„De EO zie ik als een
verlengstuk van kansel'
Vaticaan en joden gaan
antisemitisme te lijf
Fugit irreparabile tempus
£eidoe (Sou/taf,
brieven van leze
éST £eidóe6ourta/itfc
kerk
wereld
Beter
pi
GEESTELIJK LEVEN/OPINIE
CcklócSotwont
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1990 PAff
Nieuw centrum voor religieuze cultuur in Amsterdam
AMSTERDAM Het gebouwencomplex van de voormalige
remonstrantse kerk aan de Keizersgracht te Amsterdam biedt
vanaf 14 september onderdak aan het 'centrum voor religieuze
cultuur', De Rode Hoed.
Het centrum, waarin ook een aantal kerkelijke organisaties
hun secretariaat onderbrengt, wil expliciet en systematisch,
maar op buitenkerkelijke basis ernst maken met wat de Poolse
filosoof Leszek Kolakowski „het schrikbarend verlies van ons
religieuze erfgoed" heeft genoemd.
De Rode Hoed, genoemd naar de gevelsteen in het pand Kei
zersgracht 104, is een initiatief van Huub Oosterhuis, die sinds
1965 verbonden is aan de Amsterdamse studentenecclesia en
alom in den lande bekend is om zijn gedichten en kerkliede
ren.
Het ministerie van WVC zegde in augustus 1989 een startsubsi
die van 400.000 gulden toe. Tevens werd voor de duur van vier
jaar het salaris van een directeur en een uitvoerend secretaris
Directeur van De Rode Hoed is per 1 oktober vorig jaar drs. W.
Ramaker, tot 1985 eindredacteur van Literama, het literaire
progamma van de NCRV.
In het complex aan de Keizersgracht bevinden zich de secreta
riaten van de Woodbrookers (christen-socialisten), het Over
legorgaan van Joden en Christenen in Nederland (OJEC), de
Stichting Leerhuis en Liturgie en de studentenecclesia. Ook is
er een café-restaurant aanwezig. De ruimte wordt ook aan der
den verhuurd. Zo zal de talk-show van Sonja Barend wekelijks
uit het centrum voor religieuze cultuur worden uitgezonden en
heeft er op 10 oktober de opening plaats van de Kinderboeken
week.
Woorden vervliegen,
wat geschreven is
blijft
Latijnse zegswijze
door Marinus van der Berg
De televisie toonde onlangs
een nieuwe operatietechniek,
die wordt uitgevoerd in een
Eindhovens ziekenhuis. Er
vloeit minder bloed, er wordt
minder pijn geleden en de lig-
tijd in het ziekenhuis is bekort.
Regelmatig zien we hoe tech
niek de dokter én de patiënt
te hulp komt. De moderne arts
in het ziekenhuis is steeds
meer een technicus geworden.
De patiënt van vandaag gaat
met steeds meer vertrouwen
naar de dokter. De dokter kan
immers steeds meer. De dok
ter krijgt te maken met patiën
ten met een hoge verwachting
en dat maakt het ook moeilij
ker om te zeggen dat er ook
grenzen zijn. Patiënten die
niet geloven dat de dokter
niets meer kan, zoeken of een
gespecialiseerd ziekenhuis of
ze gaan naar „een Duitse dok
ter". Hier aan de grens waar
ik woon is veel geloof in „Duit
se dokters", leder heeft na
tuurlijk het recht om een an
der adres te zoeken, maar
toch is er een gevaar van
blindstaren. Op een aantal
manieren is hiervan sprake.
