Slag
aan de
IJzer
impuls voor Vlaams nationalisme
1
II
inal
Ie
heb
-Vandaag
van de
straat
:erookt"
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1990 PAGINA 25
[estig jaar geleden werd aan de westoever van de rivier
e IJzer bij het Belgische Diksmuide de eerste
Izertoren ingehuldigd als het middelpunt van de
larlijkse Ijzerbedevaarten. Die begonnen in 1920 ter
erdenking van de tussen 1914 en 1918 aan het front
esneuvelde Vlaamse soldaten. Tijdens de Slag aan de
Izer in november 1914 waren zij er in geslaagd de
)uitse opmars tot staan te brengen. Een klein stuk
laanderen bleef vrij. De Ijzerbedevaarten, die een
[eeds grotere aantrekkingskracht blijken uit te oefenen
p ultra-rechts, zijn altijd omstreden geweest. Een
erste gedenkteken werd in opdracht van hoge
elgische militairen vernield.
ISMUIDE - „AW WK - Al-
voor Vlaanderen, Vlaanderen
r Kristus". Kruiselings staan
letters op de IJzertoren bij het
psche Diksmuide. Morgen
dt daar weer de Ijzerbedevaart
[)uden, de sinds het prilste be-
hoogst omstreden herdenking
de Slag aan de IJzer in 1914.
)uitse opmars kwam toen aan de ri
de IJzer tot staan. Het front bevroor
en klein stukje Vlaanderen, van de
via Nieuwpoort, Diksmuide en
tot de Franse grens, bleef als enige
je België vrij, al stond er vier jaar la-
een steen meer op de andere.
Jzerbedevaart, een jaarlijkse mani-
tie van Vlaams nationalisme, vonn
issen de twee wereldoorlogen een
itige motor voor het verzet tegen de
elgiè tot in de wetten doorgevoerde
iminatie van Vlamingen tegenover
;n en voor het streven naar autono-
of zelfstandigheid. „Zij vormde een
eidsfront tegen de verdrukkers van
n Vlaamschen landaard", aldus een
je uit 1930 waarin de historie van
laamse beweging wordt geschetst,
i het Duitse leger op 10 mei 1940
de tweede keer binnenviel voelden
Vlamingen zich echter eerder be-
van de Walen dan bezet door de
venyante Germanen en er is tijdens
weede Wereldoorlog op grote schaal
laboreerd.
e bevrijding werden de nationalisti-
groeperingen aanvankelijk buiten
'et gesteld. In 1954 kreeg de bewe-
weer politiek voet aan de grond
de oprichting van de Volksunie,
treefde naar een federale staatsvorm
die onlangs in België is gereali-
De afgelopen jaren is er een ultra-
Ise loot bijgekomen: het Vlaams
dat op de golven van vreemdelin-
aat tien zetels kreeg in de gemeente
van Antwerpen.
Jzerbedevaart is sinds 1945 even-
geradicaliseerd. Omdat politieke
gingen aanvankelijk niet waren toe
an voelden veel nationalistische
lingen zich monddood gemaakt en
regen er bovendien een verguisde
bij: de Oostfrontstrijders, die zich
De
IJzertoren
bij het
Belgische
Diksmuide
is het
middelpunt
van de
jaarlijkse
Ijzer
bedevaarten.
bij hun terugkomst beroofd zagen van
hun burgerrechten - sommigen levens
lang. In de laatste decennia blijkt de ma
nifestatie ook een steeds grotere aantrek
kingskracht uit te oefenen op leden en
sympathisanten van ultra-rechtse groe
peringen in Nederland, zoals Centrum
partij '86 en Centrumdemocraten.
Blitzkrieg
Op 4 augustus 1914 viel het Duitse leger
van keizer Wilhelm II België binnen met
als doel een snelle verovering van Parijs.
