aMoord op Gerard Fagel een koelbloedige frekening" "•'oortwachter van president Bush intelligent en invloedrijk man i CfiiddcSoiVUMlt Gedrilde huizen in Pakistan ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1990 PAGINA 29 steeds is de dader van de UUÏord op toprestaurateur Gerard WÊS$e\ uit Bosch en Duin niet aannden. Fagel werd op 9 juni $9 in zijn slaapkamer odgeschoten „Naarmate de tijd duw rdert, wordt de kans op succes eer iuurlijk steeds kleiner", zegt bbenhercheur Willem Hoefsloot, ruim itie 3 jaar na de moord. Hij leidde het •sts Aerche bijstandsteam, dat niddels is ontbonden. Ontbreekt de rkelijk elk motief of aanwijzing? smet politieman komt met enkele aiwe details. De dader was geen ;le killer en komt uit een zeer loten milieu. ,f mensen zijn aangehouden, onder wie een oud-werknemer. Ze werden op last van de rechter commissaris vrijgelaten. „Zolang er geen nieuwe feiten komen, zijn ze geen verdachten meer". De politie weet nog veel meer: bijna alles wat uitgesloten kan worden. Cocaïne was in de jet-set kringen van Fagel niet onbekend. Ook bezochten heel af en toe mensen uit de onderwereld het restaurant. Het zijn feiten die niets hebben opgeleverd, net zomin als een onderzoek naar seksuele voorkeuren, financiële uitgaven en ex-vriendinnen. Spraakmakende informatie die Hoefsloot relativeert met: „We hebben aan alles gedacht wat je maar kunt verzinnen". VDERZOEK POLITIE OP DOOD SPOOR 3 aar J Gerard Fagel kort voor hij bij zijn restaurant De Hoefslag in Bosch en Duin werd doodgeschoten. J '1CH EN DUIN - „Hier tverben we uit weten te komen", Ier ift Willem Hoefsloot vrijdag- tie git 9 juni 1989. De leider van iblet recherchebijstandsteam Utrecht M&rzoekt om zes uur 's ochtends 1 het eerst de moord op Gerard 1 2 restaurateur van De Hoef- ïd 1 in Bosch en Duin. Hij beseft veer le woning van het slachtoffer er veel aanknopingspunten vierf 's n*et Pr°fessi°neel- Hij of zij de op een dak, kroop door een open- nej 0d raam en nam het risico voor het 3ajaJ schot nog iets te zeggen. „Ik kom irmoorden", of „Ik vermoord je", niet duidelijk. De woorden zijn ge- 0(d door Peggy Weijergang, de vrien- jjasvan het slachtoffer, die naast hem 'rouw heeft bij het ontwaken de in- lijke^er iets horen roepen. Misschien oorlt het op vergelding? In elk geval een eze [ionele daad. In de tuin worden voe- tgeslukken van minstens twee mensen nden. Een zware tuintafel is ver st, kennelijk met het doel om op lak te komen. Een tas met gereed- p wordt gevonden. Zoveel aanwij- ;n, dat verhoogt de kans op een e aanhouding. Hoefsloot begint zijn e uur in de zaak Fagel zeker niet mistisch. tienduizend manuren later is Hoef- een illusie armer. Het recherche- is opgeheven. Hij heeft intussen andere moordzaken behandeld en is ian ter een tijdje full-time als hoofdre- :heur aan het werk. Na één jaar en maanden heeft hij nog steeds zo zijn Q(j gedachten over de raadselachtige moord. Maar hij zwijgt. „Dat kan ik als politieman niet maken. Doe je het wel, dan wordt het een pijnlijke zaak. We hebben de zaak tot aan de bodem uitge- rechercheerd en alle verdenkingen tegen bepaalde personen zijn ongegrond geble ken". Ruzie Kört na de moord worden vijf mannen aangehouden, drie broers en twee vrien den van hen. Eén heeft in de keuken van Fagel gewerkt en kreeg ruzie met de res taurateur over het feit dat hij een uitke ring niet opgaf aan de sociale dienst. Ge tuigen zeggen dat hij Fagel met de dood bedreigd heeft. Hij wordt behandeld voor psychische paranoïde. De politie stelt een lijst op met tien redenen voor aanhouding. De rechter-commissaris is