Allereerst zijn er mensen die
de dokter als een half-god
zien aan wie ze zich blinde
lings toevertrouwen. Op de
tweede plaats zijn er mensen
die het niet kunnen genezen
of nog niet kunnen genezen
toeschrijven aan het falen van
de dokter. Zij koesteren een
onsterfelijkheidsgeloof. Op de
derde plaats zijn er mensen
die menen dat ze zelf geen en
kele invloed hebben op het
ziek-zijn. Tijdens het ziek-zijn
staren ze naar de dokter maar
ze kijken niet naar zichzelf. Op
de vierde plaats zijn er men
sen die maar één wijze van
beter worden kennen en dat is
weer worden zoals vroeger. Je
kunt momenteel vaststellen
dat de mondigheid van de pa
tiënt is toegenomen, maar je
kunt ook vaststellen dat de
mondigheid is afgenomen. Er
is toegenomen mondigheid als
je kijkt naar verbeteringen van
de rechtspositie, het inzage
recht in patiëntendossiers, de
kennis die patiënten zelf heb
ben van een ziekte. Meer pa
tiënten durven vragen te stel
len of meer te eisen en stellen
zich niet op met de houding
van „de dokter zal het wel be
ter weten". De toename van
deze mondigheid is in zeker
zin winst. Toch stel ik de
vraag of er wel sprake is van
toegenomen mondigheid. De
toegenomen mondigheid sluit
aap op de hiervoor beschre
ven ontwikkeling van de medi
sche wetenschap die steeds
meer kan. Maar is er ook
sprake van meer mondigheid
als het gaat om omgaan met
je eigen ziek-zijn? Uit een on
derzoek is gebleken dat dertig
procent van de kankerpatiën
ten lijdt aan eenzaamheid,
neerslachtigheid, onbegrip en
relatiemoeilijkheden. Ik ver
moed dat dit percentage voor
sommige ander ziektes ng ho
ger ligt. Dit betekent dat er
heel veel zieken zijn die onvol
doende medemenselijke steun
ontvangen. Ze kunnen niet ge
noeg praten over wat ze voe
len, over wat hun puzzelt aan
de binnenkant. Ze kunnen niet
met de ervaring van hun ziek-
zijn omgaan. Ook blijkt uit het
onderzoek dat velen wel sig
nalen uitzenden, maar die sig
nalen blijken te zwak te zijn en
worden niet opgevangen. Nu
is het niet zo moeilijk om te
zeggen dat huisartsen falen en
meer naar de patiënten zou
den moeten luisteren. Of dat
andere hulpverleners falen. Er
zou ook gewezen .kunnen wor
den op onvoldoende zieken
bezoek vanuit de kerken. On
voldoende bedoel ik dan op
twee manieren: te weinig of
geen bezoek of wel bezoek
maar te vluchtig. De zieke
voelt zich niet veilig en uit
zichzelf niet. De zieke houdt
haar of zijn spanningen voor
zichzelf. De genoemde onder-
zoekscijfers geven zeker aan
leiding voor een gewetenson
derzoek, maar ik zou ook de
vraag aan de orde willen stel
len: „kunnen zieken beter met
hun ziek-zijn omgaan?" Kun
nen zieken leren op een ande
re wijze mondig ziek te zijn? Ik
ga er volgende week op door.
NIEUWE VOORZITTER ARIE VAN DER VEER:
ZWOLLE „Toen ik
werd gevraagd om voor
zitter van de EO te wor
den, gingen tegenstrijdige
gedachten door me heen.
Stap ik eigenlijk niet over
naar een andere staat des
levens? Blijf ik wel trouw
aan m'n roeping? Met dat
soort vragen heb ik da
genlang rond gelopen. Ik
ben echter tot de conclu
sie gekomen dat ik predi
kant blijf. Persoonlijk zie
ik de EO als verlengstuk
van de kansel. De EO is
een omroep, die zich ten
doel stelt om het evange
lie van Jezus Christus te
verkondigen. 'Gaat dan
heen, onderwijst alle vol
keren'. Jezus heeft geluk
kig niet gezegd hoe dat
moet gebeuren'.
Ds Arie van der Veer (48),
christelijk gereformeerd pre
dikant in Zwolle, heeft na
enig aarzelen 'ja' gezegd tegen
het voorzitterschap van de
Evangelische Omroep (EO).
Met ingang van 1 november
treedt hij officieel in dienst.
Hij vervult daarmee de vaca
ture die is ontstaan door het
aftreden van voorzitter dr J.
Meulink (voormalig gedepu
teerde in Overijssel) en ds
J.H. Velema (emeritus predi
kant van de Christelijke Ge
reformeerde Kerk) uit Nun-
speet, voorzitter van de toen
malige stichtingsraad. In de
nieuwe structuur is gekozen
voor een éénhoofdig voorzit
terschap.
