Generaties groeiden op met de muziek van Peter Schilperoort Literaire reizen en het nieuwe Oost-Europa Knulligheid troef bij gala voor Paul de Leeuw Voorschoten jubileert met stijlvolle Molière Zonder sen time praten over de dood Forum Filharmonm- langzaam in vorm KUNST/RTV Soumnt MAANDAG 19 NOVEMBER 1990 PAGII if Russische cineast Leonid Trauberg overleden MOSKOU /DEN BOSCH De Russische cineast Leonid Trauberg is vorige 'week op 89-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats Moskou. Hij was al geruime tijd ziek. Dit heeft zijn biograaf T. van Houten zaterdag in Den Bosch bekendgemaakt. Trauberg wordt, aldus Van Houten beschouwd als de belang rijkste Russische cineast uit de filmschool van de jaren twintig, waarvan Ser- gej Eisenstein ook deel uitmaakte. Trauberg is vorig jaar, na een periode van politieke problemen wegens zijn joodse afkomst, gerehabiliteerd. Hij kreeg toen een belangrijke Russische cultuurprijs voor zijn gehele werk. De be roemdste film van de in 1901 in Odessa geboren Traubefg is 'Nieuw Babyion' uit 1929. Bij deze stomme film hoort muziek van de componist Sjostakovitsj gespeeld te worden. Trauberg is enkele jaren geleden in Nederland geweest om een voorstelling van deze film bij te wonen, waarbij de filmmuziek live werd gespeeld. Sjostakovitsj maakte muziek voor alle films van Trauberg. An dere békende films van Trauberg zijn de delen van de Maxim-trilogie uit de jaren dertig. Zijn laatste film maakte hij in 1960: 'De dode zielen' naar het werk van Nikolaj Gogol. Trauberg was niet alleen filmmaker, hij schreef ook boeken en scenario's. Hij was hoogleraar in de cinematografie in Leningrad, Alma Ata en Moskou. Een aantal films van Trauberg is in het Westen onder hevig geweest aan verboden of censuur. Zo werd zijn füm 'Nieuw Babyion' (over de Commune van Parijs) in 1971 in Frankrijk verboden omdat de film als te opruiend werd beschouwd. Prijs voor Peter Schat De Nederlandse componist Peter Schat toont zich ver heugd met de Joost van den Vondel-prijs, die hem zater dag in Amsterdam wordt overhandigd door prof. dr. Maria Wasna van de West- faalse Wilhems Universiteit in Münster. De prijs, bestaande uit een bedrag van 22.250 gulden en een oorkonde, wordt elk jaar uitgereikt aan een persoon die uitnemende culturele prestaties heeft ge leverd in het Noord- en Zuid nederlandse en Nederduitse cultuurgebied. foto: anp CDA en PvdA eisen snel wet commerciële omroep (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG De regeringspartijen CDA en PvdA vinden dat minister D'Ancona van WVC snel moet komen met een wet die commerciële omroep in Nederland mogelijk maakt. Anders dreigen adverteerders in nog grotere getalen naar RTL 4 te lopen en blijft er voor de 'echte' Nederlandse zen ders geen reclamegeld meer over. Fractieleider Brinkman van het CDA herinnerde afgelopen weekeinde tijdens een spreekbeurt bij het CNV aan de afspraak hierover in het re geerakkoord. Daarin staat dat commerciële omroep binnen enkele maanden geregeld zou worden. „Daar is dus niets van terechtgekomen en nu lopen we de kans dat de zaken ons straks worden gedicteerd vanuit Brussel of wellicht Luxem burg", aldus Brinkman. Hij kreeg steun van PvdA-kamerlid Van Nieuwenhoven. „Haast is inderdaad geboden", zei ze gis teren voor de NCR V-radio. „Als we langer wachten lopen we de kans dat er nog een tweede commeciële zender vanuit het buitenland komt en dat zou wel heel erg treurig zijn". OPRICHTER DUTCH SWING COLLEGE WAS