„De EO zie ik als een verlengstuk van kansel' Vaticaan en joden gaan antisemitisme te lijf Fugit irreparabile tempus £eidoe (Sou/taf, brieven van leze éST £eidóe6ourta/itfc kerk wereld Beter pi GEESTELIJK LEVEN/OPINIE CcklócSotwont ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1990 PAff Nieuw centrum voor religieuze cultuur in Amsterdam AMSTERDAM Het gebouwencomplex van de voormalige remonstrantse kerk aan de Keizersgracht te Amsterdam biedt vanaf 14 september onderdak aan het 'centrum voor religieuze cultuur', De Rode Hoed. Het centrum, waarin ook een aantal kerkelijke organisaties hun secretariaat onderbrengt, wil expliciet en systematisch, maar op buitenkerkelijke basis ernst maken met wat de Poolse filosoof Leszek Kolakowski „het schrikbarend verlies van ons religieuze erfgoed" heeft genoemd. De Rode Hoed, genoemd naar de gevelsteen in het pand Kei zersgracht 104, is een initiatief van Huub Oosterhuis, die sinds 1965 verbonden is aan de Amsterdamse studentenecclesia en alom in den lande bekend is om zijn gedichten en kerkliede ren. Het ministerie van WVC zegde in augustus 1989 een startsubsi die van 400.000 gulden toe. Tevens werd voor de duur van vier jaar het salaris van een directeur en een uitvoerend secretaris Directeur van De Rode Hoed is per 1 oktober vorig jaar drs. W. Ramaker, tot 1985 eindredacteur van Literama, het literaire progamma van de NCRV. In het complex aan de Keizersgracht bevinden zich de secreta riaten van de Woodbrookers (christen-socialisten), het Over legorgaan van Joden en Christenen in Nederland (OJEC), de Stichting Leerhuis en Liturgie en de studentenecclesia. Ook is er een café-restaurant aanwezig. De ruimte wordt ook aan der den verhuurd. Zo zal de talk-show van Sonja Barend wekelijks uit het centrum voor religieuze cultuur worden uitgezonden en heeft er op 10 oktober de opening plaats van de Kinderboeken week. Woorden vervliegen, wat geschreven is blijft Latijnse zegswijze door Marinus van der Berg De televisie toonde onlangs een nieuwe operatietechniek, die wordt uitgevoerd in een Eindhovens ziekenhuis. Er vloeit minder bloed, er wordt minder pijn geleden en de lig- tijd in het ziekenhuis is bekort. Regelmatig zien we hoe tech niek de dokter én de patiënt te hulp komt. De moderne arts in het ziekenhuis is steeds meer een technicus geworden. De patiënt van vandaag gaat met steeds meer vertrouwen naar de dokter. De dokter kan immers steeds meer. De dok ter krijgt te maken met patiën ten met een hoge verwachting en dat maakt het ook moeilij ker om te zeggen dat er ook grenzen zijn. Patiënten die niet geloven dat de dokter niets meer kan, zoeken of een gespecialiseerd ziekenhuis of ze gaan naar „een Duitse dok ter". Hier aan de grens waar ik woon is veel geloof in „Duit se dokters", leder heeft na tuurlijk het recht om een an der adres te zoeken, maar toch is er een gevaar van blindstaren. Op een aantal manieren is hiervan sprake. Allereerst zijn er mensen die de dokter als een half-god zien aan wie ze zich blinde lings toevertrouwen. Op de tweede plaats zijn er mensen die het niet kunnen genezen of nog niet kunnen genezen toeschrijven aan het falen van de dokter. Zij koesteren een onsterfelijkheidsgeloof. Op de derde plaats zijn er mensen die menen dat ze zelf geen en kele invloed hebben op het ziek-zijn. Tijdens het ziek-zijn staren ze naar de dokter maar ze kijken niet naar zichzelf. Op de vierde plaats zijn er men sen die maar één wijze van beter worden kennen en