Generaties groeiden op met de
muziek van Peter Schilperoort
Literaire reizen en het nieuwe Oost-Europa
Knulligheid troef bij
gala voor Paul de Leeuw
Voorschoten jubileert met stijlvolle Molière
Zonder
sen time
praten
over
de dood
Forum Filharmonm-
langzaam in vorm
KUNST/RTV
Soumnt
MAANDAG 19 NOVEMBER 1990 PAGII
if
Russische cineast Leonid Trauberg overleden
MOSKOU /DEN BOSCH De Russische cineast Leonid Trauberg is vorige
'week op 89-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats Moskou. Hij was al
geruime tijd ziek. Dit heeft zijn biograaf T. van Houten zaterdag in Den Bosch
bekendgemaakt. Trauberg wordt, aldus Van Houten beschouwd als de belang
rijkste Russische cineast uit de filmschool van de jaren twintig, waarvan Ser-
gej Eisenstein ook deel uitmaakte. Trauberg is vorig jaar, na een periode van
politieke problemen wegens zijn joodse afkomst, gerehabiliteerd. Hij kreeg
toen een belangrijke Russische cultuurprijs voor zijn gehele werk. De be
roemdste film van de in 1901 in Odessa geboren Traubefg is 'Nieuw Babyion'
uit 1929. Bij deze stomme film hoort muziek van de componist Sjostakovitsj
gespeeld te worden. Trauberg is enkele jaren geleden in Nederland geweest
om een voorstelling van deze film bij te wonen, waarbij de filmmuziek live
werd gespeeld. Sjostakovitsj maakte muziek voor alle films van Trauberg. An
dere békende films van Trauberg zijn de delen van de Maxim-trilogie uit de
jaren dertig. Zijn laatste film maakte hij in 1960: 'De dode zielen' naar het
werk van Nikolaj Gogol. Trauberg was niet alleen filmmaker, hij schreef ook
boeken en scenario's. Hij was hoogleraar in de cinematografie in Leningrad,
Alma Ata en Moskou. Een aantal films van Trauberg is in het Westen onder
hevig geweest aan verboden of censuur. Zo werd zijn füm 'Nieuw Babyion'
(over de Commune van Parijs) in 1971 in Frankrijk verboden omdat de film
als te opruiend werd beschouwd.
Prijs voor
Peter Schat
De Nederlandse componist
Peter Schat toont zich ver
heugd met de Joost van den
Vondel-prijs, die hem zater
dag in Amsterdam wordt
overhandigd door prof. dr.
Maria Wasna van de West-
faalse Wilhems Universiteit in
Münster. De prijs, bestaande
uit een bedrag van 22.250
gulden en een oorkonde,
wordt elk jaar uitgereikt aan
een persoon die uitnemende
culturele prestaties heeft ge
leverd in het Noord- en Zuid
nederlandse en Nederduitse
cultuurgebied.
foto: anp
CDA en PvdA eisen snel wet
commerciële omroep
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG De regeringspartijen CDA en PvdA vinden
dat minister D'Ancona van WVC snel moet komen met een
wet die commerciële omroep in Nederland mogelijk maakt.
Anders dreigen adverteerders in nog grotere getalen naar
RTL 4 te lopen en blijft er voor de 'echte' Nederlandse zen
ders geen reclamegeld meer over. Fractieleider Brinkman
van het CDA herinnerde afgelopen weekeinde tijdens een
spreekbeurt bij het CNV aan de afspraak hierover in het re
geerakkoord. Daarin staat dat commerciële omroep binnen
enkele maanden geregeld zou worden. „Daar is dus niets van
terechtgekomen en nu lopen we de kans dat de zaken ons
straks worden gedicteerd vanuit Brussel of wellicht Luxem
burg", aldus Brinkman. Hij kreeg steun van PvdA-kamerlid
Van Nieuwenhoven. „Haast is inderdaad geboden", zei ze gis
teren voor de NCR V-radio. „Als we langer wachten lopen we
de kans dat er nog een tweede commeciële zender vanuit het
buitenland komt en dat zou wel heel erg treurig zijn".