De keus viel daarbij op Van
der Veer, al 18 jaar verbon
den aan de christelijke gere
formeerde gemeente van
Zwolle en bovendien een re
gelmatige gast in program
ma's van de EO en op EO-ma-
nifestaties, zoals de EO-jonge-
rendag en de EO-familiedag.
Van der Veer zegt, nu de ko
gel eenmaal door de kerk is:
„We zullen er met z'n allen
keihard aan moeten trekken
om goede programma's te ma
ken. Wanneer het publieke
bestel echter blijft bestaan,
hoeft de EO niet bang te zijn
voor haar bestaansrecht. Als
geen andere publieke omroep
vertegenwoordigen we een
geestelijke en maatschappelij
ke stroming. We zijn duide
lijk, een duidelijkheid die van
een publieke omroep ver
wacht mag worden".
„Bovendien, we hebben geen
grijze achterban. Bij de jeugd
scoort de EO hoog. Dat vind
ik erg verheugend en bemoe
digend. Op zo'n EO-jongeren-
dag zie je ook een dwars-
doorsnee van de jeugd, inclu
sief punkers en new wavers.
Het is echt geen dooie boel.
De EO is springlevend".
Arie van der Veer is al vanaf
de oprichting bij de EO be
trokken en werkte ook aan
bepaalde programma's mee,
hetgeen overigens niet wil
zeggen dat hij eenzijdig geo
riënteerd is. Zo is hij ook lid
van de NCRV.
Vorig jaar werd hij zelfs ge
vraagd om een bijdrage te le
veren aan de serie 'Persoonlij
ke ontmoetingen'. Na rijp be
raad weigerde hij echter. „Je
kunt geen twee heren dienen.
Ik zou ongeloofwaardig over
komen, als ik ineens voor de
NCRV was verschenen, voor
al omdat ik me als vertegen
woordiger van de EO heb ge
profileerd".
Ook de keuze van dagbladen
wijst op een brede interesse.
Zo is hij geabonneerd op
Trouw, het Algemeen Dag
blad, het Nederlands Dagblad
en de Zwolse Courant. „Je
moet, vind ik, op de hoogte
blijven van wat er in de sa-
1 menleving gebeurt. Dat wil
niet zeggen dat ik het overal
mee eens ben. Maar je moet je
niet opsluiten in je eigen klei
ne wereldje".
Doelstelling
De Evangelische Omroep van
Arie van der Veer zal echter
trouw blijven aan haar doel
stelling: het evangelie ver
kondigen via radio en televi
sie. Wat dat betreft zal er
geen water bij de wijn worden
gedaan. En daarnaast is er
ruimte voor ontspanning en
informatie, al zal zelfs in die
programma's de heilsbood
schap doorklinken.
„Hoge kijkcijfers zijn voor de
EO niet weggelegd. Maar dat
ontslaat ons niet van de plicht
om goeie programma's te ma
ken. We zullen ook kritisch
op onszelf moeten zijn. Doen
we het wel goed? Het moet
geen geestelijke zelfbevredi
ging worden. Waarom slaat
de boodschap bij veel mensen
niet meer aan? Hebben we
geen dammen opgeworpen,
waardoor sommige groepen
ons niet meer verstaan? Om
dat soort vragen kun je niet
heen".
Arie van der Veer FOTO: EO
Arie van der Veer ziet het als
één van zijn belangrijkste ta
ken om de kloof tussen refor
matorische en evangelische
christenen te dichten. Beide
bloedgroepen vormen de ach
terban van de EO. Zowel de
ingetogen gereformeerde bon
der als het 'uitgelaten' lid van
de vrij evangelische gemeente
voelt zich thuis bij de EO.
Van der Veer legt na achttien
jaar pastoraat zijn functie
neer. Valt hem dat niet moei
lijk? Van der Veer: „Het werk
in Hilversum zal me bijna he
lemaal in beslag nemen. Toch
zal ik iemand die in nood zit
en bij me aanklopt niet weige
ren. Dat kan ik niet. Dat zou
ik toch ook niet doen als ge
woon burger?".
