Vorstelijk slapen in een spookkasteel finale Toni Winkler ligt niet wakker van een dagje zonder sneeuw CcidóöGomotit' 'Nederlandse' kastelen in Denemarken Shakespeare als beste en goedkoopste PR-man ZATERDAG 27 OKTOBER 1! In Denemarken behoorden Hollandse en Vlaamse bouw meesters in de 16e en 17e eeuw tot de belangrijkste gastar beiders. Zijn bouwden of verbouwden een indrukwekkend aantal van de in totaal 500 Deense kastelen. Ongeveer één kwart van dat erfgoed is te vinden op Sjaelland (Zeeland), het lieflijke eiland met z'n licht glooiende landschap, het geraffineerde patroon van akkers, weilanden en plukjes bos, dromerige boerendorpjes, zondagse stranden, schilder achtige vissersplaatsjes en levende openluchtmusea als Ko penhagen en Roskide. Op Sjaelland is een handjevol 'Nederlandse' kastelen voor het publiek geopend. De indrukwekkendste voorbeelden van de Vlaamse en Hollandse renaissance zijn Kronborg en Frederiksborg. Het eerste werd gebouwd door Hans van Paeschen en Anthonis van Opbergen. Hans van Steenwin kel de Jongere, een leerling van Henderik de Keyzer, bouwde het fraaie lustslot Federiksborg en het riddergoed Selso. Bovendien verbouwde hij het spookkasteel Drags- holm. Informatie over de kastelen en Sjaelland is verkrijgbaar bij het Deens Verkeersbureau, Piet Heinstraat 3, 2518 CB Den Haag, telefoon 070-64 68 58. Kasteel Kronborg in Helsingor aan de Sont leverde William Shakespeare het decor voor zijn drama 'Hamlet'. HELSINGOR - In de geheimzin nige, tochtige toegangspoort van kasteel Kronborg hangt een pla quette. Het is een roodkoperen eer betoon aan William Shakespeare. De Engelse veelschrijver gebruikte de stoere burcht als decor voor zijn 'Hamlet'. Deze tranentrekkende tragedie van de Deense prins die de moord op zijn vader wreekt, be zorgde Kronborg eeuwigdurende wereldfaam. „Shakespeare is de beste public relations-man voor dit kasteel. En de goedkoopste", glun dert slotvoogd Johan Almer. Elk jaar komen drommen toeristen naar het fotogenieke slot in Helsingor om er te pelgrimeren op de wallen waar de droeve prins Hamlet zijn dode vader ontmoette. Op de vestingmuur onthulde de overleden vorst dat zijn broer hem, na de koningin te hebben verleid, had vermoord. Aanknopingspunten genoeg dus voor een flinke portie wraak, strijd, bloed, moordpogingen en intriges. Kas teel Kronborg leverde Shakespeare de bijpassende entourage voor het drama, dat is gebaseerd op een Deense legende uit de 13e eeuw. Berucht Dwalend door en rond het imposante kasteel ontmoet de bezoeker geen wraak- lustige geesten. Hooguit een geestige gids die ondertitels levert bij het groenover- goten landschap, dat wordt gedomineerd door de stad Helsingor en de drukbeva ren 0resund (Sont). Eeuwenlang be heerste Kronborg deze maritieme aorta van de Oostzee. De hoge toltarieven die voor de doorvaart moesten worden be taald waren berucht in heel Europa. Het Scheepvaart- en Tolmuseum in het kas teel doet er spannend verslag van. Kron borg werd ooit door de Zweden com pleet leeggeroofd. Ver hoefden de aarts vijanderen daar overigens niet voor te reizen, want ter plekke is de zeestraat tussen Denemarken en Zweden nauwe lijks vier kilometer breed. De veerdienst Helsingor-Helsingborg overbrugt de plas in nauwelijks 25 minuten. Elk jaar pas seren 18 miljoen reizigers en een impo sante file auto's en vrachtwagens deze belangrijke Scandinavische verkeers- schakel. Zelfmoord Op Kronborg doen gidsen hun best de mythe van Hamlet levend te houden. Op de slotbrug wijzen zij op een mieze rig bosje onkruid, dat zich als