OPRICHTER DUTCH SWING COLLEGE WAS PEETVADER VAN NEDERLANDSE JAZZ
(Vervolg van de voorpagina)
DEN HAAG De zater
dag overleden klarinettist
Peter Schilperoort was
een fenomeen in zijn stijl:
oprichter en leider van
het internationaal be
faamde orkest The Dutch
Swing College Band en 45
jaar lang een man die met
dat orkest volle zalen
trok.
„Je kiest op jonge leeftijd iets
moois en daaraan blijf je je
hele leven trouw. Een soort
ideaal huwelijk". Dat zei Peter
Schilperoort eens over het feit
dat hij zijn leven lang oude
stijl-jazz en dixieland is blijven
spelen. In mei van dit jaar
vierde de Dutch Swing Colle
ge Band zijn 45-jarig bestaan
en Schilperoort zijn 45-jarig
leiderschap. Hij was tot voor
kort actief, ook al noopte een
virusziekte hem in 1988 tot
een langdurige pauze en draai
de hij ook daarna niet echt
meer op volle toeren.
Schilperoort was de nestor van
de jazz en dixieland in Neder
land. Zijn enorme en blijvende
populariteit heeft hij behalve
aan zijn muzikaliteit te danken
aan het feit dat hij enkele ge
neraties van Nederlanders die
nu late veertigers, vijftigers en
zestigers zijn, heeft opgevoed
met zijn muziek. Ze spijbelden
voor zijn muziek, ze dansten
erop, werden er verliefd bij en
trouwden er mee. De Dutch
Swing College speelde in de
eerste decennia van z'n be
staan op bijna alle grote
schoolfeesten in Nederland en
de daarmee gekweekte aan
hang bleef het orkest en Schil
peroort trouw.
De enige muzikale scholing
die Schilperoort had was twee
jaar klassieke pianoles in 1931-
32. Tot zijn leraar de klep van
het instrument definitief neer
sloeg omdat zijn leerling toch
alsmaar zelf aan het verzinnen
bleef en maar niet wilde spe
len wat er stond. Op een ge
ërfd instrument leerde hij
zichzelf wegwijs op de gitaar
e;n op alle instrumenten waar
op hij later actief werd was hij
autodidact. En dat waren er
nog al wat: hoofdinstrumenten
Peter Schilperoort (rechts) tijdens een van zijn vele optredens
met de Dutch Swing College Band. FOTO: SP
klarinet en baritonsax, maar
ook tenor, alt, bas, drum, en
alles waar maar op te blazen
viel. „Een goede jazz-rriusicus
moet het niet van zijn tech
niek hebben, maar van zijn
vermogen om te improviseren.
Steeds iets anders, voor mijn
part ook afhankelijk van zijn
bui. Aan theorie heb ik nooit
gedaan, ik speelde het ge
woon", zei hij eens in een in
terview.
Ondergronds schooltje
In 1934 was Schilperoort al te
horen in schoolorkestjes in
Den Haag, in '38 speelde hij bij
'The Bouncers' en in '39 vorm
de hij de 'Swing Papa's'. Maar
het was de oorlog die hem de
finitief in de richting zou du
wen die hij populair zou ma
ken en die door hem populair
werd. Hij had nog wat ge
speeld bij Klaas van Beecks
Rhumba-orkest zolang de eer
ste oorlogsjaren dat toelieten,
maar Amerikaanse 'zwarte'
muziek en Engelstalige titels
waren verboden. Zelfs het
luisteren er naar. Maar dat de
den een aantal jongere mu
ziekliefhebbers rond Schilper
oort duidelijk wel: illegaal met
het oor tegen het bakelieten
toestelletje op zolder of in de
kelder. En praten over die
verboden muziek. „De 'Dutch
Swing College' komt eigenlijk
voort uit een ondergronds mu-
ziekschooltje" zei Schilper-
poort zelf. In een geluiddichte
kelder werd in de late oorlogs
jaren door Schilperoort, Frans
Vink en Joost van Os een stie
kem swing-college gevormd.
Schilperoort gaf er zelf les aan
klarinettist Dim Kesber, die
later in zijn orkest zou spelen.
Dat orkest werd definitief op
gericht in '45 als 'The orches
tra of the Dutch Swing Colle
ge', eerst onder Frans Vink,
een jaar later onder leiding
van Peter Schilperoort. Maar
de vraag naar swing en dixie-
landmuziek was na vijf jaar
verbod zo groot dat er niet
meer gestudeerd, maar alleen
gemusiceerd werd. De 'Dutch
Swing College' was geboren.
