psmiujua
ïól de Ruiter voelt zich nu een ambtenaar
Jan Wals wil korfbal uit softie-sfeer
ORT CetebeSoutout
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1990 PAGINA 11
f
door Frank Werkman
Elleboog
Marco van Basten werd
afgelopen woensdag door
scheidsrechter Syme uit het
veld gestuurd tijdens de
Europa Cupwedstrijd Club
Brugge - AC Milan. Hij had
zijn opponent Plovie met de
elleboog in het gelaat geraakt,
het slachtoffer ging neer,
wachtend op de soppige spons
en Van Basten kon de
kolkende arena verlaten. Om
opzet bij het incident
vervolgens na afloop in alle
toonaarden te ontkennen.
Van Basten was daarmee niet
de eerste voetballer, die de
beslissing van een
scheidsrechter op die manier
aan de kaak stelde en hij zal
ook niet de laatste zijn. Het is
een primitief, ingeworteld
afweersysteem bij sporters om
een eigen overtreding te
bagatelliseren en andermans
aanslag op te blazen. In die
gewoonte zijn ze opgevoed en
grootgebracht. Het is hun
tweede natuur geworden.
Soms gaan ze daar heel ver in.
Er zijn strafzaken behandeld
tegen voetballers, die hun
neergesabelde collega lieten
opdraven om een getuigenis a
décharge uit te spreken.
Aandoenlijk was dat altijd en
heel anders dan wat je
tegenwoordig regelmatig op de
velden kunt signaleren:
spelers die een opponent een
kaart proberen aan te smeren.
Na een ondergane overtreding
een smekende, een van
onbegrip overlopende blik in
de richting van de
scheidsrechter; met daarbij
vaak ook nog dat gebaartje
met de hand. de vingers bij
elkaar geknepen en er lichtjes
mee zwaaiend. Om vervolgens
niet alleen puntgaaf de strijd
voort te zetten, maar later in
de partij ook zelf genadeloos
hard een tegenstander
onderuit te schoppen.
Vergezeld van de gebaren met
de twee armen, licht gebogen
naast de schouders omhoog. Zo
van: het was niks, scheids! Een
geste, die inmiddels al weer
jaren wordt vervangen door
cirkelvormige
handbewegingen, de vingers
gespreid, waarmee iets ronds
wordt aangeduid. Niet de
benen van de opposant waren
natuurlijk het doelwit, maar
vanzelfsprekend de bal. Dat
bij die poging de achillespees
van de speler van de
tegenpartij bijkans werd
gespleten, ach dat hoort bij het
spel. Vindt men.
Ik denk er niet zo over.
Voetballers hebben immers zo
langzamerhand de schijn
tegen. Sinds het maten-naaien
en het theaterspel rond
strafschoppen zijn uitgegroeid
tot onuitroeibare elementen in
het spel wordt niet alleen een
schier onbetaalbare wissel
getrokken op de
scheidsrechter. Bij hem is
tegen de tijd dat-ie op
topniveau is aangeland
eigenlijk alle krediet wel zo'n
beetje verspeeld. Er moeten
voor zo'n fluitist wel veel
andere verzetjes tegenover
staan, wil hij aan zo 'n tripje
naar een of ander oord in den
vreemde nog een beetje plezier
overhouden.
Maar terug naar Van Basten.
Ik denk dat hij niet helemaal
ongelijk had toen hij
verklaarde dat het geen boze
opzet was toen hij zijn elleboog
tegen het hoofd van Plovie
zette. Je moet inderdaad ook
als topvoetballer wel eens je
armen gebruiken om je langs
een tegenstander te wurmen.
Bij Van Basten zaten de
bewuste ledematen echter te
hoog, vertoonde de arm een
lichte hoek en was de
beweging zijwaarts naar
achteren gericht. Daardoor
heeft hij de schijn wel tegen.