een bota nische luctor et emergo uit de slotmuur worstelt en boven komt. Shakespeare- freaks herkennen er verrukt de bloemen in die door Hamiets geliefde, Ophelia, werden geplukt. De ruiker bracht de Kasteel Frederiksborg. oogverblindende maagd overigens geen geluk. Zij werd krankzinnig en pleegde zelfmoord. Inderdaad, Shakespeare voel de haarfijn aan wat voyeuristische lief hebbers van dramatische story's voorge schoteld willen krijgen. Ophelia's bloemen groeien in Denemar ken uitsluitend op Kronborg. Dat die plantkundige curiositeit, samen met tal van andere opmerkelijke details van het slot, wortel schoot in Shakespeare's be roemdste drama, bewijst volgens Johan Almer niet dat de toneelschijver het kas teel met eigen ogen heeft aanschouwd. De poéet heeft er zo goed als zeker nooit een voet over de drempel gezet. De slot voogd veronderstelt dat Shakespeare zijn gedetailleerde informatie over Kron borg onder meer kreeg van de drie En gelse toneelspelers die er in 1586 een reeks voorstellingen gaven. Na terugkeer in Engeland trad het drietal toe tot het theatergezelschap van Shakespeare. Volksheld In de kazematten, diep in de duistere, vochtige onderbuik van het slot, verlich ten petroleumlampen een kolossaal beeld van de vikingprins Holger Danske. Volgens de legende slaapt de Deense volksheld in het kasteel. Maar in zijn dromen ziet hij alles wat er boven ge beurt. En wanneer Denemarken in nood komt te verkeren zal Holger ontwaken. Dan zal hij zijn lange baard die aan de tafel is vastgegroeid losscheuren en te voorschijn komen om de vijanden van de Denen in elkaar te timmeren. In de Tweede Wereldoorlog leende Holger zijn naam aan een belangrijke sabotagegroep van het Deense verzet. Hans Christian Andersen heeft de slapende spierbal in een van zijn sprookjes vereeuwigd. Andersens beroemde sprookje over het lelijke eendje dat uitgroeide tot een schitterende zwaan, past naadloos op de geschiedenis van een ander slot: het 420 jaar oude riddergoed Selso, in de buurt van Skibby. Toen in 1829 de laatste ei genaar stierf toonden de erfgenamen geen interesse voor de onverwarmde zo merresidentie met z'n vijftig kamers. Het slot bleef leeg staan en raakte in ver val. Het deed dienst als varkensstal en graanopslagplaats. In 1972 besloot het journalisten-echt paar Bernhard eri Grete Linder het ste nen Doornroosje wakker te kussen. Na FOTO'S: PERSUNIE 140 jaar had de voormalige schoonheid wel een ingrijpende facelift nodig. „Het was 'een puinhoop. Er zat geen dak meer op en geen raam meer in. De plafonds lagen op dé vloer. In de ridderzaal lag 40 centimeter varkensmest. Meubels, orna menten en spiegels waren gestolen of be schadigd. Er waren zelfs stukken uit de wandschilderingen gesneden", vertelt Bernhard Linder (67). Eigenhandig bracht hij het riddergoed Selso in de oorspronkelijke staat terug. De EG be kroonde het levenswerk met de 'Europa Nostra', de prijs voor opmerkelijke res tauraties. Lindner wil van Selso een kas telenmuseum maken. Hij hoopt de klus in 1997 geklaard te hebben. Of dat lukt hangt af van het aantal bezoekers, want het hele project wordt bekostigd uit en treegelden. Frederiksborg Bij de restauratie van Frederiksborg Hillerod speelde geld geen rol. Het si brandde in de vorige eeuw grotendei uit, nadat de koningin de kachel in ha boudoir iets te hoog had opgepookt. Ee steenrijke bierbrouwer betaalde de he bouw. Op zijn initiatief werd in Fred riksborg het 'Museum voor de Deen geschiedenis' gehuisvest. Frederiksborg is zonder twijfel het moo ste renaissance kasteel van Denemarke