psmiujua ïól de Ruiter voelt zich nu een ambtenaar Jan Wals wil korfbal uit softie-sfeer ORT CetebeSoutout ZATERDAG 10 NOVEMBER 1990 PAGINA 11 f door Frank Werkman Elleboog Marco van Basten werd afgelopen woensdag door scheidsrechter Syme uit het veld gestuurd tijdens de Europa Cupwedstrijd Club Brugge - AC Milan. Hij had zijn opponent Plovie met de elleboog in het gelaat geraakt, het slachtoffer ging neer, wachtend op de soppige spons en Van Basten kon de kolkende arena verlaten. Om opzet bij het incident vervolgens na afloop in alle toonaarden te ontkennen. Van Basten was daarmee niet de eerste voetballer, die de beslissing van een scheidsrechter op die manier aan de kaak stelde en hij zal ook niet de laatste zijn. Het is een primitief, ingeworteld afweersysteem bij sporters om een eigen overtreding te bagatelliseren en andermans aanslag op te blazen. In die gewoonte zijn ze opgevoed en grootgebracht. Het is hun tweede natuur geworden. Soms gaan ze daar heel ver in. Er zijn strafzaken behandeld tegen voetballers, die hun neergesabelde collega lieten opdraven om een getuigenis a décharge uit te spreken. Aandoenlijk was dat altijd en heel anders dan wat je tegenwoordig regelmatig op de velden kunt signaleren: spelers die een opponent een kaart proberen aan te smeren. Na een ondergane overtreding een smekende, een van onbegrip overlopende blik in de richting van de scheidsrechter; met daarbij vaak ook nog dat gebaartje met de hand. de vingers bij elkaar geknepen en er lichtjes mee zwaaiend. Om vervolgens niet alleen puntgaaf de strijd voort te zetten, maar later in de partij ook zelf genadeloos hard een tegenstander onderuit te schoppen. Vergezeld van de gebaren met de twee armen, licht gebogen naast de schouders omhoog. Zo van: het was niks, scheids! Een geste, die inmiddels al weer jaren wordt vervangen door cirkelvormige handbewegingen, de vingers gespreid, waarmee iets ronds wordt aangeduid. Niet de benen van de opposant waren natuurlijk het doelwit, maar vanzelfsprekend de bal. Dat bij die poging de achillespees van de speler van de tegenpartij bijkans werd gespleten, ach dat hoort bij het spel. Vindt men. Ik denk er niet zo over. Voetballers hebben immers zo langzamerhand de schijn tegen. Sinds het maten-naaien en het theaterspel rond strafschoppen zijn uitgegroeid tot onuitroeibare elementen in het spel wordt niet alleen een schier onbetaalbare wissel getrokken op de scheidsrechter. Bij hem is tegen de tijd dat-ie op topniveau is aangeland eigenlijk alle krediet wel zo'n beetje verspeeld. Er moeten voor zo'n fluitist wel veel andere verzetjes tegenover staan, wil hij aan zo 'n tripje naar een of ander oord in den vreemde nog een beetje plezier overhouden. Maar terug naar Van Basten. Ik denk dat hij niet helemaal ongelijk had toen hij verklaarde dat het geen boze opzet was toen hij zijn elleboog tegen het hoofd van Plovie zette. Je moet inderdaad ook als topvoetballer wel eens je armen gebruiken om je langs een tegenstander te wurmen. Bij Van Basten zaten de bewuste ledematen echter te hoog, vertoonde de arm een lichte hoek en was de beweging zijwaarts naar achteren gericht. Daardoor heeft hij de schijn wel tegen. Wat vóór hem pleit is het feit dat de enige echte elleboogstoot niet op zo'n moment wordt uitgedeeld. Daarvoor wacht de wraak zoekende of frustratie afreagerende voetballer tot het moment dat zich een melee van spelers heeft gevormd of de bal aan de andere kant van het veld is. Dan kan de scheidsrechter het niet zien en kijkt ook de lijnrechter doorgaans de andere kant op. Dat nu deed Van Basten niet. Hij pleegde zijn daad op een moment dat ieders aandacht op hem was gericht. De tv- herhalingsmachine stelde scheidsrechter Syme in het gelijk: het was een pure elleboogstoot. Opzet of niet. Dat Plovie niet simuleerde toen hij kermend ter aarde stortte bleek de volgende dag; gebroken kaak. Sommigen zeggen dat Van Basten het al geruime tijd achter de ellebogen heeft. Schaamrood zou hem ook passen. 