niet overtuigd. Hij gelast vrijlating: het bewijs ontbreekt. Paul Fagel, de broer van de restaurateur, zegt op dat mo ment: „We weten wie het heeft gedaan, maar de politie krijgt het wettelijk bewijs niet rond". De mannen worden in de pers ook na vrijlating nog steeds als verdachten ge presenteerd, compleet met vermelding van Marokkaanse nationaliteit en ande re niet terzake doende details. Ze eisen daarom een schadevergoeding. De oud werknemer krijgt 5000 gulden, zijn broer 11.000 gulden. De destijds 24-jarige man over de bedreiging: „Misschien heb ik wel zoiets gezegd omdat ik erg boos was. Je krijgt nu eenmaal wel eens ruzie met je baas. Maar ik was zeker niet zó boos dat ik hem wilde doodschieten. Boven dien, ik heb nog nooit een pistool vast gehouden. Ik ken die dingen alleen uit de film". Wettelijk is er geen enkele reden om Hoefsloots gedachten op de vroegere verdachten te betrekken. Die gaan im mers vrijuit volgens justitie. De recher cheur is bereid alle onderzochte moge lijkheden te bespreken. Hoefsloot vertelt een aantal details voor het eerst om „de aspecten aan een intensief onderzoek te laten zien". „Ik wil er niemand mee kwetsen". Meteen nadat hij 's nachts in het sche merdonker naar het restaurant reed, zijn vaste procedures op gang gekomen. Elke rechercheur had zijn eigen taak. Op het bureau werd een relatie-diagram opge hangen met alle verhoudingen tussen het slachtoffer en familieleden of bekenden. Hoefsloot moest als politieman scherp opletten hoe de familie reageerde op het overlijden. Mogelijk leverde het een aan wijzing op. Vriendinnen Hij nam totale verbijstering waar. „Er is geen enkele reden om de oplossing in die richting te zoeken". Vriendinnen worden ondervraagd. Ex-vriendinnen ook, zelfs mensen die jaren geleden een relatie met Fagel hadden. „Misschien wat haat en nijd in de vorm van oud zeer, maar niets om wat mee te kunnen doen". Een financieel onderzoek volgt. Vier rechercheurs werken met een ac countant samen. Het uitgavenpatroon van Fagel wordt diepgaand onderzocht. Is zwart geld een aanwijzing? Soms zijn enkele uitgaven niet te traceren, maar nergens wijst het onderzoek in de richting van afpersing. „We ontdekten wel een gat van 10.000 gulden, maar dat was niet relevant voor de zaak". De bezittingen worden 'ge screend': auto's, gebouwen en persoonlij ke eigendommen. Twee rechercheurs reizen af naar de Ver enigde Staten waar Fagel een klein be lang had in een onderneming. Het slachtoffer zou daar misschien in finan ciële problemen zijn gekomen met alle gevolgen van dien. Het is niet zo, blijkt na twee weken. Een ander detail: de uit breiding van het restaurant is financieel niet rond, maar ook dat aspect levert niets op. Elke mogelijk denkbare seksuele voor keur wordt bekeken met het oog op af persing. Ook homoseksualiteit. Het te gendeel was waar. Niemand uit die krin gen wilde hem het zwijgen opleggen. De contacten in de onderwereld worden aangesproken. Heel af en toe bezochten mensen uit het 'Amsterdamse milieu' het restaurant, mogelijk zit daar een oor zaak voor de moord. Weer niets. Drugs dan? In Fagels 'jet-set kringen' werd wel eens wat gebruikt, zegt Hoef sloot. Cocaïne soms? „Ja. Maar hij kan onder invloed van dat soort middelen nooit het leven leiden van een aktieve, krachtige joyeuse bourgondiër. En dat was hij zeker. We hebben echt alles on derzocht wat je maar kunt verzinnen, echt alles". Personeel? „Ook gehad". Oud-werknemers? Hoefsloot, naar woorden zoekend: „Te weinig aankno pingspunten achteraf'. Waarom was de politie zo zeker dat verdachten aange houden konden