Zelf goede voorbeeld geven' geestelijk leven/opinie :nn Friese kerkvoogden eisen beleidsplan met bezuinigingen kerk wereld OPROEP AAN CHRISTELIJKE ORGANISATIES: Interkerkelijke werkgroep gescheiden christenen opgericht beroepingen Veel waardering voor politieke terughoudendheid Raad van Kerken £eidócSotwa/rfir iet Onvrede op de Balkan IL U De overtuiging, dat in Roemenië de revolutie en de opstand van 26 december, waardoor Nicolae Ceausescu verdreven, eigenlijk een van te voren beraamde staatsj was, wint inmiddels aan kracht. Dat is e.en gevolg va onthullingen van Silviu Brucan, een van de organisa jnz£ van de samenzwering tegen Ceausescu en voormalig lit het Front voor Nationale Redding van Roemenië. Vo n Brucan was het complot opgezet door ontevredenen i partij, het leger en zelfs in de beruchte veiligheidsdiens curitate. De „volksopstand" was de dekmantel waaracht hun staatsgreep uitvoerden. )ueon Cr EcidócSowicvnt WORKUM De afdeling Friesland van de Vereniging van Kerkvoogdijen in de Ne derlandse Hervormde Kerk eist van de hervormde synode op korte termijn een beleids plan met de prioriteiten voor de komende jaren. Op deze manier willen de Friese kerk voogden inzicht krijgen in de bezuinigingen die de synode nastreeft, zo zegt voorzitter S. Heeres van de afdeling desge vraagd. De afdeling liet eerder dit jaar in een brief aan het breed moderamen (uitgebreid syno- debestuur) weten, dat vele kerkelijke gemeenten er moeite mee hebben de ver plichte afdrachten (quota) voor het provinciale en lande lijke kerkewerk op te bren gen. Als de kerk niet voor 1 juli structurele bezuinigings maatregelen zou nemen, durf de de afdeling er niet garant voor te staan dat alle Friese gemeenten hun quota zouden voldoen. Dit dreigement komt volgens Heeres in de brief aan de synode niet meer voor. Naar aanleiding van de brief aan het breed moderamen had een delegatie van het sy- nodebestuur een gesprek met de Friese kerkvoogden. Het bestuur erkende dat de syno de er niet in is geslaagd prio riteiten voor het bezuinigings beleid vast te stellen. De Friese afdeling heeft vol gens Heeres verder besloten de 6 streekvergaderingen die oorspronkelijk in november zouden worden gehouden, te vervroegen naar september. De Friese kerkvoogden hopen zo nog invloed uit te oefenen op de vergaderingen van de synode en het breed modera men in november. Wie handelt in hevige toorn, is als een man die zee kiest bij storm Thomas Fuller Op de gisteren gehouden conferentie '100 jaar christelijke sociale beweging toen en nu' (van de 'Conventsorganisaties' NCW, NCOV, CNV, KNBTB en CBTB) hield de voorzitter van de CDA Tweede Kamer-fractie, mr. drs. Eelco Brinkman, een uitvoerige beschouwing over onder meer de toekomst van christelijke organisaties. Hieronder volgen grote delen uit die toespraak. door mr. drs. L.C. Brinkman Essentieel voor het christe- lijk-sociaal denken zijn vanuit de evangelische inspiratie werken aan de liefde voor de naaste (solidariteit) en aan zorg voor de schepping (rent meesterschap). Dit gebod richt zich tot een ieder en tot de verbanden waarvan mensen deel uitmaken, solidariteit en rentmeesterschap mogen dan ook niet worden afgewenteld noch op anderen noch op de overheid, noch op volgende generaties. Ook het Convent staat voor de opdracht om die gedachte in de huidige tijd en samenleving vorm te geven Er is de laatste tijd een toene mende belangstelling waar neembaar voor het thema identiteit Bij identiteit gaat het om een geheel van waarden en daarbij behoren de uitings- en verschijnings vormen waardoor het bestaan van een groep of een samen levingsverband „herkenbaar" wordt. Zo bezien raakt identi teit de plaats die men met an deren ten opzichte van ande ren inneemt. Om echt iets van iclentiteit te maken heeft men anderen nodig. Identiteit heeft dan ook betrekking op participatie en identificatie: waar horen u en ik bij? En: hóren we er wel bij? En: als dat ook van ons is, dan is het ook onze zorg dat de boel in orde blijft De recente belangstelling voor identiteitsthema's lijkt