PEETVADER VAN NEDERLANDSE JAZZ (Vervolg van de voorpagina) DEN HAAG De zater dag overleden klarinettist Peter Schilperoort was een fenomeen in zijn stijl: oprichter en leider van het internationaal be faamde orkest The Dutch Swing College Band en 45 jaar lang een man die met dat orkest volle zalen trok. „Je kiest op jonge leeftijd iets moois en daaraan blijf je je hele leven trouw. Een soort ideaal huwelijk". Dat zei Peter Schilperoort eens over het feit dat hij zijn leven lang oude stijl-jazz en dixieland is blijven spelen. In mei van dit jaar vierde de Dutch Swing Colle ge Band zijn 45-jarig bestaan en Schilperoort zijn 45-jarig leiderschap. Hij was tot voor kort actief, ook al noopte een virusziekte hem in 1988 tot een langdurige pauze en draai de hij ook daarna niet echt meer op volle toeren. Schilperoort was de nestor van de jazz en dixieland in Neder land. Zijn enorme en blijvende populariteit heeft hij behalve aan zijn muzikaliteit te danken aan het feit dat hij enkele ge neraties van Nederlanders die nu late veertigers, vijftigers en zestigers zijn, heeft opgevoed met zijn muziek. Ze spijbelden voor zijn muziek, ze dansten erop, werden er verliefd bij en trouwden er mee. De Dutch Swing College speelde in de eerste decennia van z'n be staan op bijna alle grote schoolfeesten in Nederland en de daarmee gekweekte aan hang bleef het orkest en Schil peroort trouw. De enige muzikale scholing die Schilperoort had was twee jaar klassieke pianoles in 1931- 32. Tot zijn leraar de klep van het instrument definitief neer sloeg omdat zijn leerling toch alsmaar zelf aan het verzinnen bleef en maar niet wilde spe len wat er stond. Op een ge ërfd instrument leerde hij zichzelf wegwijs op de gitaar e;n op alle instrumenten waar op hij later actief werd was hij autodidact. En dat waren er nog al wat: hoofdinstrumenten Peter Schilperoort (rechts) tijdens een van zijn vele optredens met de Dutch Swing College Band. FOTO: SP klarinet en baritonsax, maar ook tenor, alt, bas, drum, en alles waar maar op te blazen viel. „Een goede jazz-rriusicus moet het niet van zijn tech niek hebben, maar van zijn vermogen om te improviseren. Steeds iets anders, voor mijn part ook afhankelijk van zijn bui. Aan theorie heb ik nooit gedaan, ik speelde het ge woon", zei hij eens in een in terview. Ondergronds schooltje In 1934 was Schilperoort al te horen in schoolorkestjes in Den Haag, in '38 speelde hij bij 'The Bouncers' en in '39 vorm de hij de 'Swing Papa's'. Maar het was de oorlog die hem de finitief in de richting zou du wen die hij populair zou ma ken en die door hem populair werd. Hij had nog wat ge speeld bij Klaas van Beecks Rhumba-orkest zolang de eer ste oorlogsjaren dat toelieten, maar Amerikaanse 'zwarte' muziek en Engelstalige titels waren verboden. Zelfs het luisteren er naar. Maar dat de den een aantal jongere mu ziekliefhebbers rond Schilper oort duidelijk wel: illegaal met het oor tegen het bakelieten toestelletje op zolder of in de kelder. En praten over die verboden muziek. „De 'Dutch Swing College' komt eigenlijk voort uit een ondergronds mu- ziekschooltje" zei Schilper- poort zelf. In een geluiddichte kelder werd in de late oorlogs jaren door Schilperoort, Frans Vink en Joost van Os een stie kem swing-college gevormd. Schilperoort gaf er zelf les aan klarinettist Dim Kesber, die later in zijn orkest zou spelen. Dat orkest werd definitief op gericht in '45 als 'The orches tra of the Dutch Swing Colle ge', eerst onder Frans Vink, een