worden? Hoefsloot kan slechts meedelen, dat bepaalde informa tie 'zeer serieus' genomen moest worden. Hij haalt een auto aan, die wat leeftijd, type en deel van kenteken best wel eens gezien zou kunnen zijn door een getuige. „Het was te weinig. Het is uitgerecher- cheerd. Zolang er geen nieuwe feiten ko men, zijn het geen verdachten". Het dossier is inmiddels dik duizend pa gina's. Een bizarre verzameling van mo gelijkheden: familie, relaties, ex-vrien dinnen, drugswereld, onderwereld. Ze zijn nagenoeg uitgesloten. Nagenoeg, omdat de rechercheur geleerd heeft met alles rekening te houden. „Als ik dat zeg, bedoel ik dat we geen enkele reden heb ben om de verdachten in die hoek te plaatsen". Heel belangrijk was de zin, die de dader zou hebben gezegd. „Dan weet je veel meer over het motief. Bij zo'n ingrij pende daad zeg je precies wat je denkt omdat je onder stress staat. Het is een hele serieuze onderzoeksrichting ge weest. Zegt iemand: „Ik vermoord je", dan duidt dat niet bij voorbaat op een beredeneerde actie. „Ik kom je vermoor den" weer wel. Helaas hebben we niet kunnen vaststellen, wat er precies is -ge zegd. We vermoeden dat we niet met een koele killer te doen hebben. De daad is begaan onder invloeÜ van dikke emo tie". De naaste familie van Fagel is nu uit het brandpunt van de belangstelling en voelt niets voor commentaar. Onlangs zijn de broers van het slachtoffer bezocht door rechercheurs. Gepraat is over het hoe en waarom van het onderzoek, dat op een uiterst laag pitje staat. Toch wordt er on der de leden van het rechercheteam nog steeds over de zaak Fagel nagedacht. „Dan houd je weer eens iemand aan, omdat je denkt dat diens wijze van wer ken lijkt op wat we in deze zaak zijn te gengekomen. Maar ja, het zijn de gewo ne associaties die je als politieman moet hebben en moet onderzoeken. Achteraf gezien is het een zaak geweest, die je meeneemt. Korte nachtrust, vele vragen en herhaaldelijk terug gaan naar mensen die je al lang gesproken hebt. Ik hoop dat de mensen dat begrijpen, soms heb ben we één persoon wel zeven keer ge hoord, maar het móet om alles te kun nen onderzoeken". Zijn slotsom: „Het is geen koelbloedige afrekening, zoals in sommige media wel eens is gesuggereerd. Nogmaals, de da ders waren niet professioneel. Als je zon der enig risico iemand wil omleggen dan klim je niet op een dak. Alles overziend kom je uit op een insluiper of een wraakactie. En daders uit een zeer geslo ten milieu, waar je als politieman niet tussenkomt". i sSHINGTON - Nog maar twee geleden was John Sununu zo )verfekend dat de Amerikaanse ïtenlezers verteld moest worden zijn naam wordt uitgesproken, h-new-new" moest het zijn, leg- le New York Times uit. (laag de dag echter is Sununu, als :hef van president Bush, een van de indste en machtigste mannen in hington. Waar ook maar leden van tigering samenkomen, ligt zijn naam ieders lippen. Eerder deze maand laarde rechter Thurgood Marshall .het Hooggerechtshof president Bush )d"; John Sununu, zo zei hij, „is de i De stafchef is de presidentiële wachter. Hij bepaalt wie tot de pre- it wordt toegelaten en wanneer, inu's gemengde Libanese, Griekse ilvadoraanse afkomst heeft hem de im „eenmans smeltkroes" opgele- Zijn critici zien hem als de kwaad- ;e euneuch aan een oriëntaals hof. leeft in elk geval dezelfde legendari- intelligentie. Kort na zijn aanstel- kwam een tijdschrift met een soort ligentietest, met als titel „Wat Sunu- 'eet en u waarschijnlijk niet". Het in vragen uit een speciale „mega" IQ Sununu was één van de acht men- lie ooit een score van 43 op de 48 J antwoorden gehaald hebben. Hij 1 zijn naam gegeven aan één van de it gevreesde werkwoorden in het Huis - „to Sununu" wat zoveel rent als 6611 tegenstander in één en- 31 'corte bijeenkomst intellectueel en xone oijeenxomsi ii 34 Er°neel kapotmaken. 