Nooit
meer
Masada
nae
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1990
Weer kijkt Israël de oorlog in het
gezicht. Raketten en gifgas
bedreigen de steden en dorpen van
het beloofde land, maar het volk
van keppeltjes en Uzi's is
vastberaden: „Laat Saddam maar
komen, we pakken hem wel". Is die
zelfverzekerheid geen riskante
arrogantie? Misschien, maar het
land leeft! Op het strand van Tel
Aviv vrijen de paartjes bij avond. In
Jeruzalem zijn de coffeeshops vol.
In een drukke winkelstraat speelt
een als nar verklede jongen op een
trekharmonica droevige melodietjes.
Een bericht uit Israël: Alles is
rustig op de rand van de vulkaan.
Terwijl de meeste burgers in Israël nog verstoken zijn van een gasmasker, beschikken de meeste militairen al over complete pakken die hen beschermen tegen aanvallen met gifgas.
ERUZALEM - „Aan de grens is
iet zo heet in de zon". Blij zakt
ergeant Shuki neer op het terras
an de winkelpromenade Ben Ye-
uda, moe van het slenteren in
eze drukste winkelstraat van Jeru-
alem. „Lekker hier, koffie, een si-
ret en mooie meisjes". Zes uur is
ij maar vrij, even mag hij zijn
lost verlaten aan de grens met Jor-
ie anië, ?ven op adem in de stad.
lij zet z'n M-16-snelvuurgeweer
egen de rand van het tafeltje, de
oop omhoog binnen handbereik.
Ik bewaak de grens. Aan de- andere
ant zitten de Jordaniërs. Soms zwaaien
naar elkaar". Dertien jaar zit hij al in
et leger. Shuki (31) is getrouwd en heeft
wee kinderen. Om de veertien dagen
an hij een weekend naar huis. Tijdens
e eindeloze patrouilles bivakkeert hij in
vanen tent onder de brandende zon in de
Drdaanvallei.
laandag heeft hij nog gejaagd op twee
alestijnen. Schietend kwamen ze om
alf vijf 's morgens de grens over. „Ze
enden naar onze kant tussen de rots-
lokken. We hebben een half uur ge-
choten. Toen was er één dood en de an-
er gewond".
straat is vol: toeristen, winkelende
lensen, schreeuwende krantenventers.
een etalage hangen T-shirts met het
pschrift 'Saddam Salami'. Opvallend is
et grote aantal gewapende militairen,
lannen en vrouwen, jongens en meis-
:s. Die soldaten horen in Israël bij het
Iraatbeeld. Toch is het even wennen
m in een sokkenwinkel een stoot van
en Uzi in je rug te krijgen en vervol-
ens te ontdekken dat het moordwapen
onchalant op de rug van een meisje
ungelt en wordt gecamoufleerd door
en fraaie blonde vlecht.
jtiekem hopen
la vier oorlogen, de Libanese inval en
entallen jaren terreur raken de Israèli's
iet zo snel meer uit het lood. Saddam
reigt vanuit Irak, maar de Amerikanen
oeren tienduizenden soldaten aan. In
i Golf liggen zestig westerse oorlogs
hepen. Ze zeggen het niet hardop,
laar er zijn heel wat Israëli's die stie-
em hopen dat anderen deze keer de
istanjes uit het vuur halen,
oor een westerse waarnemer is het
ven zoeken om in het pantser vn zelf-
ertrouwen wat barstjes te zien. Het lijkt
o normaal. De stranden van Haifa en
el Aviv zijn vol. Nog steeds vliegen er
ïarters naar Eilat, het mooiste strand
in Israël. Op die brede, veel bejubelde
rook zand aan de Golf van Aqaba zien
•bruinde vakantiegangers hoe de Israé-
's voor de kust patrouilleren. Daarach-
in de Jordaanse haven Aqaba, wor-
en nog steeds goederen voor de vijand
ak aangevoerd, omdat koning Husayn
oodgcdwongen de rol van lorrendraaier
•eelt. Doet hij dat niet, dan kost het
jn land een miljoen gulden per dag en
em wellicht zijn kop.
