Weeshuis Nummer 5 incue :Sovj et politici begrijpen niet veel van vrije-markteconomie OVERLOOP ROEMEENSE GEZONDHEIDSZORG Geen arts Babyzaaltjes Vooruit Minister Rusland alleen Economie Woningen Model Afkeer 'CeidóeSou/ia/nt !Ct ZATERDAG 27 OKTOBER 1990 PAGINA 23 nJUKAREST - Alina heeft geluk hjehad, ze gaat naar Amerika. De ojlirectrice van ^Weeshuis Nummer tehuis voor ongeneeslijk en als ^.odanig door de Roemeense maat- d ichappij afgeschreven kinderen ill net een geestelijke handicap, er- Cent dat Alina daarmee een hoge litzondering is. Tegelijkertijd geeft it ook volmondig toe dat het vier- arige meisje als verwaarloosd maar ze èitelijk gezond kind natuurlijk ;h ïooit in dit tehuis had mogen wor- $len opgenomen. vaMaar dat overkomt - zo wordt zelfs h( loor de minister van volksgezondheid ijniet ontkend - meer Roemeense peu- ers. Voor verreweg de meesten van hen s Weeshuis Nummer 5 ook na de revo- )u utie nog precies datgene wat het onder ,e| 'eausescu al was: een laatste opvan- as soord voor diegenen met wie de gezond heidszorg in Roemenië zich geen raad veet. (jAlina heeft véél geluk gehad. Niet alleen tJeefde het meisje tijdens haar verblijf in weeshuis zodanig op dat ze uit het bjhaar door verwaarlozing opgedrongen p( isolement wist te ontsnappen, het werd djdoor de verpleegsters nog opgemerkt ik]ook. Aanvankelijk met haar geestelijk jestoorde leeftijdgenootjes als reddeloos groeide ze uit tot de lieve van het doorgaans nauwelijks geïn personeel, dat haar zelfs op nieuw leerde praten. Een echtpaar uit de ,aJvS heeft Alina nu geadopteerd. Het betraliede gebouw van Weeshuis Nummer 5 is zover mogelijk weggestopt in het dorpje Plataresti, dertig kilometer buiten Bukarest. De enkele bezoeker moet zich over zeer slechte wegen wagen en lang zoeken om het weeshuis te vin den. Vragen heeft vrijwel geen zin: de meeste Roemenen weten niet van het bestaan van dit soort tehuizen af. Onderdirectrice Popescu legt uit waarom de kliniek zo is weggemoffeld: „Het gaat om vergeten kinderen, die vaak te vroeg of met een handicap zijn geboren na een mislukte abortuspoging. Onder Ceauses- cu bestonden deze kinderen officieel niet. Ze werden net niet vermoord, maar met zo weinig mogelijk middelen in le ven gehouden". „Personeel was en is er nauwelijks. Wij hebben drie artsen op 170 kinderen plus 170 volwassenen. Een van de artsen is de directrice die zich voornamelijk met administratief werk bezighoudt". Tijdens een later bezoek in de vroege avonduren is er geen enkele arts of ge kwalificeerde verpleegster aanwezig. De honneurs worden noodgedwongen waar genomen door verzorgster Petra. Zicht baar gegêneerd toont ze na enig aarzelen de kleine zaaltjes met veel te veel - on gewassen - kinderen. Na de geruchten over naakte peuters die in kooien door hun eigen uitwerpselen lopen, valt het niet eens tegen, maar het is maar waar je je normen legt: verheffend is de aanblik van de samengedromde massa kindereh niet. De meesten reageren niet op het bezoek, dat zich slechts in een zeldzame glimlach mag verheugen. Een enkeling is nog genoeg bij de tijd om te weten dat er iets bijzonders aan de hand is. Een in een rafelig blauw pak je gestoken jongetje van naar schatting 5 jaar - navraag leert dat hij ten minste tien jaar oud moet zijn - knijpt extra hard in de plastic pop die hij vast heeft, opgetogen over het gepiep dat het wes terse speelgoed produceert. Uit een hoek klinkt een zacht geneuried liedje. „Dat is Michai", aldus Petra, „die zingt altijd". Schrijnender nog dan bij de wat oudere kinderen is de toestand op de babyzaal tjes. Ook hier de penetrant ruikende mengeling van desinfecterende midde len, natte broeken en ongewassen kinde ren die doet kokhalzen. Armzalig mager kijken de kindertjes met holle ogen van uit hun vaak gedeelde bedje een wereld in die voor hen tot voor kort slechts be stond uit de kamer waarin ze liggen. Ge lucht worden ze pas sinds de komst van Britse verpleegsters die begin september vrijwillig de verzorging op zich hebben genomen. „Vooral de aandacht die ze van ons krij gen, doet wonderen", aldus Kim, een van de verpleegsters. „Sommige baby's lachen