jaar later onder leiding van Peter Schilperoort. Maar de vraag naar swing en dixie- landmuziek was na vijf jaar verbod zo groot dat er niet meer gestudeerd, maar alleen gemusiceerd werd. De 'Dutch Swing College' was geboren. Resultaat: meteen een prijs in België, de eerste plaat ('48), toernees naar Engeland, Frankrijk, Duitsland, Zwitser land en Scandinavië in de daaropvolgende jaren. Het or kest werd ongelooflijk popu lair. En wie nog te jong was om ze Jijfelijk te zien spelen, kon over Schilperoort c.s. le zen in de Bob Evers-jongens- boekenserie van Willem Wa terman (Willy van der Heide). Inmiddels was Peter Schilper oort in '48 mede-oprichter ge weest van de Haagse Jazz Club (met o.m. Wouter van Gooi), had hij duetten gespeeld met groten als Sidney Bechet. Toch kwam voor hem midden vijfti ger jaren de vraag of hij door moest gaan met die (semi-pro- fessionele) muziek. Hij had zijn - toen al tien jaar onder broken - studie werktuig bouwkunde afgemaakt en kon bij Fokker een baan krijgen als vliegveiligheidsingenieur. Hij vertrok bij de DSC, pianist Joop Schrier nam de leiding over. Maar Schilperoorts liefde bleef de jazzmuziek. In '59 keerde hij terug bij zijn orkest en vanaf 1960 werd dat beroeps, reden voor een aantal musici die wél voor een maat schappelijke carrière kozen naast hun semi-professionele muziek om af te haken (Wybe Buma, Wim Kolstee o.a.). Schilperoort ging door, nam van een toernee uit Zuid- Amerika een gek blaasinstru- mentje mee en maakte daar zelfs een hit mee. Zijn muziek verruimde hij naar de swing toe, het orkest speelde steeds vrijere, originele arrangemen ten, maar hield dat laaiend-en- thousiaste geluid van het eer ste begin. Succes had Schilper oort overal ter wereld: Nieuw Zeeland, Australië, Amerika, zelfs in Soweto. Pim Gras (ma ker van o.a. het radio-pro gramma Jazz uit het historsch Archief) herinnert zich een bezoek aan de V.S, waar een Amerikaan hem vraagt: 'Ben jij Nederlander? Ken je de Dutch Swing College? Ik heb ól hun platen'. De naam van Schilperoort en de zijnen is te vinden in jazz-encyclopedieën van hier tot in Tsjechoslowa- kije. Schilperoort bleef zelf musice ren, nadat hij een vingerope ratie had gehad minder op de klarinet, meer op de sax. Ooit gevraagd welke plaat uit zijn carrière hij mee zou nemen naar een onbewoond eiland, zei hij: „Het Kurhausconcert uit 1955". Het Dutch Swing College en de muziek waren zijn leven. BERT JANSMA Paul de Leeuw (rechts) glundert met zijn 'Beste Maatjes' Joep Onderdelinden (midden) en Hans Breetveld na de uitreiking van de 'Scheveningen Cabaretprijs'. foto: anp Cabaretgala Scheveningen. Met de prijswinnaars Paul de Leeuw, muzi kaal collectief Martin van Dijk, Pur per, Theo Maassen, Het groot niet te vermijden dans- en showorkest e.a. Gezien op 18 november in het Cir custheater. Vorig jaar werd de prijs niet uitgereikt, twee jaar geleden won Youp van 't Hek de Sche veningen Cabaretprijs. Hij mocht daarbij vertellen wat hij ervan vond, dat betekende het einde van de NMB („de Lada onder de banken") als sponsor. Dit jaar kreeg Paul de Leeuw de prijs voor zijn programma 'Beste Maatjes'. Dat program ma vond ik indertijd zo abomi nabel zwak dat ik net de pauze haalde. Of de tweede helft was briljant, of de jury en ik ver schillen essentieel van smaak. De begeleidersprijs 1990 ging terecht naar Martin van Dijk, Tom Barlage, Hans Rusche en André Hoekstra voor hun on dersteuning van 'Adèle in Ca sablanca'. In principe kon het leuk wor