mede te kunnen worden ver klaard door tijfels over het hanteren van overheid-indi- viduschema's (waarbij de overheid en de burger tegen over elkaar worden gesteld en waarbij men geen of onvol doende oog heeft voor niet- statelijke verbanden waarvan mensen deel uitmaken), de soms eenzijdige aandacht voor de economische aspecten van het leven, de twijfels over de vrijheid-blijheid- en de „alles- moet-kunnen"-filosofie van de jaren zestig en zeventig, de crisis van de secularisatie en het besef dat uitholling van de samenleving (door indivi dualisme en het teloorgaan van maatschappelijke verban den) zeer negatieve conse quenties heeft: van vervreem ding tot vervuiling en crimi naliteit. Er lijkt behoefte aan het nadenken over zinge vingsvraagstukken en aan het tegengaan van sociale, fysieke en culturele vervlakking Organisaties Bij identiteit kijk ik niet al leen maar naar wat de kerk ons leert. Toch mogen we ge lukkig ook vaststellen dat bij de herleefde belangstelling voor identiteit ook vanzelf het christelijk gedachtengoed en de christelijk geïnspireerde organisaties de aandacht be houden. In de afgelopen de cennia zijn er tal van signalen geweest die erop duidden dat christelijke organisaties hun langste tijd zouden hebben ge had (ontzuiling, de verwach ting dat christelijke politieke partijen weldra tot het verle den zouden behoren, het op gaan van christelijke organi saties in bredere, neutrale verbanden etc.). Daarnaast speelde het nog fundamente lere probleem dat de beteke nis van het christendom als zodanig in het gedrang leek te komen, door de secularisatie en het overboord gooien van traditioneel veronderstelde instituties. Thans ligt het beeld veel diffuser. Discussies over de betekenis van het christelijk gedachtengoed voor de huidige samenleving lijken aan intensiteit en diep te toe te nemen. Dit varieert van discussies op scholen tot een conciliair proces. Deze toegenomen belangstelling vertaalt zich echter niet di- rekt in institutionele zin: de kerkgang blijft teruglopen en het zich aansluiten bij christe lijke organisaties is geenszins een vanzelfsprekende zaak. Niettemin floreren tal van christelijk geïnspireerde orga nisaties: het CDA is veel hechter in de samenleving verankerd dan in de jaren ze ventig voor mogelijk werd ge houden, christelijke-organisa ties vinden hun ledenaanwas vooral ook weer onder jonge ren, bijzonder-christelijke scholen blijven beter bezocht dan openbare scholen, de Conventsorganisaties bloeien in ledenaantal en organisato rische kracht. Zo doet zich le- denbestendiging voor van het zich willen baseren op de „C", maar vaak in een minder organisatorisch verplich tende zin. Ook komt het wel voor dat men uitsluitend im pliciet refereert aan het chris telijk denken (dus zonder daar voor uit te komen). Daarnaast zijn er normen- en waardencomplexen die hun inspiratie aan andere levens beschouwelijke fundamenten ontlenen (humanistisch, oor- sterse religies, algemene waarden van humaniteit, ci vic religion). De winst van dit alles lijkt mij dat het uitingen zijn van ver zet tegen sociaal-culturele vervlakking. We moeten in tussen niet onderschatten welke barrières we hier nog tegenkomen, bij onszelf zozeer als bij anderen. Nu het bij voorbeeld bon ton is om ten strijde te trekken tegen over dreven consumptiedrang, lo pen we op tegen een menge ling van gelukkig voortduren de (gemiddelde) welvaart en soms een houding van: waar bemoeit u zich eigenlijk mee? Op het terrein van de milieu zorg is het al niet veel anders: dat zullen we toch zelf wel bepalen hoe hard we rijden etc? Het zijn zo maar een paar voorbeelden om aan te tonen dat boodschappen soms vaker moeten worden verkondigd voordat de overtuiging toe slaat. Daarom ook lijkt er nog heel wat werkgelegenheid voor christelijk-sociale orga nisaties als zij zichzelf die rol van boodschapper althans durven blijven toeëigenen. Inspiratie Religiositeit en de intentie om „iets met de C te doen" mani festeren zich vooral langs an dere lijnen dan de traditionele organisatorische