als ze ons zien, daar zij we al door het ergste isolement heengebro ken". Het grootste succes dat de ver pleegsters tot nu hebben geboekt is, dat de Roemeense verzorgsters meer betrok ken lijken te raken bij de kinderen. „Ze tillen de baby's nu tenminste niet meer Kinderen die onterecht worden afgeschreven voor de Roemeense maatschappij, worden in het ultieme weeshuis na verloop van tijd vanzelf geestelijk gestoord. FOTO: AFP Schrijnender nog dan bij de wat oudere kinderen is de toestand op de babyzaaltjes van Weeshuis Nummer 5. als aapjes aan de armen op, maar hou den ze tijdens het eten even tegen zich aan". Voor het overige hebben de vrijwillig sters voornamelijk het gevoel tegen de bierkaai te vechten. Als ze 's avonds naar huis gaan, laten ze de kinderen schoon en warm gekleed achter. Komen ze 's morgens terug, dan blijken de ba by's meestal niet verschoond, niet ge voed en soms niet gekleed te zijn. En vooral dat laatste zit de Britse vrijwilli gers zeer dwars. De westerse babykleer tjes die met elk transport hulpgoederen meekomen, worden de baby's letterlijk van het lijfje gestolen, zo moeten ze keer op keer constateren. Op aandrang van de verpleegsters worden nu lijsten opge steld waarop elk personeelslid de verant woording krijgt over een bepaalde hoe veelheid kleertjes. De eerste straffen zijn al uitgedeeld: drie verzorgsters krijgen de komende maand 30 procent minder loon wegens het 'zoek' maken van kle ren. Een oplossing is dit nauwelijk, want elk personeelslid heeft wel een maandsa laris over voor de kleertjes, die in Roe menië niet te koop zijn. „Ontslaan kan ik ze niet, want er zijn geen andere men sen die dit werk willen doen", aldus di rectrice Melinte. Sinds dekomst van Kim, Robyn en Mary zijn de baby's opvallend vooruit gegaan, Popescu kan niet anders zeggen. Maar aan de meer structurele discussie over de criteria waarop de kinderen als afgeschreven naar Plataresti worden ge stuurd, lijken de Roemeense artsen en politici nog niet toe gekomen. De vol gens EG-artsen zeer gebrekkeige test die aan de basis staat van het oordeel 'on bruikbaar voor de maatschappij', is na de revolutie niet afgeschaft of wezenlijk verbeterd, meent Melinte. „Er kunnen nog steeds feitelijk gezonde kinderen in dit tehuis terecht komen, het is vaak meer een sociale dan een medi sche beslissing. We weten gewoon niet waar we met licht gehandicapte of ver waarloosde kinderen heen moeten". Een weeshuis als overloop van de gezond heidszorg. De eerste selectie vindt na de geboorte plaats als de moeder haar meestal onge wenste kind in de steek laat. De banne ling komt in een weeshuis terecht, waar na op driejarige leeftijd een definitief vonnis valt: een schimmig psychologisch onderzoek bepaalt welk kind naar een van de vele klinieken voor ongeneeslijk zieken wordt gestuurd en welke peuter wordt klaargestoomd voor een latere te rugkeer in de maatschappij. Volgens Me linte zijn veel van de kinderen na het driejarig verblijf in een normaal wees huis geestelijk echter al zo verwaarloosd dat de uitslag van de test bij voorbaat vaststaat. Op zijn kantoor in het oude hoofdkwar tier van Ceausescu geeft minister van volksgezondheid Bogaan Marinescu toe dat er nog steeds kinderen door de ma zen van de medische testen slippen. Ge schrokken van zijn eigen uitspraken mompelt hij vervolgens wat over „aan passingen en verbetering van de proce dures". Concrete garanties dat er in de toekomst geen kinderen meer ten on rechte het stempel 'afgeschreven' krijgen opgedrukt, kan hij niet geven. „Ik ben daar ook eigenlijk niet verant woordelijk voor, de tehuizen voor dit soort gevallen vallen niet onder mijn ministerie, maar onder dat van arbeid". De klinieken zijn meer trainingsplaatsen dan medische inrichtingen, zo luidt de redenering. In de toekomst zal het allemaal beter worden, zo blijkt uit het aanvankelijk optimistisch klinkende verhaal van Me linte. Eenmaal in het nieuwe gebouw zullen de kinderen naar gradatie van hun achterstand of handicap worden in gedeeld. Er zijn gelden toegezegd voor een psychologen, een fysiotherapeut en een logopediste, terwijl de verzorgsters zullen