den. De Leeuw trad zelf niet op, maar koos de gasten: een koor met ouwe hits, Maijol Flore, Theo Maassen (winnaar van het Gronings studentenca baretfestival), Purper, een mu sical van de kleinkunstacade mie en het Groot niet te ver mijden dans- en show orkest. Vier zangers, een verdwaalde violist en een combo brachten nog een hommage aan Friso Wiegersma, die veel moois voor Sonneveld en anderen schreef. De ingrediënten voor een aar dige avond waren er dus, maar de beroerde organisatie hielp veel van dat aardigs om zeep. De overblijvende sponsors zijn de Stichting Toerisme Den Haag en de Tros, die toch va ker avondjes organiseert. Ken nelijk lukt daar alleen iets als het zes keer over mag. Jan Kok presenteerde het ge heel en vertelde een zaal vol kromme tenen en plaatsver vangende schaamte trots dat er wel 163 mensen achter de schermen bezig waren ge weest. Die konden het kenne lijk niet eens worden. Als er een gordijn dichtging, zat er iets tussen en vervolgens bleef het meestal een tijdje dicht zonder dat er iets gebeurde. De Leeuw zelf hief tijdens het laatste changement maar hulp vaardig 'Lang zal ik leven' aan. De onderdelen duuuurden ook maar. Aan de Wiegersma- hommage met uitvoeringen die onvermijdelijk veel min der zijn dan het origineel kwam geen eind, en ook de aankomende kleinkunstenaars gingen maar door met werk dat in niveau varieerde van redelijk tot schuifdeurenkwa liteit. Het hoogtepunt van ellende was het geluid. Eerst werd het koor door drums en synthesi zer overstemd, daarna was Danny de Munck met een spe ciaal gemaakte tekst groten deels onverstaanbaar en het hield niet op. Marjol Flore had gelukkig een goede microfoon te pakken, maar die van Ger- rie van der Klei zond ook re gie-aanwijzingen of iets derge lijks uit. De elektrisch ver- sterkte viool klonk alsof de violist hem zelf had getim merd, Purper als door een me gafoon die onder een demon stratie had gelegen. „Wat een klotegeluid is het vanavond", zei zelfs Paul de Leeuw. Ook de aankleding van nul werkte mee aan het mistroostige idee van een personeelsavond na stevige bezuinigingen. Maar de gasten deden hun best tegen de verdrukking in, %n Paul heeft de prijs en zei niks lelijks, dus in zijn toespraak hoeft niet te worden geknipt. En voor de volgende keer alst ublieft wat meer stijl en orga nisatietalent. DICK VAN TEYLINGEN HILVERSUM - het als je broer doodgereden op wegfV' school? Hoe is het i zusje jaar thuis aan mingsapparatuur te I ben gelegen? Hoe gai leven verder, hoe ren je klasgenoten,!' voel je bij het graf? deze vragen gaat hetl avond in de aflev| 'Een lege plek' jongerenprogramma F van het Humanif, Verbond. jon Eveline van Dijck van der Drift zochten 1 (12) en Tessa (19) op, maken hebben gehad r sterfgeval. In januari jaar kwam Rosiens brd rijn bij een verkeersoifa f< om het leven; twee jaailorn overleed Tessa's jongere-. Mirte, die twee jaar dajtt door een vrachtwagen vflTI schept en thuis werdrn, pleegd, continu aangeslojRTl beademingsapparatuur. BBi De film toont zonderj mentele opsmuk hoe (AR en Tessa omgaan met hupnt lies. Ze praten er operL- over, spelen geen ki£l met emotionele clichés, T overtuigingskracht vaifK productie zeer ten goedeiwi Rosien helpt tegenwjfes Merijns vriend met het R| uitbouwen van het natu^ seum dat hij met Merijma opgezet, legt samen metoo andere broer Olivier het graf van haar broerij tjes neer die ze van v^, meebrengt, maar genifo van het feit dat ze nu edm tere kamer heeft. Nucf® ze, maar niet