Zelf goede voorbeeld geven'
geestelijk leven/opinie
:nn
Friese kerkvoogden eisen beleidsplan met bezuinigingen
kerk
wereld
OPROEP AAN CHRISTELIJKE ORGANISATIES:
Interkerkelijke
werkgroep gescheiden
christenen opgericht
beroepingen
Veel waardering voor politieke
terughoudendheid Raad van Kerken
£eidócSotwa/rfir
iet
Onvrede op de Balkan
IL
U
De overtuiging, dat in Roemenië de revolutie en de
opstand van 26 december, waardoor Nicolae Ceausescu
verdreven, eigenlijk een van te voren beraamde staatsj
was, wint inmiddels aan kracht. Dat is e.en gevolg va
onthullingen van Silviu Brucan, een van de organisa jnz£
van de samenzwering tegen Ceausescu en voormalig lit
het Front voor Nationale Redding van Roemenië. Vo n
Brucan was het complot opgezet door ontevredenen i
partij, het leger en zelfs in de beruchte veiligheidsdiens
curitate. De „volksopstand" was de dekmantel waaracht
hun staatsgreep uitvoerden.
)ueon
Cr
EcidócSowicvnt
WORKUM De afdeling
Friesland van de Vereniging
van Kerkvoogdijen in de Ne
derlandse Hervormde Kerk
eist van de hervormde synode
op korte termijn een beleids
plan met de prioriteiten voor
de komende jaren. Op deze
manier willen de Friese kerk
voogden inzicht krijgen in de
bezuinigingen die de synode
nastreeft, zo zegt voorzitter S.
Heeres van de afdeling desge
vraagd.
De afdeling liet eerder dit jaar
in een brief aan het breed
moderamen (uitgebreid syno-
debestuur) weten, dat vele
kerkelijke gemeenten er
moeite mee hebben de ver
plichte afdrachten (quota)
voor het provinciale en lande
lijke kerkewerk op te bren
gen. Als de kerk niet voor 1
juli structurele bezuinigings
maatregelen zou nemen, durf
de de afdeling er niet garant
voor te staan dat alle Friese
gemeenten hun quota zouden
voldoen. Dit dreigement komt
volgens Heeres in de brief aan
de synode niet meer voor.
Naar aanleiding van de brief
aan het breed moderamen
had een delegatie van het sy-
nodebestuur een gesprek met
de Friese kerkvoogden. Het
bestuur erkende dat de syno
de er niet in is geslaagd prio
riteiten voor het bezuinigings
beleid vast te stellen.
De Friese afdeling heeft vol
gens Heeres verder besloten
de 6 streekvergaderingen die
oorspronkelijk in november
zouden worden gehouden, te
vervroegen naar september.
De Friese kerkvoogden hopen
zo nog invloed uit te oefenen
op de vergaderingen van de
synode en het breed modera
men in november.
Wie handelt in hevige
toorn, is als een man die
zee kiest bij storm
Thomas Fuller
Op de gisteren gehouden conferentie '100 jaar
christelijke sociale beweging toen en nu' (van de
'Conventsorganisaties' NCW, NCOV, CNV,
KNBTB en CBTB) hield de voorzitter van de CDA
Tweede Kamer-fractie, mr. drs. Eelco Brinkman,
een uitvoerige beschouwing over onder meer de
toekomst van christelijke organisaties. Hieronder
volgen grote delen uit die toespraak.
