finale
,Een frisse
nieuwe club
met de luiken
wijd open"
Bloedgroepen
RUUD LUBBERS:
„Succes CDA is
neergang VVD"
„Modern, maar
ook ouderwets"
„CDA verschaft
geborgenheid"
„Samenwerking,
degelijkheid,
rechtvaardigheid"
„De slang is snel uit
de Hof van Eden
verdreven"
'£eUlóc0oivuvnt
„Het CDA is in zekere zin een nazaat van de ont
zuiling in Nederland, die tot uiting kwam in een
afnemende kiezerssteun voor de confessionele
partijen. Men moest wel samengaan om die afne
mende steun te remmen", analyseert Hans van
Mierlo, de politieke leider van D66.
„Tegelijkertijd was de samensmelting van KVP,
CHU en ARP ook de politieke vertaling van het
toenemend oecumenisch denken binnen de ka
tholieke, hervormde en gereformeerde kerken.
Want voordat de politieke samenwerking tussen
roomsen en protestanten gestalte kon krijgen,
moest het idee wijken dat de duivel zich nestelt
tussen twee geloven op één kussen".
„Het CDA is er wonderbaarlijk snel in geslaagd
de interne gespletenheid de baas te worden. Al na
een paar jaar was de slang uit de politieke Hof
van Eden verwijderd. Dat was een politieke ver
dienste, maar meer nog een teken van de verva
ging van het eeuwenlange schisma tussen de Ne
derlandse religieuze stromingen. De krachttoer
van het CDA betekende overigens tevens de red
ding van de confessionele partijpolitiek".
Hoe de christen-democratie zich zal ontwikkelen,
is volgens Van Mierlo uit de eerste tien jaar van
het CDA niet af te leiden. „Tot op de dag van
vandaag kan het CDA immers bogen op een
comfortabele positie. De partij is genesteld in het
midden van het politieke spectrum, waar zij zich
geconfronteerd ziet met de vanzelfsprekendheid
van de macht. Dat ligt niet aan haar maar aan de
opstelling van de andere partijen. Het CDA heeft
bewezen bestuursverantwoordelijkheid aan te
kunnen, maar het is niet eenvoudig na te gaan
hoe de identiteit van het CDA zal zijn als die
machtspositie verdwijnt. Daarom meen ik, hoe
moeilijk ook denkbaar, dat een oppositierol van
het CDA helend en verhelderend kan werken
voor de Nederlandse politiek en het CDA zelf.
Want het is moeilijk te doorgronden of je een be
staansreden hebt als die voortdurend samenvalt
met het uitoefenen van macht".
„In de politiek is succes een betrekkelijk ver
schijnsel", zegt PvdA-fractieleider Thijs Wölt-
gens. „Wij hebben in '77 tien zetels winst ge
boekt. Het is maar net op welk tijdstip je popula
riteit meet. Het valt mij wel op dat de links
rechtsverhouding, ondanks de gigantische bewe
gingen onder de kiezers, in al die jaren nauwelijks
is veranderd. Zoals het succes van de PvdA ooit
te danken was aan kiezers die Klein Links de rug
toekeerden, zo is het succes van het CDA het
spiegelbeeld van de neergang van de VVD".
„Daarnaast is Lubbers natuurlijk heel belangrijk.
Hij heeft het CDA een niet-religieuze uitstraling
weten te geven. Dat is in onze niet meer zo gods
dienstige samenleving goed aangeslagen. Lubbers
is de vertegenwoordiger van het redelijke mid
den. Het CDA is trouwens ook meegegroeid op
de golven van de economische groei in de jaren
tachtig. In het algemeen geldt dat elk kabinet pro
fiteert van een economische opleving. Dat zie je
ook in het buitenland. De partij van de regerings
leider vaart daar doorgaans zeer wel bij".
Over de huidige samenwerking tussen CDA en
PvdA is Wóltgens tevreden. „Af en toe moet je
wel aftasten hoe de verhoudingen liggen. Het
CDA heeft acht jaar met de VVD gewerkt, een
junior-partner die nogal veel slikte. PvdA en
CDA zijn getalsmatig bijna even groot. Dat leidt
tot andere politieke verhoudingen in kabinet en
coalitie. Overigens moet je dat aftasten niet als
politieke prioriteit zien. Het regeerakkoord vormt
de basis van de coalitie, daar moet je telkens op
teruggrijpen".