gevoelloos Datzelfde geldt voor Tel het verlies van haar zuj steeds niet helemaal hei werkt maar daar nu i terbij komt nu haar vriendin door het verlf haar moeder ineens zelfde golflengte van I zijds begrip is gekomen! De film heeft door zijnjL rel' een groot indringen mogen. Als Tessa een [n opent waarin ze stukjesP1 bewaart, restjes van deP die Mirte droeg bij haaf luk, is het haast niet i stellen dat ze dat zonder in tranen uit L sten; dat doet ze ovL0 niet. joo Net zo min als Rosifcek* traan laat bij het tonf11 het plakboek dat ze aanr" heeft gewijd: 'Het leven"^ leven van Meriin'. Wen voelt als kijker de ladiia die momenten. In -die genheid maakten en Van der Drift een ij wekkend programma. RENÉ DE|ai J. Bernlef: 'Doorgaande reizigers'- verhalen. Uitgeverij Querido. Prijs 26,90; gebonden ƒ39,90. Cees Nooteboom: 'Berlijnse noti ties'. Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs ƒ29,90; gebonden ƒ44,90. Julien Weverbergh: 'Terugkeer naar Roemenië - Relaas van een manipu latie'. Uitgeverij De Prom. Prijs 35,- Gerrit Jan Zwier: 'Europese reizen'. Uitgeverij De Prom. Prijs 29,50. Schrijvers op reis. Een aloud thema, maar in deze dagen van grote veranderingen in de machtsverhoudingen in Euro pa krijgt het in een aantal boe ken nieuwe actualiteit. Wie anders dan Cees Nooteboom, de man die zo boeiend over reizen kan vertellen, zoals in veel boeken van zijn hand te konstateren was, vertelt beter over het oude en nieuwe Ber lijn dan hij, die daar nu al ge ruime tijd woont. En de Vlaamse journalist, auteur en uitgever Julien Weverbergh beschouwt Roemenië sinds de jaren zeventig als zijn tweede vaderland. Hij keert er terug en doet verslag van zijn bevin dingen aldaar, na de omwente ling. Gerrit Jan Zwier heeft al veel reisverhalen en beschrijvingen van reizen op zijn staat van dienst. Hij is opnieuw op vele plaatsen van de wereld, als li terair beschouwer en commen tator. Maar ook in een nieuwe verhalenbundel van Bernlef, die niet voor niets 'Doorgaan de reizigers' heet, is het reizi- gersgevoel vaak aan de orde: vervreemding, subtiele ver schuivingen in de waarneming en onbegrip over veel wat je ontmoet. Soms lijken die Bernlef-verha- len in dit nieuwe boek heel weinig in te houden. Een man die in een bibliotheek in Zutp- hen bezig is met het zoeken naar zijn voorgeslacht, maar op zeker moment daarin vast foto: sp komt te zitten. Het verhaal gaat over een klein gesprek dat hij voert met een vrouw die daar ook met iets derge lijks bezig is. Het gesprek in de slordige koffiezaak is kort, zin loos en totaal zonder enige be tekenis, lijkt wel. Maar wel is duidelijk dat de personen niet in staat zijn tot enig kontakt. Allemaal heel klein; de wrangheid die in het verhaal over hen geschetst is, krijgt nauwelijks vorm, al is hij dui delijk en onderhuids voelbaar. Wat mij ook aanspreekt in deze bundel is het verhaal 'Een eigen kamer'. Een vrouw volgt een impulsie ve opwelling en huurt een ka mer in de stad. Ze zet haar ui terst saaie leven met haar man als hij thuis is gewoon voort, maar overdag is ze op haar huurkamer, waar ze langza merhand een heel ander per soon wordt, zonder het zelf in de hand te kunnen houden. Het doet denken aan de minie me veranderingen die de hoofdpersoon onderging van 'Hersenschimmen', dat be roemde boek van Bernlef over dementie. Ook hier verande ren enorme gevoelens en we zenlijke elementen in het le ven en de persoon van die vrouw. Terwijl de verschui vingen heel gering lijken, in eerste