Wat vóór hem pleit is het feit
dat de enige echte
elleboogstoot niet op zo'n
moment wordt uitgedeeld.
Daarvoor wacht de wraak
zoekende of frustratie
afreagerende voetballer tot het
moment dat zich een melee
van spelers heeft gevormd of
de bal aan de andere kant van
het veld is. Dan kan de
scheidsrechter het niet zien en
kijkt ook de lijnrechter
doorgaans de andere kant op.
Dat nu deed Van Basten niet.
Hij pleegde zijn daad op een
moment dat ieders aandacht
op hem was gericht. De tv-
herhalingsmachine stelde
scheidsrechter Syme in het
gelijk: het was een pure
elleboogstoot. Opzet of niet.
Dat Plovie niet simuleerde
toen hij kermend ter aarde
stortte bleek de volgende dag;
gebroken kaak.
Sommigen zeggen dat Van
Basten het al geruime tijd
achter de ellebogen heeft.
Schaamrood zou hem ook
passen.
0<
3t urizio Iorio naar Internazionale
ie
tai \AN Internazionale Milaan heeft de 30-jarige Maurizio
gecontracteerd tot het einde van het seizoen. De aanvaller,
orig jaar bij Hellas Verona speelde, stond dit seizoen niet
g" contract. Hij krijgt voor zijn verbintenis 25Q.000 gulden.
n n tract Jupp Heynckes verlengd
'CHEN Bayern Milnchen heeft het contract met trainer
Heynckes tussentijds met twee jaar verlengd. Dat gebeurde
ilgarije, waar Bayern deze week voor de Europese beker
de tegen Sredets Sofia. Heynckes, sinds 1 juli 1987 in dienst
ayern. staat nu tot medio 1993 onder contract bij de kam-
van Duitsland.
Pfaff gaat in zaken
BEVEREN Jean-Marie Pfaff, oud-
doelman van de Belgische nationale
ploeg, stopt definitief met voetballen.
Hij heeft een bureau opgericht dat
zich gaat bezighouden met de bege
leiding van voetballers. Bovendien is
hij de komende vijf jaar commercieel
manager van de tweede klasser SK
Beveren. De 36-jarige Pfaff startte
zijn loopbaan als betaald voetballer
bij Beveren en maakte na de wereld
titelstrijd in Spanje (1982) een klap
per door naar Bayern Milnchen te
vertrekken. Hij bleef zes jaar in
Zuid-Duitsland en haalde in 1987 de
Europese finale voor landskampioe
nen. Met de Belgische ploeg werd hij
tweede tijdens de Europese titelstrijd
van 1980 en vierde bij het WK van
1986 in Mexico.
Sovjet-trainers mogen Irak uit
BAGDAD Vijf Sovjetrussische voetbaltrainers hebben Irak verla
ten. Het vijftal, onder wie de vroegere internationals Fomenko (42)
en Morosov (54), behoorde tot een groep gijzelaars die de afgelopen
week van Saddam Husayn de gelegenheid kreeg naar Moskou terug
te keren.
In Irak werkten de coaches in het kader van ontwikkelingshulp bij
diverse grote voetbalclubs. Na de inval van Irak in Kuwayt werden
ze bij de clubs weggehaald om ze over het hele land bij strategisch
belangrijke plaatsen onder te brengen.
Voetbalbond gaat in beroep
BERN De Zwitserse voetbalbond (SFV) is in beroep gegaan tegen
de schorsing van drie wedstrijden voor bondscoach Uli Stielike. De
Westduitser had tijdens de EK-kwalificatiewedstrijd Schotland -
Zwitserland (2-1) luidkeels geprotesteerd tegen verschillende beslis
singen van de scheidsrechter. De Zwitserse bond vindt de straf te
Jan Wals: „Ik
zie er
misschien niet
altijd even
vrolijk uit,
maar of je me
dan arrogant
moet
noemen?".
