'We zijn op
weg naar
een nieuw
type mens'
CcicUcGouaarit
IV
Huiltoont je mag niet meer
Paus dagelijks te beluisteren via telefoon
kerk
wereld
Rouwbericht
Epilepsie?
GEESTELIJK LEVEN/OPINIE
CeidaeSomout
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1990 PAGINA 2 IN
VATICAANSTAD Wie de stem van paus Johannes Paulus
II wil horen, hoeft sinds donderdag slechts naar de telefoon te
grijpen. Gelovigen uit de hele wereld kunnen dagelijks luiste
ren naar een andere boodschap en steunen daarmee ook nog
zijn werk.
De twee minuten durende toespraakjes van de paus zijn in het
Engels, Italiaans en Spaans te horen. Het Vaticaan heeft hier
voor een overeenkomst gesloten met het Britse bedrijf Global
Telecom, dat er volgens eigen zeggen zelf financieel niet beter
van wordt.
Wie vanuit Nederland 09-611-411-611 draait, krijgt eerst een
Engelssprekende man aan de lijn die, met luide orgelmuziek op
de achtergrond, aankondigt dat de beller op deze wijze zijn
sympathie toont voor het werk van de paus. De opbrengst van
het telefoongesprek is bestemd voor de „apostolische zending"
van Johannes Paulus, waaronder ook zijn vele buitenlandse
reizen moeten worden gerekend.
De boodschap van de paus zelf is van Nederland uit slecht te
verstaan. Wel was vrijdag te horen dat de Heilige Vader het
had over de vergeving van zonden, de opstanding van Christus
en het echte leven. Halverwege het gesprek kwam er echter
steevast een stoorzender op de lijn.
De verdienste benijdt
het succes, en het
succes houdt zich voor
verdienste.
Jean Rostand
door Marinus van der Berg
Een van de eerste beslissin
gen na een overlijden die ge
nomen moeten worden betreft
het bericht dat verspreid moet
worden. Daarvoor staan in
onze tijd meerdere wegen
open. De persoonlijke bericht
geving. Je gaat naar iemand
toe. Vroeger was dat heel ge
woon. De weg van de tele
foon. Een moeilijke weg waar
bij je kunt aarzelen hoe je dat
het beste kunt doen. Dan is er
de weg van de rouwbrief, vaak
rouwkaart genoemd en de
weg van de rouwadvertentie
die in de krant verschijnt. Veel
mensen zetten boven de aan
kondiging een tekst. Dat kan
een fragment uit een gedicht
zijn of een tekst die jezelf
maakt of een bijbeltekst of
eeh andere godsdienstige ge
kleurde tekst. Vooral als de
dood plotseling komt, begin
nen veel mensen daarover pas
na te denken als de uitvaart-
ieider de vraag stelt. Uitvaart
ondernemers hebben vaak
boeken bij zich met voorbeel
den waaruit je kunt kiezen.
Omdat je zelf vaak zo ver
doofd en overvallen bent, kun
je niet goed denken en je ziet
misschien nauwelijks welke
keuze je maakt. Zo verschij
nen er boven rouwadverten
ties teksten als: 'Wij moeten
zwijgen het is de wil van God.'
Of: .Rouwen is twijfelen aan
Gods wijsheid'. Of: 'God heeft
in zijn ondoorgrondelijke wijs
heid tot zich genomen.' Deze
teksten verschijnen vrij gere
geld zodat je de indruk krijgt
dat ze overgenomen zijn uit
de voorbeelden. Het maken
van een persoonlijke tekst is
niet gemakkelijk. Soms staan
deze teksten boven het rouw
bericht van mensen wier dood
als zeer tragisch wordt ge
voeld. De dood na een onge
val, een zelfdoding, een hart
stilstand. De dood van een
kind of een jong iemand. Zul
ke teksten roepen, zo heb ik
gemerkt, reacties op bij men
sen die zelf ook een groot ver
lies hebben geleden. Er ko
men dan reacties als: 'hoe kun
je dat nu zien als de wil van
God of als de wijsheid van
God.' Of er komen vragen op
als: 'Mag je dan niet opstan
dig zijn om de dood van ie
mand?' Er zijn steeds meer
mensen die niet kunnen gelo
ven in een God die de dood
en het lijden wil. Ik denk ook
zelf dat er te lang een God is
verkondigd die niet aan de
kant van de lijdende stond
maar aan de kant van het lij
den. Dat heeft geleid tot het
gezicht van God als een wrede
God? Dat lijkt me een te een
voudige conclusie. Ik vermoed
dat we meer tussen de regels
door moeten lezen: in momen
ten van ontzetting om wat er
is gebeurd, in momenten dat
je overstroomd bent door ver
driet, voel en kijk je anders.