door mr. drs. L.C. Brinkman
Essentieel voor het christe-
lijk-sociaal denken zijn vanuit
de evangelische inspiratie
werken aan de liefde voor de
naaste (solidariteit) en aan
zorg voor de schepping (rent
meesterschap). Dit gebod richt
zich tot een ieder en tot de
verbanden waarvan mensen
deel uitmaken, solidariteit en
rentmeesterschap mogen dan
ook niet worden afgewenteld
noch op anderen noch op de
overheid, noch op volgende
generaties. Ook het Convent
staat voor de opdracht om die
gedachte in de huidige tijd en
samenleving vorm te geven
Er is de laatste tijd een toene
mende belangstelling waar
neembaar voor het thema
identiteit Bij identiteit
gaat het om een geheel van
waarden en daarbij behoren
de uitings- en verschijnings
vormen waardoor het bestaan
van een groep of een samen
levingsverband „herkenbaar"
wordt. Zo bezien raakt identi
teit de plaats die men met an
deren ten opzichte van ande
ren inneemt. Om echt iets
van iclentiteit te maken heeft
men anderen nodig. Identiteit
heeft dan ook betrekking op
participatie en identificatie:
waar horen u en ik bij? En:
hóren we er wel bij? En: als
dat ook van ons is, dan is het
ook onze zorg dat de boel in
orde blijft
De recente belangstelling
voor identiteitsthema's lijkt
mede te kunnen worden ver
klaard door tijfels over het
hanteren van overheid-indi-
viduschema's (waarbij de
overheid en de burger tegen
over elkaar worden gesteld en
waarbij men geen of onvol
doende oog heeft voor niet-
statelijke verbanden waarvan
mensen deel uitmaken), de
soms eenzijdige aandacht voor
de economische aspecten van
het leven, de twijfels over de
vrijheid-blijheid- en de „alles-
moet-kunnen"-filosofie van
de jaren zestig en zeventig, de
crisis van de secularisatie en
het besef dat uitholling van
de samenleving (door indivi
dualisme en het teloorgaan
van maatschappelijke verban
den) zeer negatieve conse
quenties heeft: van vervreem
ding tot vervuiling en crimi
naliteit. Er lijkt behoefte aan
het nadenken over zinge
vingsvraagstukken en aan het
tegengaan van sociale, fysieke
en culturele vervlakking
Organisaties
Bij identiteit kijk ik niet al
leen maar naar wat de kerk
ons leert. Toch mogen we ge
lukkig ook vaststellen dat bij
de herleefde belangstelling
voor identiteit ook vanzelf het
christelijk gedachtengoed en
de christelijk geïnspireerde
organisaties de aandacht be
houden. In de afgelopen de
cennia zijn er tal van signalen
geweest die erop duidden dat
christelijke organisaties hun
langste tijd zouden hebben ge
had (ontzuiling, de verwach
ting dat christelijke politieke
partijen weldra tot het verle
den zouden behoren, het op
gaan van christelijke organi
saties in bredere, neutrale
verbanden etc.). Daarnaast
speelde het nog fundamente
lere probleem dat de beteke
nis van het christendom als
zodanig in het gedrang leek te
komen, door de secularisatie
en het overboord gooien van
traditioneel veronderstelde
instituties. Thans ligt het
beeld veel diffuser. Discussies
over de betekenis van het
christelijk gedachtengoed
voor de huidige samenleving
lijken aan intensiteit en diep
te toe te nemen. Dit varieert
van discussies op scholen tot
een conciliair proces. Deze
toegenomen belangstelling
vertaalt zich echter niet di-
rekt in institutionele zin: de
kerkgang blijft teruglopen en
het zich aansluiten bij christe
lijke organisaties is geenszins
een vanzelfsprekende zaak.
Niettemin floreren tal van
christelijk geïnspireerde orga
nisaties: het CDA is veel
hechter in de samenleving
verankerd dan in de jaren ze
ventig voor mogelijk werd ge
houden, christelijke-organisa
ties vinden hun ledenaanwas
vooral ook weer onder jonge
ren, bijzonder-christelijke
scholen blijven beter bezocht
dan openbare scholen, de
Conventsorganisaties bloeien
in ledenaantal en organisato
rische kracht. Zo doet zich le-
denbestendiging voor van het
zich willen baseren op de „C",
maar vaak in een minder
organisatorisch verplich
tende zin. Ook komt het wel
voor dat men uitsluitend im
pliciet refereert aan het chris
telijk denken (dus zonder
daar voor uit te komen).
Daarnaast zijn er normen- en
waardencomplexen die hun
inspiratie aan andere levens
beschouwelijke fundamenten
ontlenen (humanistisch, oor-
sterse religies, algemene
waarden van humaniteit, ci
vic religion).
