inaie
De moderne
mens is
zonder klok
hulpeloos
Van een wereld die de tijd regelde
naar een tijd die de wereld regelt
ZATERDAG 1 DECEMBER 1990
Je kunt het winnen en verlie
zen. Vroeger en later zijn er
onlosmakelijk mee verbon
den. De holenmens maalde er
niet om, zijn moderne nazaat
is er volledig van afhankelijk.
De historicus duikt erin terug
en de futuroloog loopt er op.
vooruit. Het inspireert schrij
vers tot het maken van fanta
sierijke verhalen en gedichten.
Het verleidt handige uitvin
ders tot het bouwen van fasci
nerende constructies. We heb
ben het over de tijd.
In de Nieuwe Kerk in Am
sterdam is deze week een ten
toonstelling geopend, waarin
'tijd' vanuit diverse invalshoe
ken wordt belicht: een histo
risch overzicht van tijdmeting,
het gebruik van tijd in de fysi
ca, de invloed van tijd op de
natuur en de rol die tijd speelt
in de samenleving. Met be
hulp van 811 objecten worden
deze thema's toegelicht.
Geen modern mens kan zich onttrekken aan 'tijd'. Kinderen worden via horloges en wekkers al bewust gemaakt van de onverbiddelijk
wegtikkende tijd. FOTO: PR
AMSTERDAM - Bij 'Willem Doorsnee'
loopt 's morgens om 7.15 uur de wekker
af. Een wekker met twee bellen die bo
vendien in een bord met centen staat;
Willem slaapt nogal vast. Ongeveer een
uur later vertrekt hij naar zijn werk,
waar hij om 8.30 uur een kaart in de
prikklok drukt. Om 9.30 uur heeft hij
een kwartiertje koffiepauze. Tegen 11.00
uur maakt hij met een collega, die hem
de volgende dag wil spreken een af
spraak. Hij noteert die in z'n agenda.
Van 12.30 tot 13.00 uur eet hij z'n boter
hammen in de kantine, 's Middags legt
hij z'n werk weer een kwartier neer om
snel twee koppen thee naar binnen te
werken: dat gebeurt tussen 15.00 en
15.15 uur. Klokslag 17.00 steekt hij weer
een kaart in de prikklok en gaat naar
huis.
Nadat hij z'n jas heeft opgehangen en
z'n vrouw heeft begroet, heeft hij tien
minuten om de krant door te nemen.
Om 17.30 uur staat namelijk het eten op
tafel. Tussen een paar happen zuurkool
door overlegt hij met z'n vrouw welke
weken hij precies vrij moet nemen voor
de zomervakantie. Ook spreken ze nog
even af hoe laat ze zaterdag opa en oma
gaan opzoeken.
Terwijl hij, liggend in z'n fauteuil, het
eten laat zakken, denkt hij na over een
opmerking die de chef maakte. Als hij
nog een cursus zou doen, zou hij een
goede kans maken om over twee jaar
promotie te maken. Maar ja, het zou
hem wel drie avonden in de week kos
ten... Om 20.00 uur ontwaakt hij uit z'n
gepeins: Harmen Siezen leest het nieuws
van de dag voor. Na het Journaal wordt
het tijd voor de wekelijkse trimronde
met de buurman. Ze lopen tegen elkaar,
maar ook tegen de klok: het streven is
om elke keer een paar seconden onder
het persoonlijk record te duiken. Het
lukt vandaag niet. Tegen 23.00 uur gaat
Willem Doorsnee naar bed; het is mor
gen weer vroeg dag.
Zolang hij rondwandelt op de aar
de heeft de mens geprobeerd greep
op de tijd te krijgen. Daar is hij
aardig in geslaagd. 'Van een wereld
die de tijd regelde naar een tijd die
de wereld regelt', luidt dan ook de
titel boven het opstel van historica
en astro-fysica Elly Dekker in de
catalogus bij de Grote Tijd Ten
toonstelling.
..Tijdmeting beantwoordt aan een be
hoefte". verklaart Anthony Turner in
zijn bijdrage, „De behoefte aan het op
richten van mijlpalen, wegwijzers". De
eerste uitingen daarvan zijn kalenders
die zijn opgesteld aan de hand van enke
le eenvoudige waarnemingen: de veran
dering van dag en nacht, de maanstan
den en de seizoenen. Hoe een kalender
er uitzag, had veel te maken met de
functie die hij had. Zo had een boer een
andere kalender dan de geestelijke. Er
ontstond dan ook een grote verscheiden
heid aan kalenders in vroege samenle
vingen.