Resultaat: meteen een prijs in
België, de eerste plaat ('48),
toernees naar Engeland,
Frankrijk, Duitsland, Zwitser
land en Scandinavië in de
daaropvolgende jaren. Het or
kest werd ongelooflijk popu
lair. En wie nog te jong was
om ze Jijfelijk te zien spelen,
kon over Schilperoort c.s. le
zen in de Bob Evers-jongens-
boekenserie van Willem Wa
terman (Willy van der Heide).
Inmiddels was Peter Schilper
oort in '48 mede-oprichter ge
weest van de Haagse Jazz Club
(met o.m. Wouter van Gooi),
had hij duetten gespeeld met
groten als Sidney Bechet. Toch
kwam voor hem midden vijfti
ger jaren de vraag of hij door
moest gaan met die (semi-pro-
fessionele) muziek. Hij had
zijn - toen al tien jaar onder
broken - studie werktuig
bouwkunde afgemaakt en kon
bij Fokker een baan krijgen
als vliegveiligheidsingenieur.
Hij vertrok bij de DSC, pianist
Joop Schrier nam de leiding
over. Maar Schilperoorts liefde
bleef de jazzmuziek.
In '59 keerde hij terug bij zijn
orkest en vanaf 1960 werd dat
beroeps, reden voor een aantal
musici die wél voor een maat
schappelijke carrière kozen
naast hun semi-professionele
muziek om af te haken (Wybe
Buma, Wim Kolstee o.a.).
Schilperoort ging door, nam
van een toernee uit Zuid-
Amerika een gek blaasinstru-
mentje mee en maakte daar
zelfs een hit mee. Zijn muziek
verruimde hij naar de swing
toe, het orkest speelde steeds
vrijere, originele arrangemen
ten, maar hield dat laaiend-en-
thousiaste geluid van het eer
ste begin. Succes had Schilper
oort overal ter wereld: Nieuw
Zeeland, Australië, Amerika,
zelfs in Soweto. Pim Gras (ma
ker van o.a. het radio-pro
gramma Jazz uit het historsch
Archief) herinnert zich een
bezoek aan de V.S, waar een
Amerikaan hem vraagt: 'Ben
jij Nederlander? Ken je de
Dutch Swing College? Ik heb
ól hun platen'. De naam van
Schilperoort en de zijnen is te
vinden in jazz-encyclopedieën
van hier tot in Tsjechoslowa-
kije.
Schilperoort bleef zelf musice
ren, nadat hij een vingerope
ratie had gehad minder op de
klarinet, meer op de sax. Ooit
gevraagd welke plaat uit zijn
carrière hij mee zou nemen
naar een onbewoond eiland,
zei hij: „Het Kurhausconcert
uit 1955". Het Dutch Swing
College en de muziek waren
zijn leven.
BERT JANSMA
Paul de Leeuw (rechts) glundert met zijn 'Beste Maatjes' Joep Onderdelinden (midden) en Hans
Breetveld na de uitreiking van de 'Scheveningen Cabaretprijs'. foto: anp
Cabaretgala Scheveningen. Met de
prijswinnaars Paul de Leeuw, muzi
kaal collectief Martin van Dijk, Pur
per, Theo Maassen, Het groot niet te
vermijden dans- en showorkest e.a.
Gezien op 18 november in het Cir
custheater.
Vorig jaar werd de prijs niet
uitgereikt, twee jaar geleden
won Youp van 't Hek de Sche
veningen Cabaretprijs. Hij
mocht daarbij vertellen wat hij
ervan vond, dat betekende het
einde van de NMB („de Lada
onder de banken") als sponsor.
Dit jaar kreeg Paul de Leeuw
de prijs voor zijn programma
'Beste Maatjes'. Dat program
ma vond ik indertijd zo abomi
nabel zwak dat ik net de pauze
haalde. Of de tweede helft was
briljant, of de jury en ik ver
schillen essentieel van smaak.
De begeleidersprijs 1990 ging
terecht naar Martin van Dijk,
Tom Barlage, Hans Rusche en
André Hoekstra voor hun on
dersteuning van 'Adèle in Ca
sablanca'.