en één van de belangrijkste toeristiscl bestemmingen van het land. Maar e spannend is deze bruidstaart-van-stec niet. Wie spanning zoekt moet naar ka teel Dragsholm in Hove. Het dateert i 1200 en is het oudste wereldlijke gebou van Denemarken. Tegenwoordig he bergt het een hotel. Voor 195 gulden pi nacht kun je er achter metersdikke mi ren in vorstelijke stijl slapen in een ai tiek bed dat nog heeft meegekraakt mi blauwbloedige logés. Uit de hele werel reizen bruidsparen naar Dragsholm oi er in de knusse kasteelkapel te trouwei Voor dagjesmensen zijn er rondleidii gen. Spoken Eeuwenlang deed het slot dienst als t vangenis voor vooraanstaande persont Dc bekendste gevangene was Jarr Hepburn, graaf van Bothwell. Hij v moordde de tweede echtgenoot van Schotse koningin Mary Stuart en we haar derde. Dat was vragen om moeilij heden. Die kwamen dan ook promj James vluchtte, maar belandde via on wegen in de kerkers van Dragsholi Daar gaf de graaf in 1578 de gees Sindsdien spookt de stumperd bij nacl en ontij door de gangen. Soms krijgt 1 gezelschap van de Grijze Dame, die eeu wen geleden de hand aan zichzelf sloe door zich dood te walsen. Zelfmoord i 3/4-maat. En dan is er ook nog de Witt Dame, de rusteloze geest van een adel lijk meisje dat in de 15e eeuw leven werd ingemetseld, omdat zij een verho ding had met een staljongen. Koldei Kasteelvrouwe Gunver Birgitte Nielse neemt mij resoluut mee naar een schf merige gang. In een nis ligt achter i het skelet van een jonge vrouw. He martelgraf werd in 1905 bij restauratie werkzaamheden ontdekt. De geest vai de gestikte stakker is dit jaar al vijftie keer door broodnuchtere hotelgasten g< signaleerd. Die mededeling is bepaali geen slaapmiddel. Als ik 's nachts onde de wol kruip is het ideaal spookweer. D maan gaat schuil achter de wolken. R< gen striemt het venster. De wind huilt i orgeltonen. Ergens krast een uil. He eeuwenoude hout kreunt. Maar de fanto men zijn die nacht niet erg geestdriftij Ik word slechts geplaagd door de gees uit de wijnfles die kloppend door i hoofd spookt. AAD STRUIJl AMSTERDAM - „Ben je gek? Ik ga niet elke dag informeren of er in de Alpen al sneeuw is gevallen. Het komt als het komt. Ik kan me daar niet meer over opwinden. En aan het eind van het seizoen zegt ieder een dat het toch weer een mooie winter was". Dr. Anton Winkler - zeg maar Toni - klinkt bijna als de spreékwoordelijke nuchtere Nederlander. Toch staat het (zaken)leven van deze 51-jarige Oosten rijker tussen november en april vrijwel geheel en al in het teken van sneeuw en ijs. Als directeur van het Oostenrijks Verkeersbureau in ons land heeft hij in zekere zin de supervisie over de stroom van honderdduizenden Nederlanders die jaarlijks de Oostenrijkse hellingen be stormen, om zich er vaak weer even snel van af te laten glijden. In de vijfjaar die hij nu in ons land werkt, heeft Winkler dat aantal Neder landers bijna voortdurend zien stijgen. Maar het is eèn misvatting, zo zegt hij, dat hij als opdracht heeft zoveel moge lijk mensen naar Oostenrijk te lokken. Harde business „Ach, die statistieken over aantallen, die zeggen ons niet zoveel meer. We tellen niet meer zozeer hoeveel toeristen ons land bezoeken, maar kijken vooral naar de valuta-stromen. Naar het geld dat ze meebrengen". De toeristische industrie is ook in Oos tenrijk, ooit het land van de 'Gemütlich- keit', gewoon harde business geworden. Maar Toni Winkler voelt er weinig voor steeds half-sentimenteel terug te moeten kijken naar de „mooie tijden" van wel eer. Naar het begin van het mas§a-toeris- me