Volgens Wöltgens zou het „objectief bezien ge
zond zijn" als het CDA eens buiten de regering
zou vallen. „Maar wat voor coalitie zou het alter
natief kunnen zijn?", vraagt hij zich af. „Je moet
niet alleen naar het politieke spel maar ook naar
de inhoud kijken. Zie de algemene beschouwin
gen. De VVD legde de bezuinigingen uitgerekend
bij de zwakkeren van de samenleving. Dan zie je
dat er nog altijd een aanzienlijke kloof tussen
VVD en PvdA bestaat. Als het om sociaal beleid
gaat, kunnen we op dit moment beter zaken doen
met het CDA".
„Het CDA heeft succes geboekt omdat het een
moderne partij is geworden met een breed draag
vlak onder de bevolking. Ouderwets waar het no
dig is en modern waar het kan. Ik zou niet willen
zeggen dat we een partij zijn geworden met een
goed gevoel voor burgerlijkheid, want doet een
beetje denken aan de beklemming van de jaren
vijftig. Wél hebben we een goed gevoel voor bur
gerzin".
CD A-minister Hanja Maij-Weggen spreekt dit
laatste woord met nadruk uit. „Ik vind dat ook
heel belangrijk. Het CDA heeft een gezonde wen
ding gegeven aan de discussie over de individua
lisering van de samenleving! Wij leggen een
zwaar accent op wat 'het maatschappelijke mid
denveld' heet en op de verantwoordelijkheid van
de burgers voor elkaar. Die boodschap is aange
slagen, dus daarmee druisen we kennelijk niet te
gen de tijdgeest in. Er zit ook veel kostbaars in al
die maatschappelijke verbanden: zij vormen het
cement van de maatschappij".
„Met betrekking tot de rechten van de vrouw is
er in het verleden wel wat spanning geweest tus
sen mij en dp partij, daar kom ik rond voor uit.
Als Europarlementariër vond ik dat de positie
van mannen en vrouwen in en buiten het gezin
gelijk moest zijn. Maar ik heb de indruk dat die
boodschap inmiddels begrepen is. De discussies
die er nu nog over gevoerd worden beschouw ik
als achterhoedegevechten".
„Ik vind het niet terecht dat het CDA steeds voor
de voeten wordt geworpen dat het teveel macht
naar zich toe trekt. Het zit anders. CDA-mensen
tillen vanuit hun achtergrond bijna per definitie
zwaar aan hun maatschappelijke verantwoorde
lijkheid. Daar lopen wij niet snel voor weg, ook
niet als het lastig wordt. Het feit dat confessione
len zo sterk vertegenwoordigd zijn in allerlei
maatschappelijke organisaties en ook in de poli
tiek hun partij meeblazen, heeft dus niets met
machtsdenken te maken maar vloeit voort uit
ons gevoel voor verantwoordelijkheid".
„Met ons electorale succes moeten we wel voor
zichtig omspringen. Bescheiden zijn, niet jezelf op
de borst slaan. Zelfgenoegzaamheid kan dodelijk
zijn. Gelukkig kunnen we in het kabinet goed sa
menwerken met de PvdA. De sfeer is heel goed
en we zijn er niet op uit elkaar vliegen af te van
gen. Ik heb dus goede hoop dat we deze rit uitzit
ten".
„We moeten het succes van het CDA wel enigs
zins relativeren. Natuurlijk, het is mooi dat men
54 zetels heeft, maar dat is toch niet hetzelfde als
de 76 zetels die KVP, ARP en CHU tezamen in
het begin van de jaren zestig hadden. Gelukkig
hebben ze nu die machtspositie van toen niet
meer", meent Frits Bolkestein, VVD-leider sinds
de lente van dit jaar.