0< 3t urizio Iorio naar Internazionale ie tai \AN Internazionale Milaan heeft de 30-jarige Maurizio gecontracteerd tot het einde van het seizoen. De aanvaller, orig jaar bij Hellas Verona speelde, stond dit seizoen niet g" contract. Hij krijgt voor zijn verbintenis 25Q.000 gulden. n n tract Jupp Heynckes verlengd 'CHEN Bayern Milnchen heeft het contract met trainer Heynckes tussentijds met twee jaar verlengd. Dat gebeurde ilgarije, waar Bayern deze week voor de Europese beker de tegen Sredets Sofia. Heynckes, sinds 1 juli 1987 in dienst ayern. staat nu tot medio 1993 onder contract bij de kam- van Duitsland. Pfaff gaat in zaken BEVEREN Jean-Marie Pfaff, oud- doelman van de Belgische nationale ploeg, stopt definitief met voetballen. Hij heeft een bureau opgericht dat zich gaat bezighouden met de bege leiding van voetballers. Bovendien is hij de komende vijf jaar commercieel manager van de tweede klasser SK Beveren. De 36-jarige Pfaff startte zijn loopbaan als betaald voetballer bij Beveren en maakte na de wereld titelstrijd in Spanje (1982) een klap per door naar Bayern Milnchen te vertrekken. Hij bleef zes jaar in Zuid-Duitsland en haalde in 1987 de Europese finale voor landskampioe nen. Met de Belgische ploeg werd hij tweede tijdens de Europese titelstrijd van 1980 en vierde bij het WK van 1986 in Mexico. Sovjet-trainers mogen Irak uit BAGDAD Vijf Sovjetrussische voetbaltrainers hebben Irak verla ten. Het vijftal, onder wie de vroegere internationals Fomenko (42) en Morosov (54), behoorde tot een groep gijzelaars die de afgelopen week van Saddam Husayn de gelegenheid kreeg naar Moskou terug te keren. In Irak werkten de coaches in het kader van ontwikkelingshulp bij diverse grote voetbalclubs. Na de inval van Irak in Kuwayt werden ze bij de clubs weggehaald om ze over het hele land bij strategisch belangrijke plaatsen onder te brengen. Voetbalbond gaat in beroep BERN De Zwitserse voetbalbond (SFV) is in beroep gegaan tegen de schorsing van drie wedstrijden voor bondscoach Uli Stielike. De Westduitser had tijdens de EK-kwalificatiewedstrijd Schotland - Zwitserland (2-1) luidkeels geprotesteerd tegen verschillende beslis singen van de scheidsrechter. De Zwitserse bond vindt de straf te Jan Wals: „Ik zie er misschien niet altijd even vrolijk uit, maar of je me dan arrogant moet noemen?". FOTO: STEPHEN EVENHUIS DEN HAAG Tussen de in veelkleurige trainings pakken gestoken trainer/ coaches van de deelne mende ploegen aan het zaalkorfbaltoernooi van de afdeling Rijndelfland, dat de afgelopen week werd gehouden is Jan Wals een vreemde eend in de bijt. De coach van Ons Eibernest ziet er op het eerste gezicht uit zoals de gemiddelde voetbaltrai ner. Keurig colbertje, stropdas en de onvermij delijke sigaret. Een top coach wordt hij door ve len genoemd. Eén van de beste in Nederland. (En dus ook daarbuiten). Voor anderen is Wals echter een „arrogante kwal". Gaat die combinatie per definitie samen of is de indruk, die de buitenwe reld van Wals heeft verkeerd „Kijk", begint Wals, „wat dat eerste betreft, dat van die top coach, ziet men het wel goed". Dus toch arrogant. „Welnee, dat is maar schijn. Misschien lijkt het zo voor de buitenwe reld. Ik zie er misschien niet altijd even vrolijk uit. Maar of je dat arrogant mag noemen? Ach, men doet maar. In het