worden vervangen door geschoold personeel. De kinderen zullen worden behandeld en zo mogelijk worden terug gesluisd naar de maatschappij of 'lichte re' tehuizen. Voorlopig hebben Melinte en Popescu hun patiëntjes niet meer te bieden dan speelgoed uit het Westen, voor zover dat - met de babykleertjes - al niet zal zijn verdwenen voordat het de kinderzalen goed en wel bereikt. De kelders van het nieuwe gebouw liggen vol met Donald Ducks, teddybeertjes en trommelende haasjes. Dergelijk fraai speelgoed is in Roemenië niet te krijgen. Een schrale troost voor die feitelijk gezonde kinde ren die er in de toekomst in Weeshuis Nummer 5 mee mogen spelen. GERT VAN WIJLAND MOSKOU - De lezer van de wes terse kranten krijgt het idee dat veranderingen aan de orde van de dag zijn in de Sovjetunie. Een paar dagen in Moskou temidden van de nieuwe politici van Rusland vertel len een heel ander verhaal. Een religieuze dienst of een redevoering van de president, of zelfs een Nobelprijs voor de vrede van Gorbatsjov, mag dan van belang zijn voor de westerse pers, de gewone Russen of hun politieke verte genwoordigers hebben daar nauwelijks of geen boodschap aan. Zeker, het ge deeltelijke succes van de glasnost heeft hun leven een beetje beter en veiliger ge maakt. Maar het overwegend falen van de perestrojka is veel belangrijker. Het betekent lange rijen voor voedsel en een tekort aan sigaretten. Het betekent hotels, zoals het mijne, waar je om ze ven uur 's morgens in de rij moet staan voor een krant (er is een tekort aan krantenpapier) en waar het personeel even onbeschikbaar als talrijk is. Het betekent een norse, sombere bevol king, wonend in huizen die niet aan de normen voldoen, werkend in fabrieken die dingen produceren die niemand wil, betaald met geld waar je elke dag minder aan hebt. Ik ontdekte dat een pakje Marlboro meer service en goodwill be werkstelligt dan een stapel roebels. Dat was gedurende mijn bezoek aan Moskou op verzoek van Sergej Kra- savtsjenko, voorzitter van het Comité voor Economische Hervormingen en Ei gendom van de Opperste Sovjet van.de Russische Federatie. Kfasavtsjenko vroeg mijn collega economisch adviseur Sir Alan Walters en mij een bijeenkomst voor te zitten van Russische afgevaar digden, burgemeesters en raadsleden. Het onderwerp: hoe het zogenaamde 500-dagenplan van Stanislav Sjalatin voor de hervorming van de Sovjet-eco nomie in de praktijk te brengen. Kra- savtsjenko heeft samen met de Russi sche president Boris Jeltsin strijd ge voerd met Gorbatsjovs 'hervormingen- geleidelijk-invoeren'-aanhang. De Jeltsi- nieten voorspelden dat in Gorbatsjovs versie van het plan van Sjalatin de meeste machten van de centrale plan ners gehandhaafd zouden blijven. Ze hadden het bij het rechte eind. Kra- vatsjenko en zijn Russische collega's zijn het nu zo zat dat Gorbatsjov nog steeds niet bereid is af te zien van de centrale sturing van de Sovjet-economie, dat zij willen dat Rusland deze weg alleen gaat, inclusief het uitgeven van een eigen munteenheid en het opzetten van een ei gen centrale bank. Tenminste, dat is wat zij in het open baar zeggen. Tijdens een besloten diner in hotel Rossija - een wat sjofele, 2400 kamers tellende monstruositeit gebouwd voor een partijcongres dat nu al lang in de vergetelheid is geraakt -hebben ze' niet meer zo'n grote mond. Ze zijn bang dat een tot het uiterste gedreven Gor batsjov het leger of de KGB te hulp zal roepen om de Sovjet-autoriteit over de Russische Republiek te herstellen. Boven een overvloedige maaltijd zegt Krasavtsjenko dat hij niet veel bewe gingsvrijheid heeft, dat Gorbatsjov nog steeds een communistische partij leidt die dan misschien wel een gewonde tij ger is, maar toch nog scherpe tanden heeft. De partij domineert de centrale re gering en de meeste plaatselijke regerin gen; de partij is de grootste onroerend^ goedbezitter van de Sovjetunie; de partij domineert de media, vooral de televisie. En het belangrijkste: de partij controleert het leger en de KGB. Krasavtsjenko is niet paranoïde. Het Westen overschat de mate waarin duur zame vrijheden bloeien in Gorbatsjovs Sovjetunie. De standbeelden