21öyaliteit ien zijn absolute loyaliteit is Sununu r president Bush van onschatbare fcksfte- Hij speelde een belangrijke rol overwinning van de Republikeinen President Bush met op de achtergrond lijn stafchef John Sununu. Deze bepaalt wie tot de president wordt toegelaten en wanneer. FOTO: AP in de presidentsverkiezingen van 1988. Sindsdien heeft Bush zich zelden laten zien zonder zijn stafchef. Het is een schouwspel dat voedsel geeft aan het ge mor van Bush' tegenstanders; de plom pe, enigszins Aziatische, op een misdadi ger lijkende figuur die constant in het oor staat te fluisteren van de rijzige pa triciër Bush. Maar volgens Sununu wordt zijn invloed overdreven. Een van Sununu's slachtoffers beschrijft zijn tactiek als volgt: „Als je het waagt een ander standpunt in te nemen dan Sununu, kijkt hij je recht in de ogen en vecht. Maar wanneer hij denkt dat je je gewoon niet goed hebt voorbereid, lijkt zijn hoofd naar voren te glijden als een aardverschuiving op een berg. Het voelt dan alsof hij je alleen door met zijn ogen te knipperen kan verpletteren". Die stijl had hij al tijdens de verkiezin gen in 1988. De botsingen tussen gou verneur Sununu van New Hampshire en gouverneur Dukakis van Massachusetts, de tegenstander van Bush, waren zo on geveer de bloedigste van de campagne. „Alleen de Ieren bevechten de Ieren met meer venijn dan de Grieken de Grie ken", is het commentaar van één van de toenmalige campagne-medewerkers. „John vocht met ware passie tegen Du kakis. Het was alsof de overwinning van de Democraten een nederlaag zou zijn voor iets diep binnenin zijn ziel". Belastingen Maar ook Sununu gaat weieens in de fout. Een dag nadat president Bush zijn beroemde ommezwaai maakte op het ge bied van de belastingverhogingen sprak Sununu met verslaggevers. Gevraagd naar het mogelijk breken door Bush van zijn verkiezingsbelofte de belastingen niet te verhogen, snauwde hij dat dit „een triviale kwestie" was voor „kleine geesten". Een aantal van die kleine geesten waren echter de grootste mannen in het Capi- tool en de officiële woordvoerder van de president haastte zich om de woorden van stafchef te verzachten. Washington verwachtte dat Sununu nu een koekje van eigen deeg zou krijgen, maar dit is kennelijk nooit gebeurd. Gespeculeerd wordt dat Sununu slechts een poging deed om rechts gerust te stellen dat ten minste één man in het Witte Huis tegen de belastingverhogingen was. Voor velen in Washington is de stafchef nog steeds een mysterie. Is hij de princi piële stem van rechts Amerika? Of is hij een deel van de licht- en spiegelshow van de president en geeft hij rechts slechts de illusie dat het een kampioen aan het hof heeft, terwijl hij eigenlijk niets anders doet dan het schip George Bush op de juiste koers houden? PETER STOTHARD (c) The Times (Van onze correspondent Hans Kuitert) ISLAMABAD - In Pakistan is de huisbaas steevast een gepensioneerd officier en zelden onder de rang van kolonel. Het is niet gepast een dergelijk heerschap te weerspreken, of te klagen over lekkende daken, gebroken ruiten, klemmende deuren, gebarsten toiletpotten en andere ongemakken. De woningen die de voormalige militairen verhuren, weerspiegelen een gedrilde geest. Achter de muren van de marmeren huizen, die het als bunker beslist goed zouden doen, wordt het militair denken voortgezet. Er is geen huizenbezitter