korfbalwereldje mag je niet opvallen. Het wordt wel vaker gezegd, maar als je in Neder land, en zeker in de korfbal wereld, ergens bovenuit steekt, dan komt het grote mes uit de la met de bedoeling je een kopje kleiner te maken". Het heeft er even de schijn van dat Wals absoluut niets om korfbal geeft. Maar zoals zo vaak bedriegt die schijn ook deze keer weer. Wals houdt van korfbal, laat dat duidelijk zijn. En hij heeft bewezen iets van het spelletje af te weten. Als trainer/coach werd hij im mers twee keer kampioen van Nederland met Oost-Arnhem. Maar een spelletje is het nog, vindt hij. „Het wordt tijd dat korfbal eens een echte sport wordt", zegt Wals fanatiek. „Want dat is het nog lang niet. Korfballers zijn amateurs. Goedwillend en gezellig, maar voor sport en zeker voor top sport komt er wat meer kij ken. Toen ik vorig seizoen bij Ons Eibernest begon, heb ik er gelijk wat spelers uitgegooid. Gezelligheid mag, ik hou daar ook van. Maar als er moet worden gepresteerd, moet daar ook wat voor worden gedaan. Ik heb niets aan spelers of speelsters, die op zondag een wedstrijd spelen en de zater dag ervoor hevig op stap zijn geweest. Wegwezen dan". Te vroeg De 49-jarige Jan Wals is eigen lijk een aantal jaren te vroeg geboren, vindt hij zelf. Toen hij nog jong was kon er met sport nog niets worden ver diend. „Als dat wel zo zou zijn geweest, dan was ik natuurlijk nooit gaan korfballen", zegt hij op gedecideerde toon. „Ik was een niet onverdienstelijk ten nisser en als toen die bedragen werden betaald zoals nu het geval is, dan had ik het wel geweten. Alhoewel, mijn grootste liefde was het wiel rennen. Maar dat mocht ik niet van mijn moeder. Die vond dat maar een volkse sport. Goed voor straatvech ters. Ik heb nog een tijdje ge voetbald en ben toen via fami lie in het korfbal gerold. Geen spijt van, nee. Het is een prachtig spel met veel tacti sche mogelijkheden. Alleen is het aantal spelers dat die ver schillende spelvormen ook daadwerkelijk kan spelen zeer beperkt". Langs de lijn gedraagt Wals zich ook al niet als de gemid delde korfbalcoach. Over het algemeen wordt in het wereld je - als er vanaf de kant al wordt geroepen - keurig met elkaar omgegaan. Net zo keu rig als de spelers dat met el kaar in het veld doen. Jan Wals gruwt daarvan. En dat laat hij tijdens een wedstrijd ook regelmatig blijken. Als zijn ploeg de afspraken die voor de wedstrijd zijn gemaakt niet nakomt, kan hij woedend van de bank afspringen. Met korte aanwijzingen, meestal niet al te vriendelijk geroepen, zorgt hij dat zijn spelers weer doen wat hij zegt. Man noch vrouw sparend „Ik vind dat ook zo'n onzin", zegt Wals, „Waarom zou je nu juist bij korfbal steeds maar weer aardig voor elkaar moeten zijn? In deze wereld kunnen de mensen het zakelij ke van het persoonlijke niet onderscheiden. Je mag toch wel eens: hé joh, beweeg eens een beetje meer, roepen. En of dat nou mannen zijn of vrou wen, dat maakt geen moer uit. Ze willen toch zo graag een gemengde sport. Okay, maar accepteer dan wel de conse quenties. Maar nee, bij korfbal moet het altijd netjes blijven. Die situaties die je soms ziet in het veld. Glijdt er een tegen stander uit. Nou, jammer dan. Is zijn pakkie-an. Gewoon doorspelen, uitglijden hoort bij de sport. Maar nee hoor, men wacht keurig tot de tegenstan der is opgestaan en gaat dan pas verder. Gek word ik daar van". Driftig Wals tikt bij die laatste zin driftig op het voorhoofd. Iets dat hij gedurende het gesprek nog wel vaker doet als hij het over - zijn toch favoriete - korfbalsport heeft. „Wij", zegt Wals, „zijn niet agressief ge noeg. De korfballers praten al tijd vanuit de verdediging. Als je