van Lenin worden in veel steden weggehaald, maar de standbeelden van KGB-chefs worden ongemoeid gelaten. Gewone burgers zeg gen dat de post van overzeese vrienden nog steeds door de censuur geopend wordt. Van verschillende kanten kreeg ik brieven om op de post te doen wan neer ik terug in Londen was. Het Gorbatsjov-vererende Westen heeft er geen idee van hoe onvrij het leven in de Sovjetunie nog steeds is. De glasnost heeft nog een lange weg te gaan voor de Sovjetburgers ook maar iets hebben wat de vrijheid in het Westen benadert. En het is een tere bloem, omkeerbaar als Gorbatsjov en de partij zich te bedreigd voelen, of als de KGB en het leger vin den dat de zaak uit de hand begint te lo pen. De economie is de voornaamste zorg van de Russische politici. Zij zijn het er over eens dat als zij de gemiddelde bur ger niet snel een beter leven kunnen ge ven, de nog steeds machtige centrale planners weer stevig en onbetwist in het zadel komen te zitten. Dus breken zij zich het hoofd over een programma om brood en aardappelen in de winkels te brengen - vlees zou een extra luxe zijn. Het is al te laat om de situatie te verbe teren voor de komende winter. De onge- rooide aardappels liggen te rotten in de velden en de olie- en koolproduktie neemt gestaag af. De Sovjetburgers gaan een hongerige, koude winter tegemoet, die voor hen alleen dragelijk zal zijn als zij zien dat het eens beter zal worden. En dat is niet zo. Dat is tenminste de in druk die ik gekregen heb na drie dagen van intensieve vergaderingen over het Sjalatin-plan. Zelfs dat zwakke program ma, een minder-dan-halfhartige poging van de Russen om een markteconomie in te voeren, is door Gorbatsjov afgewe zen. Onze opdracht was alles wat wij weten van privatisering te delen met deze on versaagde bewonderaars van Margaret Thatcher. We namen met de Russische afgevaardigden de stappen door die noodzakelijk zijn om ondernemingen over te hevelen van de openbare naar de privésector. We beschreven de rationali satie van British Steel, de invoering van marktdisciplines, de rol van stimulansen voor werknemers en managers, de on vermijdelijke ontslagen en de vergroting van de efficiency die daaruit voortvloeit. De kloof tussen leraren en leerlingen werd onmiddellijk duidelijk. De eerste zorg van de Russische politici is niet de industriële herstructurering, maar de huisvesting. En het huisvestingspro bleem lijkt onoplosbaar. De huren in de Sovjetunie zijn sinds 1936 niet gewij zigd. Dat betekent dat het minder kost om een flat te huren dan om het onder houd ervan te bekostigen. En dat dus een huurder niet de eigenaar wil worden van zijn flat, zelfs al zou hij die cadeau krijgen. Bovendien zouden, als de woningen aan hun huidige bewoners gegeven worden, de partijfunctionarissen die de beste woonruimte hadden er weer het beste af komen. En de mensen die hoog staan op de ranglijst voor een bepaalde woning zouden er geen recht meer op hebben wanneer een bestaande huurder zou ster ven. Zij zijn natuurlijk tegen privatise ring. Misschien nog wel het belangrijkste is, dat niemand weet wie de eigenaar is. De Sovjetunie, de partij, de vakbonden, de Russische Federatie en de gemeentebe sturen wijzen allemaal op zichzelf. En dus kan een burgemeester die huizen wil weggeven dit niet doen: hij heeft geen rechtsgrond. Het ontbreken van eigendomsrechten stuurt het hele privatiseringsprogramma in het honderd. Men vertelde mij van een Japanse ondernemer die een hotel in Moskou wilde kopen en renoveren om het als een eersteklas commerciële on derneming te runnen. Hij kon er echter niet achterkomen van wie hij het kon kopen en gaf uiteindelijk het plan maar op. Zelfs de meest hervormingsgezinde afge vaardigden begrijpen niet ten volle hoe de markten werken. Neem de stimulan sen. Men vertelde mij van een kantine waar ongeveer 1200 werknemers lunch Hard werken en winst maken zijn nog geen populaire begrippen in de Sovjetunie. FOTO: UPI ten. Net als alle Sovjet-ondernemingen was de kantine zwaar gesubsidieerd en verzekerd tegen verliezen. De bedrijfslei ding bracht werkelijk oneetbaar eten op tafel en zoveel mensen werden ziek dat