KEES VAN OOSTEN
'Zieken willen als volwaardig
persoon worden gezien'
HENGELO In zieken
groeit een nieuw zelfbe
wustzijn. Een bewustzijn
dat zich uit in het mondi
ger worden, het meeve-
rantwoordelijk willen zijn
voor behandeling en ge
zondheid.
Het mondiger worden van
zieken gaat verder dan pa
tiëntenrechten. Steeds meer
zieken willen over hun erva
ringen van het ziek zijn spre
ken. Zij leggen het accent op
hun menszijn en op hun ver
langen om als volwaardig per
soon gezien en gehoord te
worden. De vraag is echter of
'ziek-zijn' en 'verdriet heb
ben' gegund worden in een
cultuur die eenzijdig de na
druk legt op 'gezond leven'.
Die gedachte staat centraal in
de onlangs verschenen bro
chure 'Zieken aan het woord'
van de Zonnebloem ter gele
genheid van de Nationale Zie
kendag, die morgen op vele
plaatsen in Nederland gevierd
wordt. De brochure is ge
schreven door Marinus van
den Berg, pastoraal vormings
werker in het dekenaat Al
melo en columnist van deze
krant.
De brochure „Zieken aan het
woord" is te verkrijgen bij De
Zonnebloem, Postbus 2100,
4800 CC Breda. Tel. 076-
659325.
PRAAG Het Vaticaan
en de internationale jood
se gemeenschap zullen
samenwerken in de strijd
tegen het antisemitisme
in de voormalige commu
nistische landen van
Oost-Europa. Dat is beslo
ten in Praag, waar de in
ternationale rk-joodse
contactcommissie deze
week voor het eerst sinds
1985 bijeen was.
Uit leerboeken moeten voor
de joden kwetsende passages
wouden verwijderd. Priesters
krijgen cursussen aangeboden
om hen van het kwaad van
het antisemitisme te doordrin
gen. Het Vaticaan zal verder
zijn verklaringen waarin het
antisemitisme ondubbelzinnig
wordt afgewezen, in Oost-Eu
ropa verspreiden.
De dialoog tussen het Vati
caan en de internationele
joodse gemeenschap heeft en
kele jaren stilgelegen wegens
onder meer het conflict over
het Karmelietessenklooster in
AuscJ en de audiëntie
van paus Johannes Paulus II
aan de Oostenrijkse president
Waldheim drie jaar geleden.
Het Vaticaan kondigde drie
jaar geleden aan een docu
ment te publiceren over de
uitroeiing van zes miljoen jo
den tijdens de Tweede We
reldoorlog en het antisemitis
me. Er is vertraging ontstaan
bij de uitvoering van dit voor
nemen, maar het document
komt er wel, zo heeft het Va
ticaan verzekerd.
HET VERDWIJNEN VAN DE TIJD
Wie het voorrecht heeft
het laatste nummer van
het oude dagblad De Tijd
uit 1974 nog eens door te
nemen, wordt getroffen
door twee dingen. In de
eerste plaats de ruime
verbondenheid met het
(culturele) katholieke es
tablishment in haar laat
ste kolommen. Het twee
de dat opvalt zijn de vele
persoonlijke maar daarom
noodzakelijkerwijs nog
niet om het ego draaien
de, goed geschreven be
schouwingen. Het ritme
van de meeste artikelen
ligt, hoe kort ook de af
stand in tijd ook lijkt te
zijn, een stuk lager dan
het huidige krantenproza.
Een bijzonder kenmerk
van de artikelen is verder
de stijl.
Het valt zeker te verdedigen
dat er zo iets bestaan heeft (en
trouwens nog bestaat) als een
katholieke stijl. Wie nog het
proza van Anton van Duin
kerken of G. K. Chesterton
gekend heeft, kan zich daar
van een voorstelling hiaken.
Deze omzichtige en toch spit
se, op paradoxen verzotte en
op het eerste oog wat om
slachtige, niet altijd doorzich
tige maar sierlijke wijze van
schrijven was ook genuan
ceerd en zelf-relativerend.
Het is het kenmerk van van
veel stukken in dat laatste
nummer. Er spreekt het ster
ke besef uit dat men niet het
laatste woord kén hebben.