dat is weer worden zoals vroeger. Je kunt momenteel vaststellen dat de mondigheid van de pa tiënt is toegenomen, maar je kunt ook vaststellen dat de mondigheid is afgenomen. Er is toegenomen mondigheid als je kijkt naar verbeteringen van de rechtspositie, het inzage recht in patiëntendossiers, de kennis die patiënten zelf heb ben van een ziekte. Meer pa tiënten durven vragen te stel len of meer te eisen en stellen zich niet op met de houding van „de dokter zal het wel be ter weten". De toename van deze mondigheid is in zeker zin winst. Toch stel ik de vraag of er wel sprake is van toegenomen mondigheid. De toegenomen mondigheid sluit aap op de hiervoor beschre ven ontwikkeling van de medi sche wetenschap die steeds meer kan. Maar is er ook sprake van meer mondigheid als het gaat om omgaan met je eigen ziek-zijn? Uit een on derzoek is gebleken dat dertig procent van de kankerpatiën ten lijdt aan eenzaamheid, neerslachtigheid, onbegrip en relatiemoeilijkheden. Ik ver moed dat dit percentage voor sommige ander ziektes ng ho ger ligt. Dit betekent dat er heel veel zieken zijn die onvol doende medemenselijke steun ontvangen. Ze kunnen niet ge noeg praten over wat ze voe len, over wat hun puzzelt aan de binnenkant. Ze kunnen niet met de ervaring van hun ziek- zijn omgaan. Ook blijkt uit het onderzoek dat velen wel sig nalen uitzenden, maar die sig nalen blijken te zwak te zijn en worden niet opgevangen. Nu is het niet zo moeilijk om te zeggen dat huisartsen falen en meer naar de patiënten zou den moeten luisteren. Of dat andere hulpverleners falen. Er zou ook gewezen .kunnen wor den op onvoldoende zieken bezoek vanuit de kerken. On voldoende bedoel ik dan op twee manieren: te weinig of geen bezoek of wel bezoek maar te vluchtig. De zieke voelt zich niet veilig en uit zichzelf niet. De zieke houdt haar of zijn spanningen voor zichzelf. De genoemde onder- zoekscijfers geven zeker aan leiding voor een gewetenson derzoek, maar ik zou ook de vraag aan de orde willen stel len: „kunnen zieken beter met hun ziek-zijn omgaan?" Kun nen zieken leren op een ande re wijze mondig ziek te zijn? Ik ga er volgende week op door. NIEUWE VOORZITTER ARIE VAN DER VEER: ZWOLLE „Toen ik werd gevraagd om voor zitter van de EO te wor den, gingen tegenstrijdige gedachten door me heen. Stap ik eigenlijk niet over naar een andere staat des levens? Blijf ik wel trouw aan m'n roeping? Met dat soort vragen heb ik da genlang rond gelopen. Ik ben echter tot de conclu sie gekomen dat ik predi kant blijf. Persoonlijk zie ik de EO als verlengstuk van de kansel. De EO is een omroep, die zich ten doel stelt om het evange lie van Jezus Christus te verkondigen. 'Gaat dan heen, onderwijst alle vol keren'. Jezus heeft geluk kig niet gezegd hoe dat moet gebeuren'. Ds Arie van der Veer (48), christelijk gereformeerd pre dikant in Zwolle, heeft na enig aarzelen 'ja' gezegd tegen het voorzitterschap van de Evangelische Omroep (EO). Met ingang van 1 november treedt hij officieel in dienst. Hij vervult daarmee de vaca ture die is ontstaan door het aftreden van voorzitter dr J. Meulink (voormalig gedepu teerde in Overijssel) en ds J.H. Velema (emeritus predi kant van de Christelijke Ge reformeerde Kerk) uit Nun- speet, voorzitter van de toen malige stichtingsraad. In de nieuwe structuur is gekozen voor een éénhoofdig voorzit terschap. De keus viel daarbij op Van der Veer, al 18 jaar verbon den aan de christelijke gere formeerde gemeente van Zwolle en bovendien