„Alcohol is hèt jeugd- probleem" Leven van een kind Brazilië ƒ75 waard in JONGEREN STEEDS VAKER DOELWIT DOODSESKADERS EcidócSouoaiit BINNENLAND ÉeidócSomam zaterdag 4 augustus 1990 pagina door Jo Wijnen De Ondergant BRUSSEL De fax-machii zal er wel aan te pas zijn gekomen zijn. Men ziet het v zich: een leidinggevend of politiek verantwoordelijk Brussels functionaris, het zw in zijn borsthaar, het eerste vuurrrood op zijn schouders, krijgt aan de rand van een Zuideuropees zwembad een aangereikt van een hotelbediende. De fax is een afdruk van een artikel dat Duitse weekblad Der Spieg gedurende de hittegolf aan Brussel wijdde. De arme functionaris leest het stuk, wordt nu ook wat roder ron de konen, zwaait dreigend ei naar adem happend met het artikel in de richting van vrouw en kinderen en snelt vervolgens naar de eerste de o] beste telefoon om de zakelijl 0j en politieke vriendjes in de thuisstad te bellen. Paniek „Zelfmoord van de stad", he het artikel, waarin Brussel dt de mangel van de Duitse grondigheid wordt gehaald. „Hoe de hoofdstad van Belg zichzelf vernietigt", kondigt inhoudsopgave aan. Daar is Brussel dan: een prachtige, oude stad die evenwel door taaltegenstelingen, corruptie, machteloosheid, malheur, ambtenarij, gebrek aan goed plannen, makelaarsterreur het latente anarchisme van inwoners ten gronde wordt gericht. Een stad waar de internationale bedrijven zich het zicht van 1993, neerlaten bijen op een met marmelade gesmeerde boterham, met ongebreidelde kansen ei mogelijkheden, die evengoed alles over de balk gooit wat heeft, tot haar eigen inwone. toe. Een stad die onbetaalbat en onbewoonbaar dreigt te worden, een stad die de i controle op zichzelf volkomi heeft verloren. 1 ar De Brusselse bestuurder aanb< rand van dat zwembad is hf natuurlijk heel kwaad op De A Spiegel en neemt zich voor brief op poten naar de hoofdredactie te schrijven, di plaatselijke correspondent op zijn verdieping te ontbieden interventie te verzoeken van des konings ambassadeur in Bonn. Maar toch: Brussel is inder&\ di de urbane verstikkingsdood nabij. Je ziet het aan de grot dingen, je merkt het aan de kleine. Als je in zekere stadsdelen een identiteitsbev nodig hebt, moet je in de vrot K ochtenduren al in de rij gaai staan om tenslotte van een onwetende ambtenaar te hoi te krijgen dat een van zijn onwetende collega's je gisten toen je ook al uren wachtte, verkeerd heeft voorgelicht. 1 is een van de kleine dingen t je merkt. De grotere dingen i je ziet zijn nog schokkender: speculatie, de afbraak, de ontreddering van complete woonwijken, de aan stukken gereden straten, het chagrijn de formulieren, de stempels, loketten, de totale demotivering. Het is daar heeft Der Spiegel gelijk in - een vorm van zelfvernietigii van wat een van de mooiste best leefbare steden van Eurt zou kunnen zijn. Maar ach, historische panden, schitterende straten en wijkt waar mensen nog gelukkig worden afgebroken om ruim te geven aan werkelijk spuuglelijke gebouwen, aai patserige ambities van een ontziend grootkapitaal. In Brussel wordt in feite alles r een slopershamer opgelost. De mensen die het betalen kunnen, vluchten naar bui te verstoppen de prachtige dorp in de wijde omgeving, laten zich neer in de laatste stukki i; groen en belasten vervolgens de verkeerswegen naar de st 2 die de forensen op haar beui weer genadeloos afstraft met eindeloze opstoppingen en fil In Brussel gelooft men nog in de auto en dus omhelst m hier de chaos met de typisch blijmoedigheid die