Pastorale
school trekt
voornamelijk
vrouwen
Provinciale Sportraad kan
vrijwilliger „bijspijkeren"
Kijken met je
handen, dus
creatief actief
INA
door PAUL VAN V.ELTHOVEN
ROTTERDAM
Vrijwilligers zijn van
evensbelang voor de kerken.
Seker in de rooms-katholieke
terk, waar het aantal
jriesters de laatste jaren
Iramatisch is gedaald, hangt
iet voortbestaan van de
jarochies steeds meer af van
rijwilligers.
Varen ze er eerst ter assistentie
-an de pastoor, nu gaan ze ook
-oor in zondagse gebeds- en com-
nuniediensten. Nog altijd is het
en priester die de eindverant
woordelijkheid draagt, maar het
tornt steeds vaker voor dat hij de
upervisie heeft over minimaal
wee parochies. De vrijwilligers
uilen het dus moeten doen zolang
e aantrekkingskracht van het ce-
ibataire priesterschap gering blijft
m vrouwen evenmin tot dit ambt
gorden toegelaten,
prs. Chris 't Mannetje, verbonden
jan het Rotterdamse Diocesaan
Pastoraal Centrum, toont zich niet
jl te ongelukkig over deze toege
komen inzet van leken-vrijwilli-
lers. „Vroeger had je zo'n over
laad aan priesters dat de gewone
parochianen weinig of geen enkele
Verantwoordelijkheid droegen. Nu
5 de zaak meer in evenwicht ge
bracht en zijn ze veel meer betrok
ken bij het wel en wee van hun
parochie en dat is alleen maar
Dm hen een goede scholing te ge
ren worden er al veertien jaar
lang vanuit het Diocesaan Pasto
taal Centrum voor hen tweejarige
ursussen gegeven. In al die jaren
lebben zeker al tweeduizend men-
Ilen deze cursussen gevolgd.
Kees van Ruyven, oud-deken van
Dordrecht maar nu full-time se-
iretaris van het DPC, stond met
je pas teruggetreden voorzitter
Piet Noordermeer aan de wieg van
|vat nu algemeen als 'pastorale
ichool' wordt aangeduid. Per de
kenaat bestaan er zogeheten werk
groepen voor toerusting. Zij orga
niseren de pastorale school.
Gestuurd
Van Ruyven: „Toen die cursussen
in 1975 werden opgezet, werd dat
een beetje gestuurd van bovenaf.
Daar zaten tenslotte de mensen die
het best konden nagaan wie voor
zo'n cursus in aanmerking kwam.
Het was de deken of de pastoor die
mensen benaderde die toch al
vaak in het kerkewerk actief wa
ren, maar de kennis en scholing
misten om te assisteren in het pas
toraat. We hebben in het bisdom
Rotterdam tweehonderd parochies,
verdeeld over veertien dekenaten,
en het zou voor pns ondoenlijk zijn
die mensen op een centraal punt
bijeen te brengen".
De omleiding geschiedt daarom per
dekenaat. Bij een minimum aantal
van twaalf cursisten wordt met de
pastorale school gestart, ook nu
weer in september.
Het eerste leerjaar, bestaande uit
achttien tot twintig avonden, om
vat vier vaste blokken: Oude Tes
tament, Nieuwe Testament, kerk-
ontwikkeling en de plaats van
kerkelijke vrijwilligers. In het
tweede jaar kunnen de cursisten
een keuze maken uit zes 'speciali
saties', waardoor zij in de paro
chies bepaalde taken voor hun re
kening kunnen nemen. De cursis
ten worden dan op twee plaatsen
bijeengebracht, in Leiden en Rot
terdam. De richtingen waaruit ze
kunnen kiezen zijn: godsdienston-
derwijs (katechese) met jeugd of
met volwassenen, liturgie, pasto
raat, pastoraat voor jongeren en o
diakonie (ten dienste staan van an-
deren).
Grote Inzet
Van Ruyven zegt dat de inzet van
de mensen om deze cursussen bij
te wonen zeer groot is. „Het komt
maar weinig voor dat mensen een
avond overslaan". De kosten be
dragen zo'n tweehonderd tot twee
honderdvijftig gulden per cursist.
„Vrijwel altijd wordt dat geld op
gebracht door de parochie. Die zal
TMW
Kees van Ruyven en Chris 't Mannetje.
tenslotte van de diensten van de
deskundige vrijwillige profiteren.
Een heel enkele keer wil het ech
ter ook wel eens voorkomen dat
de cursist er op staat dat hij zelf
betaalt omdat hij zijn onafhanke
lijkheid wil behouden".