een re gelmatige gast in program ma's van de EO en op EO-ma- nifestaties, zoals de EO-jonge- rendag en de EO-familiedag. Van der Veer zegt, nu de ko gel eenmaal door de kerk is: „We zullen er met z'n allen keihard aan moeten trekken om goede programma's te ma ken. Wanneer het publieke bestel echter blijft bestaan, hoeft de EO niet bang te zijn voor haar bestaansrecht. Als geen andere publieke omroep vertegenwoordigen we een geestelijke en maatschappelij ke stroming. We zijn duide lijk, een duidelijkheid die van een publieke omroep ver wacht mag worden". „Bovendien, we hebben geen grijze achterban. Bij de jeugd scoort de EO hoog. Dat vind ik erg verheugend en bemoe digend. Op zo'n EO-jongeren- dag zie je ook een dwars- doorsnee van de jeugd, inclu sief punkers en new wavers. Het is echt geen dooie boel. De EO is springlevend". Arie van der Veer is al vanaf de oprichting bij de EO be trokken en werkte ook aan bepaalde programma's mee, hetgeen overigens niet wil zeggen dat hij eenzijdig geo riënteerd is. Zo is hij ook lid van de NCRV. Vorig jaar werd hij zelfs ge vraagd om een bijdrage te le veren aan de serie 'Persoonlij ke ontmoetingen'. Na rijp be raad weigerde hij echter. „Je kunt geen twee heren dienen. Ik zou ongeloofwaardig over komen, als ik ineens voor de NCRV was verschenen, voor al omdat ik me als vertegen woordiger van de EO heb ge profileerd". Ook de keuze van dagbladen wijst op een brede interesse. Zo is hij geabonneerd op Trouw, het Algemeen Dag blad, het Nederlands Dagblad en de Zwolse Courant. „Je moet, vind ik, op de hoogte blijven van wat er in de sa- 1 menleving gebeurt. Dat wil niet zeggen dat ik het overal mee eens ben. Maar je moet je niet opsluiten in je eigen klei ne wereldje". Doelstelling De Evangelische Omroep van Arie van der Veer zal echter trouw blijven aan haar doel stelling: het evangelie ver kondigen via radio en televi sie. Wat dat betreft zal er geen water bij de wijn worden gedaan. En daarnaast is er ruimte voor ontspanning en informatie, al zal zelfs in die programma's de heilsbood schap doorklinken. „Hoge kijkcijfers zijn voor de EO niet weggelegd. Maar dat ontslaat ons niet van de plicht om goeie programma's te ma ken. We zullen ook kritisch op onszelf moeten zijn. Doen we het wel goed? Het moet geen geestelijke zelfbevredi ging worden. Waarom slaat de boodschap bij veel mensen niet meer aan? Hebben we geen dammen opgeworpen, waardoor sommige groepen ons niet meer verstaan? Om dat soort vragen kun je niet heen". Arie van der Veer FOTO: EO Arie van der Veer ziet het als één van zijn belangrijkste ta ken om de kloof tussen refor matorische en evangelische christenen te dichten. Beide bloedgroepen vormen de ach terban van de EO. Zowel de ingetogen gereformeerde bon der als het 'uitgelaten' lid van de vrij evangelische gemeente voelt zich thuis bij de EO. Van der Veer legt na achttien jaar pastoraat zijn functie neer. Valt hem dat niet moei lijk? Van der Veer: „Het werk in Hilversum zal me bijna he lemaal in beslag nemen. Toch zal ik iemand die in nood zit en bij me aanklopt niet weige ren. Dat kan ik niet. Dat zou ik toch ook niet doen als ge woon burger?". KEES VAN OOSTEN 'Zieken willen als volwaardig persoon worden gezien' HENGELO In zieken groeit een nieuw zelfbe wustzijn. Een bewustzijn dat zich uit in het mondi ger worden, het meeve- rantwoordelijk willen zijn voor behandeling en ge zondheid. Het mondiger worden van zieken gaat verder dan pa tiëntenrechten. Steeds