In de Oudheid kwam daar enige veran
dering in: de dag werd in uren opge
deeld. Omdat dat gebeurde met behulp
van zonnewijzers waren die uren niet
even lang. Dat veranderde in de loop
van de Middeleeuwen. Het kloosterle
ven heeft deze vernieuwing sterk gesti
muleerd, stelt Turner. „In de vijfde
eeuw al waren kloosters door de tijd ge
reguleerde gemeenschappen. Het ware
dienen van God vereiste punctualiteit,
de kracht van het gebed werd vergroot
wanneer de hele gemeenschap dit tege
lijk opdroeg. Het systeem van een alom
aanwezige, gemeenschappelijke tijd en
de vernietiging van privé-tijd in het le
ven van de monniken, hielp de monnik
in de strijd om zichzelf te overwinnen
en zich in God te verliezen". Een door
een gewicht aangedreven klok deed zijn
intrede, een klok die alleen maar uren
van gelijke duur kan aangeven.
Huygens
Door de ontdekking van het slingeruur
werk door Christiaan Huygens in 1657
kon de geregelde tijd wijd verbreid wor
den. Het verhuisde bij wijze van spreken
van de laboratoria naar de huiskamer.
Huygens' klok was bovendien een stuk
preciezer dan alle voorgangers: de afwij
king per dag werd teruggebracht van een
kwartier naar vijftien seconden.
Tijd. Alles draait om tijd in onze samen
leving. Zonder een klok is de moderne
mens een hulpeloos wezen. Werk, va
kantie, visite, uitstapjes, carrière... alles
wordt in tijd uitgedrukt. Deze tijdsaf
hankelijkheid bestaat nog maar goed
honderd jaar. Communicatieweten
schapper Willem Dijkhuis schetst in zijn
bijdrage in het boek 'Tijd', dat tevens
catalogus is van de Grote Tijd Tentoon
stelling in de Nieuwe Kerk in Amster
dam, enkele ontwikkelingen die in de
vorige eeuw tot het huidige tijdsbesef
hebben geleid; een schets die overigens
al even jachtig is als de samenleving die
beschreven wordt.
De 19e eeuw was een scharnier in de
tijd, zegt Dijkhuis. „Aan het eind van de
eerste helft van de achttiende eeuw be
gon de aloude fascinatie voor tijd en
snelheid uit te groeien tot een volslagen
obsessie. Gedurende de tweede helft van
die eeuw begon de maatschappij te pro
fiteren van de wetenschappelijke ver
worvenheden van geleerden als Pascal,
Huygens, Leibniz en Newton een eeuw
eerder. Toen de ambachtsman James
Watt experimenteerde met een nieuw
soort energie, bestonden er reeds klok
ken met een precisie die veel exacter was
dan een afwijking van één seconde per
dag. De obsessie voor ruimte en tijd, en
het kind daarvan, snelheid, escaleerde
tijdens koningin Vicoria's regering, in
het bijzonder in Engelstalige en verstede
lijkte gebieden".
In de vorige eeuw zagen tal van uitvin
dingen het licht die tijd een andere in
houd hebben gegeven. Met de fotografie
van Daguerre en Nièpce, en de fonograaf
van Edison werd het mogelijk om tijd in
de greep te krijgen. Beeld en geluid kon
den vastgelegd worden. Met behulp van
stenografie en typemachine konden kler
ken ineens veel sneller werken en daar
door tijd winnen. De telegraaf maakte
het mogelijk dat een gebeurtenis in En
geland de vorige dag in Amerika al be
kend was. Immers, met de telegraaf kon
nieuws zich sneller over de aardbol ver
plaatsen dan zonlicht. Deze voorloper
van radio, telefoon en satelliet maakte
tijd daarmee relatief. Een thema waaro
ver Einstein in 1905 een theorie publi
ceerde.
Ook van invloed op het tijdsbesef van
de 19e eeuwse mens en zijn kroost wa
ren de bevindingen van Darwin. Tot
dan ging men ervan uit dat de wereld
maximaal 7000 jaar bestond. Darwins
ideeën over de evolutie verlegden die
grens met enkele miljoenen jaren. Door
medische vondsten verdubbelde de le
vensverwachting; een mens is op z'n
vijftigste nog lang niet oud.
Specialisatie
Hét kenmerk van de vorige eeuw was
specialisatie. In de wetenschap maakte
de 'filosoof die alles als één geheel be
studeerde, plaats voor de scheikundige,
wiskundige, politieke wetenschapper,
historicus en wijsgeer. Meer aanspre
kend wellicht is de specialisatie in de ar
beidsorganisatie, in 1936 door Charley
Chaplin op schitterende wijze verbeeldt
in zijn film 'Modern Times'. Een goed
georganiseerde arbeidsverdeling beteken
de meer produktie in minder tijd. Een
prikklok was een logische onderdeel van
dit systeem.