FOTO:
STEPHEN
EVENHUIS
DEN HAAG Tussen de
in veelkleurige trainings
pakken gestoken trainer/
coaches van de deelne
mende ploegen aan het
zaalkorfbaltoernooi van
de afdeling Rijndelfland,
dat de afgelopen week
werd gehouden is Jan
Wals een vreemde eend in
de bijt. De coach van Ons
Eibernest ziet er op het
eerste gezicht uit zoals de
gemiddelde voetbaltrai
ner. Keurig colbertje,
stropdas en de onvermij
delijke sigaret. Een top
coach wordt hij door ve
len genoemd. Eén van de
beste in Nederland. (En
dus ook daarbuiten). Voor
anderen is Wals echter
een „arrogante kwal".
Gaat die combinatie per
definitie samen of is de
indruk, die de buitenwe
reld van Wals heeft
verkeerd
„Kijk", begint Wals, „wat dat
eerste betreft, dat van die top
coach, ziet men het wel goed".
Dus toch arrogant. „Welnee,
dat is maar schijn. Misschien
lijkt het zo voor de buitenwe
reld. Ik zie er misschien niet
altijd even vrolijk uit. Maar of
je dat arrogant mag noemen?
Ach, men doet maar. In het
korfbalwereldje mag je niet
opvallen. Het wordt wel vaker
gezegd, maar als je in Neder
land, en zeker in de korfbal
wereld, ergens bovenuit
steekt, dan komt het grote mes
uit de la met de bedoeling je
een kopje kleiner te maken".
Het heeft er even de schijn
van dat Wals absoluut niets
om korfbal geeft. Maar zoals
zo vaak bedriegt die schijn ook
deze keer weer. Wals houdt
van korfbal, laat dat duidelijk
zijn. En hij heeft bewezen iets
van het spelletje af te weten.
Als trainer/coach werd hij im
mers twee keer kampioen van
Nederland met Oost-Arnhem.
Maar een spelletje is het nog,
vindt hij. „Het wordt tijd dat
korfbal eens een echte sport
wordt", zegt Wals fanatiek.
„Want dat is het nog lang niet.
Korfballers zijn amateurs.
Goedwillend en gezellig, maar
voor sport en zeker voor top
sport komt er wat meer kij
ken. Toen ik vorig seizoen bij
Ons Eibernest begon, heb ik er
gelijk wat spelers uitgegooid.
Gezelligheid mag, ik hou daar
ook van. Maar als er moet
worden gepresteerd, moet daar
ook wat voor worden gedaan.
Ik heb niets aan spelers of
speelsters, die op zondag een
wedstrijd spelen en de zater
dag ervoor hevig op stap zijn
geweest. Wegwezen dan".
Te vroeg
De 49-jarige Jan Wals is eigen
lijk een aantal jaren te vroeg
geboren, vindt hij zelf. Toen
hij nog jong was kon er met
sport nog niets worden ver
diend. „Als dat wel zo zou zijn
geweest, dan was ik natuurlijk
nooit gaan korfballen", zegt hij
op gedecideerde toon. „Ik was
een niet onverdienstelijk ten
nisser en als toen die bedragen
werden betaald zoals nu het
geval is, dan had ik het wel
geweten. Alhoewel, mijn
grootste liefde was het wiel
rennen. Maar dat mocht ik
niet van mijn moeder. Die
vond dat maar een volkse
sport. Goed voor straatvech
ters. Ik heb nog een tijdje ge
voetbald en ben toen via fami
lie in het korfbal gerold. Geen
spijt van, nee. Het is een
prachtig spel met veel tacti
sche mogelijkheden. Alleen is
het aantal spelers dat die ver
schillende spelvormen ook
daadwerkelijk kan spelen zeer
beperkt".