meer zieken willen over hun erva ringen van het ziek zijn spre ken. Zij leggen het accent op hun menszijn en op hun ver langen om als volwaardig per soon gezien en gehoord te worden. De vraag is echter of 'ziek-zijn' en 'verdriet heb ben' gegund worden in een cultuur die eenzijdig de na druk legt op 'gezond leven'. Die gedachte staat centraal in de onlangs verschenen bro chure 'Zieken aan het woord' van de Zonnebloem ter gele genheid van de Nationale Zie kendag, die morgen op vele plaatsen in Nederland gevierd wordt. De brochure is ge schreven door Marinus van den Berg, pastoraal vormings werker in het dekenaat Al melo en columnist van deze krant. De brochure „Zieken aan het woord" is te verkrijgen bij De Zonnebloem, Postbus 2100, 4800 CC Breda. Tel. 076- 659325. PRAAG Het Vaticaan en de internationale jood se gemeenschap zullen samenwerken in de strijd tegen het antisemitisme in de voormalige commu nistische landen van Oost-Europa. Dat is beslo ten in Praag, waar de in ternationale rk-joodse contactcommissie deze week voor het eerst sinds 1985 bijeen was. Uit leerboeken moeten voor de joden kwetsende passages wouden verwijderd. Priesters krijgen cursussen aangeboden om hen van het kwaad van het antisemitisme te doordrin gen. Het Vaticaan zal verder zijn verklaringen waarin het antisemitisme ondubbelzinnig wordt afgewezen, in Oost-Eu ropa verspreiden. De dialoog tussen het Vati caan en de internationele joodse gemeenschap heeft en kele jaren stilgelegen wegens onder meer het conflict over het Karmelietessenklooster in AuscJ en de audiëntie van paus Johannes Paulus II aan de Oostenrijkse president Waldheim drie jaar geleden. Het Vaticaan kondigde drie jaar geleden aan een docu ment te publiceren over de uitroeiing van zes miljoen jo den tijdens de Tweede We reldoorlog en het antisemitis me. Er is vertraging ontstaan bij de uitvoering van dit voor nemen, maar het document komt er wel, zo heeft het Va ticaan verzekerd. HET VERDWIJNEN VAN DE TIJD Wie het voorrecht heeft het laatste nummer van het oude dagblad De Tijd uit 1974 nog eens door te nemen, wordt getroffen door twee dingen. In de eerste plaats de ruime verbondenheid met het (culturele) katholieke es tablishment in haar laat ste kolommen. Het twee de dat opvalt zijn de vele persoonlijke maar daarom noodzakelijkerwijs nog niet om het ego draaien de, goed geschreven be schouwingen. Het ritme van de meeste artikelen ligt, hoe kort ook de af stand in tijd ook lijkt te zijn, een stuk lager dan het huidige krantenproza. Een bijzonder kenmerk van de artikelen is verder de stijl. Het valt zeker te verdedigen dat er zo iets bestaan heeft (en trouwens nog bestaat) als een katholieke stijl. Wie nog het proza van Anton van Duin kerken of G. K. Chesterton gekend heeft, kan zich daar van een voorstelling hiaken. Deze omzichtige en toch spit se, op paradoxen verzotte en op het eerste oog wat om slachtige, niet altijd doorzich tige maar sierlijke wijze van schrijven was ook genuan ceerd en zelf-relativerend. Het is het kenmerk van van veel stukken in dat laatste nummer. Er spreekt het ster ke besef uit dat men niet het laatste woord kén hebben. Een betere en gelukkigere uitkomst van een in aanzet dogmatische traditie dié met de oprichter van De Tijd, Ju- docus Smits, werd ingezet, zou je je eigenlijk nauwelijks kun nen voorstellen. Maar er was tegelijkertijd ook een andere, helaas wijd ver breide stijl in het katholieke kamp, die onvermijdelijk de uitdrukking was van