altijd aan laatste adem voorafgaat. Ot zoals Der Spiegel constateert „Op de een of andere manies en op het allerlaatste mornet vind men hier altijd een noodoplossing of een compromis, hoe smerig dat vaak is". Dat is inderdaad t bijna perfecte omschrijving v wat „de Brusselse Geest" mi, worden genoemd. bestuurder schreeuwt nu dot de telefoon. Maar als hij stri weer bij vrouw en kinderen onder de parasol zit, heeft zi, heilige verontwaardiging plaatsgemaakt voor het besei j, dat Der Spiegel-storm wel wf c zal overwaaien en hij en zijn. handlangers gewoon weer tii{ 2 gang kunnen gaan. Want zov] s is zeker: de ondergang van g stad is voor een kleine groep. s Brusselaars een zeer lucratie\ e aangelegenheid. Daarom map en zal ze niet worden gestopv RIO DE JANEIRO Doodseskaders in Brazilië die worden gehuurd om „sloppenwijken schoon te vegen" maken zich vol gens mensenrechtenorga nisaties in toenemende mate schuldig aan het martelen en doden van straatkinderen, vaak met steun van de politie. Medewerkers van organisaties die in Brazilië kindermishan deling in kaart brengen, zeg gen dat jaarlijks honderden misdeelde en straatarme min derjarigen worden vermoord. De politie martelt en ver kracht jongeren en verricht il legale arrestaties onder kinde ren, aldus Amnesty Internatio nal in een kortgeleden ver schenen rapport. De doodseskaders doken in Brazilië voor het eerst op in de jaren zestig. Aanvankelijk hadden zij het vooral gemunt op tegenstanders van het toen malige militaire regime, maar hun acties zijn sindsdien steeds meer gericht op het vermoor den van misdadigers. De eska ders bestaan meestal uit ge pensioneerde politiemannen en agenten buiten dienst, die ontevreden zijn over de slech te resultaten van de reguliere misdaadbestrijding. Waarnemers maken zich ech ter zorgen over het toenemen de aantal minderjarigen dat in het hele land, met name in de grote steden, ten slachtoffer valt aan de illegale moordbri gades. „De toestand is nog nooit zo erg geweest. Kinderen worden neergeschoten zonder dat hun ook maar een vraag wordt gesteld, alsof het om wilde honden gaat", zegt Ro- drigo Sousa Filho, medewer ker van de Nationale Bewe ging voor Straatkinderen in de staat Rio de Janeiro. Corruptie In de wreedheden weerspie gelt zich de armoede, het ont wrichte gezinsleven en de cor ruptie bij de politie die de af gelopen tién jaar sterk zijn toe genomen, mede als gevolg van de zwaarste economische crisis in Brazilië sinds tijden. Brazi lië kampt met een huizenhoge inflatie, heeft een buitenlandse schuld van 114 miljard dollar en ziet zich daardoor volgens Sousa Filho genoodzaakt te be zuinigen op onderwijs en soci ale programma's voor kinde- Een in maart verschenen rap port van Unicef becijferde dat 60 miljoen Braziliaanse kinde ren in uiterst armoedige om standigheden leven. Twaalf miljoen kinderen moeten zich geheel op eigen houtje op straat zien te redden. Zelfs kinderen van vijf jaar oud worden vaak uit een gezin weggestuurd en op straat ge dumpt, zegt Pedro Mendez van een andere hulpverleningsor- anistaie voor mindeijarigen. ommigen van hen komen te recht in de slecht bewaakte en armoedig geoutilleerde tucht huizen, maar verblijven daar niet lang omdat ze weten te ontsnappen of spoedig mogen vertrekken omdat er eenvou dig te weinig plaats is. Om te overleven worden de kinderen bedelaar of leggen zich toe op winkeldiefstal. Het duurt meestal niet lang voor ze in de gaten krijgen dat er veel meer te verdienen valt door te gaan werken als