Langs de lijn gedraagt Wals
zich ook al niet als de gemid
delde korfbalcoach. Over het
algemeen wordt in het wereld
je - als er vanaf de kant al
wordt geroepen - keurig met
elkaar omgegaan. Net zo keu
rig als de spelers dat met el
kaar in het veld doen. Jan
Wals gruwt daarvan. En dat
laat hij tijdens een wedstrijd
ook regelmatig blijken. Als
zijn ploeg de afspraken die
voor de wedstrijd zijn gemaakt
niet nakomt, kan hij woedend
van de bank afspringen. Met
korte aanwijzingen, meestal
niet al te vriendelijk geroepen,
zorgt hij dat zijn spelers weer
doen wat hij zegt. Man noch
vrouw sparend
„Ik vind dat ook zo'n onzin",
zegt Wals, „Waarom zou je nu
juist bij korfbal steeds maar
weer aardig voor elkaar
moeten zijn? In deze wereld
kunnen de mensen het zakelij
ke van het persoonlijke niet
onderscheiden. Je mag toch
wel eens: hé joh, beweeg eens
een beetje meer, roepen. En of
dat nou mannen zijn of vrou
wen, dat maakt geen moer uit.
Ze willen toch zo graag een
gemengde sport. Okay, maar
accepteer dan wel de conse
quenties. Maar nee, bij korfbal
moet het altijd netjes blijven.
Die situaties die je soms ziet in
het veld. Glijdt er een tegen
stander uit. Nou, jammer dan.
Is zijn pakkie-an. Gewoon
doorspelen, uitglijden hoort bij
de sport. Maar nee hoor, men
wacht keurig tot de tegenstan
der is opgestaan en gaat dan
pas verder. Gek word ik daar
van".
Driftig
Wals tikt bij die laatste zin
driftig op het voorhoofd. Iets
dat hij gedurende het gesprek
nog wel vaker doet als hij het
over - zijn toch favoriete -
korfbalsport heeft. „Wij", zegt
Wals, „zijn niet agressief ge
noeg. De korfballers praten al
tijd vanuit de verdediging. Als
je een korfballer neerzet op
een feestje tussen ijshockeyers,
rugbyers en voetballers, dan
durft hij nauwelijks te zeggen
at hij korfbalt. Door korfbal
lers werd altijd gezegd van: ja,
maar het is zo gezellig en het
is zo leuk. Om het maar een
beetje goed te praten dat je
korfbalt. Softies, nietwaar. Die
kom je nog veel tegen in deze
sport. Van die Lelijke-Eendrij-
ders. Als ze die auto nog zou
den maken, dan zouden ze aan
de korfbalbond met bijna
100.000 leden een goede klant
hebben".
„Het lijkt er vaak op", g
Wals onverdroten verder, „dat
zodra een speler bij zijn club
komt ze door de één of andere
korfbalpoort gaan. Dat we-
zijn-een-grote-familie idee. Zo
als je ook wel ziet bij die bun
galowparken van Center
Pares, waar iedereen zich na
binnenkomst vanuit het keuri
ge burgerpak in jogging-kle-
ren hijst. Ja, één grote familie,
waarin geen stront aan de
knikker is".
Gangetje
Wellicht had Wals, die in het
dagelijks leven iets met com
puters doet, ook tot die grote
familie behoord als alleè z'n
gewone gangetje was gegaan.
Dat ging het voor hem echter
niet. Privé heeft hij grote pro
blemen gehad en dat heeft zijn
kijk op de wereld drastisch
veranderd. „Wat ik al eerder
zei", verduidelijkt Wals. „van
dat grote mes dat uit de la
wordt gehaald als je boven de
rest uitsteekt, geldt eigenlijk
ook als het je wat minder gaat.
Toen ik in de problemen
kwam heb ik maar van weinig
steun van anderen gehad. Nee,
ook niet uit de korfbalwereld.