Hij vertelt dat toen de cursussen in
1975 begonnen, er min of meer een
evenwicht was tussen mannen en
vrouwen. De mannen namen
steeds het voortouw. Zij waren als
eerste lector, pas daarna kreeg je
vrouwelijke lectoren (mensen die
tijdens de dienst onder meer een
passage uit de bijbel voorlezen).
Nu bestaat de grote meerderheid
die zich aanmeldt voor de cursus
uit vrouwen. Katechese (gods
dienstonderwijs) was natuurlijk al
tijd iets dat als een aangelegenheid
voor vrouwen werd beschouwd.
Dat vrouwen de laatste tijd minder
genegen zouden zijn pastorale te
ken op zich te nemen omdat de
RK kerk vrouwonvriendelijk zou
zijn, heeft Chris 't Mannetje niet
kunnen constateren. „Je moet dat
niet bij voorbaat negatief benade
ren. Vrouwen kunnen door het
volgen van de -pastorale school tot
een nieuwe invulling van hun le
ven komen. Zij zijn vaak minder
ambitieus dan mannen. Ze kunnen
om hun eigen rol in die kerk te
verstaan, terugvallen op de vrou
welijke docenten die voor de pas
torale school worden aangetrok
ken. Dan zien ze hoe ze in de kerk
kunnen functioneren. Ik denk dat
vrouwen maximaal de mogelijkhe
den moeten benutten die hun nu
gegeven worden. Hoe dat uiteinde
lijk op het pastoraat in de kerk zal
uitwerken? Laat dat maar aan de
Geest over".
Inlichtingen Diocesaan Pastoraal
Centrum, Rotterdam; tel. 010 -
414 8213.
Rij kent ze hoor, Hans
C| helder. Voorzitters die
vergaderingen tot diep in de
ïacht laten duren,
vrijwilligers die al jarenlang
dde Ie administratie van hun
murtclub op een uiterst
nefficiënte wijze bestieren
in zo kan hij nog wel even
loorgaan.
'ammer, want de medewerker
|an de Provinciale Sportraad
tuid-Holland heeft inmiddels er-
taren dat starre „bedrijfsblind-
leid" op vaak heel eenvoudige
I rijze is te doorbreken. Bijvoor-
leeld via de lesprogramma's die de
ffl Iportraad al een aantal jaren geeft.
)us, voor wie het licht wil zien...
leider somt het in het florissante
inderkomen van de Provinciale
Iportraad in Poeldijk nog maar
jens even op. „Voorzitters, secreta-
(ssen, penningmeesters ze kun-
|en allemaal bij ons terecht. Bo-
^^^jendien geven we ook nog bijscho-
ingslessen in beleidsontwikkeling,
Jiortsponsoring, marketing, pers
I |E§n publiciteit, verenigingsmanage-
jient voor vrouwen, blessurepre
ventie en tapen en bandageren. Ie-
llkonlereen kan dus aan z'n trekken
j0 ufjlomen
voor alle duidelijkheid: het zijn de
vrijwilligers in de sport die de
Iportraad Zuid-Holland met raad
Ch be10 daad kan bijstaan. Dan praten
ve over de verzorger die met (of
werkbnder) waterzak langs de zijlijn
appötan het achtste elftal loopt, tot aan
ermijl|e praeses die soms slapeloze
jachten overhoudt aan wéér een
lislukte vergadering. „Met een
iar avonden bijpraten zijn rtieest-
een heleboel elementen te, ver
teren", heeft Kelder ervaren.
Sportraad telt in Zuid-Holland
aangesloten sportbonden. En
,e werkers in die rijke sahake-
ing van vrije-tijdsbesteding stui-
in vaak op dezelfde problemen;
is de betrokkenen al zien dat er
.its niet helemaal juist verloopt.
(00r heikele punten op sporttech-
rbereilisch gebied verwijst de Sportraad
an zijF vragenstellers altijd door naar
e afzonderlijke sportbonden (al
ijn er uitzonderingen, maar daar-
•er straks meer), de mensen die
organisatorisch gebied met de
inden in het haar zitten, vinden
:n gewillig oor in Poeldijk.
tastbaar
fcelder: „Ook wij weten dat voor
Ie vrijwilligers tijd uiterst kost-
jaar is. Om aan onze lesprogram
ma's deel te nemen, is men zo'n
tie tot vijf avonden kwijt. Maar
lie tijd wordt op een heel goede
banier ingevuld, zodat alle deel-
iemers na afloop altijd zeer tevre-
Jin zijn".
elder en de zijnen maken bij de
"tvoering van het lesprogramma
ibruik van plaatselijke organisa-
?s (een stedelijke sportraad bij-
licitatiloorbeeld) om de cursisten te be-
viken. In Den Haag fungeerde de
laagse Raad voor Sport en Recre-
'ie ook op dat terrein als zodanig.
idat de centen op waren, is het
'at dat betreft misgelopen, maar
Hans Kelder: „Bedrijfsblindheid in pen paar avonden op te lossen".