De winst van dit alles lijkt mij
dat het uitingen zijn van ver
zet tegen sociaal-culturele
vervlakking. We moeten in
tussen niet onderschatten
welke barrières we hier nog
tegenkomen, bij onszelf zozeer
als bij anderen. Nu het bij
voorbeeld bon ton is om ten
strijde te trekken tegen over
dreven consumptiedrang, lo
pen we op tegen een menge
ling van gelukkig voortduren
de (gemiddelde) welvaart en
soms een houding van: waar
bemoeit u zich eigenlijk mee?
Op het terrein van de milieu
zorg is het al niet veel anders:
dat zullen we toch zelf wel
bepalen hoe hard we rijden
etc?
Het zijn zo maar een paar
voorbeelden om aan te tonen
dat boodschappen soms vaker
moeten worden verkondigd
voordat de overtuiging toe
slaat. Daarom ook lijkt er nog
heel wat werkgelegenheid
voor christelijk-sociale orga
nisaties als zij zichzelf die rol
van boodschapper althans
durven blijven toeëigenen.
Inspiratie
Religiositeit en de intentie om
„iets met de C te doen" mani
festeren zich vooral langs an
dere lijnen dan de traditionele
organisatorische kaders, maar
dat alles doet aan de intentie
niet af. Het zich geïnspireerd
voelen door levensbeschou
welijke aspecten geeft een
meerwaarde aan het maat
schappelijk functioneren, om
dat het de brug slaat tussen
participatie en- identificatie.
Wie deze zaken afschildert als
een krampachtig zoeken naar
mogelijkheden van de tradi
tionele verzuiling, miskent de
betekenis van huidige sociaal-
culturele ontwikkelingen in
de samenleving en het verzet
tegen een aantal dominante
trends uit de jaren zestig, ze
ventig en tachtig. En als ik
het heb over meerwaarde,
dan is dat niet ten opzichte
van anderen, maar voor ons
zelf. Het verschaft iemand
houvast, leidraad en concreti
sering van de publieke plicht
naast de terechte zorg voor
het eigen hachje.
De aandacht voor de „C" in
de toekomst lijkt niet alleen te
zullen bestaan uit het hante
ren van traditionele uiting
svormen (hoewel dat bij di
verse geestelijke stromingen
uiteraard wel het geval kan
zijn), maar zeker ook en mis
schien wel meer uit het zoe
ken naar geloofwaardige po
gingen om gestalte te geven
aan de christelijke boodschap
in de huidige samenleving, zij
het wellicht op een meer im
pliciete wijze. Daarbij lijkt een
nieuwe wijze van presentatie
gewenst, wat minder christe-
lijk-pretentieus en" wat meer
christelijk-intentioneel gekop
peld aan een praktische in
slag. Christelijk-sociale orga
nisaties zijn dan ook niet iets
van het verleden (te beginnen
in 1891), maar hebben volop
mogelijkheden en kansen om
goed en zinvol te kunnen
functioneren in de toekomst.
Zij mogen niet blijven steken
in de boodschappersrol, maar
zij zullen zelf ook het goede
voorbeeld moeten geven.
Eigen opstelling
Wanneer christelijk-sociale
organisaties zich niet meer
onderscheiden van organisa
ties die op eenzelfde terrein
werkzaam zijn, dan vervalt de
bestaansgrond. Het louter
voeren van de „C" in de
naam van de organisatie heeft
geen onderscheidende waar
de. Dat geldt ook voor (zeer)
vage verwijzingen naar de
christelijke grondslag in de
zin van: „wij hechten grote
waarde aan de manier waarop
wij met elkaar omgaan". De
onderscheidende waarde valt
ook weg wanneer bijvoor
beeld leden of medewerkers
van christelijke organisaties
onvoldoende invulling weten
te geven aan de „C" voor de
praktische vraagstukken
waarmee de organisatie te
maken heeft.