wemmen, bruin worden, vakantie,
aar zijn dan de barsten? Dinsdagavond
•rong er in de buurt van de Zionpoort
de oude stad van Jeruzalem een man
t de struiken, een Arabier. Hij zwaaide
iet een mes, gilde: „Amerika, Ameri-
i", en stak een passerende Zuidafri-
lanse toerist neer.
edereenisbang
einzend staart sergeant Shuki naar de
inkelende mensenstroom in het hartje
Saddam dreigt vanuit Irak en de Amerikanen voeren tienduizenden soldaten aan. Maar
na vier oorlogen, de Libanese inval en tientallen jaren terreur raken de Israëli's niet zo
snel meer uit het lood.
van Jeruzalem. „Ik ben bang. Iedereen is
bang, maar ik moet dit leven bescher
men. Deze mensen. Als zij hier willen
winkelen, moet ik daar aan de grens
staan. We moeten vechten voor dit land.
We hebben geen keus".
„Niet de Palestijnse kwestie maar de
wankele politieke cultuur van de Arabie
ren is de oorzaak van deze ellende", zegt
een regeringsfunctionaris die zijn naam
niet in de krant wil. „Bij de Arabieren
geldt nog steeds de autoriteit van de
stam. Zij hebben geen democratische
traditie, dus is er geen alternatief voor
gezag, zoals bij jullie. Zij respecteren lei
ders die met geweld hun macht handha
ven, hoevéel bloed dat ook kost. Je ziet
nu hoe de Palestijnen achter Saddam
aanlopen, omdat ze hem als Arabische
leider zien, een opvolger van Nasser".
„Dat heeft mij geschokt", verklaart ad
vocaat Danny Zeidman, „dat de Pales
tijnen in de bezette gebieden ineens rie
pen: 'Saddam, ik geeft mijn leven voor
jou'".
Zeidman is een van de voormannen van
Vrede Nu, de brede basisbeweging die
de dialoog met de Palestijnen zoekt. Pra
ten in plaats van vechten. Dat PLO-pre-
sident Yasser Arafat plotseling partij
koos voor Saddam Husayn was een slag
in het gezicht van de beweging. Radicaal
rechts in Israël reageerde met een 'Zie je
nu wel'. Zeidman: „Sinds. Camp David
en de vrede met Egypte in '78 praten we
met ze. We ontmoetten begrip. Maar dit
is een stap terug. Dit is een vreselijke
fout wat de PLO heeft gedaan. Ze willen
alles of niets. Èn Palestina èn Israël weg,
wij denken: een ieder het zijne: een Is
raëlische èn een Palestijnse staat. De
Arabische leiders op de Westelijke Jor-
daanover en in de Gazastrook zien ook
wel in dat de PLO te ver is gegaan, maar
ze zitten met hun achterban die Saddam
als een held ziet. Voor ons verandert er
niets. We gaan door. Praten is de enige
weg".
De brug
De krant die Giad Abu Giad uitgeeft op
de West Bank heet De Brug. Giad is ook
hoofredacteur en een van de mensen die
aan de Palestijnse kant de dialoog gaan
de houden. „Wij zijn boos, omdat de
Amerikanen met dubbele moraal wer
ken. Ze veroordelen de inval in Kuwayt,
FOTO: EPA
terwijl Israël al 23 jaar de Gazastrook
bezet houdt. Daar hoor je ze niet over.
Dat is niet rechtvaardig. We hebben veel
gesprekken gehad met de Israëli's om
het vredesproces te starten. Het is voor
niets geweest. Mijn buren, de man in de
straat, zien de VS als verantwoordelijke
omdat die de regio monopoliseren. Ze
zijn blij dat er nu iemand een vuist te
gen Amerika durft op te steken".