5 jaai
Kelder verzekert dat indien zich
Haagse geïnteresseerden aanmel
den, zij niet voor een gesloten deur
staan. „Desnoods nemen we de ge
hele organisatie in eigen hand", al
dus Kelder, die normaal gesproken
slechts voor de inhoud van de cur
sussen garant dient te staan.
Het aantal deelnemers per onder
deel ligt tussen de vijftien en twin
tig. Op die manier blijft het vol
gens Kelder allemaal te doen.
„Anders praten mensen niet meer
zelf, slikken ze alleen maar. Het
gaat erom ervaringen uit te wisse
len. In een groep die uit meer dan
twintig mensen bestaat, gaan de
kaken op elkaar en zegt niemand
meer iets". Waarbij het volgens
Kelder wél de kunst is om de deel
nemers openlijk met elkaar aan
het discussiëren te krijgen. Want,
oei, het is voor vele verenigingsbe
stuurders vaak een hele stap om
de opbrengst van de advertenties
in het clubkrantje te „verraden".
Of de jaarlijkse begroting aan con
currerende verenigingen te laten
zien. „Maar na één avond is dat
meestal wel opgelost", aldus Kel
der. „Het gebeurt me regelmatig
dat één van de deelnemers de
complete administratie van z'n
vereniging op tafel legt. Tja, dan is
het doel het van elkaar leren
prima bereikt".
Over de heg
Staat het bij-elkaar-over-de-heg-
kijken hoog op het prioriteiten
lijstje van Kelder, voor het bij
sturen van de cursisten zijn ook
ervaren docenten in de arm geno
men. Dank zij een intensieve bege
leiding van de Sportraad kunnen
ze de vrijwilligers een eind de goe
de richting in helpen. Bovendien
behoort bij elke cursus een spe
ciaal boek, waardoor de toch korte
tijdsduur van elke cursus (thuis)
een goed vervolg\ kan krijgen.
Kelder: „De clubman moet het ge
voel hebben er iets aan te hebben
gehad. Niet vertrekken met de
idee: had ik maar achter m'n sten
cilmachine gestaan, dan had ik
m'n avond nuttig besteed. We sla
gen er altijd in dat gevoel over te
brengen".
De „lessen" kosten plusminus der
tig gulden, waarbij vaak een sport
bond nog wel te hulp wil schieten.
Naast deze bijspijker-cursussen
verzorgt de Sportraad ook twee
(veel tijdrovender) programma's
die niet zozeer informatief bedoeld
zijn, alswel leren les te geven. De
cursus voor sportrecreatie-leider
(zo'n tachtig lesuren) en de cursus
„Meer bewegen voor ouderen
gymnastiek en spel" (90 uur). Aan
die beide onderdelen zijn officiële
examens verbonden, in tegenstel
ling tot de eerder genoemde les
sen.
Kelder: „Bovendien is het altijd
mogelijk een programma op maat
gesneden te maken. De laatste tijd
is er bijvoorbeeld veel belangstel
ling voor beleidsontwikkeling en
marketing in vrijwilligersorganisa
ties. Nou, als er straks een hoop
mensen op die specifieke onderde
len iets willen leren, kunnen ze
gewoon bij ons aankloppen. Wij
zorgen er dan wel voor dat ze een
hoop informatie voorgeschoteld
krijgen".
Voor informatie: Stichting Provin
ciale Sportraad Zuid-Holland, Arc-
kelweg 30 Poeldijk, tel. 01749-
4 49 40.
door FRITS BROMBERG
Er bestaat alleen geen cursus
in luibuizen; in de rest is
voorzien. Voor vrijwel alle
leeftijden is in alle
categorieën wel een creatieve
cursus te vinden of, voor wie
het woord cursus te
spoedeisend klinkt, een
opleiding.