niet niet zal bekennen dat hij zelf strikt heeft toegezien op de bouw, als hij al niet naast de architect heeft gestaan om zijn gedrocht vol wansmaak aan de tekentafel te verordenen. Het militair bedrijf ademt in elke hoek van de Pakistaanse huizen voor de gegoede stand zijn kille logica, zijn symmetrie, zijn voorspelbaarheid, zijn vindingrijkheid en vooral zijn soberheid. De woningen mogen een zekere bombast uitstralen, het interieur is altijd sober. Vertrekken zijn rechttoe rechtaan, met handige ingebouwde kasten. Behang en andere verfraaiingen worden niet toegepast. De gepleisterde muren zijn grof gekwast, meestal in vloekende kleuren. Vanuit het bovengrondse elektriciteitsnet is de stroomvoorziening in huis letterlijk aan elkaar geknoopt, maar zolang het licht niet uitvalt door gebrek aan opwekkingsvermogen, functioneert alles. Elke kamer beschikt precies in het midden van elke muur over een sierlampje, zodat de hoeken in het duister gehuld blijven. De vloeren zijn uit grote gruisstenen blokken opgetrokken, handig om even het vuil naar buiten te spuiten. Bedienden Uiteraard kan zo'n hoogmogende militair zich alleen maar huurders voorstellen die omgeven zijn door een keur aan bedienden. Een kolonel zorgt niet zelf voor zijn warme hap en hij laat zich het eten opdienen. De eetkamer en woonkamer, altijd gescheiden vertrekkken, zijn nog enigszins aangekleed, maar wie de euvele moed heeft de keuken te betreden waant zich in een varkensstal. Het altijd standaard aanwezige gasfornuis is volledig doorgeroest, met lekken in de gasleiding. Maar welke veldheer zal een tijdbom niet appreciëren? Het aanrecht te velde, dat in de Pakistaanse legerhuizen is geïnstalleerd, is een broeinest voor kakkerlakken en ander ongedierte, lek als een zeef. De vertrekken waarin het bedienend personeel zich behoort op te houden zijn allesbehalve fraai. Vloeren van slecht aangemaakt beton lijken op blijvende loopgraven en het sanitair is zo smerig en gammel dat zelfs een strontvlieg zijn neus ervoor optrekt. Een officier die zich drukmaakt om het welbevinden van zijn soldaten maakt nooit carrière, dus ook de westerse huurder wordt niet geacht zich op te houden in de kwartieren voor de bedienden. Het verbaast de huizenbezitters dat westerlingen die in Pakistan wonen dergelijke droompaleizen niet 'je dat' vinden. Ze vinden het vreemd dat Europeanen de gifgroene, grauwgele, roze, oranje en rode muren witgesausd willen hebben. En ze kunnen niet begrijpen dat de 'moderne' keuken eerst moet worden gerenoveerd voordat men bereid is de woning te betrekken. Onderhoud De oudgedienden, die van hun positie gebruik hebben gemaakt door hun bezittingen uit te breiden, proberen echter het onderhoud aan de opstallen af te wentelen op de huurders. Onredelijk vinden ze dat niet, want de huurprijs is bijzonder bescheiden, net als de woningen. Een gemiddelde huurprijs per maand van 2000 gulden, daar kan toch niet voor worden verwacht dat een'kapotte waterpomp - die het waterreservoir op het dak voedt bij gebrek aan leidingwater - wordt vervangen. Wie eenmaal een woning heeft betrokken, heeft gelukkig weinig last van de kolonel buiten dienst. Hij komt maar eens per jaar langs om de huurprijs voor een heel jaar op te halen, meestal met een verhoging van 20 tot 50 procent. Het past toch niet om van de kolonel b.d. te verlangen dat hij maandelijks langskomt met een uitgestoken hand naar zijn huurder, die het onvoorstelbare voorrecht geniet de aardse bezittingen van de voormalige krijgsheer te bewonen en te onderhouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 29