kaders, maar dat alles doet aan de intentie niet af. Het zich geïnspireerd voelen door levensbeschou welijke aspecten geeft een meerwaarde aan het maat schappelijk functioneren, om dat het de brug slaat tussen participatie en- identificatie. Wie deze zaken afschildert als een krampachtig zoeken naar mogelijkheden van de tradi tionele verzuiling, miskent de betekenis van huidige sociaal- culturele ontwikkelingen in de samenleving en het verzet tegen een aantal dominante trends uit de jaren zestig, ze ventig en tachtig. En als ik het heb over meerwaarde, dan is dat niet ten opzichte van anderen, maar voor ons zelf. Het verschaft iemand houvast, leidraad en concreti sering van de publieke plicht naast de terechte zorg voor het eigen hachje. De aandacht voor de „C" in de toekomst lijkt niet alleen te zullen bestaan uit het hante ren van traditionele uiting svormen (hoewel dat bij di verse geestelijke stromingen uiteraard wel het geval kan zijn), maar zeker ook en mis schien wel meer uit het zoe ken naar geloofwaardige po gingen om gestalte te geven aan de christelijke boodschap in de huidige samenleving, zij het wellicht op een meer im pliciete wijze. Daarbij lijkt een nieuwe wijze van presentatie gewenst, wat minder christe- lijk-pretentieus en" wat meer christelijk-intentioneel gekop peld aan een praktische in slag. Christelijk-sociale orga nisaties zijn dan ook niet iets van het verleden (te beginnen in 1891), maar hebben volop mogelijkheden en kansen om goed en zinvol te kunnen functioneren in de toekomst. Zij mogen niet blijven steken in de boodschappersrol, maar zij zullen zelf ook het goede voorbeeld moeten geven. Eigen opstelling Wanneer christelijk-sociale organisaties zich niet meer onderscheiden van organisa ties die op eenzelfde terrein werkzaam zijn, dan vervalt de bestaansgrond. Het louter voeren van de „C" in de naam van de organisatie heeft geen onderscheidende waar de. Dat geldt ook voor (zeer) vage verwijzingen naar de christelijke grondslag in de zin van: „wij hechten grote waarde aan de manier waarop wij met elkaar omgaan". De onderscheidende waarde valt ook weg wanneer bijvoor beeld leden of medewerkers van christelijke organisaties onvoldoende invulling weten te geven aan de „C" voor de praktische vraagstukken waarmee de organisatie te maken heeft. De eigen opstelling van chris telijk-sociale organisaties in maatschappelijk-politieke vraagstukken van vandaag en morgen kan dan ook nimmer worden beperkt tot de behar tiging van de belangen van de respectievelijke achterban nen. De eigen opstelling zal in eerste instantie moeten wor den ingegeven en tot uitdruk king worden gebracht door de wijze waarop men met de christelijk-sociale organisaties staat of valt dan ook met de manier waarop de identiteit en de „C" tot gelding worden gebracht. Om die eigen opstelling beter te kunnen plaatsen, is het zin vol nader aandacht te beste den aan de gangbare over- heid-individu-denkschema's. Die komen erop neer dat de samenleving bestaat uit een regelende en sturende over heid, met het „primaat van de politiek" aan de ene kant en individuele actoren (burgers, ondernemingen, werknemers, etc.) aan de andere kant. De sociaal-democratie kiest dan doorgaans de overheidszijde, liberale stromingen kiezen ten principale voor het indivi du. In dit overheid-individu-sche- ma zijn maatschappelijke or ganisaties denkbaar, maar op een andere wijze dan die van de christelijk-sociale gedachte. Wie kiest voor het overheids- spoor beschouwt maatschap pelijke organisaties als repre sentanten voor een bepaald maatschappelijk belang, die hun wensen en inzichten aan de overheid kenbaar maken. Het is en blijft uiteindelijk de overheid die besluiten neemt en richting geeft aan het maatschappelijk proces. Wie het spoor volgt van de libera len ziet maatschappelijke or ganisaties als de verlengstuk ken van individuen: indivi duen sluiten zich aaneen om bepaalde belangen veilig te stellen, hetzij door te claimen in de richting van de over heid, hetzij om ten behoeve van het gemeenschappelijk