In principe kon het leuk wor
den. De Leeuw trad zelf niet
op, maar koos de gasten: een
koor met ouwe hits, Maijol
Flore, Theo Maassen (winnaar
van het Gronings studentenca
baretfestival), Purper, een mu
sical van de kleinkunstacade
mie en het Groot niet te ver
mijden dans- en show orkest.
Vier zangers, een verdwaalde
violist en een combo brachten
nog een hommage aan Friso
Wiegersma, die veel moois
voor Sonneveld en anderen
schreef.
De ingrediënten voor een aar
dige avond waren er dus, maar
de beroerde organisatie hielp
veel van dat aardigs om zeep.
De overblijvende sponsors zijn
de Stichting Toerisme Den
Haag en de Tros, die toch va
ker avondjes organiseert. Ken
nelijk lukt daar alleen iets als
het zes keer over mag.
Jan Kok presenteerde het ge
heel en vertelde een zaal vol
kromme tenen en plaatsver
vangende schaamte trots dat
er wel 163 mensen achter de
schermen bezig waren ge
weest. Die konden het kenne
lijk niet eens worden. Als er
een gordijn dichtging, zat er
iets tussen en vervolgens bleef
het meestal een tijdje dicht
zonder dat er iets gebeurde.
De Leeuw zelf hief tijdens het
laatste changement maar hulp
vaardig 'Lang zal ik leven'
aan.
De onderdelen duuuurden ook
maar. Aan de Wiegersma-
hommage met uitvoeringen
die onvermijdelijk veel min
der zijn dan het origineel
kwam geen eind, en ook de
aankomende kleinkunstenaars
gingen maar door met werk
dat in niveau varieerde van
redelijk tot schuifdeurenkwa
liteit.
Het hoogtepunt van ellende
was het geluid. Eerst werd het
koor door drums en synthesi
zer overstemd, daarna was
Danny de Munck met een spe
ciaal gemaakte tekst groten
deels onverstaanbaar en het
hield niet op. Marjol Flore had
gelukkig een goede microfoon
te pakken, maar die van Ger-
rie van der Klei zond ook re
gie-aanwijzingen of iets derge
lijks uit. De elektrisch ver-
sterkte viool klonk alsof de
violist hem zelf had getim
merd, Purper als door een me
gafoon die onder een demon
stratie had gelegen. „Wat een
klotegeluid is het vanavond",
zei zelfs Paul de Leeuw. Ook
de aankleding van nul werkte
mee aan het mistroostige idee
van een personeelsavond na
stevige bezuinigingen.
Maar de gasten deden hun best
tegen de verdrukking in, %n
Paul heeft de prijs en zei niks
lelijks, dus in zijn toespraak
hoeft niet te worden geknipt.
En voor de volgende keer alst
ublieft wat meer stijl en orga
nisatietalent.
DICK VAN TEYLINGEN
HILVERSUM -
het als je broer
doodgereden op wegfV'
school? Hoe is het i
zusje
jaar thuis aan
mingsapparatuur te I
ben gelegen? Hoe gai
leven verder, hoe
ren je klasgenoten,!'
voel je bij het graf?
deze vragen gaat hetl
avond in de aflev|
'Een lege plek'
jongerenprogramma F
van het Humanif,
Verbond.
jon
Eveline van Dijck
van der Drift zochten 1
(12) en Tessa (19) op,
maken hebben gehad r
sterfgeval. In januari
jaar kwam Rosiens brd
rijn bij een verkeersoifa f<
om het leven; twee jaailorn
overleed Tessa's jongere-.
Mirte, die twee jaar dajtt
door een vrachtwagen vflTI
schept en thuis werdrn,
pleegd, continu aangeslojRTl
beademingsapparatuur. BBi
De film toont zonderj
mentele opsmuk hoe (AR
en Tessa omgaan met hupnt
lies. Ze praten er operL-
over, spelen geen ki£l
met emotionele clichés, T
overtuigingskracht vaifK
productie zeer ten goedeiwi
Rosien helpt tegenwjfes
Merijns vriend met het R|
uitbouwen van het natu^
seum dat hij met Merijma
opgezet, legt samen metoo
andere broer Olivier
het graf van haar broerij
tjes neer die ze van v^,
meebrengt, maar genifo
van het feit dat ze nu edm
tere kamer heeft. Nucf®
ze, maar niet gevoelloos
Datzelfde geldt voor Tel
het verlies van haar zuj
steeds niet helemaal hei
werkt maar daar nu i
terbij komt nu haar
vriendin door het verlf
haar moeder ineens
zelfde golflengte van I
zijds begrip is gekomen!