bijvoorbeeld. Winkler: „De mensen kwamen met bussen tegelijk naar Oos tenrijk en werden daar in feite aan hun lot overgelaten. Dus kropen ze bij el kaar. Stonden ze met z'n honderden te gelijk op dezelfde berg. En allemaal naar de Tiroler-avonden". Oostenrijk was toen mede in trek vanwege de lage prij zen. „Maar", zegt Winkler, „daar schoot uiteindelijk niemand eigenlijk iets mee op. De marges waren te klein om echte verbeteringen aan te kunnen brengen en omdat die verbeteringen niet werden aangebracht bleven de prijzen laag en de marges klein". Dat is nu allemaal anders. Doelgroepen en individualisering zijn vaktermen waarmee tegenwoordig ook de Oosten rijkers de boer op gaan. Winkler: „We moeten de massa opsplitsen naar hun belangstelling - tennis, golf, paardrij den, bergbeklimmen - en voor al die groepen het aanbod verbeteren. Dat noem ik toerisme van hoge kwaliteit. Neen, niet uitsluitend voor mensen met een dikke portemonnee. Het belangrijk ste is dat je een geselecteerd publiek trekt. Geen mensen die alleen komen om te drinken, te stampen en te klagen, maar die het land weten te waarderen zoals het nu is. Zo'n aanpak levert per saldo meer op. Bedrij ven kunnen, als de kwaliteit verzekerd is, net wat hogere marges inbouwen en dat komt de kwali teit weer ten goede. Als we op zo'n ma nier een lichte stijging van het aantal toeristen boeken, zijn we reuze tevreden. We willen geen toename met tien, twin tig proccent. We willen geen massa-toe- risme tegen elke prijs". Milieubeschermers Dat is een aardige aanpak van het zo- mertoerisme, maar 's winters komt het overgrote deel van de toeristen toch en kel en alleen voor de sneeuw. Volgens natuurbeschermers heeft Oostenrijk hierdoor, met name voor wat betreft het wintertoerisme, al een veel te hoge prijs betaald. Op dramatische wijze schetsen zij hoe het, op het eerste gezicht onge naakbare, berglandschap is aangetast door wegen, parkeerplaatsen, skiliften, bergstations en skipistes. Het toerisme is de gesel van de Alpen, zo luidt hun boodschap. „Maar ook een onvervang bare bron van inkomsten", voegt Toni Winkler daar aan toe. is er tegenwoordig volgens Winkler ech ter op gericht verdere uitbreiding van wintersportaccommodaties tegen te gaan. Grote delen van de Alpen zijn ver boden gebied voor projectontwikkelaars en de overheidssteun voor de bouw van nieuwe liften bestaat niet meer. „Het klinkt uit mijn mond misschien wat vreemd, maar ik vind het terecht dat de Groenen zo venijnig zijn. Het was voor veel Oostenrijkers wel even wennen, maar zonder de Groenen zou den we nu nooit zulke strenge regels hebben. Oostenrijk is echter geen dicta tuur. Als een dorp alles op alles zet en het geld op tafel kan leggen.Maar per soonlijk zie ik geen voordeel in een ver dere uitbouw van de ski-accommodaties. toch we nog meer?" De enige uitbreidingen die in veel plaat sen wel écht noodzakelijk zijn, betreffen de voorzieningen om de wintergasten bezig te kunnen houden als sneeuw en ijs het weer eens laat afweten. Ook dan moet er getennist, gezwommen, gegolft en gereden kunnen worden. Want zelfs in Oostenrijk heeft de wintertoerist van vandaag na een paar keer genoeg van de gang naar de 'Konditorei' of de 'Stube' en wil hij wat doen. JOS TIMMERS En laten we eerlijk zijn: het gaat goed met Oostenrijk. Wat willen we „Aan het eind van het seizoen zegt iedereen dat het toch Weer een mooie winter was",/ weet directeur Toni Winkler van het Oostenrijks Verkeersbureau in ons land. FOTO: DIJKSTRA i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 28