Er werd over je geluld. Nee,
niet waar je bij was, maar dat
voelde je gewoon. Ik ben blij
dat ik daar afstand van heb
kunnen nemen. Kijk, als ik nu
op zaterdag wakker word,
koop ik een krant en ga lek
ker naar een Turks koffiehuis
om te lezen. Ik. versta de Tur
ken niet en zij mij niet. Lek
ker rustig toch".
DICK DIJKHUIZEN
T „Het blijft het
ste vak dat bestaat,"
Nol de Ruiter met na-
Nochtans kreeg de
sistent-bondscoach
Oranje de voorbije
iden enkele fikse
en om de oren. Ge-
om de amusements-
de van z'n beroep
gevoelige knauw te
Na het échec van
WK in Italië gonsde
;n de naam van Nol
uiter door 't geruch-
ircuit: als de nieuwe
r van het Nederlands
l. Rinus Michels be-
anders. De Ruiter
lor zelfs z'n status als
de man aan Dick Ad-
i at. Voor 't Olympisch
mag hij thans z'n
nat maken. En ook
tanctie stond nog ter
gsie. Jan Rab claimde
ilftal eveneens. Een
irstand. „Het olympi-
;eam is van mij," zegt
Ruiter gedecideerd,
tab is mijn assistent."
Ruiter erkent het grif:
s natuurlijk niet zo leuk.
11 gebeurt. Gisteren was
morgen is het weer een
Daar moet je niet te
aan tillen. In de top zijn
lort zaken gebruikelijk,
ïou je niet tegen; dat
niemand tegen, 't Is
uen moeilijk uit te leg-
maar zo werkt het nu
ïal. Een proces. In mijn
een proces van drie jaar.
aar trok ik met de groep
)'n groep verandert. En
logisch. Ze worden alle-
yedetten; of ze denken
Iet bepaalde meningen
eën. Dan ontkom je er
in, dat je op mekaar uit-
fen raakt. Dat je beter
groep kunt breken. Je
t ook bij een club. Zit je
fenmeester 'n jaar of
ier bij een club en er zit
wisseling in het elftal,
I team er eveneens aan
ndere mensen om zich
te krijgen. Het misluk-
an het WK had talloze
en. Daar kun je niet één
ige voor aanwijzen, 't
de organisatie, in de
reiding er naar toe, de
waren niet in vorm.
Een opeenhoping van feiten.
Noem het een samenloop van
omstandigheden".
Goed bezig
„Ik weet zeker dat Michels en
Advocaat goed bezig zijn. Maar
het lukt nog niet. En of ik me
in de visie van die twee kan
vinden is nu niet aan de orde.
Laat ik me ook niet over uit. 't
Is op dit moment mijn zaak
niet. Ik ben nog zijdelings bij
het A-team betrokken. Ik
scout, bekijk wedstrijden en
geef analyses. Verder niet. Ik
beperk me tot het olympische
elftal en met de wedstrijden
van de A-ploeg heb ik geen
bemoeienis meer. Dat moet
ook niet. Het is thans Michels-
Advocaat en ik denk, dat zij
het moeten doen ook. Op dit
moment is de vorm er niet.
Dat kan van de ene dag op de
andere veranderen. In een elf
tal kan zo maar wat gebeuren.
Het is niet leuk, doch het kan
toch eens een keer wat minder
gaan? Ik ben van mening, dat
wij inderdaad over de beste
voetballers van dé wereld be
schikken. De spelers hebben
echter jammer genoeg de
vorm niet. Het kan best eens
voorkomen, dat het slechter
gaat. Dat het minder wordt, 't
Was na vierenzeventig niet
anders. Je hebt nu eenzelfde
beeld. De spelers hebben alles
al meegemaakt; zijn moeilijker
scherp te krijgen, 'k Weet zé
ker dat ze in hun hart dol
graag willen winnen, maar om
daarvoor tot het uiterste te
gaan, zijn ze niet meer ge
wend. Bij het olympische team
zie je dat de spelers zich hele
maal leeg spelen. Willen een
goed resultaat halen. Voor die
jonkies is alles nog nieuw".