een heel andere soort persoonlijkheid. Die leeft nog steeds voort en floreert zelfs weer in bepaalde periodieken van onvervalste katholieke signatuur. In de herinneringen die de kunst en filmredacteur A. van Dom burg voor dat laatste dagblad nummer schreef, geeft hij er een voorbeeld van. Hij had het bestaan iets af te dingen op de (jezuïet) Van Ginneken, voor de oorlog op taalkundig gebied een autoriteit zonder weerga. Van Domburg schrijft dat er prompt een paar brie ven binnenkwamen van Lim burgse geestelijken die ijs koud beweerden dat de grote Van Ginneken geen fouten kón maken. Daarmee was het dispuut gelukkig niet be slecht, want hoofdredacteur Laudy had vertrouwen in zijn mensen. Dit zijn twee diametraal te genover elkaar staande stijlen die zich allebei op het predi kaat katholiek lieten voor staan. Ze verklaren waar schijnlijk iets van de vele emoties waarmee de onder gang van De Tijd als dagblad destijds gepaard is gegaan. Geen krant Is waarschijnlijk meer bewonderd en betreurd maar ook verguisd. Aan de haalbaarheid om in zo'n situatie, zoals het week blad De Tijd in de lijn van het dagblad zich voorstelde, een forum voor katholiek Neder land te willen zijn, kon van meet af aan getwijfeld wor den. Wie het laatste nummer van het weekblad De Tijd ter hand neemt dat een getrouwe selectie blijkt van wat het blad de afgelopen veertien jaar heeft willen zijn, ziet in een oogopslag wat er is ver dwenen. De binding met het vooruitstrevende katholieke intellectuele establishment, voorzover zelf nog niet hele maal uitgestorven, bestaat niet meer. Ook de stijl is ver anderd, er is weinig ruimte voor beschouwelijkheid over gebleven, een genre dat zwaar onder vuur komt te liggen wanneer er met de hete adem van de concurrentie in de nek gescoord moet worden. Tussen die twee genoemde nummers is er wat er van die katholieke identiteit aan het begin over was, in een moei zaam proces verder afgepeld. Voor de helden van weleer die er bij betrokken waren blijkt het een afgesloten hoofdstuk dat zélfs niet meer ter discussie staat. De oude Tijd worstelde In zijn nadagen zichtbaar met zijn identiteit. Het valt te waarde ren dat die strijd vrijwel altijd met open vizier werd gestre den, ook in het weekblad. Die strijd was ook een bewijs dat het blad een identiteit bezat en niet alleen maar een doel groep waarop je je kunt rich ten. Als het kerkelijk klimaat van de jaren zeventig en tachtig in Nederland wat minder bar, wat minder gepolariseerd was geweest, zou er dan nog wel een Tijd zijn geweest? Feit is in ieder geval dat ideëel ge richte journalistiek zoals De Tijd die voorstond nu een maal behoefte had zich op te trekken aan voorbeelden en voorgangers. Journalisten ini tiëren niet, ze registreren slechts en kunnen per defini tie niet in een isolement func tioneren. Dét het anders kon bleek uit het open katholicis me van de jaren zestig dat voor velen een inspiratiebron van formaat was. Maar daar na werden de vernieuwers marginaal en ze gaven in ie der geval niet meer de toon Het tekent de vergaande de sintegratie in het katholieke kamp dat er geen exclusief katholiek medium meer be staat waarin rekkelijken en preciezen met elkaar spreken. (Ook dit dagblad heeft zijn aandacht in open-christelijke zin verbreed, geheel in lijn overigens met de wijze waar op de meerderheid van de ge lovigen zijn verhouding tot de kerk ervaart.) De gesloten ka tholieke gelederen die tot aan de jaren zestig zo hecht sche nen, handelden