienstplichtigen. In VVDM-woordvoerder Titus Cunnen: „De afschaffing dienstplicht is voor ons een ont zettende ommezwaai". FOTO: STEPHEN EVENHUIS ons land heeft Defensie traditioneel veel contact met de samenleving. Er werken veel burgers en er wordt veel zaken ge daan met het bedrijfsleven. En wat ook opvalt: juist dienstplichtigen moeten 24 uur per dag op de kazerne blijven. Het beroepspersoneel zegt om vijf uur 'tabé!' en gaat duiven melken en voetballen en mengt zich op allerlei manieren in het maatschappelijk leven. Dus het argu ment van "de maatschappij in de maat schappij' is allang achterhaald". Voorlopig is de afschaffing van de dienstplicht politiek onhaalbaar. Daar om richten AVNM en VVDM zich in eerste instantie op de verkorting van de diensttijd. Eind oktober kwam de eerste lichting op die slechts twaalf maanden hoeft te dienen. Beide bonden traden onmiddellijk in het geweer en eisten dat de vermindering ook zou gelden voor soldaten die nu nog in dienst zitten. Toen de Tweede Kamer deze opvatting bleek te delen, ging minister Ter Beek overstag en besloot hij dat minimaal 80 procent van de huidige dienstplichtigen eerder naar huis mag. Maar wel met de toevoeging van een belangrijke beper king. Alle soldaten die vanaf januari van dit jaar zijn opgekomen, kunnen in prin cipe in aanmerking komen voor de ver korting. Zij moeten daartoe bij hun on derdeelscommandant een verzoek indie nen. Landelijk gezien echter mag maxi maal 20 procent van de dienstplichtigen door de commandant worden belet eerder uit dienst te gaan. Het gaat dan om militairen die 'sleutelfuncties' ver vullen. En daar wringt de schoen. Roodgloeiend „Drie minuten nadat Ter Beek de toe zegging had gedaan, stond bij ons de te lefoon roodgloeiend", aldus VVDM'er Cunnen, een bedrijfseconoom uit Til burg. „Er heerste veel onduidelijkheid. Later bleek dat veel commandanten te gen hun manschappen zeiden: jullie heb ben allemaal sleutelfuncties. Bij veel sol daten ontbrak de moed om hier tegen in te gaan, terwijl ze formeel het recht heb ben tegen een beslissing van hun baas in beroep te gaan. Wij hebben zelf maar de informatiestroom op gang gezet. Maar desondanks spelen er bij de onderdelen allerlei problemen. Sommige comman danten zien kans om soldaten die zij al tijd vervelend hebben gevonden weg te sturen, terwijl degenen die gewoon hun werk hebben gedaan moeten blijven. Die jongens worden dus gestraft voor hun goede gedrag. Wij krijgen telefoontjes van leden die zeggen 'Ik heb nooit iets te doen gehad en heb nu ineens een sleutel functie!' Het beroerde is dat wij niet kunnen beoordelen wat wel en wat geen sleutelfuncties zijn". Bij de AVNM komen nog dagelijks vele tientallen telefoontjes binnen van ver ontruste soldaten, vertelt Friedrichs. „Hier in Amersfoort zit een muziek korps. De kapelmeester stelde keihard dat alle musici onmisbaar zijn. Wij zei den op onze beurt dat het geen militaire taak betrof. Daarop kregen alle jongens hun oude functie-codenummer van hun militaire functie weer toebedeeld, zodat zij formeel terug waren bij het onderdeel waar ze vandaan zijn gekomen. Dus de één was weer schutter, de ander weer chauffeur. Maar feitelijk bleven zij ge woon trompettist. Met deze truc pro beert de kapelmeester driekwart van zijn personeel te houden, maar wij vinden dat zeer onredelijk en zullen tegen zulke zaken blijven vechten". Het gekke is, al dus Friedrichs, dat de meeste comman danten 'hun' jongens wel een kortere diensttijd gunnen, maar vaak doodleuk zeggen: ik kan ze niet laten gaan, ik moet mijn club draaiende houden". Op het ministerie van defensie in Den Haag geeft woordvoerder Van Berkel, gespecialiseerd in dienstplichtzaken, toe: „In het begin was er enige onduidelijk heid over de diensttijdverkorting. Het gebeurde allemaal nogal snel. Minister Ter Beek zei het tijdens een overleg met de kamer en daarop hebben wij vlot ge reageerd. Alle commandanten zijn door ons schriftelijk ingelicht. Het is logisch en het meest praktisch dat de beslissing bij de onderdeelscommandanten ligt. De rode lijn voor ons is dat de doelstelling om 80 procent eerder uit dienst te laten gaan recht overeind staat". En de klacht van de bonden dat er op basis van pure willekeur wordt geselec teerd? Van Berkel: „Wij hebben aangege ven wat sleutelfuncties kunnen zijn. Het gaat om personeel dat onmisbaar is voor de bedrijfsvoering, zoals commando