Op 31 oktober strandde de Blitzkrieg
aan de IJzer. De Duitse soldaten staken
die rivier weliswaar over, ook nog onder
het toeziend oóg van hun keizer, maar
ze hadden buiten het Belgische vernuft
gerekend. Want toen de nacht was geval
len bemerkten ze dat de weilanden
steeds modderiger werden. Wat later
stonden ze onder water. Er volgde een
wanordelijke terugtocht, waarbij veel
kostbaar materieel in de blubber bleef
steken.
Het Belgische leger was er 's nachts in
geslaagd de sluisdeuren bij Nieuwpoort
open te zetten. Toen de vloed opkwam
stroomden honderdduizenden kubieke
meters water het land op. Het water
bleef er staan, want toen het eb werd
werden de deuren weer gesloten.
Waarschijnlijk verloor Duitsland dèèr
de Eerste Wereldoorlog, die zou bevrie
zen tot een uitzichtloze loopgravenslach-
ting met miljoenen doden als gevolg. Al
op 17 november 1914 schreef een Duitse
krant: „Zo in elkaar geschoten als Diks
muide ligt geen andere stad op de slag
velden van deze afschuwelijke oorlog.
Misschien staat hier of daar nog een een
zaam huis dat niet door granaten is ge
troffen". In de wijde omgeving staat
vandaag geen enkel gebouw dat ouder is
dan zeventig jaar.
In 1916 werd, op initiatief van de
Vlaamse soldaat Joe English, aan het
front een Comité Heldenhulde opgericht
met de bedoeling na de oorlog de geval
len frontsoldaten te herdenken met een
standbeeld. English zelf stierf in 1918 als
burger aan een slecht behandelde blinde
darmontsteking, maar hij wordt nog
steeds als een held vereerd. De eerste Ij
zerbedevaart, op 5 september 1920, had
zijn graf in Steenkerke tot doel.
De Vereniging Bedevaarten naar de Gra
ven van de IJzer werd officieel opgericht
in 1924 en Diksmuide werd aangewezen
als het vaste centrum voor de manifesta
tie. Het terrein bevindt zich bij de brug
die vanuit het centrum over de IJzer
leidt. „Deze bedevaarten dragen geen
politiek karakter hoegenaamd, doch de
tienduizenden bedevaarders die jaarlijks
naar Diksmuide trekken leeren er Vlaan
deren dieper beminnen: het is een der
grootste propaganda-middelen onder de
massa geworden", aldus het boekje uit
1930.
De weerstand tegen de beweging bleek al
spoedig: in mei 1925 werden in opdracht
van een aantal hooggeplaatste Belgische
militairen 500 zerkjes vernield die op
het terrein waren opgericht ter ere van
de Vlaamse doden. Toen werd besloten
een IJzertoren op te richten, die in 1930
gereed kwam.
De inwijding daarvan, op 24 augustus
1930, verliep chaotisch. Nederlandse en
Zuidafrikaanse gastsprekers waren aan
de Belgische grens geweerd en aan het
eind van de plechtigheid dropte een
klein vliegtuigje Belgische vlaggetjes en
vlugschriften boven de menigte, waarin
de bedevaarders verraders werden ge
noemd. Toen de nationalisten vervol
gens eisten dat de Belgische driekleur
van het stadhuis van Diksmuide zou
worden verwijderd, ontstonden gevech
ten tussen IJzerbedevaartgangers en de
rijkswacht.
Vernielingen
Bijna onmiddellijk na het einde van de
Tweede Wereldoorlog herleefde de na
tionaliteitenkwestie in België. Op 16 juni
1945 werd de IJzertoren beschadigd toen
door onbekenden een lading springstof
tot ontploffing werd gebracht. Negen
maanden later lukte het de toren geheel
te vernielen.