Je leest dan ook anders.
Misschien lees je alleen 'het is
ondoorgrondelijk en niet te
begrijpen.' Misschien wil je al
leen je hoop uiten dat de an
der nu bij God is. Het kan ook
zijn dat je de keuze te snel,
onder haastdruk, uit handen
hebt gegeven en dat jezelf ei
genlijk de keuze niet hebt ge
maakt. Je kijkt in de krant van
gisteren en ziet een gelijke
tekst of je koerst op een ad
vies van de begrafenisonder
nemer. Achteraf had je mis
schien wel een andere keuze
gewild. Je kunt je ook afvra
gen of nabestaanden niet te
veel onder druk worden gezet
om maar een keus te maken.
Of dat de levensovertuiging
van een niet direct betrokkene
de overhand krijgt en niet die
van jezelf. Geloof kan zeker
een steun zijn maar het is ge
vaarlijk als er een tegenstel
ling gaat groeien tussen gelo
ven en het voelen van je pijn,
je verdriet, je opstandigheid,
je 'waarom...' Geloof vraagt
niet dat we sterk zijn en onze
rouw niet uiten. In veel psal
men wordt juist de wanhoop
en het verdriet geuit en is God
het adres tot wie de mens zich
wendt met haar of zijn ver
driet. In de boeken van de be
grafenisondernemers zouden
er misschien meer voorbeel
den kunnen komen van tek
sten die dit tot uiting brengen.
Ook de mensen die eerder
een groot verlies leden en nu
daarom nog rouwen worden
daarmee gesteund. Zij lezen
de rouwadvertenties met hun
ogen die anders zijn gewor
den.
Als veertiger trad hij uit zijn kloosterorde, huwde een
vrouw en speurde verder naar God: Wilfried Hensen uit
Bronkhorst, zeventig jaar. De Woodbrookers van Bar-
chem eerden hem onlangs met een 'Wilfried-nummer',
een keuze uit het gedachtengoed van een erudiet denker.
Hij is geen vlammend profeet, wel een gedurfd beschou
wer die zich door de doodsangst van zijn 'dubbelganger'
niet laat kisten. Van God heeft hij geen beeld, wel een
notie en (heel soms) een ervaring. Gesprek met een ge-
loofsavonturier, een levenslange zoeker naar de zin 'ach
ter de leegte'.
WILFRIED HENSEN (70), EEN
AVONTUURLIJKE GODZOEKER
BRONKHORST Wat
direct opvalt aan de ze
ventigjarige Wilfried
Hensen, eertijds uitgetre
den Dominicaan en thans
praktizerend dominee, is
de opgewekte soort rust
die hij uitstraalt. Als je
dat tegen hem zegt begint
hij bijna homerisch te la
chen, indachtig de tijden
dat onrust hem kwelt, dat
doodsdenken zijn dagen
in donkerte hult.
„Vanaf m'n jonge jaren speelt
de dood mij parten, vooral in
het najaar. Dan gaat er geen
dag voorbij of de dichtregels
van Gabriël Smit spelen door
me héén: De herfst keert
weer en ook de doden komen,
nemen hun intrek in haast ie
der ding... Toch ben tk aller
minst een doemdenker. Ik
houd van zon en licht, van
heldere kleuren en scherpe
contouren. Ik ben geloof ik
wel een opgewekt iemand, ze
ker voor de mensen om me
heen. Als ik het heb over
mijn doodsangst, over de be
klemming die de avond en de
nacht bij mij oproepen, dan
spreekt de dubbelganger in
mij. De man die op de vlucht
is voor de dood."