De film heeft door zijnjL
rel' een groot indringen
mogen. Als Tessa een [n
opent waarin ze stukjesP1
bewaart, restjes van deP
die Mirte droeg bij haaf
luk, is het haast niet i
stellen dat ze dat
zonder in tranen uit L
sten; dat doet ze ovL0
niet. joo
Net zo min als Rosifcek*
traan laat bij het tonf11
het plakboek dat ze aanr"
heeft gewijd: 'Het leven"^
leven van Meriin'. Wen
voelt als kijker de ladiia
die momenten. In -die
genheid maakten
en Van der Drift een ij
wekkend programma.
RENÉ DE|ai
J. Bernlef: 'Doorgaande reizigers'-
verhalen. Uitgeverij Querido. Prijs
26,90; gebonden ƒ39,90.
Cees Nooteboom: 'Berlijnse noti
ties'. Uitgeverij De Arbeiderspers.
Prijs ƒ29,90; gebonden ƒ44,90.
Julien Weverbergh: 'Terugkeer naar
Roemenië - Relaas van een manipu
latie'. Uitgeverij De Prom. Prijs 35,-
Gerrit Jan Zwier: 'Europese reizen'.
Uitgeverij De Prom. Prijs 29,50.
Schrijvers op reis. Een aloud
thema, maar in deze dagen
van grote veranderingen in de
machtsverhoudingen in Euro
pa krijgt het in een aantal boe
ken nieuwe actualiteit. Wie
anders dan Cees Nooteboom,
de man die zo boeiend over
reizen kan vertellen, zoals in
veel boeken van zijn hand te
konstateren was, vertelt beter
over het oude en nieuwe Ber
lijn dan hij, die daar nu al ge
ruime tijd woont. En de
Vlaamse journalist, auteur en
uitgever Julien Weverbergh
beschouwt Roemenië sinds de
jaren zeventig als zijn tweede
vaderland. Hij keert er terug
en doet verslag van zijn bevin
dingen aldaar, na de omwente
ling.
Gerrit Jan Zwier heeft al veel
reisverhalen en beschrijvingen
van reizen op zijn staat van
dienst. Hij is opnieuw op vele
plaatsen van de wereld, als li
terair beschouwer en commen
tator. Maar ook in een nieuwe
verhalenbundel van Bernlef,
die niet voor niets 'Doorgaan
de reizigers' heet, is het reizi-
gersgevoel vaak aan de orde:
vervreemding, subtiele ver
schuivingen in de waarneming
en onbegrip over veel wat je
ontmoet.
Soms lijken die Bernlef-verha-
len in dit nieuwe boek heel
weinig in te houden. Een man
die in een bibliotheek in Zutp-
hen bezig is met het zoeken
naar zijn voorgeslacht, maar
op zeker moment daarin vast
foto: sp
komt te zitten. Het verhaal
gaat over een klein gesprek
dat hij voert met een vrouw
die daar ook met iets derge
lijks bezig is. Het gesprek in de
slordige koffiezaak is kort, zin
loos en totaal zonder enige be
tekenis, lijkt wel. Maar wel is
duidelijk dat de personen niet
in staat zijn tot enig kontakt.
Allemaal heel klein; de
wrangheid die in het verhaal
over hen geschetst is, krijgt
nauwelijks vorm, al is hij dui
delijk en onderhuids voelbaar.
Wat mij ook aanspreekt in
deze bundel is het verhaal
'Een eigen kamer'.
Een vrouw volgt een impulsie
ve opwelling en huurt een ka
mer in de stad. Ze zet haar ui
terst saaie leven met haar man
als hij thuis is gewoon voort,
maar overdag is ze op haar
huurkamer, waar ze langza
merhand een heel ander per
soon wordt, zonder het zelf in
de hand te kunnen houden.
Het doet denken aan de minie
me veranderingen die de
hoofdpersoon onderging van
'Hersenschimmen', dat be
roemde boek van Bernlef over
dementie. Ook hier verande
ren enorme gevoelens en we
zenlijke elementen in het le
ven en de persoon van die
vrouw. Terwijl de verschui
vingen heel gering lijken, in
eerste aanleg.