De ruïne staat er nog. In 1948 werd hij
van een kruis voorzien, terwijl twee jaar
later de Paxpoort werd gebouwd, die
sindsdien de entree vormt tot het ter
rein. Onder het kruis bevindt zich een
crypte met onder andere de graven van
gesneuvelde soldaten, brokstukken van
de vernielde zerkjes en delen van de
oude crypte met de namen van duizen
den gesneuvelde soldaten.
In 1965 was een nieuwe IJzertoren klaar,
een pompeus geval van 84 meter hoog.
Daarin bevindt zich onder meer de ka
pel van Onze Lieve Vrouw aan de IJzer,
met glasramen waarvoor tekeningen van
Joe English als grondslag dienden. In de
toren is een museum dat aan de Slag aan
de IJzer is gewijd. „Nooit meer oorlog",
zo luidt de vreedzame oproep op de
muur.
Maar een boekwinkel naast het terrein
biedt een keur aan deels zeer agressieve
werken over het Vlaamse - beter nog:
Groot-Nederlandse - nationalisme. En
ook boeken over de heldhaftige verrich
tingen van Vlaamse compagnieën aan
het Oostfront vinden er nog steeds een
ruime afzet.
ANDRÊ HORLINGS
Iemand wil eigenlijk omgaan met de Amsterdamse drugsgebruikers,
toholisten, daklozen en zwervers. Maar voor de zusters van Moeder
Sresa zijn zij, net als alle andere mensen, kinderen van God. „Sommi-
mensen denken dat wij gek zijn", aldus zuster Rajini (39). De zusters
pen daar echter niet onder want ook Jezus werd door sommige van
b tijdgenoten voor gek versleten. Elke dag om half vier - behalve op
nderdag - zijn de paria's van onze samenleving welkom voor een gra-
i maaltijd in het pand Egelantiersstraat 147 te Amsterdam. „We pro-
ren te laten zien dat God liefde is", vertelt zuster Rajini. Maandag
rt haar 'moeder', Moeder Teresa, haar tachtigste veijaardag. Een re-
(rtage over de Amsterdamse zusters van Moeder Theresa en hun werk
Ider de uitgestotenen in de hoofdstad van Nederland.
ZUSTERS
^OEDER TERESA
AN TAFEL MET
PARIA'S VAN
^AMSTERDAM
d.Va
istrat» -fl
AMSTERDAM - Vrijdagmiddag,
half drie. In de portiek van het huis
van de zusters van Moeder Teresa
zitten twee zwervers. Langzamer
hand verschijnen er meer lotgeno
ten. „Hé, waar slaap jij tegenwoor
dig?" Een nog jonge man die met
zijn helemaal kale hoofd extra op
valt, laat zich naast een maat op de
grond zakken. „Ik heb een adres
je", klinkt het antwoord trots.
„Dus niet meer op straat? Nee, al
een tijd niet meer". „Zo, dan ben
je gepromoveerd".
Tegen de muur van de huizen aan de
overkant van de straat zitten ongeveer
tien mensen. Sommigen hebben hun
hele hebben en houden in een tas bij
zich. „Heb je een shagje voor mij?",
bietst er één. „Nee, ik heb vandaag van
de straat gerookt", luidt het antwoord.
Om half vier gaan de deuren open. Het
bonte hongerige gezelschap schuift naar
binnen en neemt plaats rond enkele lan
ge eenvoudige houten tafels. Er wordt
een bijbelgedeelte voorgelezen waarin
Jezus zijn volgelingen oproept elkaar 70
maal 7 te vergeven.
Het 'Onze Vader' dat overal duidelijk
zichtbaar op borden weergegeven is,
wordt door velen meegebeden. „Als wij
naar ze kijken bidden ze. Ze willen ons
graag een pleziertje doen", aldus zuster
Rajini. Na het gebed dat bijna iedereen
kent, volgt een weesgegroetje.