De eigen opstelling van chris
telijk-sociale organisaties in
maatschappelijk-politieke
vraagstukken van vandaag en
morgen kan dan ook nimmer
worden beperkt tot de behar
tiging van de belangen van de
respectievelijke achterban
nen. De eigen opstelling zal in
eerste instantie moeten wor
den ingegeven en tot uitdruk
king worden gebracht door de
wijze waarop men met de
christelijk-sociale organisaties
staat of valt dan ook met de
manier waarop de identiteit
en de „C" tot gelding worden
gebracht.
Om die eigen opstelling beter
te kunnen plaatsen, is het zin
vol nader aandacht te beste
den aan de gangbare over-
heid-individu-denkschema's.
Die komen erop neer dat de
samenleving bestaat uit een
regelende en sturende over
heid, met het „primaat van de
politiek" aan de ene kant en
individuele actoren (burgers,
ondernemingen, werknemers,
etc.) aan de andere kant. De
sociaal-democratie kiest dan
doorgaans de overheidszijde,
liberale stromingen kiezen
ten principale voor het indivi
du.
In dit overheid-individu-sche-
ma zijn maatschappelijke or
ganisaties denkbaar, maar op
een andere wijze dan die van
de christelijk-sociale gedachte.
Wie kiest voor het overheids-
spoor beschouwt maatschap
pelijke organisaties als repre
sentanten voor een bepaald
maatschappelijk belang, die
hun wensen en inzichten aan
de overheid kenbaar maken.
Het is en blijft uiteindelijk de
overheid die besluiten neemt
en richting geeft aan het
maatschappelijk proces. Wie
het spoor volgt van de libera
len ziet maatschappelijke or
ganisaties als de verlengstuk
ken van individuen: indivi
duen sluiten zich aaneen om
bepaalde belangen veilig te
stellen, hetzij door te claimen
in de richting van de over
heid, hetzij om ten behoeve
van het gemeenschappelijk
belang bepaalde zaken aan te
pakken (wederzijds welbegre
pen eigenbelang). Achter het
overheid-individuschema
gaan dus uiteenlopende mens
en maatschappijbeelden
schuil.
De hier aangegeven denk
beelden bevredigen de chris
telijk-sociale organisaties niet.
De christelijk-sociale organi
saties kiezen voor een andere
benadering waarin de bijbels
gefundeerde verantwoorde
lijkheid centraal staat. De
christelijk-sociale gedachte
overstijgt dan ook het over
heid-individuschema. Los van
diverse uiterlijke kenmerken
de wijze van omgang met
elkaar, wederzijds respect, oog
hebben voor het transcenden
tale etc. gaat'het de christe
lijk-sociale beweging om geza
menlijkheid in de verant
woordelijkheidsbeleving van
mensen en om de normativi
teit in die verantwoordelijk
heidsbeleving (het nastreven
van solidariteit en rentmees
terschap in gespreide verant
woordelijkheid). Uit deze in
tenties vloeit een andere
maatschappij-opvatting voort
dan uit die van degenen die
zich bewegen in de sfeer van
het overheid-individuschema.
Wanneer op een consequente
wijze wordt gewerkt aan de
realisatie van de christelijk-
sociale gedachte wordt de
„dreiging" van corporatisme
vermeden: organisaties zetten
zich in om zelf maatschappe
lijke vraagstukken op te los
sen (sociale zekerheid, ar
beidsomstandigheden, werk
gelegenheid, beroepsgerichte
scholing, kinderopvang e.d.).
De overheid kan zich dan
richten op andere wezenlijke
taken bijvoorbeeld (niet uit
puttend!) infrastructuur,
handhaving van de rechts
orde, opkomen voor kwetsba
re personen wanneer deze
niet door sociale partners e.a.
worden bereikt regelge
ving t.b.v. publieke belangen
zoals milieu, het verschaffen
van een goede basis voor de
gelijk onderwijs en gezond
heidszorg. Corporatisme ont
staat daar waar maatschappe
lijke organisaties in een „clai
mende" rol ten opzichte van
de overheid worden gedron
gen, bijv. door taken en be
voegdheden niet aan de socia
le partners over te dragen,
maar hen slechts adviserende
of uitvoerende taken te ge
ven. Corporatisme ontstaat
waar de belangen van over
heid en maatschappelijke or
ganisaties verstrengeld raken
en waar taken en bevoegdhe
den onvoldoende worden on
derscheiden.