Zijn dubbelganger (te om
schrijven als de kern van zijn
persoonlijkheid) kwam Wil
fried Hensen op het spoor op
het Dominicuscollege van de
Nijmeegse Dominicanen. Af
komstig uit een katholiek ge
zin van liberaal-conservatieve
stempel, waarin de muzen ar
moe leden, beleefde hij daar,
in die broedplaats van gods
vrucht en roomse cultuur, zijn
beste ogenblikken bij het zien,
horen en ondergaan van kun
stuitingen.
Daar leerde hij hele reeksen
gedichten van buiten (Hölder-
lin, Rilke, Marsman), daar
ontdekte hij in het college-or
kest de rijkdom van Ravel en
Rachmaninov en daar ook er
voer hij de schoonheid van
het Gregoriaans. „Met die ge
dichten was ik dag en nacht
bezig. Als de anderen baden
in de kapel, knielde ik naast
hen en proefde, smaakte mijn
gedichten. Religie was eigen
lijk voor mij esthetica. Reli
gieuze ontroering had voor
mij alles te maken met een
bijna extreme gevoeligheid
voor het schone."
Jarenlang leefde hij als pries
ter in de Dominicaner orde,
met hart en ziel, zoals hij zelf
zegt. Terugkijkend vanuit zijn
mopumentale woonboerderij
in Bronkhorst, Neerlands
kleinste stedelijk museum:
„Het klinkt mogelijk wat aan
matigend, maar de hoogont
wikkelde geestescultuur van
de orde beantwoordde aan
mijn aspiraties. Ik leerde er
de clarté van de Frans-geo
riënteerde theologie en wijs
begeerte, ontwikkelde een
sterk historisch besef, een
warm gevoel voor het schone
spel van de liturgie."
En kwam die dubbelganger
ook aan zijn trekken? Glimla
chend: „Ja, die kon zich uitle
ven in lesgeven, preken,
voordrachten houden, veel re
dactioneel werk voor tijd
schriften. In dat werk had je
veel creatieve momenten
waarin je jezelf kon optrek
ken. Als een soort tegenwicht
van die vaak moeizame uren
in de biechtstoel, van al die
pastorale contacten waarbij je
vaak diep moest tasten in je
reservoir van plichtsbesef en
verantwoordelijkheidsgevoel.
En in m'n schaarse vrije tijd
schilderde ik graag. Daarin
vergat ik de hele kloosterwe
reld om me heen."
Crisis
Toen kwam de crisis? „Ja, die
kwam later, in mijn tijd als
studentenpastor in Nijmegen,
in het begin van de jaren zes
tig. Toen ben ik in een exis
tentiële geloofscrisis geraakt.
Ik voelde mij helemaal losra
ken van de kerk, waarvan de
sfeer mij al lange tijd beklem
de. Althans in de hogere re
gionen. Ik kon dat niet vol-
houen."
„Toen ben ik met instemming
van mijn orde-overste gaan
werken in een vormingscen
trum van de Woodbrookers,
eerst als stagiaire, om een
beetje op verhaal te komen,
later als vormingsleider. Daar
ben ik in aanraking gekomen
met de Remonstrantse Broe
derschap, een niet-dogmati-
sche geloofsgemeenschap
waarin ik me thuisvoel. Ik
ben er predikant voor de
Achterhoek, werkend vanuit
Doesburg."
Waarom kon u niet verder in
de rooms-katholieke kerk?
„Ik merkte gewoon dat wat ik
zei en schreef niet meer be
antwoordde aan zeg maar de
rechtzinnige kerkelijke leer.