vaak niet uit innerlijke overtuiging en de minderheid die dit wel be wust deed, gaf zich voor het merendeel gewonnen aan de kritiek van de buitenwacht, die des te eerder werd aan vaard omdat deze kritiek ge geven de kerkelijke situatie zo voor de hand lag. In het oude gebouw van het dagblad De Tijd schijnt op een van de muren gestaan te heb ben: Fuit irreparabile tempus (onherstelbaar vliegt de tijd voorbij), een verkorting van een vers uit de Georgica van Vergilius. Het was kennelijk een aansporing voor de redac teuren hun tijd niet te ver doen, want elke dag moest er immers een krant gemaakt worden. Het is ook uitdruk king van een stijl die tegelij kertijd de uitdrukking van een mentaliteit was. Het weekblad heeft die eigen bij zondere stijl niet kunnen vasthouden. Nu De Tijd defi nitief is verdwenen is dat waarschijnlijk het grootste verlies, maar wie het verdwij nen ervan betreurt, kan het niet wijten aan de redactie van het blad alleen. Een blad dat ooit een dialoog wilde op bouwen kan niet tegelijkertijd fungeren als een ongenaakba re rots. Voor de redelijkheid en de moed die voor die hou ding nodig waren, moest zij ook kunnen terugvallen op anderen. PAUL VAN VELTHOVEN Topberaad over de Golf og m tachi al va aP George Bush en Sovjet-leider Michail Gorbatsjov mqage Helsinki slechts één dag in beslag zal nemen, wordt Ichtig een topontmoeting in de ware betekenis van het wtj13 01 kans bestaat dat er wordt beslist over vrede of oorka^®| Golf. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaff|esj, mes Baker, maakte het Amerikaanse standpunt gistra nieuw zeer duidelijk. Elk compromis met Irak is uitgroof Er valt niet te onderhandelen over de onvoorwaardeji- rugtrekking van de Iraakse troepen uit Kuwayt en 1 stel van de Kuwaytse regering. I De partijen die inmiddels op een snelle militaire ac> dringen zijn talrijk. Hun verlanglijst omvat niet allim^ verdrijven van het Iraakse invasieleger uit Kuwayt. y in welke vorm dan ook eveneens een eind wor maakt aan het militaire apparaat van Irak, terwijl het van Saddam Husayn volledig dient te verdwijnen. B men van de voorstanders van een harde aanpak j steeds ongeduriger. Het zijn de stemmen van, uiteraal wayt en Saudi-Arabië, van de Golfstaatjes en van^ Maar ook hoewel achter de schermen van Isral pro-Israëlische lobby in de VS. Het is zeer de vraa, Amerikaanse president die zelf ook uiteenlopend® delen ziet in een snel ingrijpen in de Golf boven een rig beleg zo'n krachtige coalitie kan (en wil) ^lijve^^ staan. Ra ten BuSH zal Gorbatsjov mogelijk slechts van de Amer^ j- intenties op de hoogte willen stellen en willen wetenLnp precieze houding van de Sovjetunie is. Moskou heeft fpn nu toe achter de VS en het Westen geschaard de V|j^; lige rivalen en ideologische vijanden om de Iraaks sie in Kuwayt te veroordelen en de sancties tegen In e< te keuren. Eerder deze week pleitte Sovjet-minister vPs^ tenlandse zaken Sjevardnadze nog voor een „Arabisr? lossing", waarvan niemand weet hoe die er zou moetjossj zien. Maar na het bezoek aan Moskou van de Iraakse^^, ter van buitenlandse zaken, Aziz, klinkt vanuit het I^ft e duidelijk dreigender taal richting Baghdad. «gsi Doe HET is de leiders in Moskou er nog steeds veel aan de crisis langs vreedzame weg op te lossen, ook al hefgje geen pasklare oplossingen. Maar inmiddels is ook ge dat Moskou niet zal terugschrikken voor de inzet va taire middelen tegen de vroegere bondgenoot Irak, WV gebeurt onder de vlag van de Verenigde