HCT-Volksuniversiteit aan de
Boylestraat 20 in Den Haag gros
siert erin, evenals het Centrum
voor Kunstzinnige Vorming aan
de Juffrouw Idastraat én het Insti
tuut voor Beeldende Vorming aan
de Haagweg in Rijswijk. En dan
zijn er nog honderden particuliere
kunstenaars - nog niet eens de
piano- of viooldocenten - die in
bescheidener omgeving een gede
gen opleiding kunnen geven.
Voor het geld hoeven belangstel
lenden het niet te laten, zeker niet
wanneer zij zich aanmelden bij de
grotere trefpunten. Richtlijnen zijn
niet te geven, gezien de verschil
lende aantallen lessen per cursus.
Maaf wie de brochures doorbla
dert, krijgt wel een vage indruk:
ruim een tientje per avond cursus.
Niet per uur, per avond. En soms
goedkoper. Een willekeurige
greep: ƒ265,- voor 33 avonden of
ochtenden tekenen en aquarelle
ren is natuurlijk geen geld. Of in
tien beurten toneelteksten leren
schrijven voor ƒ95,-.
Naarmate de vrije tijd toeneemt,
ontstaat kennelijk ook de behoefte
daar iets zinnigs mee te doen; het
volgen van een cursus is daarvoo*
een uitstekend middel, of het nu
om een taal gaat, een algemene in
teresse of iets creatiefs.
„Maar ik heb geen talent!" Dat
zeggen sommigen die graag iets
willen ondernemen, maar op z'n
puur-Hollands er niet goed aan
durven te beginnen. Hoewel zij pas
weten over hoeveel talent ze (niet)
beschikken na afloop van die cur
sus. Dat het dan best mee blijkt te
vallen, is vers twee. Overigens be
weert een cursus-brochure in een
artikel volkomen terecht, dat geen
enkele kunstenaar van zichzelf zal
zeggen dat hij talent heeft. „Dat
zeggen anderen, om die kunste
naar op een voetstuk te plaatsen".
Leeftijd
Over talent bestaat alleen het
grapje over de bekende dichter die
onder elk werk schreef: 'Goet he'.
Het volgen van een cursus blijkt
niet strikt aan leeftijden te zijn ge
bonden. In sommige gevallen zijn
cursussen echt bestemd voor jon
geren vanaf 12 jaar of voor ieder
een, daarna gelden alleen de cate
gorieën beginners en gevorderden.
Maar altijd blijkt dat het hebben
van enig talent volstrekt onderge
schikt is aan motivatie; als die er
niet is, wordt eventuele aanleg er-
gens voor onbruikbaar nutteloos.
Andersom werkt het wel. Het
Centrum voor Kunstzinnige Vor
ming is hier heel duidelijk in:
„Een kind met aanleg - maar hier
had ook kunnen staan 'volwasse
ne' - is bepaalde technieken
eerder meester dan andere kinde
ren (volwassenen) van dezelfde
leeftijd". En aanleg in combinatie
met motivatie, wérkt natuurlijk
helemaal lekker. Al behoeft niet
iedereen kunstenaar te worden.
Het VKV: „Creatieve mensen
kunnen zich heel goed ontwikke
len als ze over voldoende motiva
tie beschikken. Maar het is on
waarschijnlijk dat ze tot kunste
naars uitgroeien als ze te weinig
talent hebben".
Maar de creatieve centra zijn er
niet op uit om brave burgers in te
nemen om een aantal jaren later
kunstenaars af te leveren. Uit
gangspunt was en blijft mensen te
leren ontwikkelen wat ze instinc
tief 'wel leuk vinden' om te doen.
Waarbij komt dat een beroepsop
leiding weer elders kan worden
gevolgd.
Overzicht
Het Centrum voor Kunstzinnige
Vorming en het Haags Cultureel
Trefpunt geven beide uitvoerige
brochures uit, waarin alles staat
wat een geïnteresseerde kan inte
resseren, rubrieksgewijs, met op
gave van kosten, cursus-uren en
tijden. Met een opvallend actuele
lezing bij de HCT op 29 november
over de Duitse eenwording. Om
maar wat te noemen. En er valt
onnoemlijk meer te noemen over
beeldende cursussen, dans en dra
ma, literatuur, foto, film en video
en muziek, lezingen en algemene
cursussen en wat niet al. Wanneer
het waar is dat ieder mens wel er
gens talent voor heeft, dan valt dat
talent in Den Haag wel ergens te
ontwikkelen. Oók de kunst van
origami: vouwen met mooi ge
kleurd en gevlamd papier op een
Japanse manier. En wie had daar
nu van gehoord; maar in Den
Haag té er les in.