Berlijn
Nooteboom en Weverbergh
schrijven op een reportage
achtige manier twee boeiende
boeken, beide over de veran
deringen die in Europa zo de
finitief gaande zijn. Cees Noo
teboom woont in Berlijn en in
zijn nieuwe boek, 'Berlijnse
notities', geeft hij heel per
soonlijk weer wat hij allemaal
ervaart, ziet en voelt in zijn
stad.
Het zijn in feite dagboeknoti
ties. Meer dan ooit lijkt de au
teur betrokken bij wat hij
schrijft. Hij konstateert dat
zelf ook: „Ergens anders wo
nen is iets anders dan reizen,
ik merk het aan mijn kijken".
En wat later: „Hoe ziet een vis
de rivier waarin hij zwemt?
Hij kan er niet om afstand ne
men. Zoiets is er hier in Ber
lijn aan de hand. Alles
stroomt. Elk ogenblik zijn er
nieuwe gebeurtenissen, berich
ten, als ik de deur uitga ben ik
binnen een paar minuten lid
van een kolkende menigte,
wordt er naar me ge
schreeuwd met krantekop
pen". En even later: „Zichtba
re geschiedenis heeft altijd iets
extatisch, ontroerends, beang
stigends. Niemand ontsnapt
eraan. En niemand weet ook
wat er gaat gebeuren, dit is
een stad die veel heeft meege
maakt".
Roemenië
Uiteraard geeft Nooteboom
zijn ontroeringen, zijn ervarin
gen in deze stad vol verande
ring heel nauwkeurig, weer.
Een knap en indringend ver
slag.
Julien Weverbergh heeft het
over het Oostblok-land waar
hij zich zeer mee voelt verbon
den: Roemenië. Ook daar zijn
de grote veranderingen cen
traal. Maar het boek is veel
journalistieker, veel minder
persoonlijk dan Nootebooms
Berlijnse boek. In 'Terug naar
Roemenië' vindt de lezer veel
feitelijke informatie, tot in
hun geheel opgenomen trans
cripties van vergaderingen,
bijeenkomsten, enz. De emotie
van Weverbergh zal niet min
der zijn, zijn boek heeft echter
een duidelijk andere bedoeling
dan dat van Nooteboom. Dat
merk je ook aan de uitvoerige
bibliografie en aan de andere
technische gegevens. Een in
dringend verslag.
Gerrit Jan Zwier reisde door
Europa. Vaak met grote lite
raire belangstelling. In dit
nieuwe boek met verslagen
over 'Europese reizen' komen
acht landen aan bod. O.a.
Zwitserland, Zweden en Fin
land. Zwier stelt steeds een
boeiend aspect van een land
aan de orde, een mythe bij
voorbeeld, die onsterfelijk
lijkt. Letterlijk gaat hij dan
ook de mythe van Homerus en
de klassieke wereld te lijf,
maar laat het hedendaagse
zon- en vakantiegebeuren
daarbij niet buiten beschou
wing. Ook Zwier hoort bij de
eigenzinnige beschouwers van
de landen en volkeren die hij
bereist. Hij laat zich in Zwit
serland fêteren door een reis
organisatie en daarbij passeren
vele schrijvers, die het over
Zwitserland hebben gehad de
revue. Mark Twain en Coupe
rus bijvoorbeeld. En zelfs
hoort Maarten 't Hart in dit
gezelschap thuis, al kan Zwier
het niet laten even om hem te
lachen, als er een reclame-ach-
tige tafelrede wordt gehouden
door een of andere official:
„De namen van Byron en
Mark Twain vielen, maar die
van Maarten 't Hart kwam in
het verhaal niet voor". In het
laatste verslag zal Zwier het
overigens nog hebben over
Maarten Toonder. We zijn dan
met hem in Ierland en dat is
een land voor sagen, mythes
en duistere verhalen. Daar wil
Zwier natuurlijk veel meer
van weten en Maarten Toon
der is daarbij zijn wijze en
amuserende gids. Mooie en
leerzame reisverslagen.
JAN VERSTAPPEN
'Het Sluwe vosje', opera van Jana-
cek door Forum onder leiding van
Jiri Pinkas in de Philipszaal, Den
Haag. Zaterdagavond.