Naast mij zit Gerrit. Hij bidt gewoon
mee want hij is naar eigen zeggen een
christen. Alleen de passage 'moeder Ma
ria, moeder Gods bid voor ons' laat hij.
weg, want dat is volgens hem niet bij-'
bels. „God was er eerder dan Maria", is
zijn vaste overtuiging. Een man tegen
over hem mengt zich in het gesprek:
„Wat jij zegt zijn allemaal dogma's".
De zusters, geholpen door vrijwilligers,
delen het eten rond: aardappelen en bo
Het huis van de zusters van Moeder Teresa in Amsterdam.
nen met een saus erover; als groente spi
nazie en sla. „Die aardappelen zijn alle
maal met de hand geschild", weet mijn
linkerbuurman die elke dag aanschuift.
„Ze hebben hier geen elektrische appara
ten. Die zusters doen alles met de
hand".
Nooit opgevoed
Gerrit Jan Stoltenberg leeft nu vijf jaar
in Amsterdam. „Opgevoed ben ik
nooit". Hij komt op onregelmatige tij
den bij de zusters van Moeder Teresa
eten. „Ik kwam hier voor het eerst in het
vooijaar van 1989. Ik had het van horen
zeggen. Ze adverteren niet via pamflet
ten of op reclamezuilen".
Hij noemt zichzelf een vluchteling in ei
gen land. Gerrit heeft een dak boven
zijn hoofd, maar daar is alles mee ge
zegd. „Ik heb één kamer. Een vrouw kan
ik niet uitnodigen om enkele dagen te
blijven logeren, want die denkt dan ge
lijk dat ik met haar naar bed wil".
Als hij ergens zingt om wat te verdienen
(„het wilde vandaag niet zo geweldig"),
komen er soms bewoners op hem af die
willen dat hij verderop gaat staan. „Als
je dan niet verdwijnt bellen ze de politie
en die timmert je er dan wel weg", weet
Gerrit uit ervaring.
Voor de sociale dienst, de politici en
burgemeester Van Thijn heeft hij geen
enkel goed woord over. „Ik heb geen le
ven. Ze treiteren me kapot. Van Thijn
doet veel goeds voor asielzoekers, maar
niets voor mij. Hij maakt het mij onmo
gelijk om een gewoon leven te lijden.
Trouwen en werken is er voor mij niet
bij".
Op de eerste verdieping bevindt zich een
eenvoudige kapel. Zuster Rajini knielt
geroutineerd neer en maakt een kruiste
ken. Aan de muur in de gang hangt een
schilderij van moeder Teresa die een
jongetje stevig tegen zich aandrukt. Even
verderop is een spreuk opgehangen van
de Nobelprijswinnares: 'In the silence of
my heart God speaks to me' (In de stilte
van mijn hart spreekt God tot mij). Om
die reden telt een werkdag van de zus
ters naast acht uren lichamelijke arbeid
ook nog vier uren die bestemd zijn voor
gebed.
Op een bordje staan met krijt enkelen-
ontboezemingen van bezoekers die hier
tijdelijk onderdak vonden. „Ik dank u
God voor uw barmhartigheid en blijf
mij uw genade schenken", Carlo. En:
„Zusters wilt u mijn broer in uw gebe
den gedenken?"
Zuster Rajini is de overste van de zus
ters in Amsterdam. In het huis aan de
Egelantiersstraat wonen en werken vier
zusters. Niet één van hen komt uit Ne
derland. Er zijn hier weinig roepingen,
bevestigt ze. Zelf komt zuster Rajini uit
India, maar ze spreekt een aardig woord
je Nederlands. Haar hoofd is omhuld
met het voor de zusters van de liefde ka
rakteristieke witte kleed met de blauwe
rand.
Waarom?
Veel mensen zouden niet graag met alco
hol- of drugsverslaafden aan tafel zitten.
U eet echter met hen. Waarom?
Zuster Rajini: „Wij kijken niet hoe goed
of heilig mensen zyn. Voor ons is ieder*
een een kind van God".
U bent geboren en getogen in India. Is
het voor u niet moeilijk om in Amster-
dan te werken?