„Een zekere mate van succes heeft het CDA in
derdaad gehad. Dat hangt vooral samen met wat
ik noem: het 'opinieklimaat'. De Nederlandse sa
menleving was klaar voor de no-nonsense-bena-
dering van de kabinetten-Lubbers I en II. Uiter
aard heeft dat in het voordeel gewerkt van het
CDA. Die partij past beter in het huidige tijdperk
dan in de bevlogen jaren zestig en zeventig".
„Verder heeft het CDA zonder twijfel de wind in
de zeilen gekregen door de persoon van Lubbers.
Daarover hoef ik niet uit te weiden. Ook wijs ik
erop dat met name de katholieken en gerefor
meerden maatschappelijk goed georganiseerd
zijn. Natuurlijk hebben zij zwaar geleden onder
de ontzuiling, maar ze hebben toch steeds een
harde kern gehouden van kerken, scholen, uni
versiteiten, vakverenigingen en andere instellin
gen. Hun maatschappelijke organisatie maakt me
weieens een beetje jaloers. Hadden wij als VVD
dat maar".
„Er valt me nog iets anders in. Het zou ook kun
nen dat in de moderne samenleving veel mensen
een grotere behoefte voelen aan de warmte, ge
borgenheid of zelfs autoriteit van kerken of ande
re instellingen. Dat zou een groot aantal mensen
ertoe hebben kunnen brengen de weg terug naar
het CDA te zoeken. Want het is waar: in zekere
zin is de winst van het CDA ten koste gegaan van
de VVD. We zijn heel lang communicerende va
ten geweest, maar ik hoop dat dat gaat verande
ren doordat de VVD zich geleidelijk in een geheel
andere richting ontwikkelt dan het CDA. Daar
ben ik dan ook op uit".
„Het is niet onlogisch dat het CDA zo sterk is ge
groeid. Onze partij staat voor samenwerking, de
gelijkheid en rechtvaardigheid. Dat zijn zaken die
steeds meer mensen ertoe brengen op ons te
stemmen".
Als een dominee legt CDA-fractieleider Brinkman
de drie door hem genoemde kernpunten uit. „Al
lereerst de samenwerking. Wij proberen zo veel
mogelijk met anderen te doen. Er zit achter onze
standpunten altijd iets van 'dit is onze mening,
maar een andere kan ook wat waard zijn, dus la
ten we proberen tot een compromis te komen'.
Met degelijkheid bedoel ik vooral onze instelling
dat geld eerst verdiend moet worden voordat het
kan worden uitgegeven. Dat beseft leeft tegen
woordig in brede kring".
„En dan is er ook nog het element van de recht
vaardigheid. Het CDA vindt dat je vooral daar
moet helpen waar dat het meest nodig is. Wij zeg
gen: leg probleem zus of zo nu eens onder een
vergrootglas, dan zie je dat de omstandigheden
van mensen zeer verschillen. En aangezien we
vinden dat de overheid niet alles kan en moet
aanpakken, luidt ons devies: richt het beleid op
diegenen die werkelijk in de problemen zitten, ol
dat nu in Afrika is of hier".
„Het is tegenwoordig rustig in het CDA. We ken
nen geen richtingenstrijd meer. Dat komt doordat
we niet de pretentie hebben te zeggen: dit is de
lijn en daarmee basta. Er is een veelkleurigheid
aan opvattingen binnen de partij en daar is ruim
te voor. Ook zijn CDA'ers in het algemeen gema
tigde mensen met gevoel voor nuance. Het is niet
zo dat alleen Lubbers of ik het in het CDA voor
het zeggen hebben. Er zijn vele opinieleiders bin
nen de partij. De speelruimte voor de leiding
wordt mede bepaald door wat deze koningen en
keizers doen".
„Ik ben niet bang voor een coalitie PvdA-VVD.
Toch een kanttekening hierbij. Partijen kunnen
niet louter bij de gratie van een gezamenlijk ge
koesterde antipathie jegens het CDA gaan rege
ren.. Zo'n coalitie met alleen dat bindmiddel kan
nooit lang stand houden. Willen partijen iets be
reiken, dan moeten ze het samen op tal van fron
ten goed kunnen vinden".
schouders. Dan moet je doorzetten, er is
geen weg terug. Bovendien waren de
problemen zó groot dat er geen tijd was
voor ruzies. Uiteindelijk is dat doorzet
ten beloond. Het resultaat zag je bij de
verkiezingen van '86, toen het CDA 54
zetels behaalde".