Daar kwam ik mee in con
flict. Wat ertoe leidde dat ik
enkele malen bij kardinaal
Alfrink op het matje moest
komen. Ik ben niet iemand
die daar op den duur tegen
opgewassen is. Dat gaat je dan
opbreken, je voelt een soort
gespletenheid in jezelf waar je
niet mee leven kunt."
U kreeg een preekverbod?
Wilfried Hensen
„Nee, dat heb ik nooit gehad.
Maar wel allerlei vermanin-,
gen van de kardinaal."
Wat voor ketterijen predikte
u? „Nou ja, ketterijen. Het
waren allerlei dingen waar ik
het te kwaad mee had. De
Maria-dogma's, ik noem nou
maar iets. De kruisdood van
Jezus als verzoening voor de
zonden van de hele mens-
Dat zoenoffer is voor u geen
troost meer? „Jawel, maar ik
ben dat toch anders gaan zien.
Niet zo exclusief. Niet zo dat
Christus eens en voor altijd de
zonden van alle mensen van
alle tijden heeft betaald. Dat
is een onlogische gedachte
waar ik niet mee uit de voe
ten kan."
Hij trekt een moeilijk gezicht
en vat zijn aarzeling in een
onzeker lachje: „Nu zitten we
zo theologisch te praten. Ik
denk niet dat u zulke dingen
in de krant kwijt kan."
Ik wimpel dat weg en ben
toch nog even benieuwd hoe
hij de figuur van Jezus ziet.
„Ik zie hem als soort lichtend
voorbeeld."
Hij vertelt de laatste jaren erg
veel studie te hebben gemaakt
van de joodse oorsprong van
het christendom. En tot de
overtuiging te zijn gekomen
dat Jezus heeft behoord tot
een chassidische stroming.
„Er zit een heel duidelijke
verwantschap tussen dat type
jodendom en het vroeg-chris-
telijke. Jezus was een charis
matische persoonlijkheid, een
rabbijn, met een bijzondere
invloed en betekenis."
Niet het gezicht van God?
„Wel voor ons christenen,
denk ik, de godsopenbaring
bij-uitstek. Voor mij de recht
vaardige."
Maar niet de exclusieve eeu-
wig-leven-verzekeraar? „Nee.
Wel voor mij degene die het
gelaat van God laat zien, aan
wie ik kan zien wie God is.
Door wie iets duidelijk wordt
van het mysterie van God."
Mysterie
Het mysterie God wat moeten
we ermee? In duizendtallen
bibliotheken is het raadsel be
schreven, maar wie heeft het
onthuld, wie heeft God erva
ren? In Zijn almacht gelooft
niemand meer, behalve mis
schien op de Veluwe; je kunt
met Hem geen oorlog meer
winnen, zelfs geen WK-voet-
balwedstrijd, ook al noem je
Hem Allah. De christelijke
rentmeesters helpen Zijn eni
ge aarde naar de knoppen en
Hij steekt geen poot uit. Niet
zo vreemd dat veel theologen
die God-almachtig dood ver
klaard hebben. Passé. Toch
zegt u de aanwezigheid van
die mysterieuze God te erva
ren. Waarin dan?
„Nou, ik denk vooral in de
liefde van mens tot mens.
Daarin is God. Je ziet die lief
de bijvoorbeeld in moeder Te
resa belichaamd. Dat vind ik
eigenlijk de bron, de menselij
ke liefde. Maar, en dat is mijn
mystieke instelling, je kunt
over God alleen maar in ne
gatieve termen spreken. Zoals
Meister Eckhart al zei: je kunt
alleen maar zeggen wat hij
niet is. Bij wijze van uitslui
ting. Alles wat je positief van
hem zegt, daar staat hij nog zo
ver boven."
„Ik zeg altijd: God is voor de
stilte achter de woorden. Je
kunt eindeloos veel over God
zeggen, maar pas als je naar
die stilte achter die woorden
luistert, dan raak je het mys
terie. Óf de leegte achter de
beelden, kun je ook zeggen.
Pas als je je bewust bent dat
het mysterie begint daar waar
de beelden ophouden, dan
raak je het Godsgeheim. En ik
probeer dat te beleven."