aanleg. Berlijn Nooteboom en Weverbergh schrijven op een reportage achtige manier twee boeiende boeken, beide over de veran deringen die in Europa zo de finitief gaande zijn. Cees Noo teboom woont in Berlijn en in zijn nieuwe boek, 'Berlijnse notities', geeft hij heel per soonlijk weer wat hij allemaal ervaart, ziet en voelt in zijn stad. Het zijn in feite dagboeknoti ties. Meer dan ooit lijkt de au teur betrokken bij wat hij schrijft. Hij konstateert dat zelf ook: „Ergens anders wo nen is iets anders dan reizen, ik merk het aan mijn kijken". En wat later: „Hoe ziet een vis de rivier waarin hij zwemt? Hij kan er niet om afstand ne men. Zoiets is er hier in Ber lijn aan de hand. Alles stroomt. Elk ogenblik zijn er nieuwe gebeurtenissen, berich ten, als ik de deur uitga ben ik binnen een paar minuten lid van een kolkende menigte, wordt er naar me ge schreeuwd met krantekop pen". En even later: „Zichtba re geschiedenis heeft altijd iets extatisch, ontroerends, beang stigends. Niemand ontsnapt eraan. En niemand weet ook wat er gaat gebeuren, dit is een stad die veel heeft meege maakt". Roemenië Uiteraard geeft Nooteboom zijn ontroeringen, zijn ervarin gen in deze stad vol verande ring heel nauwkeurig, weer. Een knap en indringend ver slag. Julien Weverbergh heeft het over het Oostblok-land waar hij zich zeer mee voelt verbon den: Roemenië. Ook daar zijn de grote veranderingen cen traal. Maar het boek is veel journalistieker, veel minder persoonlijk dan Nootebooms Berlijnse boek. In 'Terug naar Roemenië' vindt de lezer veel feitelijke informatie, tot in hun geheel opgenomen trans cripties van vergaderingen, bijeenkomsten, enz. De emotie van Weverbergh zal niet min der zijn, zijn boek heeft echter een duidelijk andere bedoeling dan dat van Nooteboom. Dat merk je ook aan de uitvoerige bibliografie en aan de andere technische gegevens. Een in dringend verslag. Gerrit Jan Zwier reisde door Europa. Vaak met grote lite raire belangstelling. In dit nieuwe boek met verslagen over 'Europese reizen' komen acht landen aan bod. O.a. Zwitserland, Zweden en Fin land. Zwier stelt steeds een boeiend aspect van een land aan de orde, een mythe bij voorbeeld, die onsterfelijk lijkt. Letterlijk gaat hij dan ook de mythe van Homerus en de klassieke wereld te lijf, maar laat het hedendaagse zon- en vakantiegebeuren daarbij niet buiten beschou wing. Ook Zwier hoort bij de eigenzinnige beschouwers van de landen en volkeren die hij bereist. Hij laat zich in Zwit serland fêteren door een reis organisatie en daarbij passeren vele schrijvers, die het over Zwitserland hebben gehad de revue. Mark Twain en Coupe rus bijvoorbeeld. En zelfs hoort Maarten 't Hart in dit gezelschap thuis, al kan Zwier het niet laten even om hem te lachen, als er een reclame-ach- tige tafelrede wordt gehouden door een of andere official: „De namen van Byron en Mark Twain vielen, maar die van Maarten 't Hart kwam in het verhaal niet voor". In het laatste verslag zal Zwier het overigens nog hebben over Maarten Toonder. We zijn dan met hem in Ierland en dat is een land voor sagen, mythes en duistere verhalen. Daar wil Zwier natuurlijk veel meer van weten en Maarten Toon der is daarbij zijn wijze en amuserende gids. Mooie en leerzame reisverslagen. JAN VERSTAPPEN 'Het Sluwe vosje', opera van Jana- cek door Forum onder leiding van Jiri Pinkas in de Philipszaal, Den Haag. Zaterdagavond. Een concertante uitvoering in de Philipszaal van 'Het sluwe vosje', Janaceks derde en