belang bepaalde zaken aan te pakken (wederzijds welbegre pen eigenbelang). Achter het overheid-individuschema gaan dus uiteenlopende mens en maatschappijbeelden schuil. De hier aangegeven denk beelden bevredigen de chris telijk-sociale organisaties niet. De christelijk-sociale organi saties kiezen voor een andere benadering waarin de bijbels gefundeerde verantwoorde lijkheid centraal staat. De christelijk-sociale gedachte overstijgt dan ook het over heid-individuschema. Los van diverse uiterlijke kenmerken de wijze van omgang met elkaar, wederzijds respect, oog hebben voor het transcenden tale etc. gaat'het de christe lijk-sociale beweging om geza menlijkheid in de verant woordelijkheidsbeleving van mensen en om de normativi teit in die verantwoordelijk heidsbeleving (het nastreven van solidariteit en rentmees terschap in gespreide verant woordelijkheid). Uit deze in tenties vloeit een andere maatschappij-opvatting voort dan uit die van degenen die zich bewegen in de sfeer van het overheid-individuschema. Wanneer op een consequente wijze wordt gewerkt aan de realisatie van de christelijk- sociale gedachte wordt de „dreiging" van corporatisme vermeden: organisaties zetten zich in om zelf maatschappe lijke vraagstukken op te los sen (sociale zekerheid, ar beidsomstandigheden, werk gelegenheid, beroepsgerichte scholing, kinderopvang e.d.). De overheid kan zich dan richten op andere wezenlijke taken bijvoorbeeld (niet uit puttend!) infrastructuur, handhaving van de rechts orde, opkomen voor kwetsba re personen wanneer deze niet door sociale partners e.a. worden bereikt regelge ving t.b.v. publieke belangen zoals milieu, het verschaffen van een goede basis voor de gelijk onderwijs en gezond heidszorg. Corporatisme ont staat daar waar maatschappe lijke organisaties in een „clai mende" rol ten opzichte van de overheid worden gedron gen, bijv. door taken en be voegdheden niet aan de socia le partners over te dragen, maar hen slechts adviserende of uitvoerende taken te ge ven. Corporatisme ontstaat waar de belangen van over heid en maatschappelijke or ganisaties verstrengeld raken en waar taken en bevoegdhe den onvoldoende worden on derscheiden. Representatie Willen organisaties ernst ma ken met de christelijk-sociale gedachte dan zal men ande ren- voor de eigen standpun ten moeten zien te winnen, vooral waar het de maat schappelijke ordening betreft. Problemen die zich daarbij voordoen moeten niet worden onderschat: „neutrale" orga nisaties hangen in principieel opzicht eerder het overheid- individuschema aan dan christelijk-sociale organisaties, met alle gevolgen van dien voor het vraagstuk van maat schappelijke verantwoorde lijkheid. Toch lijken de huidi ge politieke omstandigheden in Nederland volop kansen te bieden voor de realisatie van ideeën die in het Convent le ven. Daarbij doet zich wel de vraag voor hoe recht kan worden gedaan aan de in breng van organisaties, die bepaalde groepen represente ren maar die, ten gevolge van in het verleden gehanteerde representativiteitseisen, bui ten de formele advies- en overlegstructuren vallen (vierde wereldbeweging, or ganisaties van uitkeringsge rechtigden, ouderenbonden e.d.) Een bekend gevaar mag hier niet onvermeld blijven. Als we herleving van onze orga nisaties zouden willen be schouwen als door en uitslui tend voor ons, dan zouden we de verdenking op ons laden een nieuw fundament te bou wen onder een zuil die het bouwwerk alleen voor eigen bewoning geschikt maakt. We mogen er geen misverstand over laten bestaan dat dit niet (meer) de bedoeling kan zijn: inwoning en medezeggen schap van anderen horen er onlosmakelijk bij. Wij claimen geen alleenvertoningsrecht, maar wel blijvend vertonings- recht! De kern van de christelijk-so ciale gedachte moge duidelijk zijn: het gaat om een verdie ping van de eigen verant: woordelijkheid voor mede mens en schepping. Die ver antwoordelijkheid komt met name tot uitdrukking in het functioneren van het maat schappelijk middenveld. Dit alles is gemakkelijk gezegd en velen zullen er