Representatie
Willen organisaties ernst ma
ken met de christelijk-sociale
gedachte dan zal men ande
ren- voor de eigen standpun
ten moeten zien te winnen,
vooral waar het de maat
schappelijke ordening betreft.
Problemen die zich daarbij
voordoen moeten niet worden
onderschat: „neutrale" orga
nisaties hangen in principieel
opzicht eerder het overheid-
individuschema aan dan
christelijk-sociale organisaties,
met alle gevolgen van dien
voor het vraagstuk van maat
schappelijke verantwoorde
lijkheid. Toch lijken de huidi
ge politieke omstandigheden
in Nederland volop kansen te
bieden voor de realisatie van
ideeën die in het Convent le
ven. Daarbij doet zich wel de
vraag voor hoe recht kan
worden gedaan aan de in
breng van organisaties, die
bepaalde groepen represente
ren maar die, ten gevolge van
in het verleden gehanteerde
representativiteitseisen, bui
ten de formele advies- en
overlegstructuren vallen
(vierde wereldbeweging, or
ganisaties van uitkeringsge
rechtigden, ouderenbonden
e.d.)
Een bekend gevaar mag hier
niet onvermeld blijven. Als
we herleving van onze orga
nisaties zouden willen be
schouwen als door en uitslui
tend voor ons, dan zouden we
de verdenking op ons laden
een nieuw fundament te bou
wen onder een zuil die het
bouwwerk alleen voor eigen
bewoning geschikt maakt. We
mogen er geen misverstand
over laten bestaan dat dit niet
(meer) de bedoeling kan zijn:
inwoning en medezeggen
schap van anderen horen er
onlosmakelijk bij. Wij claimen
geen alleenvertoningsrecht,
maar wel blijvend vertonings-
recht!
De kern van de christelijk-so
ciale gedachte moge duidelijk
zijn: het gaat om een verdie
ping van de eigen verant:
woordelijkheid voor mede
mens en schepping. Die ver
antwoordelijkheid komt met
name tot uitdrukking in het
functioneren van het maat
schappelijk middenveld. Dit
alles is gemakkelijk gezegd en
velen zullen er zich in alge
mene zin ook in kunnen vin
den. Toch is de realisatie van
dat verantwoordelijkheids
concept allerminst eenvoudig:
het veronderstelt immers nog
al wat. Meer zelf doen impli
ceert immers minder over
heidsbemoeienis en -regule
ring, maar ook minder zeker
heden in de vorm van over
heidsfinanciering, subsidies,
regelgeving die de positie van
bepaalde organisaties ver
sterkt etc.
ANDIJK „Christenen
kunnen soms verschrik
kelijk hard zijn tegenover
mensen die gaan scheiden
of gescheiden zijn." Daar
om heeft G. van Keulen
uit Andijk de Interkerke
lijke hulpverlenings
werkgroep voor geschei
den christenen opgericht.
Volgens Van Keulen wordt er
binnen de protestantse ker
ken wel hulp verleend aan
echtparen die met huwelijks
problemen te kampen heb
ben, maar blijft daar na het
moment van de echtscheiding
niets van over. „Gescheiden
christenen verkeren in een
totaal isolement omdat hun
beslissing in de regel niet
wordt geaccepteerd door an
dere christenen", zo weet de
initiatiefnemer (34) uit erva
ring.
Van Keulen wil echtscheiding
uit de kerkelijke taboesfeer
halen. Zijn werkgroep zal zich
vooral richten op plaatselijke
protestantse kerken. Overleg
met de landelijke kerken
heeft hij niet gevoerd, „omdat
dat veel te lang zou gaan du
ren". De werkgroep gaat nu
eerst de situatie binnen de di
verse kerkgenootschappen in
kaart brengen en hoopt ver
volgens hierover de kerken in
te lichten.