Het is onvermijdelijk in een gesprek met
de CDA-leider en premier ook het veel
besproken 'Lubbers-effect' aan te snij
den. Is het CDA, of het succes van de
kabinetten onder zijn naam, niet sterk
afhankelijk van zijn persoon? Of is er
geen sprake van een Lubbers-effect?
„Ach ja", luidt het ietwat aarzelende
antwoord. „Ik kan niet ontkennen dat
dat effect bestaat. Als minister-president
ben je natuurlijk het vlaggetje op de par
tij. Maar wat het CDA betreft is er naar
mijn mening ook zeker sprake geweest
van een Steenkamp-effect en een Jan de
Koning-effect en noem maar op. Er zijn
zoveel mensen die zich verdienstelijk
hebben gemaakt en die voor grote groe
pen herkenbaar zijn".
Waarom doet het CDA het bij jongeren
en niet-christelijke of niet-kerkelijke
mensen zo goed? Lubbers: „In de jaren
zestig voelden jongeren zich verplicht
om juist niet op een 'klassieke' partij te
stemmen. Later zagen veel jongeren dat
het CDA een vernieuwende partij was
en vonden zij juist de andere partijen
conservatief worden. En dan is er ook
nog het feit dat de huidige jeugd veel
minder behoefte heeft om zich tegen de
ouderen af te zetten dan de jongeren van
de generatie daarvóór".
„Wat de aantrekkingskracht op onkerke-
lijken betreft: de normen en waarden
van het christendom zijn nu eenmaal
met onze samenleving verweven. Die
zitten in vrijwel ieders bloed. Het is dus
helemaal niet zo gek dat velen die niet
in een christelijke traditie zijn opge
groeid toch aansprekende dingen in het
CDA vinden. Bovendien zitten we nu in
een periode waarin veel mensen behoef
te hebben aan ideële doelen, juist omdat
de maatschappelijke verbanden steeds
'losser worden. Hier is sprake van een
schijnbare tegenstelling. Het succes van
een samenleving waarin veel te kiezen
is, roept op dat men een meer ideële ori
ëntatie wil".
Het verwijt van niet-CDA'ers dat de
partij ondanks de eenheid die zij uit
straalt nog altijd intern verscheurd
wordt door de 'bloedgroepentheorie'
werpt Lubbers verre van zich. „Bij de
achterban en zeker ook bij mijzelf leeft
het onderscheid in bloedgroepen abso
luut niet meer. Het zal me werkelijk een
zorg zijn of iemand uit de ARP, KVP of
CHU afkomstig is. Ik houd daar ook bij
het aanzoeken van mensen voor bepaal
de functies absoluut geen rekening mee.
Ik let alleen op de bekwaamheid en op
de spreiding naar rëgio's en de maat
schappelijke geledingen waaruit die per
sonen afkomstig zijn".
ELCO BRINKMAN:
Vandaag viert en herdenkt het CDA in het Haagse
Congresgebouw zijn tienjarig bestaan. Voor de feest
gangers is er alle reden tot vreugde en tevredenheid.
De vele sombere voorspellingen van buitenstaan
ders ten spijt heeft hun partij zich in één decennium
ontwikkeld van een onsamenhangend bouwsel tot
een solide complex dat steunt op een fundament
van ruim drieëneenhalf miljoen kiezers.
Hoe heeft men dit weten te bereiken? Waaraan
dankt het CDA eigenlijk zijn wervingskracht? Wat
maakt een partij van christelijke signatuur zo aan
trekkelijk voor mensen die zelden of nooit ter kerke
gaan? En zal het succes van het CDA in de komende
tien jaar worden geprolongeerd? Vragen die tal van
antwoorden oproepen, zoals hieronder blijkt uit een
serie interviews die werden afgenomen door onze
parlementaire verslaggevers Rik in 't Hout; Elsbeth
Kegge, Paul Koopman, Dick van Rietschoten en
Rob Sebes.