zich in alge mene zin ook in kunnen vin den. Toch is de realisatie van dat verantwoordelijkheids concept allerminst eenvoudig: het veronderstelt immers nog al wat. Meer zelf doen impli ceert immers minder over heidsbemoeienis en -regule ring, maar ook minder zeker heden in de vorm van over heidsfinanciering, subsidies, regelgeving die de positie van bepaalde organisaties ver sterkt etc. ANDIJK „Christenen kunnen soms verschrik kelijk hard zijn tegenover mensen die gaan scheiden of gescheiden zijn." Daar om heeft G. van Keulen uit Andijk de Interkerke lijke hulpverlenings werkgroep voor geschei den christenen opgericht. Volgens Van Keulen wordt er binnen de protestantse ker ken wel hulp verleend aan echtparen die met huwelijks problemen te kampen heb ben, maar blijft daar na het moment van de echtscheiding niets van over. „Gescheiden christenen verkeren in een totaal isolement omdat hun beslissing in de regel niet wordt geaccepteerd door an dere christenen", zo weet de initiatiefnemer (34) uit erva ring. Van Keulen wil echtscheiding uit de kerkelijke taboesfeer halen. Zijn werkgroep zal zich vooral richten op plaatselijke protestantse kerken. Overleg met de landelijke kerken heeft hij niet gevoerd, „omdat dat veel te lang zou gaan du ren". De werkgroep gaat nu eerst de situatie binnen de di verse kerkgenootschappen in kaart brengen en hoopt ver volgens hierover de kerken in te lichten. Nederland** Hervormde Kerk Aangenomen naar Delft als studen tenpredikant mw. G.J. van Ginkel, kand. aldaar. Beroepen te Scheveningen (toez.) P. Schalk te Zevenbergen; te Oostelijk Flevoland (herv.geref.) (t.b.v. Swifterbant) J.B. Beijer te Co- lijnsplaat. Aangenomen naar Haar lem-Schoten mw. J.E.T. Nak-Visser, kand. te Overveen; naar Rotterdam- Centrum als stud.pred. mw. J.L. Fal- kenburg te Dokkum (part-time). Gereformeerde Kerken Beroepen te Koudekerk aan den Rijn (part-time) mw. drs.P. Kwast, kand. te Hilversum. Christelijke Gereformeerde Kerken Beroepen te Leerdam C. Bos te Urk (Maranathakerk). Gereformeerde Kerken vrijgemaakt Beroepen te Middelburg-Zuid L. Blok te Nunspeet; te Rotterdam-Alexan- derpolder P. van Ruitenburg te Me- liskerke. Beroepen te Johannesburg (Zuld-Afrika) (Die Vrye Geref. Kerke) A. Krulzinga te Zaamslag; te Sneek- Koudum drs. A. Buursema, kand. te Winsum. DEN HAAG Secretaris ds. W.R. van der Zee van de Raad van Kerken in Nederland vindt in de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeer de Kerken in Nederland steun voor zijn mening, dat de Raad terughou dender moet worden met pollitieke uitspraken. „Een wijs besluit, ik neem er met dankbaarheid kennis van", aldus ds. B. Wallet, voorzitter van de hervormde synode. „Een goede benade ring", is de reactie van ds. A. Borman, lid van het modera men (bestuur) van de Gere formeerde Kerken en verte- Van der Zee schreef vorige week in HN-magazine, dat de ontwikkelingen in onder meer Oost-Europa en het Midden-Oosten hem het ge voel geven, dat de Raad zich kritisch moet bezinnen op de aard van het politiek spreken van de kerk. De Raad liet zich in het verleden wel eens te veel leiden door de waan van de dag. De les van de af gelopen tijd is voor Van der Zee, dat de Raad zich beschei dener en terughoudender moet gedragen bij politieke kwesties. Wallet en Borman leggen een verband tussen de uitlatingen van Van der Zee en de ver klaring van de Raad over het Midden-Oosten. Kort voor het bezoek van een delegatie van de Raad van Kerken in het Midden-Oosten (MECC) aan ons land riep de Raad de Ne derlandse regering in een verklaring op de PLO te er kennen als de enige georgani seerde stem van het Pale stijnse volk. „Dat is een politieke uitspraak en het ligt niet in de weg van de Raad zo'n kordate uit spraak te doen", reageerde Wallet. Ook Borman had pro blemen met de PLO-verkla- ring. „Je moet zodanige uit spraken doen, dat je bereikt wat je wilt bereiken. De kerk is geen ivoren toren. Als iets verkeerd wordt uitgelegd, moet je je uitspraak corrige ren zonder dat je direct je me ning prijsgeeft". A.L dagenlang wordt in de hoofdsteden van Roemen Bulgarije, Boekarest en Sofia, betoogd en dat gebeurt va gewelddadige wijze. In Sofia werd het hoofdkwartier v Bulgaarse Socialistische Partij eigenlijk de voorirT het Communistische Partij in de as gelegd. In Boekare verden duizenden demonstranten dagenlang slag met <j rerkjr litie. De Bulgaarse president, Zhelyu Zhelev, waarscbntvoi voor het uitbreken van een burgeroorlog in het land. De tveer gemeester van Boekarest heeft alle betogingen in het a' trum van de stad verboden om een verdere escalatie vaf geweld te voorkomen. 