Denkbeelden
Nol de Ruiter laat zich niet uit
over de denkbeelden van Mi
chels en Advocaat, maar met
de speelwijze van het olympi
sche elftal moet hij zich toch
comformeren aan hun visie?
„Er worden", zegt De Ruiter,
„lijnen uitgezet. Een soort for
matie. Rinus wil graag - en hij
heeft vanuit zijn functie die
macht - dat de olympische
ploeg net zo speelt als het A-
elftal. Daar moet ik in mee.
Dat kan niet anders. Jongens
die doorstromen, behoren te
weten hoe de grote lijnen lig
gen. Maar uiteraard niet in het
extreme. Blijkt tijdens het spel,
dat er wat moet veranderen,
•Nol de Ruiter opereerde altijd
zijspoor rangeerde.
grijp ik in. In principe spelen
beide elftallen hetzelfde spel,
doch ik kan er best nuances in
aanbrengen. Tegen Portugal
speelde 't olympische team bij
voorbeeld met Roy in een naar
binnen getrokken positie. Met
de intentie om aan de buiten
kant door te komen. De tegen
stander was echter zo sterk dat
het er niet uitkwam. We moes
ten tachtig minuten verdedi
gen. Roy speelde hangend
naar binnen, maar hij heeft zo
hard moeten werken, dat we
van zijn aanvallende capacitei
ten geen gebruik konden ma
ken. Bij die jonge knapen is
het nog een stuk gemakkelij
ker dan bij de ouwe knakkers.
Die hebben veel meer dingen
aan de kop". Maken zelfs de
dienst uit? „Ik denk", reageert
De Ruiter behoedzaam, „dat
de spelers in de top - en dat
zijn toch spelers die echt wel
wat weten en kunnen vertel
len over voetbal - recht op in
spraak hebben. De beslissin
gen neem je dan in een be
paald overleg. De trainer of de
coach blijft uiteraard verant
woordelijk, maar je kunt niet
aan hen voorbij lopen. Bij het
Nederlands elftal krijg je spe
lers die in allerlei systemen
spelen. In een tijdsbestek van
drie, vier dagen moet je ze op
één lijn hebben. Dat is ontzet
tend moeilijk. Bovendien zit
ten we met het probleem, dat
de helft van de selectie in het
buitenland speelt. Je zult vaak
met die jongens moeten pra
ten. Dikwijls slechts per tele
foon. Voor een bondscoach is
het uitermate lastig, een goed
contact met de spelers te heb
ben. Vergeleken met andere
landen is het voor ons land
veel moeilijker een goede
voorbereiding uit te stippelen.
De Portugezen waren tien da
gen bijeen. Dat is bij ons on
mogelijk. Je hebt te doen met
buitenlandse competities. Het
organiseren van een vriend
schappelijke wedstrijd is al een
hels karwei".
Gemakkelijker
„Een clubtrainer", vervolgt De
Ruiter, „heeft het veel gemak
kelijker. Die gaat van de vroe
ge ochtend tot de avond met
zijn spelers om. De nationale
selectie heb je 'n paar dagen
en dan duurt het twee maan
den eer je ze weer hebt. Heeft
het geen zin meer, nog over de
vorige wedstrijd te praten. Het
is ondoenlijk, in twee, drie da
gen van een ploeg een eenheid
te maken. Talloze zaken heb je
niet in eigen hand. En wan
neer je dan bovendien de pech
hebt, dat een aantal van je ba
sis-spelers uit vorm is, vecht je
tegen de bierkaai. Vooral voor
de supporters is dat moeilijk te
pruimen. Dan deugt er inenen
niets meer. Is Van Basten bij
voorbeeld plotseling voor alle
prijzen te duur. Dat is natuur
lijk baarlijke nonsens. Hij is
wél de beste spits die er is! Dat
hij nu niet presteert, heeft te
maken met de vorm van de
hele ploeg. En dan doe ik niet
mee aan de discussie hoe er
gespeeld moet worden. Het
heeft alles te maken met hoe
de ploeg draait. Daar is hij van
afhankelijk. Van Basten kan
het in één actie maken. Eén
sublieme handeling. Daar
hoop je op en daar gok je op.