Is kiezen voor een moordenaar jullie eni
ge alternatief?
Giad: „Dat is wat het Westen ons wil
doen geloven. Ik ben er niet van over
tuigd. Bovendien is het meer tegen Ame
rika dan voor Saddam Husayn. Wij Pa
lestijnen zijn emotioneel. En dan krijg je
niet altijd logische reacties".
Arafat koos voor Saddam. Dat is in het
Westen en bij de Israëli's aangekomen
als een dolk in de rug.
„Jullie en de Israëli's begrijpen ons niet.
Een dialoog is geen liefdesaffaire. Er is
niets emotioneels aan...Het is een praten
over belangen. De Israïi's dachten dat de
Palestijnen verliefd waren op hen. Nu
blijkt plotseling dat er een andere liefde
is, maar dat is niet onze fout".
Is er nog een basis voor een verder ge
sprek over vrede met de Palestijnen?
Aarzelend: „Ja, toch wel. We zijn tot el
kaar veroordeeld. Wij willen Israël niet
vernietigen, Saddam wil dat wel. Wij
moeten praten, want het is ons lot om
naast Israël te wonen".
Hot dogs
De Palestijn die in de winkelstraat Ben
Yehuda namaak-hot dogs verkoopt,
schudt zijn hoofd. Hij verdedigt het 'al-
les-of-niets-beginsel'. „Saddam zal het
land wat van ons gepikt is terugwinnen".
„Is dat zoveel offers waard?"
„Waarom niet? Het is ons land".
„Ga je hem helpen?"
„Nee, ik verkoop hot dogs en ik heb
nooit schieten geleerd".
De camera's van de wereldpers zijn van
de Gazastrook weggedraaid naar de
Golf. Toch broeit het, juist door de
Golfcrisis. Ook al is er volgens de Israïi's
meer sprake van een 'intrafadah', Pales
tijnen die elkaar vermoorden, dan van
een 'intifadah'. Israëlische soldaten scho
ten woensdag een Palestijnse jongen
neer toen deze met benzinebommen
gooide. Diezelfde dag schoten militairen
traangas in de kasba van Nablus omdat
jongens met stenen gooiden. De winke
liers struikelden over elkaar en over hun
spullen. Vluchtend voor het bijtende
spul in de lucht.
Tussen de stapels dossiers zucht dokter
Samuel Krakowski: „Ik vind het heel erg
dat zoveel Arabieren de situatie niet be
grijpen. In plaats van te vechten voor
een hogere levensstandaard lopen ze
achter een waanzinnige aan, die hen laat
betalen met honderdduizenden levens.
Ze steunen een moordenaar die al een
miljoen doden op zijn geweten heeft".
Krakowsk, die Treblinka overleefde, is
historicus en hoeder van de holocaust
archieven in Jeruzalem. Irak en Hitler-
Duitsland lijken op elkaar, zegt hij.
„Duitsland was een militaire macht.
Irak is dat nu ook. Hitier pikte Oosten
rijk, Saddam pikte Kuwayt, en als hij
doorgaat wordt hij een even radicale
moordenaar". Volgens Krakowski heb
ben de Europese naties een zware more
le schuld. Vooral Frankrijk en Duits
land, omdat zij wapens en chemicaliën
leverden aan Irak. „De Duitsers maak
ten Zyklon B om zes miljoen joden uit
te roeien. Nu hebben ze Saddam chemi
caliën geleverd om gifgas te maken, voor
geld. Maar zij die het verkochten, wisten
wat ze deden. Het zou volwassen zijn
van de Duitse democratie als daar nu de
Duitsers die Saddam hielpen voor de
rechtbank gebracht worden. Weet je, van
de Fransen begrijp ik het niet. Hoe kan
zo'n cultureel volk dat 's avonds naar de
opera gaat en naar het theater tegelijker
tijd zaken doen en raketten leveren aan
deze kleine Hitier?"