Nederland** Hervormde Kerk
Aangenomen naar Delft als studen
tenpredikant mw. G.J. van Ginkel,
kand. aldaar.
Beroepen te Scheveningen (toez.) P.
Schalk te Zevenbergen;
te Oostelijk Flevoland (herv.geref.)
(t.b.v. Swifterbant) J.B. Beijer te Co-
lijnsplaat. Aangenomen naar Haar
lem-Schoten mw. J.E.T. Nak-Visser,
kand. te Overveen; naar Rotterdam-
Centrum als stud.pred. mw. J.L. Fal-
kenburg te Dokkum (part-time).
Gereformeerde Kerken
Beroepen te Koudekerk aan den Rijn
(part-time) mw. drs.P. Kwast, kand.
te Hilversum.
Christelijke Gereformeerde Kerken
Beroepen te Leerdam C. Bos te Urk
(Maranathakerk).
Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
Beroepen te Middelburg-Zuid L. Blok
te Nunspeet; te Rotterdam-Alexan-
derpolder P. van Ruitenburg te Me-
liskerke. Beroepen te Johannesburg
(Zuld-Afrika) (Die Vrye Geref. Kerke)
A. Krulzinga te Zaamslag; te Sneek-
Koudum drs. A. Buursema, kand. te
Winsum.
DEN HAAG Secretaris
ds. W.R. van der Zee van
de Raad van Kerken in
Nederland vindt in de
Nederlandse Hervormde
Kerk en de Gereformeer
de Kerken in Nederland
steun voor zijn mening,
dat de Raad terughou
dender moet worden met
pollitieke uitspraken.
„Een wijs besluit, ik neem er
met dankbaarheid kennis
van", aldus ds. B. Wallet,
voorzitter van de hervormde
synode. „Een goede benade
ring", is de reactie van ds. A.
Borman, lid van het modera
men (bestuur) van de Gere
formeerde Kerken en verte-
Van der Zee schreef vorige
week in HN-magazine, dat de
ontwikkelingen in onder
meer Oost-Europa en het
Midden-Oosten hem het ge
voel geven, dat de Raad zich
kritisch moet bezinnen op de
aard van het politiek spreken
van de kerk. De Raad liet
zich in het verleden wel eens
te veel leiden door de waan
van de dag. De les van de af
gelopen tijd is voor Van der
Zee, dat de Raad zich beschei
dener en terughoudender
moet gedragen bij politieke
kwesties.
Wallet en Borman leggen een
verband tussen de uitlatingen
van Van der Zee en de ver
klaring van de Raad over het
Midden-Oosten. Kort voor het
bezoek van een delegatie van
de Raad van Kerken in het
Midden-Oosten (MECC) aan
ons land riep de Raad de Ne
derlandse regering in een
verklaring op de PLO te er
kennen als de enige georgani
seerde stem van het Pale
stijnse volk.
„Dat is een politieke uitspraak
en het ligt niet in de weg van
de Raad zo'n kordate uit
spraak te doen", reageerde
Wallet. Ook Borman had pro
blemen met de PLO-verkla-
ring. „Je moet zodanige uit
spraken doen, dat je bereikt
wat je wilt bereiken. De kerk
is geen ivoren toren. Als iets
verkeerd wordt uitgelegd,
moet je je uitspraak corrige
ren zonder dat je direct je me
ning prijsgeeft".
A.L dagenlang wordt in de hoofdsteden van Roemen
Bulgarije, Boekarest en Sofia, betoogd en dat gebeurt va
gewelddadige wijze. In Sofia werd het hoofdkwartier v
Bulgaarse Socialistische Partij eigenlijk de voorirT het
Communistische Partij in de as gelegd. In Boekare
verden duizenden demonstranten dagenlang slag met <j rerkjr
litie. De Bulgaarse president, Zhelyu Zhelev, waarscbntvoi
voor het uitbreken van een burgeroorlog in het land. De tveer
gemeester van Boekarest heeft alle betogingen in het a'
trum van de stad verboden om een verdere escalatie vaf
geweld te voorkomen.