een korfballer neerzet op een feestje tussen ijshockeyers, rugbyers en voetballers, dan durft hij nauwelijks te zeggen at hij korfbalt. Door korfbal lers werd altijd gezegd van: ja, maar het is zo gezellig en het is zo leuk. Om het maar een beetje goed te praten dat je korfbalt. Softies, nietwaar. Die kom je nog veel tegen in deze sport. Van die Lelijke-Eendrij- ders. Als ze die auto nog zou den maken, dan zouden ze aan de korfbalbond met bijna 100.000 leden een goede klant hebben". „Het lijkt er vaak op", g Wals onverdroten verder, „dat zodra een speler bij zijn club komt ze door de één of andere korfbalpoort gaan. Dat we- zijn-een-grote-familie idee. Zo als je ook wel ziet bij die bun galowparken van Center Pares, waar iedereen zich na binnenkomst vanuit het keuri ge burgerpak in jogging-kle- ren hijst. Ja, één grote familie, waarin geen stront aan de knikker is". Gangetje Wellicht had Wals, die in het dagelijks leven iets met com puters doet, ook tot die grote familie behoord als alleè z'n gewone gangetje was gegaan. Dat ging het voor hem echter niet. Privé heeft hij grote pro blemen gehad en dat heeft zijn kijk op de wereld drastisch veranderd. „Wat ik al eerder zei", verduidelijkt Wals. „van dat grote mes dat uit de la wordt gehaald als je boven de rest uitsteekt, geldt eigenlijk ook als het je wat minder gaat. Toen ik in de problemen kwam heb ik maar van weinig steun van anderen gehad. Nee, ook niet uit de korfbalwereld. Er werd over je geluld. Nee, niet waar je bij was, maar dat voelde je gewoon. Ik ben blij dat ik daar afstand van heb kunnen nemen. Kijk, als ik nu op zaterdag wakker word, koop ik een krant en ga lek ker naar een Turks koffiehuis om te lezen. Ik. versta de Tur ken niet en zij mij niet. Lek ker rustig toch". DICK DIJKHUIZEN T „Het blijft het ste vak dat bestaat," Nol de Ruiter met na- Nochtans kreeg de sistent-bondscoach Oranje de voorbije iden enkele fikse en om de oren. Ge- om de amusements- de van z'n beroep gevoelige knauw te Na het échec van WK in Italië gonsde ;n de naam van Nol uiter door 't geruch- ircuit: als de nieuwe r van het Nederlands l. Rinus Michels be- anders. De Ruiter lor zelfs z'n status als de man aan Dick Ad- i at. Voor 't Olympisch mag hij thans z'n nat maken. En ook tanctie stond nog ter gsie. Jan Rab claimde ilftal eveneens. Een irstand. „Het olympi- ;eam is van mij," zegt Ruiter gedecideerd, tab is mijn assistent." Ruiter erkent het grif: s natuurlijk niet zo leuk. 11 gebeurt. Gisteren was morgen is het weer een Daar moet je niet te aan tillen. In de top zijn lort zaken gebruikelijk, ïou je niet tegen; dat niemand tegen, 't Is uen moeilijk uit te leg- maar zo werkt het nu ïal. Een proces. In mijn een proces van drie jaar. aar trok ik met de groep )'n groep verandert. En logisch. Ze worden alle- yedetten; of ze denken Iet bepaalde meningen eën. Dan ontkom je er in, dat je op mekaar uit- fen raakt. Dat je beter groep kunt breken. Je t ook bij een club. Zit je fenmeester 'n jaar of ier bij een club en er zit wisseling in het elftal, I team er eveneens aan ndere mensen om zich te krijgen. Het misluk- an het WK had talloze en. Daar kun je niet één ige voor aanwijzen, 't de organisatie, in de reiding er naar toe, de waren niet in vorm. Een opeenhoping van feiten. Noem het een samenloop van omstandigheden". Goed bezig „Ik weet zeker dat Michels en Advocaat goed bezig zijn. Maar het lukt nog niet. En of ik me in de visie van die twee kan vinden is nu niet aan de orde. Laat ik me ook niet over uit. 