de kantine nog maar door 350 werkne mers bezocht werd. De regering veran derde, heel verstandig, de subsidie van een ronde som ineens tot een subsidie per verkochte lunch. Dit was voor de be drijfsvoering van de kantine een stimu lans om klanten te werven door de kwa liteit van het voedsel te verbeteren. Dat gebeurde. En het werkte. Het aantal ver kochte lunches per dag steeg tot 1200. De kantine liep zelfs zo goed dat de be drijfsleiding besloot ook diners te gaan verkopen en men begon winst te maken. En dat vonden de planners ontoelaat baar. Ondernemerschap is nog steeds een misdrijf in de Sovjetunie en ver scheidene ondernemers kwijnen weg in de gevangenis terwijl het parlement de batteert over een amnestie. De bedrijfs leiding van de kantine kreeg van de re- geringsbureacraten te horen dat de winst gebruikt moest worden om gratis lun ches te leveren aan de scholen in de om: geving. Maar weinig afgevaardigden bij ons seminarium zagen iets verkeerds in deze stimulans-vernietigende stap. De stemmenwervende politici zeiden dat het zeker afgelopen zou zijn met hun carrière als de gratis lunches voor schoolkinderen stopgezet zouden wor den. niet meer te bedwingen zal zijn. De Sov jetburgers, die miljarden roebels hebben opgepot op spaarrekeningen en in ma trassen, zouden wanneer de prijzen vrij gelaten worden deze danig kunnen op drijven. Dat zou, zo vrezen de Sovjetpo litici, een nieuwe revolutie tot gevolg hebben. Bovendien staat het idee dat sommige mensen rijk zullen worden als ze onroe rend goed bezitten en wat de markt maar wil betalen kunnen vragen voor hun goederen en diensten haaks op een diepgeworteld geloof in maatschappelij ke gelijkheid dat keer op keer boven dreef tijdens onze bijeenkomsten. Pro fessor Boris Vasilivitsj, vice-president van de Sociologische Associatie van de Sovjetunie, waarschuwde ons dat uitein delijk de ondernemers en de nomenkla- toera (partijfunctionarissen en hun aan- gestelden) de produktiemiddelen in han den zouden krijgen en „op de keel van het Sovjetvolk zouden stappen". Dat is de reden dat de Russische hervor mers, terwijl zij lippendienst betalen aan het idee van privébezit, eigenlijk op zoek zijn naar een nieuwe vorm van collectief eigendom - wat Walters omschreef als „een zoektocht naar kapitalisme zonder kapitalisten". Het idee van stimulansen is iets vreemd voor een volk dat is opgegroeid in een door de staat geleide en gecontroleerde economie. Zo ook het idee dat prijzen producenten een teken kunnen geven wat er geproduceerd moet worden. Zelfs het zogenaamd radicale plan van Sjala tin voorziet in jaren van prijscontrole op alle goederen en een blijvende controle op voedsel, boeken en andere zaken, in totaal ongeveer 30% van de Sovjetpro- duktie. De afkeer van vrije markten komt voor een deel voort uit de angst dat de inflatie Een veel aangehaald model is het Britse John Lewis Partnership. De Russen zien dit als detailhandel die eigendom is en geleid wordt door de 32.000 werkne mers. Het feit dat deze vorm een afwij king is en dat de werknemers niet half zoveel invloed op de bedrijfsvoering hebben als zij denken doet daar voor deze Russische collectivisten niets aan af. Zij hebben zichzelf ervan overtuigd dat zulke collectieve, door werknemers be stuurde organisaties efficiënt zullen wer ken in de Sovjetunie - ondanks het feit dat het eerste wat elke geprivatiseerde onderneming moet doen het lozen is van een groot deel van de aanmatigende ar beidskracht. Dus blijven de hervormers gevangenen van een niet uitgekomen, op gelijkheid berustende collectivistische droom - of nachtmerrie. Zij zouden meer dan Gor batsjov aan het systeem prutsen, voor namelijk omdat de onafhankelijkheid die zij willen voor de republieken hun macht zou vergroten en die van Gor batsjov verkleinen. Zolang echter de Russen de voorkeur geven aan de rijen boven de vrije markt, aan een gelijke verdeling van de ellende boven een on gelijke verdeling van de rijkdom, is er weinig hoop dat de kwaliteit van het le ven in de Sovjetunie zal verbeteren. IRWIN STELZER (c) The Sunday Times

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 23