Een betere en gelukkigere
uitkomst van een in aanzet
dogmatische traditie dié met
de oprichter van De Tijd, Ju-
docus Smits, werd ingezet, zou
je je eigenlijk nauwelijks kun
nen voorstellen.
Maar er was tegelijkertijd ook
een andere, helaas wijd ver
breide stijl in het katholieke
kamp, die onvermijdelijk de
uitdrukking was van een heel
andere soort persoonlijkheid.
Die leeft nog steeds voort en
floreert zelfs weer in bepaalde
periodieken van onvervalste
katholieke signatuur. In de
herinneringen die de kunst
en filmredacteur A. van Dom
burg voor dat laatste dagblad
nummer schreef, geeft hij er
een voorbeeld van. Hij had
het bestaan iets af te dingen
op de (jezuïet) Van Ginneken,
voor de oorlog op taalkundig
gebied een autoriteit zonder
weerga. Van Domburg schrijft
dat er prompt een paar brie
ven binnenkwamen van Lim
burgse geestelijken die ijs
koud beweerden dat de grote
Van Ginneken geen fouten
kón maken. Daarmee was het
dispuut gelukkig niet be
slecht, want hoofdredacteur
Laudy had vertrouwen in zijn
mensen.
Dit zijn twee diametraal te
genover elkaar staande stijlen
die zich allebei op het predi
kaat katholiek lieten voor
staan. Ze verklaren waar
schijnlijk iets van de vele
emoties waarmee de onder
gang van De Tijd als dagblad
destijds gepaard is gegaan.
Geen krant Is waarschijnlijk
meer bewonderd en betreurd
maar ook verguisd.
Aan de haalbaarheid om in
zo'n situatie, zoals het week
blad De Tijd in de lijn van het
dagblad zich voorstelde, een
forum voor katholiek Neder
land te willen zijn, kon van
meet af aan getwijfeld wor
den.
Wie het laatste nummer van
het weekblad De Tijd ter
hand neemt dat een getrouwe
selectie blijkt van wat het
blad de afgelopen veertien
jaar heeft willen zijn, ziet in
een oogopslag wat er is ver
dwenen. De binding met het
vooruitstrevende katholieke
intellectuele establishment,
voorzover zelf nog niet hele
maal uitgestorven, bestaat
niet meer. Ook de stijl is ver
anderd, er is weinig ruimte
voor beschouwelijkheid over
gebleven, een genre dat zwaar
onder vuur komt te liggen
wanneer er met de hete adem
van de concurrentie in de nek
gescoord moet worden.
Tussen die twee genoemde
nummers is er wat er van die
katholieke identiteit aan het
begin over was, in een moei
zaam proces verder afgepeld.
Voor de helden van weleer
die er bij betrokken waren
blijkt het een afgesloten
hoofdstuk dat zélfs niet meer
ter discussie staat.
De oude Tijd worstelde In zijn
nadagen zichtbaar met zijn
identiteit. Het valt te waarde
ren dat die strijd vrijwel altijd
met open vizier werd gestre
den, ook in het weekblad. Die
strijd was ook een bewijs dat
het blad een identiteit bezat
en niet alleen maar een doel
groep waarop je je kunt rich
ten.
Als het kerkelijk klimaat van
de jaren zeventig en tachtig in
Nederland wat minder bar,
wat minder gepolariseerd was
geweest, zou er dan nog wel
een Tijd zijn geweest? Feit is
in ieder geval dat ideëel ge
richte journalistiek zoals De
Tijd die voorstond nu een
maal behoefte had zich op te
trekken aan voorbeelden en
voorgangers. Journalisten ini
tiëren niet, ze registreren
slechts en kunnen per defini
tie niet in een isolement func
tioneren. Dét het anders kon
bleek uit het open katholicis
me van de jaren zestig dat
voor velen een inspiratiebron
van formaat was. Maar daar
na werden de vernieuwers
marginaal en ze gaven in ie
der geval niet meer de toon
Het tekent de vergaande de
sintegratie in het katholieke
kamp dat er geen exclusief
katholiek medium meer be
staat waarin rekkelijken en
preciezen met elkaar spreken.
