1 inal Ie „Echte skunk voel je tussen je ogen" marihuana gfoeiboeb™ WIETOLOGISCH HANDBOEK Voor de buitenteelt ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1990 ROTTERDAM - „Peter", zoals we hem in dit verhaal maar moeten noemen, weet het nog goed. Z'n eerste stickie rookte hij nu al ruim 27 jaar geleden. „Op een zolderkamertje op Katen- drecht, met vier Surinaamse pooi ers om me heen. Doodsbenauwd waren we, zo illegaal was dat toen nog". Sindsdien is er veel veran derd. Het eens zo criminele verdo vende 'doorgeefsigaretje' is in Ne derland al lang niet zo verboden meer. Integendeel, wie heden ten dage de za ken eens wat ruimer wil zien, hoeft de plaatselijke „koffie-shop" maar binnen te lopen en de shit, grass, stuff, wiet of welke andere benamingen de hasj en marihuana ook mogen hebben, zijn vrij te koop. Rode Libanon, Zwarte Marok, Afghaan; afhankelijk van portemonnee en gewenst effect was er altijd de keus uit deze van verre landen binnenge smokkelde dope. Dat is nu wel even anders, weet ook Pe ter. Nederland heeft inmiddels zijn eigen welig tierende marihuana-cultuur, wat het gevaarlijke smokkelen uit verre oor den steeds overbodiger maakt. De „Ne derwiet", zoals deze stuff van eigen bo dem genoemd wordt, verdringt het bui tenlandse spul zelfs van de markt. En, belangrijker nog volgens Peter: „de smaak is beter dan van de beste soorten uit Californiê". Sinds die ene keer in Katendrecht is Pe ter in de „scene" blijven hangen. Kwe ken, dealen en, natuurlijk, gebruiken of tewel: „blowen". Voor een keten van koffie-shops werkt Peter tegenwoordig als „kwaliteitsdeskundige": „Beetje proe ven, contact met de klanten houden en de nieuwe lijnen en trends aangeven". Als geen ander weet Peter dan ook hoe de Nederwiet momenteel langzaam de wereld verovert: „Nog maar hooguit dertig procent van alle verkochte wiet in Nederland komt van buiten de grenzen, schat ik". Vroeger had Nederwiet iets zieligs, zegt de deskundige. Smakeloze plantjes, op gekweekt met inferieure hennep-zaadjes uit kanarie-voer. Tegenwoordig wordt het Nederlandse spul volgens Peter „ge roemd om z'n kwaliteit", het resultaat van „twintig jaar veredelen, roken, uit kiezen en de rest verbranden". Neder land is dan ook hét verdeelcentrum voor Europa geworden. „Let wel: wat de soft drugs betreft. Voor het zware spul moet je in Spanje zijn". „Rook het en je proeft het meteen: volle smaak en een goed effect", aldus Peter. Hij ziet dan ook een gouden toekomst voor de Ne derlandse wiet-cultuur. „Laatst in Lon den werd me Nederwiet aangeboden voor 35 Engelse pond per gram. Een gi gantisch bedrag. Hier betaal je vijftig piek voor vier gram. Ook niet weinig, maar vergeet niet: dat is puur roken. Dus geen afval meer van takjes die je al leen maar hoofpijn bezorgen". V rouwtjesplant Marihuana en hasj zijn afkomstig uit de hennepplant, de Cannabis Sativa. In Ne derland wordt de plant al vele tientallen jaren verbouwd, en dat is niet eens ver boden. De vezels van de plant staan be- DE OPKOMST VAN DE NEDERWIET Waterpijpen in de etalage van Warren Bros Advertising". kend om hun sterkte, vandaar dat de touw- en vezel-industrie er graag gebruik van maakt. De zaadjes van de plant be wijzen als vogelvoer al jaren goede dien sten aan menig volière-bewoner. Maar waar het sinds de jaren zeventig steeds meer ijverige tuiniers om gaat is het gehalte Tetrahydro-cannabinol (THC), de stof die de gemoedstoestand van de gebruiker aanzienlijk kan veraan genamen. De THC bevindt zich in de vingervormige bladeren die zo kunnen worden gerookt, gekauwd of meegebak- ken in een cake, maar aantrekkelijker nog is het stuifmeel vam de vrouwtjes- plant, dat samengeperst wordt tot de be kende donkerbruine hasj. Was het zelf kweken van hennep-plan tjes voorheen slechts een zaak van hob byisten, die met geheimzinnige trots een plantje of vier, vijf in de achtertuin kon den tonen, sinds enige jaren is het cir cuit van de thuiskwekers danig geprofes sionaliseerd. Volgens deskundige Peter*1 staan er in Nederland velden en kassen vol hennep-planten, bepaald niet be doeld voor de vezelproduktie. Goed ver borgen, want hoewel het geen hoge prio riteit heeft van Justitie, wil er in deze tijd van het jaar, wanneer de metershoge planten bijna rijp zijn voor de oogst, van overheidswege nog wel eens een veldje worden platgebrand. Bij tijd en wijle sijpelt een vangst door in de pers. Zo konden we vorige week vernemen van een geblindeerde flatwo ning in Rotterdam, die als enige bewo ners slechts enkele honderden hennep planten huisvestte. Niet zo zeer die vangst, als wel de situatie waarin de planten werden gevonden