functies en bij onderhouds- en bewa kingseenheden. Maar het is denkbaar dat de definitie van 'sleutelfunctie' va rieert. Bijvoorbeeld als er ergens een te kort aan chauffeurs is, en de comman dant dus zijn mensen dringend nodig heeft". De eerste indrukken bij Defensie zijn dat lang niet alle soldaten een ver zoek om verkorting indienen. „We heb ben het nog niet geregistreerd, alles staat nog niet op een rij, vandaar dat ik wat voorzichtig moet zijn", aldus Van Ber kel. „Maar vrijwel zeker is dat niet 100 procent van de soldaten eerder uit dienst wil". Koffiedik De problematiek speelt niet meer voor jongens die nog in dienst moeten. De meesten van hen zullen twaalf maanden onder de wapenen zijn. Alleen een min derheid, bestaande uit onderofficieren en officieren die tot nog toe zestien maan den dienden, moet veertien maanden blijven. Voor de bonden is het koffiedik kijken hoe de nieuwe diensttijd in de praktijk zal uitwerken. Het is denkbaar dat sommige onderde len in de problemen komen doordat va catures niet meer kunnen worden ver vuld. Harde bewijzen daarvoor ontbre ken zolang de Defensienota niet is ver schenen. In dit stuk, dat in januari uit komt, zal Ter Beek zijn toekomstvisie geven op de krijgsmacht - met alle fi nanciële, personele en materiele gevol gen van dien. Volgens Defensie-woord- voerder Van Berkel kunnen in de over gangssituatie van het oude naar het nieuwe dienslplichtsysteem hier en daar zeker 'gaten' ontstaan. „Ik verwacht dat er tijdelijk ongeveer vijfhonderd vacatu res komen, voornamelijk op officiersni veau. Die zullen worden opgevuld door beroepspersoneel en door kort-verband- vrijwilligers". De AVNM en de VVDM zullen zeker de vinger aan de pols houden. Wellicht komt het ooit tot een fusie tussen de twee bonden, filosoferen Friedrichs en Cunnen. „In het overleg met het minis terie trekken we al gelijk op", zeggen beiden, terwijl ze tegelijkertijd bena drukken dat het karakter van AVNM en VVDM nog altijd behoorlijk verschilt. „Het actiemodel van de VVDM is ach terhaald". meent AVNM'er Friedrichs. „De jaren negentig zijn de jaren van het overleg". Zijn VVDM-collega Cunnen geeft juist hoog op van de traditie van zijn bond: „Ons gedachtengoed weegt heel zwaar. Daarnaast zijn wij lid van de FNV, en daar is de AVNM niet blij mee. Bovendien is concurrentie tussen twee verenigingen gezond, je houdt elkaar scherp". Maar, realiseren Friedrichs en Cunnen zich, hoe minder dienstplichti gen er komen, hoe lager de inkomsten van beide bonden zullen zijn. De finan ciële positie kan een fusie onvermijdelijk maken. Voorlopig zal de strijd om de gunst van de dienstplichtige nog door gaan. „We zijn volop aan elkaar ge waagd", concluderen beide bestuursle den glunderend. ROB SEBES Negen jaar is het jongetje Hans Mulders als hij lid wordt van een goochelvereniging. Hij HANS K A 7 AN NFFA/TT 7TTN moet een artiestennaam hebben. Zijn grote idool Fred Kaps levert de eerste twee letters: L. I „VI j. Z^IJ i Ka. Een onbekende goochelaar de laatste: Zan. Zelfs op zijn proefwerkpapier zet Hansje PT JRTIEK SFRTFT IS zijn nieuwe naam: Hans Kazan. Nu hij 37 is kennen de meeste mensen de goochelaar lililiv dijimijUJ Hans Kazan vooral als presentator van RTL4's Prijzenslag. HILVERSUM - „U komt uw prijs halen", zegt de receptioniste afwe zig als ik binnenkom. Zij zetelt in de hal van studio 21, de eigen werkplek van producent John de Mol, vrije jongen op het terrein van het in het vak als log omschre ven NOB in Hilversum. Het is nog rustig bij de balie. Binnen een half uur zal dat veranderd zijn. Dan komt het verplegend personeel van een ziekenhuis uit Sluiskil, een groep van het Korps Rijkspolitie Apeldoorn en een vriendenvereniging uit het Brabantse Zeeland. Ogenschijnlijk gewone vader landers. Ogenschijnlijk: want binnen een uur na binnenkomst grijpt een politie man uit Apeldoorn de arm van een cor pulente oma uit Brabant om in te haken bij het Zingen van de onverwoestbare meezinger van Pierre Kartner 'Het klei ne café aan de haven'. De tribune zindert. Het doel van agent en oma is gelijk: het bijwonen van afle vering 259 van Prijzenslag, de weggeef- show van Hans Kazèn, die vijf dagen per week wordt uitgezonden op de com merciële Luxemburgse zender RTL4. Vandaag zullen in totaal vijf afleverin gen worden opgenomen. In drie weken heeft de ploeg van De Mol 75 uitzendin gen op de band gezet, goed voor een