't Is op dit moment mijn zaak niet. Ik ben nog zijdelings bij het A-team betrokken. Ik scout, bekijk wedstrijden en geef analyses. Verder niet. Ik beperk me tot het olympische elftal en met de wedstrijden van de A-ploeg heb ik geen bemoeienis meer. Dat moet ook niet. Het is thans Michels- Advocaat en ik denk, dat zij het moeten doen ook. Op dit moment is de vorm er niet. Dat kan van de ene dag op de andere veranderen. In een elf tal kan zo maar wat gebeuren. Het is niet leuk, doch het kan toch eens een keer wat minder gaan? Ik ben van mening, dat wij inderdaad over de beste voetballers van dé wereld be schikken. De spelers hebben echter jammer genoeg de vorm niet. Het kan best eens voorkomen, dat het slechter gaat. Dat het minder wordt, 't Was na vierenzeventig niet anders. Je hebt nu eenzelfde beeld. De spelers hebben alles al meegemaakt; zijn moeilijker scherp te krijgen, 'k Weet zé ker dat ze in hun hart dol graag willen winnen, maar om daarvoor tot het uiterste te gaan, zijn ze niet meer ge wend. Bij het olympische team zie je dat de spelers zich hele maal leeg spelen. Willen een goed resultaat halen. Voor die jonkies is alles nog nieuw". Denkbeelden Nol de Ruiter laat zich niet uit over de denkbeelden van Mi chels en Advocaat, maar met de speelwijze van het olympi sche elftal moet hij zich toch comformeren aan hun visie? „Er worden", zegt De Ruiter, „lijnen uitgezet. Een soort for matie. Rinus wil graag - en hij heeft vanuit zijn functie die macht - dat de olympische ploeg net zo speelt als het A- elftal. Daar moet ik in mee. Dat kan niet anders. Jongens die doorstromen, behoren te weten hoe de grote lijnen lig gen. Maar uiteraard niet in het extreme. Blijkt tijdens het spel, dat er wat moet veranderen, •Nol de Ruiter opereerde altijd zijspoor rangeerde. grijp ik in. In principe spelen beide elftallen hetzelfde spel, doch ik kan er best nuances in aanbrengen. Tegen Portugal speelde 't olympische team bij voorbeeld met Roy in een naar binnen getrokken positie. Met de intentie om aan de buiten kant door te komen. De tegen stander was echter zo sterk dat het er niet uitkwam. We moes ten tachtig minuten verdedi gen. Roy speelde hangend naar binnen, maar hij heeft zo hard moeten werken, dat we van zijn aanvallende capacitei ten geen gebruik konden ma ken. Bij die jonge knapen is het nog een stuk gemakkelij ker dan bij de ouwe knakkers. Die hebben veel meer dingen aan de kop". Maken zelfs de dienst uit? „Ik denk", reageert De Ruiter behoedzaam, „dat de spelers in de top - en dat zijn toch spelers die echt wel wat weten en kunnen vertel len over voetbal - recht op in spraak hebben. De beslissin gen neem je dan in een be paald overleg. De trainer of de coach blijft uiteraard verant woordelijk, maar je kunt niet aan hen voorbij lopen. Bij het Nederlands elftal krijg je spe lers die in allerlei systemen spelen. In een tijdsbestek van drie, vier dagen moet je ze op één lijn hebben. Dat is ontzet tend moeilijk. Bovendien zit ten we met het probleem, dat de helft van de selectie in het buitenland speelt. Je zult vaak met die jongens moeten pra ten. Dikwijls slechts per tele foon. Voor een bondscoach is het uitermate lastig, een goed contact met de spelers te heb ben. Vergeleken met andere landen is het voor ons land veel moeilijker een goede voorbereiding uit te stippelen. De Portugezen waren tien da gen bijeen. Dat is bij ons on mogelijk. Je hebt te doen met buitenlandse competities. Het organiseren van een vriend schappelijke wedstrijd is al een hels karwei". Gemakkelijker „Een clubtrainer", vervolgt De Ruiter, „heeft het veel gemak kelijker. Die gaat van de vroe ge ochtend tot de avond met zijn spelers om. De nationale selectie heb je 'n paar dagen en dan duurt het twee maan den eer je ze weer hebt. Heeft het geen zin