plaat selijke drugskoerier of zich bij andere misdaadbendes aan te sluiten. Omdat jongeren onder de achttien niet voor het ge recht kunnen worden gedaagd zijn zij bij de bendeleiders zeer geliefd. Jongeren worden daarom ingeschakeld bij ont voeringen, bankberovingen en transacties in de cocaïnehan del, zegt Mendez. In de strijd tegen de toene mende criminaliteit schakelen winkeliers doodseskaders in die bereid zijn dieven en ande re criminelen van alle leeftij den om zeep te helpen. Vol gens een politieman kunnen kinderen die zich schuldig ma ken aan kleine winkeldiefstal len tegen betaling van onge veer 75 gulden worden ver moord. Het uitschakelen van een jongere die in drugs han delt of aan het hoofd staat van een jeugdbende kost tegen de duizend gulden. Zwart Bij de keuze van de slachtof fers laten de opdrachtgevers zich vaak leiden door rassen vooroordelen. Een studie van Frits Wafelbakker: „Drugsgebruik is nauwelijks meer een jonge- renprobleem. Het zijn vooral mensen tussen twintig en veertig die daar moeilijkheden mee hebben", foto: Stephen evenhuis heel lang tien a vijftien, èlk jaar weer. - Doodgeranselde peuters of kleuters, je kunt het je niet voorstellen, maar het komt voor! Doorgaans komt daarvan maar heel weinig in de publiciteit. Gelukkig maar, want de details ervan zijn meestal te gruwelijk om op te schrijven". „Soms krijgen schoolartsen tips van leerkrachten dat er iets met bepaalde kinderen aan de hand is. Het is op zich prachtig als onderwijzend per soneel op de gezondheidstoe stand van de leerlingen let en allerlei ongerechtigheden sig naleert. Ik zöu ook graag wil len dat dat veel vaker gebeur de, maar ja, kun je dat wel al lemaal van de leerkrachten vragen? Ze hebben al zoveel aan hun kop. Moeten ze dan ook nog leren om signalen van mishandeling, incest, gebruik van alcohol en drugs of psy chische moeilijkheden op te vangen? Dat is een vraag waar ik niet uit ben". Geslachtsrijp In de twintig jaar van zijn werk als inspecteur Jeugdge zondheidszorg heeft Frits Wa felbakker de jongeren van Ne derland in diverse opzichten zien veranderen. „De meest opvallende veranderingen be treffen de lengte en de ge slachtsrijpheid", zegt hij op vriendelijk-docerende toon. „Pubers van nu zijn gemiddeld een centimeter of drie langer dan kinderen van, pakweg, de jaren zestig. En wat de ge slachtsrijpheid betreft: veel meisjes worden tegenwoordig al in de laatste klas van de ba sisschool voor het eerst onge steld. Ik mag hopen dat men inmiddels op die scholen hier voor de nodige voorzieningen heeft getroffen. In de jaren zestig menstrueerde een meisje meestal pas voor de eerste keer op veertienjarige leeftijd. Grofweg is die grens dus per decennium een jaar naar bene den gegaan. Bij jongens zie je trouwens ook zo'n sprongetje naar voren: ze krijgen eerder iets mannelijks over zich dan we vroeger gewend waren". De oorzaak van deze verschui vingen ligt volgens Wafelbak ker in de toegenomen wel vaart. „Je ziet het niet alleen bij de jongeren, ook bij de Ne derlander in het algemeen. Langer en steviger van bouw, eerder seksueel rijp en tot op hogere leeftijd seksueel actief. Dat proces blijft natuurlijk niet ten eeuwigen dage door gaan; dat vlakt weer af. We merken die veranderingen nu zo duidelijk omdat de welvaart bij ons na de oorlog explosief is gestegen. Dat heeft een zeer positieve invloed gehad op onze gezondheid. Diverse kin derziekten zijn overwonnen, we hebben meer geld voor ge zonde voeding, we hebben meer vrije tijd om uit te rus ten, ons af te reageren en aan sport te doen. En niet te verge ten: de gezinnen zijn kleiner geworden. Nog altijd zie je dat in grote gezinnen de gezond heidstoestand van de kinderen vaak achterloopt op het ge middelde. Hoe meer mondjes gevoed moeten worden, hoe lager het peil van welzijn en gezondheid. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar meestal gaat die stelling op". Alcohol Tevreden constateert Frits Wafelbakker dat de gezond heidstoestand van de Neder landse jeugd over het alge meen goed is. „We staan wat dat betreft heel hoog op de wereldranglijst. Maar er zijn wel enkele gevaren die de jeugd bedreigen. De welvaart heeft immers ook z'n nadelen. Het grootste gevaar is momen - teel het alcoholgebruik. Nee, niet de drugs! Dat was een jaar of tien, vijftien geleden de grootste risicofactor. Drugsge bruik is nauwelijks meer een jongerenprobleem. Het zijn vooral mensen tussen twintig en veertig die daar moeilijkhe den mee hebben". „Alcohol, dat is de ergste boos doener waar de jeugd tegen te vechten heeft. Onderzoeken wijzen uit dat het alcoholge bruik van jongeren tussen de vijftien en twintig de laatste paar jaar schrikbarend is ge stegen. Bovendien drinkt de helft van de kinderen ónder de vijftien af en toe alcohol. Hier ligt een zeer belangrijke taak voor de ouders. Het is het oude liedje van het goede voorbeeld geven. Je hoeft je kinderen niet helemaal droog te zetten, maar leer ze asje blieft matigheid! Als je het mij vraagt mag de politiek hier trouwens ook niet achterblij ven. Alcoholreclame op televi sie moet verboden worden, vind ik, net zoals dat met ta baksreclame is gebeurd". „Het roken onder de jeugd neemt gelukkig af. De cam pagnes die tegen het roken zijn gevoerd en ook het verbod op televisiereclame hebben daaraan een wezenlijke bijdra ge geleverd, daar ben ik van overtuigd. Toch is roken uiter aard nog wel een gezondheids risico voor de jeugd te noe men, maar gelukkig net als drugs een risico dat flink af neemt. Als we het over de gróótste gevaren van dit mo ment hebben, dan zijn dat na alcohol, in willekeurige volg orde: verkeerde voeding, ge brek aan lichaamsbeweging en onveilig vrijen". Ongezond eten Ondanks de welvaart, de rui me beschikbaarheid van ge zonde voeding en een breed scala aan recreatiemogelijkhe den hebben heel wat jongeren nog de neiging ongezond te eten en te weinig te bewegen. Vooral de combinatie van die twee komt het opgroeien tot gezonde volwassene niet ten goede, legt Wafelbakker uit. „Hoe ging die kreet ook al weer, die we jaren geleden over de voeding hebben gelan ceerd?", zegt hij, peinzende blikken werpend op de rond om hem staande zuilen van rapporten en nota's. „O ja, ZZVV, dat was het! Te zout, te zoet, te veel, te vet. Het is goed om jongeren daar regelmatig met de neus op te drukken. Ik heb een keer in een radiopro gramma gezegd dat frikandel- len vieze dingen zijn, dat het rotzooi is. Het regende reac ties! Boze frikandellenfabri- kanten, bezorgde ouders, enzo voorts. Er werden zelfs ka mervragen over gesteld". Over veilig en onveilig vrijen wil de gepensioneerde inspec teur op dit moment niet zoveel zeggen. Hij is namelijk betrok ken bij een grootscheeps on derzoek onder 12.000 Neder landse jongeren over de seksu ele omgang met elkaar. In het najaar worden de resultaten daarvan gepubliceerd. Daarin zal ook in staan hoe jongeren denken over condooms en in hoeverre deze voorbehoeds middelen worden gebruikt. „Nee, ik verklap nog geen cij fers want dan is