U bent die beeldenwereld
voorbij? Lacht lichtelijk be
trapt. „Je moet eigenlijk die
beelden durven los te laten,
alhoewel je ze voortdurend
nodig hebt, anders kun je niet
praten, wil je aan het eigenlij
ke Godsmysterie toekomen.
Maar met taal en theologie
kom je er niet uit. Het myste
rie laat zich niet in taal en
theologie vangen, dat gaat
daar bovenuit." Hij verwijst
naar het boek van de filosoof
Cornelis Verhoeven (Rondom
de leegte) dat hem indertijd
heel erg getroffen heeft. En
merkt op dat 'we weer bij
mystici als Johannes van het
Kruis te rade moeten gaan om
God weer een plaats te geven
binnen onze ervaringswereld.'
Wie God wil vinden, zo is zijn
bevinding, moet afstand doen
van de traditioneel geopen
baarde, heil belovende God.
Het klinkt mij in de oren als
een taal voor ingewijden, om
niet te zeggen als elitaire
mooipraterij. „Dat zeg ik ook
vaak: je hebt mooi praten. Zo
als ik ooit over die dubbelgan
ger in mij geschreven heb: hij
is een estheticus en esthetici
genezen een zieke cultuur
niet. Esthetici bestaan bij de
gratie van onze hoog-ontwik-
kelde industriële samenle
ving. Zij parasiteren op het
gezwoeg van hun medemen
sen. Zij stellen zich elitair op
en laten de rotzooi de rotzooi.
Ze lopen met een grote boog
om het leed en het lijden heen
FOTO: PERS UNIE
en passen er wel voor om met
Moeder Teresa een dodenstad
binnen te gaan of met Abbé
Pierre het lot van de armen te
delen. Eigenlijk is mijn dub
belganger een lafhartig, ego
centrisch, asociaal wezen."
Toch is Wilfried Hensen meer
dan zijn dubbelganger. Hij
probeert, zoals hij ergens
schrijft, in leven en werk ook
waarheid, goedheid en
schoonheid centraal te stellen.
(„Ja, met alle mislukkingen
van dien", reageert hij.) Ook
maakt hij zich, bijvoorbeeld
als inleider op de cursussen
van de Barchemse Woodbroo
kers, druk over de vraag hoe
we onze verloederende sa
menleving kunnen verande
ren, nieuwe hoop op beter
kunnen geven. Ernstig: „Ik
denk dat we op weg zijn naar
zo'n nieuwe mens, naar een
nieuw cultuurtype"
Maar waar blijven we dan
met de mens die geneigd is tot
alle kwaad? „Ja, hoe dat zit,
dat is natuurlijk een van de
diepste geheimen die we met
ons meedragen, van het
kwaad, de macht van het
kwaad. Er is inderdaad een
persoonlijke tegenstander van
God, een demon in mijzelf.
De oude theologie ging uit
van de gevallen engel. Waar
komt die macht dan vandaan?
Heeft God bewust een wereld
geschapen waarin het kwaad
een rol speelt? Vanaf de be
ginne? Ik weet het niet, ik
kom er niet uit."
Plotseling haalt hij vrolijk uit:
„Maar evenzeer als we ge
neigd zijn tot alle kwaad, zijn
we ook geneigd tot het goede.
Daar ben ik van overtuigd,
dat iedereen z'n geluk na
streeft. Maar dat vaak
verkeerd invult. Het in feite
in termen van het kwaad in
vult."
Zijn dat niet vrijblijvende
woorden van de man-van-
het-goede-leven? Allerminst
geërgerd: „Ja, een beetje wel
misschien. Ik probeer sober te
leven. Ik heb ooit de gelofte
van armoe afgelegd, alhoewel
ik wel erg mooi woon zoals u
ziet. We willen nu kleiner
gaan wonen, maar hebben
nog geen koper gevonden.