55-
HANJA MAIJ-WEGGEN:
DEN HAAG - Voor premier
Ruud Lubbers is er geen twijfel
mogelijk. Het CDA dankt zijn suc
ces aan het „uitdagende karakter"
van de partij. Waar anderen vast
hielden aan verouderde principes,
koos het CDA voor een moderne
politiek die de starheid van de
oude partijen doorbrak. „Het CDA
werd een frisse nieuwe club met de
luiken wijd open".
De grote winst van de gesprekken tussen
KVP, ARP en CHU over de fusie is vol
gens Lubbers dat de drie partijen ge
dwongen werden uit hun loopgraven te
komen. Hij ziet de groei van het CDA
duidelijk tegen de achtergrond van de
maatschappelijke ontwikkelingen in de
jaren zeventig en tachtig. „Het streven
HANS VAN MIERLO:
THIJS WÖLTGENS:
HANJA MAIJ-WEGGEN:
FRITS BOLKESTEIN
C-
naar een open levenshouding was alge
meen. Dat werkte positief uit voor het
CDA. Ik ben van het begin af aan een
groot voorstander geweest van het sa
mengaan van de drie partijen, hoewel ik
in de jaren zeventig, toen ik minister
van economische zaken was, nauwelijks
aan het debat daarover heb deelgeno
men. Maar ik had er wel alle vertrouwen
in dat het zou lukken. Pas toen ik ka
merlid en later fractieleider van het
CDA werd, raakte ik nauw bij het fusie
proces betrokken".
De eerste jaren waarin het confessionele
partij trio gezamenlijk als kamerfractie
optrok waren behoorlijk zwaar, herin
nert Lubbers zich. „Je had de loyalisten
en er waren vrij scherpe tegenstellingen,
met name tussen ARP en CHU. Er wa
ren fracties binnen de fractie. Bovendien
hadden we het probleem dat bij de anti
revolutionairen een sterke grondstro-
Premier Lubbers: „Politiek moet iets uitdagends hebben". FOTO: STEPHEN EVENHUIS
ming aanwezig was, die het principieel-
christelijke denken wilde vertalen in.
progressieve politiek- Daar kun je res
pect voor hebben, Inaar soms gaf dat
aanleiding tot starheid en een gebrek aan
dialoog. In mijn politieke leven is het
zonder twijfel de zWaarste periode ge
weest. Zware maar ook rijke jaren. Want
toen we alle spanningen eenmaal hadden
doorstaan, was het bewijs geleverd van
onze hechte wil om een eenheid te vor
men en een stalen band om het CDA te
smeden".
„Politiek moet iets uitdagends hebben",
meent Lubbers. „Het CDA hüd dat. Het
zocht een moeilijke weg: je moest je hart
en je manier van denken openen voor
anderen. Dat was verre van makkelijk,
maar het werkte wel inspirerend en sti-,
muierend. Daardoor ontstond er toch al
vrij snel een gevoel van kameraadschap
pelijkheid, het gevoel van 'we horen bij
elkaar'. Dat speelde vooral een rol bij
CDA'ers die politiek geïnteresseerd wa
ren en volop aan allerlei maatschappelij
ke activiteiten deelnamen. Men herken
de elkaar en sterkte elkaar. Zo werd ge
leidelijk aan de interne polarisatie over
wonnen. Dat komt op anderen over als
kleurloos of grijs, maar in wezen is het
onze grote kracht gebleken".
Het succes van het CDA is volgens Lub
bers mede te danken aan het feit dat Ne
derland in de jaren tachtig uit een crisis
kwam. „Kwesties als de hoge werkloos
heid en de kruisraketten waren een zwa
re test en vergden grote bestuurlijke in
spanningen. Dat hebben we geweten. In
'83 scoorde het CDA in de opiniepeilin
gen 37 38 zetels, terwijl de PvdA op 57
of 58 stond. Daar zat ik dan als premier
met, electoraal gezien, zeer smalle