de lol eraf. Het enige dat ik kan zeggen is dat er nog heel wat moet ge beuren, wil condoomgebruik een vanzelfsprekende maatre gel worden bij het vrijen met wisselende partners. Zo ver zijn we nog lang niet. Ik kan me best voorstellen dat ie mand het niet leuk vind een condoom te gebruiken, maar ach er is toch ook een leuk spelletje van te maken, als on derdeel van de vrijpartij?" Weemoed Met een flinke dosis weemoed trekt Frits Wafelbakker dezer dagen de deur van zijn werk kamer op het ministerie achter zich dicht. Niet alleen omdat hij altijd veel plezier in zijn werk heeft gehad, maar ook omdat er geen opvolger is die de fakkel van hem overneemt. Door een interne reorganisatie komt de inspectie jeugdge zondheidszorg te vallen onder de afdeling 'Moederschapszorg en kinderhygiëne'. Wafelbak ker vreest dat daardoor de vinger van de overheid wel licht wat losser aan de pols van de jeugd zal worden ge houden dan voorheen. Zelf laat hij de jeugd voorlopig nog niet los. Wafelbakker is vast van plan de komende tijd nog een aantal publicaties over zijn oude werk het licht te doen zien. Bovendien gaat hij nog gedurende een jaar of twee anderhalve dag per week werken voor het Nederlands Instituut voor Sociaal-Seksuo- logisch Onderzoek. Voor het vervaardigen van maskers en poppen, nog altijd zijn hobby, zal dan ook nauwelijks extra tijd beschikbaar komen, zo vermoedt hij. Pas als Wafel bakker heleméól ophoudt met werken, gaan de poppen echt weer aan het dansen. DICK VAN RIETSCHOTEN het Braziliaanse Instituut voor Sociaal-Economische Analay- ses heeft uitgewezen dat 82 procent van de door doodses kaders vermoorde kinderen zwart is of van gemengd ras. „Als een straatkind blank is wordt het al snel lief of zielig gevonden. Maar een donker kind is meteen een drugsdea ler en een dief", aldus Paulo Rios, medewerker van de Bra ziliaanse Liga voor de Be scherming van de Mensen rechten. Maar ook voor de politie zijn de jeugdige getuigen niet vei lig. De politie martelt geregeld kinderen die getuigen waren van een misdrijf om informa tie los te krijgen over de da ders. Soms eisen agenten een geldbedrag in ruil voor de be lofte een kind verder met rust te laten. Politiefunctionarissen die kinderen hebben gemar teld of gedood worden volgens mensenrechtenorganisaties zelden of nooit vervolgd. Ar restatie van leden van doods eskaders is praktisch onmoge lijk omdat getuigen vanwege dreigementen altijd hun mond houden, als ze al niet waren vermoord. Salamander on the rocks Niet alleen mensen hebben het dezer dagen warm. Ook deze Mexicaanse slamander, de Axolotl, heeft er last van. Daarom stopt men ijsblokjes in het water waarin hij in Artis leeft. Normaal leven de dieren in de bergmeeren van Mexico, waar de tempera turen niet zo hoog oplopen. foto: anp FRITS WAFELBAKKER ZEGT JEUGDGEZONDHEIDSZORG VAARWEL DEN HAAG Eigenlijk had de eenendertigste juli zijn laatste werkdag op het ministerie van WVC moeten zijn, maar daar is het niet van gekomen. Met een berustend gebaar wijst Frits Wafelbakker naar de baaierd van pape rassen op zijn bureau en in de uitpuilende wand kasten. „Dat moet alle maal nog uitgezocht en opgeruimd worden. Maar ach, wat maken die paar daagjes extra nou nog uit?" Ruim twintig jetar was de arts Frits Wafelbakker degene die namens de overheid toezicht hield op de gezondheid en het welzijn van de Nederlandse jeugd. Als inspecteur Jeugdge zondheidszorg en adviseur van vele ministers en staatssecreta rissen van volksgezondheid ontwikkelde hij