Nee, dat verhuizen heeft niet
zozeer te maken met sober
heid als wel met de werkdruk
van huis en tuin zo langza
merhand. Sinds onze zoon de
deur uit is leven we hier met
ons tweetjes. Terugkomend op
uw vraag: wat mij stoort is de
tegenstelling straatarm en idi
oot rijk. En het streven naar
alsmaar meer."
HOMME KROL
HANDLEIDING VOOR
BIJBELLEZING IN
KERKDIENST
DOORN Te theatraal, te
snel, te zacht, te hoog, te hard,
te hijgerig; er wordt tijdens
protestantse kerkdiensten wat
afgezondigd tegen de regels
van het bijbellezen. Dr. Paul
Oskam en ds. Arie van Herk
gaan er nu wat aan doen. Hun
boekje komt juist op tijd om
het groeiend aantal schriftle
zers in hun vak te bekwamen.
Effectbejag is voortaan uit
den boze. De' Schrift moet
weer uit zichzelf spreken.
Paul Oskam, één van de rec
toren van het hervormde se
minarie 'Hydepark' in Doorn,
ergert zich regelmatig aan de
kwaliteit van het bijbellezen
tijdens protestantse kerkdien
sten. "Enkele jaren geleden
merkte ik dat rooms-katholie
ke bijbellezers steengoed zijn.
Ze zijn getraind, hebben ge
voel voor de tekst, hun hou
ding is correct en lezen zelf
verzekerd. Bij ons is het alle-
In 1986 begon Oskam daarom
op het seminarie met een cur
sus schriftlezen. Daar ont
moette hij cursist ds. Arie van
Herk. Na enkele aanvullingen
van Van Herk op Oskams be
weringen over de menselijke
ademhaling, begon Oskam
nattigheid te voelen. Toen dus
bleek dat ds. Van Herk gedi
plomeerd logopedist was,
werd ook hij ingeschakeld
voor de cursus. Het tastbaar
resultaat van die samenwer
king is een handzaam leer
boekje, waarvoor Oskam de
theologische en Van Herk de
spraaktechnische kant voor
zijn rekening nam.
Volgens Oskam is de bijbel
een voorleesboek bij uitstek.
De oorspronkelijke tekst is
daar helemaal op gebouwd.
Bij het moderne lezen zwij
gend, met snel heen en weer
flitsende ogen komt de Bij
bel veel minder tot zijn recht.
Hardop is het beste. Maar he
laas is die kunst in de refor
matorische kerken flink ver
waarloosd, vinden Van Herk
en Oskam. De kerken hadden
vroeger aparte voorlezers
naast de predikant. Dat ambt
van lector is verdwenen,
maar maakt tegenwoordig
een sterke opmars.
Dat de schriftlezers van toen
hun plaats moesten ruimen is
geen ramp, vindt Oskam.
"Preekten de dominees in die
tijd al met een huütoontje, de
voorlezers moeten helemaal
niet om aan te horen zijn ge
weest".
Nu de weggesloopte voorlees-
bankjes langzaam terrein her
winnen in de kerken, wordt
het volgens Oskam en Van
Herk tijd om de regelen der
bijbelleeskunst onder predi
kanten en leken wijd en zijd
bekend te maken. Voor Os
kam zit daar meer achter dan
de bestrijding van gehakkel
alleen. Te vaak wordt volgens
hem de bijbellezing als slechts
een opstapje naar de preek
beschouwd. Pas bij de preek
rechten zich de ruggen en
wordt met doses pepermunt
de concentratie opgepept. On
terecht, schrijft Oskam. Een
preek is per slot van rekening
een tijdelijk iets, een wegwer
partikel. De Bijbel gaat eeu
wen lang mee. "Een kerk
dienst kan beter zonder preek
dan zonder bijbellezing".
Wat vaak fout gaat, is de spe
ciale toon waarin voorlezers
het gewijde woord menen te
moeten brengen. Citaten van
Jezus als 'wee u, wee u' of
'Martha, Martha' horen vol
gens de beide auteurs echter
niet zo zalvend, golvend of
betweterig te klinken als
meestal het geval is. Van
Herk: "Voorlezers willen het
zo graag goed doen, maar
doen het juist fout".