Ook voor sportvissers gaat het leven gewoon door als er weer een oorlogsschip langsvaart.
In een studentenflat bij de Hebreeuwse
universiteit woont al twee en een half
jaar Michel Rentenaar, een Amsterdam
mer. Hij studeert Hebreeuws. Vaak
praat hij met Palestijnse studenten. „Ze
zijn voor Husayn, maar ze zijn ook
doodsbang, want als hij met gas gaat
gooien, dan krijgen zij het ook op hun
kop. Ze beseffen heel goed dat Saddam
helemaal niets om Palestijnen geeft en
dat hij de Palestijnen alleen maar nodig
heeft als pionnen in het grote spel. Toch
hebben ze sympathie voor hem omdat
hij de eerste man na Nasser is, die de
Arabische vuist toont". De westerse ver
ontwaardiging over het onder de voet lo
pen van het weeldeland Kuwayt vindt
Michel huichelachtig. „Wat de mensen
in Nederland zich niet realiseren, is dat
Kuwayt door en door corrupt was. Ie
dereen reed er in grote auto's en ze ge
bruikten Palestijnen en Egyptenaren als
rechteloze gastarbeiders".
Net als de advocaat Zeidman brengt Mi-
chei de dialoog daadwerkelijk in prak
tijk. Ook nu de verhouding met de Pa
lestijnen onder druk staat. „We hebben
een groep studenten met wie we de West
Bank bezoeken. We gaan bij de Palestij
nen binnen en praten. In het begin was
het moeilijk. We waren handlangers van
de zionisten en de Amerikaanse imperia
listen. Later zag je de meningen opschui
ven, kwam er meer begrip. Zover waren
we. De laatste week is het mis. We zijn
een paar keer geweest, maar de Palestij
nen konden onze veiligheid niet garan
deren en toen zijn we weggegaan. Als het
oorlog wordt in Israël blijf ik, want mijn
vriendin woont hier. Ik meld me aan
voor de burgerbescherming".
Dat Saddam bommen op Jeruzalem zal
gooien gelooft hij niet. „Als hij Hitier
achterna wil in beroemdheid, moet hij
dat doen. Maar dan verwoest hij ook de
derde heilige plaats van de islam. Dat
raakt de hele moslimwereld. Ik denk
niet dat Arabieren hem bedanken als de
mullahs liggen te sterven rond een uitge
brande Al Aksa-moskee in Jeruzalem".
Overleven
Tweeduizend jaar, drieduizend jaar, hoe
lang vechten de joden eigenlijk al voor
hun hachie. Shuki, de sergeant: „Babylo-
nië, de Romeinen, het E)erde Rijk, Sta
lin. We hebben het allemaal overleefd.
En we zullen ook dit overleven".
Met de hand op de loop van zijn M-16
zegt hij: „Goed wapen voor de heuvels.
Een Uzi is meer voor in de stad. Toch
geloof ik niet in geweld. Het lost niets
op. Je moet praten. Maar met Saddam
kun je niet praten. Geven we toe, dan
bestaat Israël niet meer".
Tussen zijn archieven herinnert Samuel
Krakowski, de holocaust-historicus, aan
Masada. Dat is het fort op een rots van
440 meter hoog waar 967 joden drie jaar
stand hielden tegen de Romeinen. Toen
deze joden in 70 na Christus het einde
zagen naderen doodden ze elkaar en de
laatste man pleegde zelfmoord. Sinds
dien staat Masada symbool voor het
verzet van de joden. Nog steeds zweren
militairen van de Israëlische pantserdi
visies de eed dat Masada nooit meer
mag ondergaan.
gang zijn/
Krakowski: „Nee, nooit meer Masada.
Niet voor Israël, maar wel voor Irak.
Voor ons volk is er geen gevaar. We zul
len terugslaan en we zullen winnen. Al
tijd!"
PAUL DE SCHIPPER
'CcidócSoUAOTlt