„Ik kom hier niet uit eigen beweging,
maar omdat God mij stuurt. Wij gaan
waar Hij wil. Wij willen Zijn plan uit
voeren. Niet onze wil moet geschieden,
maar die van Hem. Wij zoeken niet de
gezelligheid en het gemak. Als ik morgen
bericht krijg van Moeder dat ik naar
Zuid-Amerika moet, dan ga ik".
Mist u uw familie in India niet erg?
„Jezus roept ons in het Evangelie op om
onze vader en moeder te verlaten en
Hem te volgen. Je krijgt Zijn liefde en
een eeuwig leven ervoor terug. Ik bid
veel voor mijn moeder en andere fami
lieleden. Zij is erg blij dat ik hier ben".
Wat doen jullie zo ongeveer in Amster
dam?
„Elke dag, behalve donderdag want die
dag gebruiken we voor meditatie en
gebed, komen hier honderdvijftig tot
tweehonderd mensen eten. Verder be
zoeken wij oude en eenzame mensen.
We maken hun huis schoon en koken
als het nodig is. Ook brengen we mensen
uit bejaardenhuizen die in een rolstoel
zitten naar de mis. Het personeel van de
bejaardenhuizen heeft daar geen tijd
voor.
In een kapel in de rosse buurt bidden
wij voor de meisjes die daar in zonde le
ven. Wij smeken Gods genade voor hen
af. Zij hebben daar geen tijd voor".
Wat zijn volgens u de grootste problemen
in deze stad7
„In tegenstelling met India is hier nie
mand echt arm. Maar het gaat in het le
ven niet alleen om geld. Ouders moeten
van je houden. Als iemand dat nooit er
varen heeft, kun je hem niet duidelijk
maken dat God liefde is. Veel mensen in
Amsterdam hebben van hun ouders
nooit liefde ontvangen. Ze weten niet
wat liefde is en leven nu op straat".
„In India loopt iedereen bij iedereen
binnen. De deuren staan altijd open. Dat
komt natuurlijk ook door het klimaat.
In India heb ik nog nooit gehoord van
mensen die depressief of eenzaam zijn.
De mensen daar zijn al verschrikkelijk
blij met brood of een aspirientje. Hier is
het veel moeilijker om iemand blij te
maken".
Vrijwillig
U kiest vrijwillig Voor de armoede. U
heeft de gelofte van armoede afgelegd. Is
dat noodzakelijk voor uw werk?
„Toen wij in Amsterdam kwamen had
den wij geen cent, maar God zorgde
voor ons. Op de markt verzamelden we
vruchten en groenten die de handelaren
niet meer nodig hadden. Van anderen
kregen we afgedankte meubelen".
„Als wij in een luxueus huis zouden wo
nen, dan kwamen de armen niet bij ons
binnen. Jezus werd geboren in een stal.
Wij willen Hem volgen. Wij hebben een
gelofte afgelegd dat wij ons willen identi
ficeren met de armen. Als wij alles heb-
weg t
len bij elkaar te krijgen".
„Wij hebben geen subsidie maar toch is
er altijd genoeg. De mensen die hier wo
nen hoeven niets te betalen, maar wij
moeten wel aan de gemeente betalen.
God zorgt echter voor ons. Wij hoeven
alleen maar op Hem te vertrouwen. Hij
laat ons niet in de steek. Elke dag schil
len wij hier tachtig kilo aardappelen. Op
een dag waren er geen aardappelen meer
en we hadden ook geen geld om ze te
kopen. Toen belde er iemand die ons
werk wilde steunen. 'Zuster, ik breng u
wat u maar wilt', zei ze. Ik vertelde haar
dat we aardappelen nodig hadden. 'Wan
neer?', vroeg ze. 'Nu', antwoordde ik. Ja,
ook nu gebeuren er nog wonderen".
GERRIT GEERDS
'CcidócGouAatit'