laat ste opera vormde zaterdaga vond voor Den Haag de afslui ting van de door Forum in 1987 begonnen Janacek cyclus. De drie concertant uitgevoer de opera's werden geleid door de Tsjech Jiri Pinkas en voor wat betreft de belangrijkste rollen, gezongen door Tsjechi sche zangers. Ondanks de affiniteit die men op grond van deze ervaring bij het orkest mocht verwachten vielen de prestaties afgelopen zaterdag tegen. Het valt niet te ontkennen dat het fijne rader werk van Janaceks orkestpar tij hoge eisen aan het orkest en met name aan de strijkers stelt. Toch mag vooral van hen meer gelijkheid en raffine ment in de afwerking worden verwacht. De blazers deden het beter maar echt fraj het niet, zeker niet gaf voor het eerst war spanning en afwerkinJ ren en ook in de daaij gende derde akte charme van dit Tsjd midzomernachtsprookjef noodzakelijke vaart en anceerde kleuren. Naj ontbeerde men het ba was het voor de twaalf! verre van gemakkelj zonder decors en niet a deze parabel zo te brenj het publiek mee konl met het verhaal. Het 0 bleef aan zodat men mee kon lezen, maar dan ook alles. Overigens deden de j zowel de zes Tsjechen' Nederlanders het zonij zondering goed en vooral aan hun inspad te danken dat het vrij a publiek tenslotte toch f enthousiast naa gaan. Toneelgroep Voorschoten. 'De Heer van Pourceaugnac' van Molière. Cultureel Centrum, Voorschoten. Zaterdagavond. Herhalingen: 24 en 25 november. 'De Heer van Pourceaugnac' van Molière wordt minder vaak gespeeld dan de meeste van zijn andere stukken. De Toneelgroep Voorschoten heeft zaterdag met haar jubi-, leumvoorstelling bewezen dat het niettemin de signatuur van de schrijver ten volle verdient. Het gegeven is klassiek. Twee gelieven, Eraste en Juliëtte, worden in hun liefde bedreigd door de komst van de Heer van Pourceaugnac. Deze is door Juliëtte's vader Oronte als huwelijkspartner voor haar uitgekozen. Eraste's trouwe vriend, de schelm Sganarelle weet met een serie complotten de goedgelovige Pourceaugnac volkomen in discrediet te brengen. Het wordt Oronte duidelijk gemaakt dat het be houd van zowel de eer van zijn dochter als van zijn for tuin alleen te danken is aan de toegewijde zorg van Eraste. Pourceaugnac is geen erger lot beschoren dan heimelijk als bedelaar vermomd de stad te verlaten. Het als comédie-ballet, in sa menwerking met de componist Lully geschreven stuk werd in deze productie zeer fraai bege leid door het Barok Ensemble Voorschoten. Hiermee werd met stijl de oorspronkelijke be doeling van de schrijver zo veel mogelijk benaderd. Ook voor het overige werd de voorstelling gekenmerkt door een zorgzame aanpak. Regis seur Hans Schipaanboord heeft met een goed ontwik keld gevoel voor timing en discipline zijn spelers tot uit stekende prestaties gebracht. Iedere rol werd gechargeerd gespeeld. Dat was misschien wat makkelijker voor de ove rigens bekwame amateurs, het paste ook heel goed in de op vatting van het stuk. Hans van Heiningen als Sganarelle was zeer amusant en uitermate be weeglijk. Pourceaugnac werd gespeeld door Hans Adriaans en was minstens zo amusant. Diana van Heiningen]!' liëtte toonde in haar klj1 aan dat zij snelle nuanij lingen met gemak enf- voor humor aan kan. tOl Ook de overige spelert goedgebekt in hun straalden groot plezierjEN werd een vrolijk fesfoin ook werd bijgewoond kele bestuurders Vlaamse zusterplaats waarmee Voorschotenpr gelmatige culturele ling heeft. ANGELA VAN(«op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 8