(Ook dit dagblad heeft zijn
aandacht in open-christelijke
zin verbreed, geheel in lijn
overigens met de wijze waar
op de meerderheid van de ge
lovigen zijn verhouding tot de
kerk ervaart.) De gesloten ka
tholieke gelederen die tot aan
de jaren zestig zo hecht sche
nen, handelden vaak niet uit
innerlijke overtuiging en de
minderheid die dit wel be
wust deed, gaf zich voor het
merendeel gewonnen aan de
kritiek van de buitenwacht,
die des te eerder werd aan
vaard omdat deze kritiek ge
geven de kerkelijke situatie
zo voor de hand lag.
In het oude gebouw van het
dagblad De Tijd schijnt op een
van de muren gestaan te heb
ben: Fuit irreparabile tempus
(onherstelbaar vliegt de tijd
voorbij), een verkorting van
een vers uit de Georgica van
Vergilius. Het was kennelijk
een aansporing voor de redac
teuren hun tijd niet te ver
doen, want elke dag moest er
immers een krant gemaakt
worden. Het is ook uitdruk
king van een stijl die tegelij
kertijd de uitdrukking van
een mentaliteit was. Het
weekblad heeft die eigen bij
zondere stijl niet kunnen
vasthouden. Nu De Tijd defi
nitief is verdwenen is dat
waarschijnlijk het grootste
verlies, maar wie het verdwij
nen ervan betreurt, kan het
niet wijten aan de redactie
van het blad alleen. Een blad
dat ooit een dialoog wilde op
bouwen kan niet tegelijkertijd
fungeren als een ongenaakba
re rots. Voor de redelijkheid
en de moed die voor die hou
ding nodig waren, moest zij
ook kunnen terugvallen op
anderen.
PAUL VAN VELTHOVEN
Topberaad over de Golf
og m
tachi
al va
aP
George Bush en Sovjet-leider Michail Gorbatsjov mqage
Helsinki slechts één dag in beslag zal nemen, wordt Ichtig
een topontmoeting in de ware betekenis van het wtj13 01
kans bestaat dat er wordt beslist over vrede of oorka^®|
Golf. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaff|esj,
mes Baker, maakte het Amerikaanse standpunt gistra
nieuw zeer duidelijk. Elk compromis met Irak is uitgroof
Er valt niet te onderhandelen over de onvoorwaardeji-
rugtrekking van de Iraakse troepen uit Kuwayt en 1
stel van de Kuwaytse regering. I
De partijen die inmiddels op een snelle militaire ac>
dringen zijn talrijk. Hun verlanglijst omvat niet allim^
verdrijven van het Iraakse invasieleger uit Kuwayt. y
in welke vorm dan ook eveneens een eind wor
maakt aan het militaire apparaat van Irak, terwijl het
van Saddam Husayn volledig dient te verdwijnen. B
men van de voorstanders van een harde aanpak j
steeds ongeduriger. Het zijn de stemmen van, uiteraal
wayt en Saudi-Arabië, van de Golfstaatjes en van^
Maar ook hoewel achter de schermen van Isral
pro-Israëlische lobby in de VS. Het is zeer de vraa,
Amerikaanse president die zelf ook uiteenlopend®
delen ziet in een snel ingrijpen in de Golf boven een
rig beleg zo'n krachtige coalitie kan (en wil) ^lijve^^
staan. Ra
ten
BuSH zal Gorbatsjov mogelijk slechts van de Amer^ j-
intenties op de hoogte willen stellen en willen wetenLnp
precieze houding van de Sovjetunie is. Moskou heeft fpn
nu toe achter de VS en het Westen geschaard de V|j^;
lige rivalen en ideologische vijanden om de Iraaks
sie in Kuwayt te veroordelen en de sancties tegen In e<
te keuren. Eerder deze week pleitte Sovjet-minister vPs^
tenlandse zaken Sjevardnadze nog voor een „Arabisr?