Niet alleen ouderen maken
zich schuldig aan 'kerklatijn',
•ook predikanten kunnen er
wat van. Er wordt wat met
accenten gevogeld, in zinnen
geknipt en met pauzes gesjoe
meld. Doe maar gewoon, is
Van Herks motto. Hij pleit
voor een gewone spreektaal
tijdens het lezen. "Niemand
zegt echt 'postzegel', maar
'possegel'. Voor bijbellezen
feldt dat ook".
chriftlezen moet niet ver
ward worden met declame
ren, vindt ook Oskam. "De
lector bemiddelt in een ont
moeting en is dienstbaar aan
de boodschap". Pathos en ef
fectbejag zijn wat hem betreft
uit den boze. "De tekst is zelf
zo sterk, daar is geen effect bij
nodig. Door het mooier te ma
ken, wordt het er alleen maar
minder van".
STEVEN EMMENS
Dr. P. Oskam en ds. A. van
Herk, 'Neem en lees. Gids
voor bijbellezers' (48 blz.).
Uitgave Narratio, Gorinc-
jem. Prijs 9,50.
Effecten Golfconf liet
De gewelddadigheden op het Arabische schiereiland heb
ben niet alleen Amerikaanse marineschepen en tarijke diplo- n
maten in beweging gebracht, ook kapitiaalstromen razen ime
sinds donderdagmorgen in een moorddadig tempo over deen
aarbol. Goud werd duurder, de dollar schoot omhoog zior^!
het in Amsterdam slechts tijdelijk de rente staat onder.
druk en op effectenbeurzen in Tokio, New-York, Londen eiij
Amsterdam werd verhit gehandeld. Het zijn de koortsstuipen ïkt
van een wereldeconomie die zich tracht te weren tegen eenlgis
nieuwe aanval op zijn gezondheid.
DEZE eerste heftige reacties in beurskringen en het zaken-.
en bankwezen berusten echter op niet veel meer dan specu
latie. Er wordt een hogere rente verwacht, dus brokkelen dj
obligatiekoersen af. Men neemt aan dat de olie duurde»
wordt, dus stijgen de noteringen van futures op de Rotterf
damse spotmarkt. Men vreest een escalatie van het GolfconI
flict, dus stijgen de opties op het veilig geachte goud. Effecl
tenbezitters veronderstellen dat de bedrijven waar zij aandel
len van bezitten het slechter gaan doen, dus doen zij hur|
stukken in de aanbieding.
Of deze speculanten ook gelijk krijgen moet blijken. Hunj
nerveuze bedrijf toont echter wel aan dat de Iraakse tanks ir|
Kuwayt wel degelijk hun lopen ook op de Westerse
dus ook de Nederlandse economie gericht hebben. TweJ
oliecrises hebben het in het verleden met wetenschappelijk^
voorspelbaarheid aangetoond: olie is het bloed van de econo-Jj
mie. Als de aanvoer stokt of de prijs stijgt, gaat de machinqj
moeilijker lopen.
Zowel consumenten als bedrijven die veel energie ver-B
bruiken krijgen het eerst de rekening gepresenteerd. Verl
wacht wordt dat de benzineprijs na dit weekeinde met maxi*
maal vijf cent zal stijgen. Bij energie-intensieve bedrijver!
de glastuinbouw, de transportsector, KLM, de staalindui
strie valt vroeg of laat een gepeperder energierekening iif
de bus. Deze bedrijven zullen gedwongen zijn hun prijzen te]
verhogen, waardoor de inflatie aanwakkert. ptj
NOG bedreigender dan deze opwaartse druk op de inflaties
is de schade die een oliecrisis toe kan brengen aan zoiets on-in n
grijpbaars als het vertrouwen in de economie. De crisis komtstei
wat dat betreft bijzonder ongelegen, omdat steeds meer eco-pns
nomen de laatste maanden speculeerden op een recessie in|eer
de VS. Als het vertrouwen in de economische groei taantu®1
gaan investeringsplannen het eerst de ijskast in, worden]
geldreserves veilig weggezet en trekken consumenten de!