'erdaj
TERWIJL alle andere Middeneuropese landen die het
munistische juk van zich hebben afgeschud, het stadiun
de grote volksdemonstraties al lang achter de rug hebbi
zich inmiddels met alle kracht toeleggen op de ontwikk
van de democratie en de wederopbouw van de ecoi
lijkt in Bulgarije en Roemenië nog alles te moeten begii
Die aanhoudende onrust vloeit voort uit de overtuiginj
veel Roemenen en Bulgaren, dat het nieuwe bewind in
Balkanstaten slechts een voortzetting is van het oude,
schuwde en in diskrediet geraakte communistische regi
VAN het voormalige Oostblok zijn Bulgarije en Roen
de twee enige landen, .waar de communisten, zij het ofc
een andere naam, verder de dienst blijven uitmaken. In
garije noemen de communisten zichzelf nu de Bulgaars
cialistische Partij, en in Roemenië verbergen ze zich ai
de naam Front voor Nationale Redding.
n pV
seldc
In Bulgarije werd de revolte tegen de voormalige pari
staatsleider, Todor Zjivkov, uitgevoerd door zijn naaste
dewerkers, die daarna een nieuw naamplaatje kozen
hun partij. In beide landen werden de „revoluties" geit nten
meerd door zwaar gemanipuleerde verkiezingen. In Ro 1 zit'
nië kwam daar als grote overwinnaar uit te voorschijn
Front voor Nationale Redding onder leiding van de
Ceausescu-medewerker Ion Iliescu. In Bulgarije was dl
tot Bulgaarse Socialistische Partij (BSP) omgevormde
munistische partij.
ONDANKS de democratisch gezinde indruk die de nit
politieke leiders trachten te wekken, duurt de malaise
De kritiek daarop uit zich vooral in demonstraties tegeot
regeringen, die vaak in geweld ontaarden. De demonstrafrdvc
verwijten daarbij de bewindslieden hun onwil om demot !fX^"
sche hervormingen door te voeren en hun onvermogen
de economie in nieuwe banen te leiden. Die situatie i
vervolgens ook remmend op de economische hervormiJ
Buitenlandse investeerders zijn immers niet snel geil
zich in politiek instabiele landen te wagen, Zeker niet inj
den waar de eigenlijke revolutie kennelijk nog moet 1
nen.
N H
dep
ch a
mi
grc
waai
en,
puitl
Sinds begin iaren zeventig is er dankzij uw giften veel bereikt. Ha
en vaatziekten zijn, vooral m de longere leeftijdsgroepen, ste v/
teruggedrongen. Maar 60 000 slachtoffers per jaar zijn er nog steei j
60 000 te veel. De Hartstichting moet dus doorgaan in haar strij jag
^Maar is daarbij geheel afhankelijk van giften van particulieren t k0]
bedrijven Laat uw hart <->» 0p
spreken nederlandse hartstichtinrkt
3iro 300. Bank 70.70.70.600 vrienden van de hartstichting
mST £cld6C0OUAOtlt
Uitgave. Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers)
Kantoor: Apothekersdijk 34, Leiden
Telefoon: 071 - 122 244.
Postadres postbus 11, 2300 AA Leiden
tets
jvezi
de
|paa
>se
iske
f 15
Hen
i 8 30 tot 17.00 u.
Abonnee service
Telefoon. 071 -313 677 van ma. t/m v
Nabezorging
Telefoon: 071 - 122 248
van ma. t/m vr van 18.00 tot 19 00 u. op za van 14 00 tot 15.00 u
Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW
Bij automatische betaling. Bij betaling per accept-girokai 'ET
per maand f. 24,85 per maand
per kwartaal 'f. 74,10 per kwartaal
per jaar f 284,50 per jaar
Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan.
Advertenties
Informatie en tarieven over advertenties tel 071 - 122 244
Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941
Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijswijl GC
070 - 3902 702.
Bankiers
AMRO BANK NV 473 575 515
POSTBANK NV 663 050
IA