'erdaj TERWIJL alle andere Middeneuropese landen die het munistische juk van zich hebben afgeschud, het stadiun de grote volksdemonstraties al lang achter de rug hebbi zich inmiddels met alle kracht toeleggen op de ontwikk van de democratie en de wederopbouw van de ecoi lijkt in Bulgarije en Roemenië nog alles te moeten begii Die aanhoudende onrust vloeit voort uit de overtuiginj veel Roemenen en Bulgaren, dat het nieuwe bewind in Balkanstaten slechts een voortzetting is van het oude, schuwde en in diskrediet geraakte communistische regi VAN het voormalige Oostblok zijn Bulgarije en Roen de twee enige landen, .waar de communisten, zij het ofc een andere naam, verder de dienst blijven uitmaken. In garije noemen de communisten zichzelf nu de Bulgaars cialistische Partij, en in Roemenië verbergen ze zich ai de naam Front voor Nationale Redding. n pV seldc In Bulgarije werd de revolte tegen de voormalige pari staatsleider, Todor Zjivkov, uitgevoerd door zijn naaste dewerkers, die daarna een nieuw naamplaatje kozen hun partij. In beide landen werden de „revoluties" geit nten meerd door zwaar gemanipuleerde verkiezingen. In Ro 1 zit' nië kwam daar als grote overwinnaar uit te voorschijn Front voor Nationale Redding onder leiding van de Ceausescu-medewerker Ion Iliescu. In Bulgarije was dl tot Bulgaarse Socialistische Partij (BSP) omgevormde munistische partij. ONDANKS de democratisch gezinde indruk die de nit politieke leiders trachten te wekken, duurt de malaise De kritiek daarop uit zich vooral in demonstraties tegeot regeringen, die vaak in geweld ontaarden. De demonstrafrdvc verwijten daarbij de bewindslieden hun onwil om demot !fX^" sche hervormingen door te voeren en hun onvermogen de economie in nieuwe banen te leiden. Die situatie i vervolgens ook remmend op de economische hervormiJ Buitenlandse investeerders zijn immers niet snel geil zich in politiek instabiele landen te wagen, Zeker niet inj den waar de eigenlijke revolutie kennelijk nog moet 1 nen. N H dep ch a mi grc waai en, puitl Sinds begin iaren zeventig is er dankzij uw giften veel bereikt. Ha en vaatziekten zijn, vooral m de longere leeftijdsgroepen, ste v/ teruggedrongen. Maar 60 000 slachtoffers per jaar zijn er nog steei j 60 000 te veel. De Hartstichting moet dus doorgaan in haar strij jag ^Maar is daarbij geheel afhankelijk van giften van particulieren t k0] bedrijven Laat uw hart <->» 0p spreken nederlandse hartstichtinrkt 3iro 300. Bank 70.70.70.600 vrienden van de hartstichting mST £cld6C0OUAOtlt Uitgave. Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers) Kantoor: Apothekersdijk 34, Leiden Telefoon: 071 - 122 244. Postadres postbus 11, 2300 AA Leiden tets jvezi de |paa >se iske f 15 Hen i 8 30 tot 17.00 u. Abonnee service Telefoon. 071 -313 677 van ma. t/m v Nabezorging Telefoon: 071 - 122 248 van ma. t/m vr van 18.00 tot 19 00 u. op za van 14 00 tot 15.00 u Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW Bij automatische betaling. Bij betaling per accept-girokai 'ET per maand f. 24,85 per maand per kwartaal 'f. 74,10 per kwartaal per jaar f 284,50 per jaar Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan. Advertenties Informatie en tarieven over advertenties tel 071 - 122 244 Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941 Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijswijl GC 070 - 3902 702. Bankiers AMRO BANK NV 473 575 515 POSTBANK NV 663 050 IA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 2