Naties. En dat standpunt zou nog beweging kunnen zitten, v president Bush in Helsinki met de portefeuille v U Meer nog dan om het behoud van de traditioneel banden' met de Arabische landen, zit de Sovjetunie ti 's-C gen om westerse steun voor de kolosale inspanningen j_ v. moeid zijn met de overgang van een plan- naar een i H conomie. Daarnaast zou het voor Moskou politiek int( ter kunnen zijn om samen met de VS op te kunnen t fL als mede-supermacht, dan om werkloos toe te moeter Het als het tot de bijna onvermijdelijke confrontatie kom Maar er is nog een ander scenario denkbaar, dat ju in kruitdampen gehuld gaat. In kringen rond het Wif wordt met grote stelligheid de mogelijkheid open get dat Bush en Gorbatsjov morgen in Helsinki geen anc voor ogen staat dan tegenover Saddam Husayn zeer kelijk hun grote eensgezindheid te etaleren. Maar het felachtig of de Iraakse dictator zich door versterkte d^p, tieke druk tot een snelle terugtocht zal laten be weg-'*- vendien: een bevrijd Kuwayt is voor Washington meeste landen van het Westen een onvoldoende rei Ook om die reden moet het militante scenario zei worden uitgesloten. Brieven graag kort en duidelijk geschreven. De redactie behoudt zich het recht voor ingez< stukken te bekorten. Ver-stappen Met interesse heb ik de recen sie van Jan Verstappen over Yvonne Keuls' „De tocht van het kind" gelezen. Het was voor mij aanleiding een exem plaar op het Voorhoutfestival van afgelopen zaterdag te ko pen. Positief is Verstappen over de nieuwe weg die de Haagse schrijfster is ingesla gen. Bovendien merkt hij op, dat „stijl, formulering en op bouw" veel preciezer zijn. Toch is Verstappen voor mij met te grote stappen door de 87 bladzijden tellende novelle heengegaan. Zo is hij wel inge gaan op de „subtiele moeder- dochterrelatie", maar laat hij onvermeld, hoe Angela, Ne derland naderend, haar Ne derlandse vader beter leert kennen en anders gaat zien. Daarmee blijft een ander be langrijk element onbesproken: de groeiende vader-ój a relatie. Hierdoor kan h j Nederland aanvaarden!® om zou er in dit boekfoei van nostalgie zijn? I te^ maakt de recensent dijie waar voor hem het trajzer le en romantische Vr „boekje" uit bestaat, f dit ook niet aan met t1 Pr verwerkingen van and Hi teurs over hun Indischraa den. Nee, „De tocht kind" van Yvonne l( voor mij een ontrd sfeervolle, goed gecomLns de, neerslag van de obf (nu „ingekleurde le ring") van een meisje, <Le| omstandigheden mee|rde haar vriendinnetje T^ haar moeder optrekt 4^ haar vader, die later ibet DU Uitgave: Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers). ft Kantoor: Apothekersdijk 34, Leiden. 5, Telefoon: 071 - 122 244 i Postadres postbus 11, 2300 AA Leiden. Se: Abonnee service Telefoon: 071 - 313 677 van ma. t/m vr van 8.30 tot 17.00 u. Nabezorging Telefoon- 071 - 122 248 van ma. t/m vr. van 18.00 tot 19.00 u. op za. van 14.00 tot 15.C Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW) Bij automatische betaling: Bi] betaling per accept-gin per maand f. 24,85 per maand f. per kwartaal f, 74,10 per kwartaal f. per jaar f. 284,50 per jaar Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan. Advertenties Informatie en tarieven over advertenties tel. 071 - 122 244. Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941. Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijs' 070 - 3902 702. Bankiers AMRO BANK NV 473 575 515 POSTBANK NV 663 050 IB

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 2