zich in die pe riode tot een soort goeroe op zijn vakgebied. Werden er te levisieprogramma's gemaakt of congressen georganiseerd over thema's rond jongeren; Frits Wafelbakker was er bij na altijd bij. In doorgaans on gezouten en onverhulde be woordingen strooide hij twee decennia lang met meningen, feiten en cijfers over de bloem 'der natie. Tot ver over onze landsgren zen werd de naam Wafelbak ker een begrip, want 'die Hol lander' toonde zich niet alleen een groot deskundige waar het ging om lijf en leden van vier- tot negentienjarigen, hij kon ook altijd zo mooi zeggen wat hij bedoelde. Studeren Kort na de oorlog leek het met de carrière van Wafelbakker niet veel soeps te worden. „Ik studeerde medicijnen, maar daar kwam weinig van te recht. Mijn grote hobby, het maken van poppen en mas kers, slokte zoveel van m'n tijd op dat ik nauwelijks op schoot. Op een gegeven mo ment zei m'n vader: „Bekijk het maar, ik betaal geen cent meer voor je studie". Uiteinde lijk heb ik er bijna tien jaar over gedaan. Het grootste deel van m'n studiekosten heb ik zelf betaald met geld dat ik verdiende als poppenkastspe ler". De jonge arts ging werken in het Wilhelmina-gasthuis in Amsterdam, waar hij zich be gon te bekwamen als röntge noloog. Dat beviel hem echter niet zo goed. Hij besloot terug te gaan naar de collegebanken in Leiden om daar de studie richting sociale geneeskunde te volgen. Tijdens deze aanvul lende opleiding, die hij zonder poppenkast voltooide, was Wa felbakker onder meer als schoolarts werkzaam. „Schoolartsen spelen een ui terst belangrijke rol bij de ge zondheidszorg voor kinderen", meent Wafelbakker. „Als er iets aan een kind schort, ko men zij daar vaak het eerst achter, eerder dan de huisarts, de ouders of de leerkrachten. Het gaat daarbij heus niet al tijd om ernstige aandoeningen. Zo kan het gebeuren dat een schoolarts een kind wat aan de magere of slappe kant vindt of dat-ie bij een kind een ver keerde lichaamshouding con stateert. Dan moet zo'n arts aan de bel trekken en probe ren te bereiken dat die jongen of dat meisje beter en gezon der gaat eten of aan sport gaat doen. Wie bijvoorbeeld een neiging heeft tot kromlopen, kan onder meer door volleybal z'n houding heel goed corrige ren. Prima sport voor de strekspieren!" Kindermishandeling Soms komt een schoolarts heel vervelende, trieste dingen te gen, zoals sporen van kinder mishandeling. Dan moet er een vertrouwensarts ingescha keld worden en in een later stadium wellicht ook de poli tie. Wafelbakker: „Kindermis handeling en ook seksueel misbruik van kinderen komt veel meer voor dan we ooit dachten. Het was aan het be gin van de jaren zeventig staatssecrecretaris Kruisinga van volksgezondheid die daar het eerst nadrukkelijk de aan dacht op vestigde. Heel goed van 'm! Vóór die tijd werd het onderwerp vaak doodgezwe gen of gebagatelliseerd". „In 1972 gingen de eerste ver trouwensartsen aan het werk. In die tijd hadden we bijna zeshonderd meldingen van kindermishandeling per jaar. Nu zijn het er jaarlijks maar liefst achtduizend! Denk nu niet dat het verschijnsel is toe genomen, want kindermishan deling is van alle tijden. Ik denk dat het een vrij constant gegeven is, waar steeds meer van aan de oppervlakte komt. Hoe groot het aantal gevallen in werkelijkheid is, weten we niet. Wat we wèl vrij exact weten, is hoeveel kinderen jaarlijks de dood vinden door mishandeling. Dat zijn er al SUSKE EN WISKE DE KLEINE POSTRUITER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 4