Al in het midden van de 14e eeuw wer
den in de handelscentra van Europa
(Noord-Italië, Noordwest-Frankrijk en
Vlaanderen) klokken en zandlopers ge
bruikt om arbeidstijd te meten. De notie
dat tijd geld is, drong pas goed door toen
"de omvang van ondernemingen ging toe
nemen in de 18e en vooral 19e eeuw.
Controle van arbeidstijd wordt op steeds
grotere schaal ingevoerd.
De wiskundige en grondlegger van de
computertechnologie, Charles
heeft een belangrijke rol gespeeld in de
'rationalisatie van het produktieproces'
gespeeld. In zijn boek 'On the economy
of Machinery and Manufacture' (1832)
de principes voor een arbeidsorganisatie
die tijd- en daarmee kostenbesparend
zou zijn. Naast de invoering van machi
nes om routinewerk uit te voeren, be
pleitte hij het gebruik van instrumenten
om mensen die dat werk deden te con
troleren. De Britse hoogleraar ging daar
in erg ver. In 1836 schrijft hij: „Het nut
tigste apparaat van dit soort is er wel
licht één voor het verzekeren van de
waakzaamheid van de nachtwaker. Het
is een apparaatje dat aan een klok vast
zit die in een vertrek is geplaatst waartoe
de bewaker geen toegang heeft; op een
bepaald gedeelte van zijn ronde, één
keer per uur, moet hij "aan een touw
trekken. Het instrument, dat toepasselijk
verklikker heet, informeert de eigenaar
of de wacht gedurende de nacht uren
heeft gemist, en zo ja, welke".
Inmiddels zijn er systemen op de markt
die de tijd in een arbeidsproces volledig
beheersen. Toegangscontrole, tijdregi
stratie, -planning en -berekening zijn in
dergelijke systemen geïntegreerd. Over
het systeem Bomics wordt in de Tijd-ca-
talogus opgemerkt: „Het meet en contro-
Mechanische uurwerken (links) werden in de jaren veertig als betrouwbare De twaalfde eeuwse water klok, die naast de tijd ook de wisslende dag- en
tijdmeters vervangen door kwartsuurwerken.
nachtlengtes weergeeft, de dierenriem afbeeldt en de zon- en maanstranden
FOTO: PR registreert, is een van de pronkstukken op de tentoonstelling Tijd.
FOTO: PP
ATOOMKLOKKEN GEVEN DE HOOGSTE GRAAD VAN PRECISIE
Dat nam niet weg dat klokken afhanke
lijk bleven van de rotatie van de aarde,
en daarmee van de zonnestanden, als
ijkmiddel. Het slingermechaniek was
nog niet betrouwbaar genoeg om een al
gemeen aanvaarde standaardtijd weer te
geven. Elk land hanteerde in het begin
van de vorige eeuw dan ook nog z'n ei
gen tijd. Met het toenemen van contac
ten tussen steden en landen groeide de
behoefte aan gelijkschakeling van tijden.
Op aandrang van de Britse koopvaardij
kwam daarin verandering. Tijd is voor
een juiste plaatsbepaling op zee van
groot belang voor een kapitein. Wanneer
in havens op vaste tijden zichtbare sig
nalen gegeven zouden worden, konden
scheepslui hun chronometers snel corri
geren en ingewikkelde berekeningen ver
mijden. Vanaf 1833 liet het Koninklijk
Observatorium in Greenwich daarom op
vaste tijden en van grote hoogte een bal
vallen.
Dat was het begin van een uniforme tij-
schaal in de wereld. De telegraaf zorgde
in de jaren vijftig van de vorige eeuw
voor eenheid in tijd in grote delen van
Engeland. In 1884 werd tijdens een in
ternationale conferentie afgesproken om
van de Greenwich Middelbare Tijd de
universele standaardtijd te maken. De
radiotelegrafie leidde er vervolgens toe
dat begin deze eeuw de tijdbal werd ver
vangen door radiotijdseinen.
Aan de overeenstemming in de wereld
over de verdeling van de globe in tijdzo
nes van een uur, waarbij de nulzonc aan
de Grèenwich-meridiaan is gekoppeld, is
niet meer gesleuteld. Dat ligt anders met
de precisie van de waarneming van de
leert tijd, geeft een compleet overzicht
van het tijdgebruik en signaleert afwij
kingen van het plan, zelfs als die maar
een minuut zijn. Bomics is een systeem
voor het vooraf plannen en achteraf con
troleren van arbeidstijd en projecttijd,
zo precies of zo algemeen als nodig is.