lossing", waarvan niemand weet hoe die er zou moetjossj
zien. Maar na het bezoek aan Moskou van de Iraakse^^,
ter van buitenlandse zaken, Aziz, klinkt vanuit het I^ft e
duidelijk dreigender taal richting Baghdad. «gsi
Doe
HET is de leiders in Moskou er nog steeds veel aan
de crisis langs vreedzame weg op te lossen, ook al hefgje
geen pasklare oplossingen. Maar inmiddels is ook ge
dat Moskou niet zal terugschrikken voor de inzet va
taire middelen tegen de vroegere bondgenoot Irak, WV
gebeurt onder de vlag van de Verenigde Naties. En
dat standpunt zou nog beweging kunnen zitten, v
president Bush in Helsinki met de portefeuille v U
Meer nog dan om het behoud van de traditioneel
banden' met de Arabische landen, zit de Sovjetunie ti 's-C
gen om westerse steun voor de kolosale inspanningen j_ v.
moeid zijn met de overgang van een plan- naar een i H
conomie. Daarnaast zou het voor Moskou politiek int(
ter kunnen zijn om samen met de VS op te kunnen t fL
als mede-supermacht, dan om werkloos toe te moeter Het
als het tot de bijna onvermijdelijke confrontatie kom
Maar er is nog een ander scenario denkbaar, dat ju
in kruitdampen gehuld gaat. In kringen rond het Wif
wordt met grote stelligheid de mogelijkheid open get
dat Bush en Gorbatsjov morgen in Helsinki geen anc
voor ogen staat dan tegenover Saddam Husayn zeer
kelijk hun grote eensgezindheid te etaleren. Maar het
felachtig of de Iraakse dictator zich door versterkte d^p,
tieke druk tot een snelle terugtocht zal laten be weg-'*-
vendien: een bevrijd Kuwayt is voor Washington
meeste landen van het Westen een onvoldoende rei
Ook om die reden moet het militante scenario zei
worden uitgesloten.
Brieven graag kort en duidelijk geschreven.
De redactie behoudt zich het recht voor ingez<
stukken te bekorten.
Ver-stappen
Met interesse heb ik de recen
sie van Jan Verstappen over
Yvonne Keuls' „De tocht van
het kind" gelezen. Het was
voor mij aanleiding een exem
plaar op het Voorhoutfestival
van afgelopen zaterdag te ko
pen. Positief is Verstappen
over de nieuwe weg die de
Haagse schrijfster is ingesla
gen. Bovendien merkt hij op,
dat „stijl, formulering en op
bouw" veel preciezer zijn.
Toch is Verstappen voor mij
met te grote stappen door de
87 bladzijden tellende novelle
heengegaan. Zo is hij wel inge
gaan op de „subtiele moeder-
dochterrelatie", maar laat hij
onvermeld, hoe Angela, Ne
derland naderend, haar Ne
derlandse vader beter leert
kennen en anders gaat zien.
Daarmee blijft een ander be
langrijk element onbesproken:
de groeiende vader-ój a
relatie. Hierdoor kan h j
Nederland aanvaarden!®
om zou er in dit boekfoei
van nostalgie zijn? I te^
maakt de recensent dijie
waar voor hem het trajzer
le en romantische Vr
„boekje" uit bestaat, f
dit ook niet aan met t1 Pr
verwerkingen van and Hi
teurs over hun Indischraa
den. Nee, „De tocht
kind" van Yvonne l(
voor mij een ontrd
sfeervolle, goed gecomLns
de, neerslag van de obf
(nu „ingekleurde le
ring") van een meisje, <Le|
omstandigheden mee|rde
haar vriendinnetje T^
haar moeder optrekt 4^
haar vader, die later
ibet
DU
Uitgave: Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers). ft
Kantoor: Apothekersdijk 34, Leiden. 5,
Telefoon: 071 - 122 244 i
Postadres postbus 11, 2300 AA Leiden. Se:
Abonnee service
Telefoon: 071 - 313 677 van ma. t/m vr van 8.30 tot 17.00 u.
Nabezorging
Telefoon- 071 - 122 248
van ma. t/m vr. van 18.00 tot 19.00 u. op za. van 14.00 tot 15.C
Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW)
Bij automatische betaling: Bi] betaling per accept-gin
per maand f. 24,85 per maand f.
per kwartaal f, 74,10 per kwartaal f.
per jaar f. 284,50 per jaar
Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan.
Advertenties
Informatie en tarieven over advertenties tel. 071 - 122 244.
Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941.
Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijs'
070 - 3902 702.
Bankiers
AMRO BANK NV 473 575 515
POSTBANK NV 663 050
IB