broekriem aan. Het gevolg is dat precies datgene gebeurt!
waar men zo bang voor is: de economie krijgt een opdonder*
.rl
Nu is het niet allemaal kommer en kwel op aarde. Neder
land staat er, vergeleken met bijvoorbeeld onze oosterbuur
Duitsland, nog vrij goed voor dank zij onze schier onuitputte-ipp
lijke aardgasreserves. Omdat de aardgasprijs gekoppeld is)rn
aan die van olie, krijgt de NAM (en daarmee de Nederlandse
schatkist) meer geld voor zijn waar. Volgens het ministerie [e„
van economische zaken betekent elke dollar stijging van de^(
olieprijs een half miljard gulden extra aardgasinkomsten o;Ln
jaarbasis. Maar, zo tekenen economen onmiddellijk aan, da^
geld is ook hard nodig om de schade die de olieschok veroor-je
zaakt enigermate te ondervangen.
UITEINDELIJK draait alles om de vraag of de invasie ii
Kuwayt ook op lange termijn een aanzienlijk hogere olieprijsferl:
zal veroorzaken. Er zijn oliehandelaren die daar vooralsnogjjste
sterk aan twijfelen. Het gevaar voor een tekort aan olie is
elk geval voorlopig niet aanwezig, omdat alleen al Nederland]
voldoende brandstof heeft opgeslagen om tot het eind van di
jaar voort te kunnen. Bovendien levert Kuwayt slechts twe<
procent van de wereld-olieproduktie. Ook is niet geheel uit
gesloten dat buurland Saudi-Arabië de oliekraan weer een
tikje verder open zet om de prijs te drukken tot het in de 01
OPEC afgesproken prijsniveau (21 dollar per vat). Want Sau-
die-Arabië heeft er geen enkel belang bij dat agressor Irakjjli
ook financieel beloond wordt voor zijn inval in een vreed
zaam buurland.
val
Zet jezelf niet buitenspel
Nederland telt ruim 90.000 mensen met
epilepsie. Er is nog iets: de Epilepsie
Vereniging Nederland (EVN) bestaat 10
jaar. Zij is een belangenvereniging van
en voor mensen met epilepsie. Dit jaar
vinden vele regionale en lokale info
markten plaats. Waarschijnlijk
ook in uw omgeving. Kom
langs. Ruim 90.000 mensen
hebben epilepsie, zijn enige
nieuwe leden dan teveel
gevraagd? EPILEPSIE VERENIGING NEDERLAND
r\ r\
Voor alle informatie: w A
(030) 52.35.78. Of épilepsie en maatschappij
schrijf: postbus 9587, 3506 GN Utrecht.
ficldócSouAcmt
Uitgave: Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers).
Kantoor: Apotheker sdijk 34, Leiden.
Telefoon: 071 - 122 244.
Postadres: postbus 11, 2300 AA Leiden.
Hoofdkantoor: Koopmansstraat 9, Rijswijk.
Telefoon: 070 - 3190 933.
Postadres: postbus 9, 2501 CA 's-Gravenhage.
Abonnee service
Telefoon: 071 - 313 677 van ma. t/m vr. van 8.30 tot 17.00 u.
Nabezorging
Telefoon: 071 - 122 248
van ma. t/m vr. van 18.00 tot 19.00 u. op za. van 14.00 tot 15.00 u.
Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW.)
Bij automatische betaling: Bij betaling per accept-girokaart
per maand f. 24,85 per maand f. 25,85
per kwartaal 74,10 per kwartaal 75,10
per jaar f. 284,50 per jaar f. 285,50
Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan.
Advertenties
Informatie en tarieven over advertenties tel. 071 -122 244.
Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941.
Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijswijk
070 - 3902 702.
Bankiers
AMRO BANK NV 473 576 515
POSTBANK NV 663 050