Het geeft automatisch waarschuwingssig
nalen wanneer dat nodig en kan gebruikt
worden voor andere doeleinden zoals fi
nanciële bedrijfsmiddelen en tijdgecon-
troleerde toegangssleutels".
Recordhouder
Net als arbeid is ook sport in de greep
van tijd terechtgekomen. Prestaties
moesten gemeten worden. Het woord
'record' (als afkorting van 'fastest recor
ded time') doet z'n intrede. Het aardige
is dat deze term in de Klassieke Oud
heid volstrekt onbekend was. De atleten
maalden niet om tijden en afstanden die
gelopen respectievelijk gegooid en ge
sprongen werden. Volgordes, bepaald in
rechtstreekse duels, daar ging het om.
Nu bepalen honderdsten van seconden
wie zich winnaar of recordhouder mag
noemen.
Dat tijdmeting tegelijk in arbeid en sport
een grote rol ging spelen, is volgens Dijk
huis geen toeval. „Het valt op dat zowel
de Industriële Revolutie als het concept
van de moderne sporten afkomstig is uit
hetzelfde land: Groot-Brittannië. Dit sa
menvallen is zeker niet toevallig. Sport
en geïndustrialiseerd kapitalisme hebben
veel gemeen".
FRANS BOSSCHER
De Grote Tijd Tentoonstelling in de
Nieuwe Kerk op de Dam in Amsterdam
is te bezichtigen tot 6 januari 1991, da
gelijks van 10.00 tot 17.00 uur: op maan
dag gesloten, behalve op 24 en 31 decem
ber. Bij de tentoonstelling hoort een ca
talogus: A.J. Turner (redactie). Tijd,
SDU, ƒ49,50.
tijd. De 20e eeuw heeft wat dat betreft
enkele spectaculaire vondsten laten zien.
In 1936 werd de GMT nog bepaald met
vijf pendulum-klokken: één hoofdklok
en vier controleklokken. De technologie
van de radiotelegrafie stimuleerde de
ontwikkeling van de kwartsklok. Om de
frequenties van radiogolven te kunnen
meten, waren nieuwe instrumenten no
dig. Het tellen van minstens 100.000
trillingen per seconde, die zich in een ra
diogolf voordoen, levert bijna automa
tisch een zeer accurate tijdmeting op.
Horton en Morrison beschreven de eer
ste kwartsklok in 1928; in het begin van
de jaren veertig waren vrijwel alle me
chanische uurwerken van astronomen
en tijddiensten vervangen door kwarts-
uurwerken. De precisie was verbeterd
tot een afwijking van een tiende seconde
per etmaal; een slingeruurwerk wijkt per
24 uur, zoals gezegd, tien tot vijftien se
conden af.
Na de Tweede Wereldoorlog was de
kwartsklok zo verbeterd, dat de rotatie
van de aarde niet meer geschikt was als
ijkmiddel. De variatie in z'n omwente
lingssnelheid bedroeg ongeveer één mil
liseconde. Onbetrouwbaar dus, zo luidde
het vonnis.
Daarmee waren de tijdtechneuten nog
niet tevreden. De perfecte precisie was
nog niet bereikt. De temperatuurgevoe-
ligheid van kwartstrillingen veroorzaakte
nog altijd afwijkingen, hoe klein ook.
Met atoomklokken is een nog hogere
graad van precisie bereikt: per 300.000
jaar lopen ze één seconde uit de pas. In
1967 is de atoomseconde door de Alge
mene Conferentie door Maten en Ge
wichten in Parijs tot fundamentele tij
deenheid genomen.
Ge
voel
„Eeuwenlang hebben astronomen de tijd
bijgehouden door regelmatig de passage
van sterren door de meridiaan te obser
veren". schrijft Elly Dekker. „Eeuwen
lang hebben zij de bewegingen van de
hemellichamen bijgehouden om onze ja
ren te tellen. Eeuwenlang heeft het uur
werk van het heelal ons de tijd geleverd.
Het meten van tijd door de oscillaties
van een ccsiumbundel-resonator te tel
len lijkt, hoe stabiel ook, niet hetzelfde
te bewerkstelligen. Tijd heeft naar ons
gevoel te maken met dag en nacht, zo
mer en winter, met onze plaats op aarde,
of die nu Moskou of New York is. Dat
gevoel raakt men niet gemakkelijk
kwijt."
■Ceidóe&xncMii1