kwartaal amusement. Bij binnenkomst wordt iedere deelnemer beplakt met een immense sticker met voornaam. Steeds mag een groepje van zes naar binnen. „Hallo ik ben John, en waar komt Beppie vandaan?" vraagt een produktiemedewerker in de gang naar de tribune. Beppie en de vele anderen wor den eerst gescreend. John mompelt een soort code naar een collega. Straks zal spreekstalmeester Tom Mul der ineens haar naam afroepen. Zij mag aan het rad draaien en misschien met een prijs, variërend van een teddybeer tot een auto, naar huis. Voorlopig onwe tend van het feit dat 'haar toekomst vanaf nu verandert' (zoals Kazan dat la ter in het spel bij het rad noemt) loopt Beppie naar de tribune. Kijkers Intussen kiest Kazan in zijn kleedkamer één van de vijf kostuums uit, waarin hij vandaag presenteert: „Mijn taak is aan het begin van de avond de kijkers RTL4 binnen te trekken", zegt hij. Met ruim een miljoen kijkers lijkt dat aardig te lukken. De prijs van een commercial is inmiddels gestegen tot 12.000 gulden voor een halve minuut. Tevreden stelt Kazan vast: „We hebben een hele grote doelgroep boven de veer tig en een grote groep kinderen. Dat kun je aan de commercials zien die erom heen zitten: dat de Hema bij zo'n pro gramma bijvoorbeeld adverteert, maar ook een autofabrikant". Een jaar geleden stond Kazan, gooche laar uit Bathmen, op het punt met een theatershow het land in te gaan. „Ik wil vooral entertainer zijn. De mensen aan het lachen brengen", zei hij toen in een interview. Een jaar later liggen de plan nen van de theatertournee nog steeds in de kast. Commerciële tv deed haar intre de en Kazan brengt inmiddels vijf keer per week zijn weggeefshow op RTL4. Aardig Sommigen vinden zijn shows meer om te huilen. Te vlak, te onpersoonlijk. Hij kent de kritiek: „Ik weet het. Voor som migen ben ik de ideale schoonzoon. Vol gens anderen pleegt de schoonfamilie dan wel na twee maanden zelfmoord. Er zijn mensen, die zeggen: die man is alijd aardig, dat kan nooit echt zijn. Nou, ik bén gewoon aardig". Het valt niet te ontkennen. Blijft de verbazing, dat iemand wild-en- thousiast kan zijn van een spelletje, dat ooit door Fred Oster bij de AVRO be gon en nu, zoals gezegd, de 300e afleve ring nadert: „Ik krijg nooit een dip. Daar heb ik geen last van. Dit is altijd leuk. Ik word natuurlijk wel moe, want het is heel zwaar. De vijfde opname op een dag moet net zo goed zijn als de eerste. Als het kan nóg leuker". De snelle formule Iaat weinig plaats voor enige diepgang. Laat staan voor hu mor: „Dat klopt. Dat kan binnen deze formule helemaal niet. Het mag hele maal niet. Daarom mag ik ook niet goo chelen. De formule is heel strak". Gesprekken „Er blijft weinig ruimte over voor diep gaande gesprekken met kandidaten of voor entertainment. Je moet een boel dingen weglaten, maar daar staat tegen over dat mijn presentatiekant tot zijn recht kan komen, de capaciteit om men sen op hun gemak te stellen. Mijn doel. lijke opgewekte vrolijke sfeer in het pro gramma te brengen waardoor iedereeen die van zo'n programma houdt er met plezier naar kijkt". „Ik heb maar heel kort tijd voor een heel oppervlakkig gesprekje. Je hoopt dat iemand iets leuks zegt, een leuk beroep of hobby heeft. Ik weet van tevo ren niks. Als ze van de tribune naar be neden komen lopen, dan zie ik ze voor het eerst. Alles is improvisatie. Het hele programma is improvisatie. Jouw kunst is dat je de mensen in 35 seconden tot leven moet wekken voor de mensen thuis. Maar het kan dat alles aan men sen trilt. Dan is het moeilijk om ze los te krijgen. Het is jouw taak dat mensen Hans Kazan: „Ik weet het. Voor sommigen ben ik de ideale schoonzoon". FOTO: DIJKSTRA niet verstijfd van schrik door het pro- grammma heenwandelen". Het spelprogramma vereist geen intellec tuele bagage. Het is voldoende als de deelnemer vooraf wat auto- en waren huisfolders heeft bekeken. Toch ontkent Kazan dat hebzucht de drijvende kracht is van het spelletje: „Als je het negatief wil beschrijven zeggen mensen over ons programma, o wat zijn die mensen heb berig. Maar zo is het gewoon niet. We spelen een spelletje. Als je thuis een spel letje speelt, of dat nou kaarten is of gan zenborden, dan roept ook iemand: Hoe ra, ik heb gewonnen. Of er nou lucifers of pinda's of dubbeltjes in de pot zitten. Zo spelen we hier ook een spelletje". HENK VERKERK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 22