meer, nog over de vorige wedstrijd te praten. Het is ondoenlijk, in twee, drie da gen van een ploeg een eenheid te maken. Talloze zaken heb je niet in eigen hand. En wan neer je dan bovendien de pech hebt, dat een aantal van je ba sis-spelers uit vorm is, vecht je tegen de bierkaai. Vooral voor de supporters is dat moeilijk te pruimen. Dan deugt er inenen niets meer. Is Van Basten bij voorbeeld plotseling voor alle prijzen te duur. Dat is natuur lijk baarlijke nonsens. Hij is wél de beste spits die er is! Dat hij nu niet presteert, heeft te maken met de vorm van de hele ploeg. En dan doe ik niet mee aan de discussie hoe er gespeeld moet worden. Het heeft alles te maken met hoe de ploeg draait. Daar is hij van afhankelijk. Van Basten kan het in één actie maken. Eén sublieme handeling. Daar hoop je op en daar gok je op. Deze spelers kunnen voor een trainer moordenaars zijn Om dat je steeds weer hoopt, dat ze een geniaal moment krijgen. En dan komt het er niet uit. Heb je pech gehad. Zo'n speler mag je niets verwijten. Heb ik nimmer gedaan. Je geeft ze evenwel wat meer krediet. Eén actie en hij beslist de wed strijd. Van Basten is zo'n spits". Automobilist Met 't gemak waarmee 'n ver wende automobilist z'n voer tuig inwisselt, werd Nol de Ruiter van de ene dag op de andere in rang teruggesteld. ,,'t Gebeurt nou eenmaal," zegt hij slechts, „gisteren ik, mor gen een ander". Met een be wonderenswaardige ijver stortte hij zich op de tweede keus: het olympische elftal. Zonder enige rancune. „De bond behandelt mij goed. Ik ga iedere dag met plezier naar mijn werk. Ik heb ge woon erg leuk werk. Indien er echt een goeie club komt, doe ik het waarschijnlijk, doch als de bond mij een nieuw con tract aanbiedt, weet ik het nog niet. Mijn verbintenis loopt af, maar zegt de KNVB: oké, doe jij het olympische team tot en met de Spelen, dan wordt dat voor mij toch een overweging Ik ambieer het best, door te gaan. 't Is natuurlijk niet niks. Ten eerste is het een aardig team. Een gretige groep; jonge jongens die lekker fris zijn. Stel dat je de Olympische Spe len haalt Dat is me nogal wat, als je daar naar toe kan. Heb ik toch een EK, een WK en eventueel een Olympische Spelen gehaald". „Zeist is voor mij geen span ningsveld. Absoluut niet een zware belasting. Je groeit er naartoe. Je begint bij de ama teurs, dan komt het betaald voetbal. De druk wordt ster ker, de commercie komt erbij en de belangen worden steeds groter. Daar groei je in mee. Bij de KNVB kwam ik in de grote wereld. En ik had de mazzel, dat ik in de goeie tijd kwam. Alles was nog lekker rustig rond het team. We wer den Europees kampioen. Daar na kwam de ellende met Li- bregts. Daar leer je van. Op een gegeven ogenblik kom je zelf onder vuur te staan. Dat hoort erbij. En wat het vervolg wordt, zie ik wel. Hangt af van het aanbod. Komt er een acceptabele club of is de bond genegen mijn contract te ver lengen. Financieel wint een club het altijd. Daar blijft de bond bij achter. Ik heb bij de KNVB een goed salaris, maar verder niet. Ik ben als het ware een ambtenaar". „In België zou ik zo willen be ginnen. Ik kom er veel - ook al omdat mijn schoonzoon (Foeke Booy; red.) er speelt - en ik vind de voetbalsfeer er hartstikke leuk. Ik heb er vrij' veel contacten. België is niet te vergelijken met Nederland. Foeke en mijn dochter willen er dolgraag blijven wonen. België zie ik wel zitten; of Zwitserland. Geen Turkije. Dat doe je uitsluitend om het grote geld. Ik wil echter ook wat plezier in mijn werk hou den. 'k Vind het nog steeds een prachtig vak!" JAN J. RITZEMA Jean Marie Pfaff FOTO: SP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 11