Een concertante uitvoering in
de Philipszaal van 'Het sluwe
vosje', Janaceks derde en laat
ste opera vormde zaterdaga
vond voor Den Haag de afslui
ting van de door Forum in
1987 begonnen Janacek cyclus.
De drie concertant uitgevoer
de opera's werden geleid door
de Tsjech Jiri Pinkas en voor
wat betreft de belangrijkste
rollen, gezongen door Tsjechi
sche zangers.
Ondanks de affiniteit die men
op grond van deze ervaring bij
het orkest mocht verwachten
vielen de prestaties afgelopen
zaterdag tegen. Het valt niet te
ontkennen dat het fijne rader
werk van Janaceks orkestpar
tij hoge eisen aan het orkest en
met name aan de strijkers
stelt. Toch mag vooral van hen
meer gelijkheid en raffine
ment in de afwerking worden
verwacht. De blazers deden
het beter maar echt fraj
het niet, zeker niet
gaf voor het eerst war
spanning en afwerkinJ
ren en ook in de daaij
gende derde akte
charme van dit Tsjd
midzomernachtsprookjef
noodzakelijke vaart en
anceerde kleuren. Naj
ontbeerde men het ba
was het voor de twaalf!
verre van gemakkelj
zonder decors en niet a
deze parabel zo te brenj
het publiek mee konl
met het verhaal. Het 0
bleef aan zodat men
mee kon lezen, maar
dan ook alles.
Overigens deden de j
zowel de zes Tsjechen'
Nederlanders het zonij
zondering goed en
vooral aan hun inspad
te danken dat het vrij a
publiek tenslotte toch f
enthousiast naa
gaan.
Toneelgroep Voorschoten. 'De Heer
van Pourceaugnac' van Molière.
Cultureel Centrum, Voorschoten.
Zaterdagavond. Herhalingen: 24 en
25 november.
'De Heer van Pourceaugnac'
van Molière wordt minder
vaak gespeeld dan de meeste
van zijn andere stukken. De
Toneelgroep Voorschoten
heeft zaterdag met haar jubi-,
leumvoorstelling bewezen dat
het niettemin de signatuur van
de schrijver ten volle verdient.
Het gegeven is klassiek. Twee
gelieven, Eraste en Juliëtte,
worden in hun liefde bedreigd
door de komst van de Heer
van Pourceaugnac. Deze is
door Juliëtte's vader Oronte
als huwelijkspartner voor haar
uitgekozen. Eraste's trouwe
vriend, de schelm Sganarelle
weet met een serie complotten
de goedgelovige Pourceaugnac
volkomen in discrediet te
brengen. Het wordt Oronte
duidelijk gemaakt dat het be
houd van zowel de eer van
zijn dochter als van zijn for
tuin alleen te danken is aan de
toegewijde zorg van Eraste.
Pourceaugnac is geen erger lot
beschoren dan heimelijk als
bedelaar vermomd de stad te
verlaten.
Het als comédie-ballet, in sa
menwerking met de componist
Lully geschreven stuk werd in
deze productie zeer fraai bege
leid door het Barok Ensemble
Voorschoten. Hiermee werd
met stijl de oorspronkelijke be
doeling van de schrijver zo
veel mogelijk benaderd. Ook
voor het overige werd de
voorstelling gekenmerkt door
een zorgzame aanpak. Regis
seur Hans Schipaanboord
heeft met een goed ontwik
keld gevoel voor timing en
discipline zijn spelers tot uit
stekende prestaties gebracht.
Iedere rol werd gechargeerd
gespeeld. Dat was misschien
wat makkelijker voor de ove
rigens bekwame amateurs, het
paste ook heel goed in de op
vatting van het stuk. Hans van
Heiningen als Sganarelle was
zeer amusant en uitermate be
weeglijk. Pourceaugnac werd
gespeeld door Hans Adriaans
en was minstens zo amusant.
Diana van Heiningen]!'
liëtte toonde in haar klj1
aan dat zij snelle nuanij
lingen met gemak enf-
voor humor aan kan. tOl
Ook de overige spelert
goedgebekt in hun
straalden groot plezierjEN
werd een vrolijk fesfoin
ook werd bijgewoond
kele bestuurders
Vlaamse zusterplaats
waarmee Voorschotenpr
gelmatige culturele
ling heeft.
ANGELA VAN(«op