Deze spelers kunnen voor een
trainer moordenaars zijn Om
dat je steeds weer hoopt, dat ze
een geniaal moment krijgen.
En dan komt het er niet uit.
Heb je pech gehad. Zo'n speler
mag je niets verwijten. Heb ik
nimmer gedaan. Je geeft ze
evenwel wat meer krediet.
Eén actie en hij beslist de wed
strijd. Van Basten is zo'n
spits".
Automobilist
Met 't gemak waarmee 'n ver
wende automobilist z'n voer
tuig inwisselt, werd Nol de
Ruiter van de ene dag op de
andere in rang teruggesteld.
,,'t Gebeurt nou eenmaal," zegt
hij slechts, „gisteren ik, mor
gen een ander". Met een be
wonderenswaardige ijver
stortte hij zich op de tweede
keus: het olympische elftal.
Zonder enige rancune.
„De bond behandelt mij goed.
Ik ga iedere dag met plezier
naar mijn werk. Ik heb ge
woon erg leuk werk. Indien er
echt een goeie club komt, doe
ik het waarschijnlijk, doch als
de bond mij een nieuw con
tract aanbiedt, weet ik het nog
niet. Mijn verbintenis loopt af,
maar zegt de KNVB: oké, doe
jij het olympische team tot en
met de Spelen, dan wordt dat
voor mij toch een overweging
Ik ambieer het best, door te
gaan. 't Is natuurlijk niet niks.
Ten eerste is het een aardig
team. Een gretige groep; jonge
jongens die lekker fris zijn.
Stel dat je de Olympische Spe
len haalt Dat is me nogal wat,
als je daar naar toe kan. Heb
ik toch een EK, een WK en
eventueel een Olympische
Spelen gehaald".
„Zeist is voor mij geen span
ningsveld. Absoluut niet een
zware belasting. Je groeit er
naartoe. Je begint bij de ama
teurs, dan komt het betaald
voetbal. De druk wordt ster
ker, de commercie komt erbij
en de belangen worden steeds
groter. Daar groei je in mee.
Bij de KNVB kwam ik in de
grote wereld. En ik had de
mazzel, dat ik in de goeie tijd
kwam. Alles was nog lekker
rustig rond het team. We wer
den Europees kampioen. Daar
na kwam de ellende met Li-
bregts. Daar leer je van. Op
een gegeven ogenblik kom je
zelf onder vuur te staan. Dat
hoort erbij. En wat het vervolg
wordt, zie ik wel. Hangt af
van het aanbod. Komt er een
acceptabele club of is de bond
genegen mijn contract te ver
lengen. Financieel wint een
club het altijd. Daar blijft de
bond bij achter. Ik heb bij de
KNVB een goed salaris, maar
verder niet. Ik ben als het
ware een ambtenaar".
„In België zou ik zo willen be
ginnen. Ik kom er veel - ook
al omdat mijn schoonzoon
(Foeke Booy; red.) er speelt -
en ik vind de voetbalsfeer er
hartstikke leuk. Ik heb er vrij'
veel contacten. België is niet te
vergelijken met Nederland.
Foeke en mijn dochter willen
er dolgraag blijven wonen.
België zie ik wel zitten; of
Zwitserland. Geen Turkije.
Dat doe je uitsluitend om het
grote geld. Ik wil echter ook
wat plezier in mijn werk hou
den. 'k Vind het nog steeds
een prachtig vak!"
JAN J. RITZEMA
Jean Marie Pfaff
FOTO: SP