baarde opzien. De hennep bleek onder continu licht en warmte van speciale groeilampen te staan. Water kregen de planten op gezet te tijden via professionele irrigatiesyste men. Goed, de benedenburen kregen last van lekkages; een foutje in de uitvoe ring, maar de overige professionaliteit waarmee deze planten werden grootge bracht is volgens Peter kenmerkend voor de huidige Nederwiet-cultuur. Ho nderdenplantages Peter weet de meeste hennep-plantages in Nederland wel te vinden. Honderden moeten het er zijn, variërend van geblin deerde appartementen tot grootse velden in kassen. Flatjes zoals onlangs in Rot terdam opgerold zijn doorgaans in bezit van kleine koffie-shops, weet Peter. De grote ketens zoeken het meer in hele kassen. Natuurlijk wil Peter er geen aanwijzen, maar iets wil hij wel kwijt over het dage lijkse werk van de Nederlandse wiet- boer: „De kunst is een geschikte kas te vinden, een eindje van de openbare weg af. Je moet er toch een maand of drie ongezien je spul kunnen bewerken. Overal in het land staan ze. In Het Westland, Limburg, Noord-Holland, de Veluwe. Een gevaarlijke zoektocht, want tuinders willen je nogal eens verlinken. Vreemden vallen onmiddelijk op in de kassenvelden. Vandaar dat tegen de oogsttijd geblindeerde busjes vol werk nemers 's nachts naar de kassen komen gereden. Die lui komen in geen weken meer buiten. Alles wordt binnen voor ze geregeld: eten, vertier. Een kostbare on derneming. Je moet de werknemers goed betalen en je energieverbruik is geduren de die maanden hoog. Een beetje planta ge vraagt al gauw een investering van zo'n duizend gulden per vierkante me ter". De wijlen popgroep Doe Maar gaf jaren geleden met het lied Nederwiet al een vrij elementaire handleiding voor de amateur-kweker. Bij de beroepsmatige teler kan het nummer slechts een mee warige glimlach teweegbrengen. Immers, de kweek van hoogwaardige Nederwiet is al lang geen kwestie meer van wat zaadjes in een park rondstrooien en drie maanden later terugkomen. Nee, tegenwoordig komen er volgens Pe ter heuse biologen, planteziektendeskun- digen en laboratoria aan te pas, teneinde een optimale kwaliteit te garanderen. Zelfs experimenten met grond-monsters horen bij de wiet-teelt anno 1990. „De grote ketens van koffie-shops, zoals de Bull-Dogs, de Sensi-Smiles en Happy Family's, zijn de Albert Heijns onder de wietboeren. Zij schamen zich er niet voor wat litertjes Pokon aan hun plan ten te voeren. De gezondheid van de ge bruiker interesseert ze geen donder. De ware kweker Maar de ware kweker gebruikt geen kunstmest. Die werkt met zeewier-ex tract, beendermeel, bloedmeel. Gif spui ten is taboe. Niet omdat we zo bioloisch dynamisch bezig willen zijn, maar om dat je het spul toch door je longen laat gaan". Het verkrijgen van de juiste benodigdhe den is ook al lang geen probleem meer. In de grote steden bevinden zich groot handels, die de kweker werkelijk alles kunnen verkopen: groeilampen, steen wol, handleidingen en vooral zaden. Eén van die winkels is Warren Bros in Den Haag. Maar ook Amsterdam, Rotterdam en Groningen kennen hun eigen groot handels. Hoewel de gevel van het pand in Den Haag spreekt over „Warren Bros Adver tising", maakt de met waterpijpen en boekwerken gevulde etalage onver bloemd duidelijk waar het hier om gaat: dit is het eldorado van de thuiskweker. Eigenaar van de zaak, Bob Warren, gaf tot voor enige tijd ook het blad Highest Magazine uit, geïnspireerd op de Ameri kaanse High Times. Dat blad had tot doel „een bijdrage te leveren aan de open discussie over het gebruik van drugs". Die bijdrage zat hem naast de artikelen vooral in de advertenties, waarin gros- sierders voor 450 gulden 1000-watts groeilampen aanboden, steenwol en pro fessionele weegschalen. Postorderbedrij ven leverden op bestelling de best gese lecteerde zaad-mixen. Het blad gaf ook onversneden tips aan de teler: „Een goe de manier om ongestoord je gang te gaan is met een rij planten te beginnen en hier later wat kleinere bij te zetten. Zo ontstaat een goede vorm", aldus het tijdschrift. „Belangrijk is ook de hoogte van de planten. Als je bijvoorbeeld in een maisveld teelt, moet je niet te vroeg beginnen. Anders groeien je planten er bovenuit", wist Highest Magazine er nog aan toe te voegen. Hoogtijdagen Dat de cultuur van Nederwiet hoogtijda gen beleeft, staat voor Peter wel vast. De „wiet-baronnen" verdienen er een dikke boterham aan. De grote koffie-shops zetten per dag wel tien mille om. De winstpercentages ken ik niet. Maar ik ken er plenty die in deze bussiness mil jonair zijn geworden. Zelf verdiende ik op een gegeven moment meer dan een ton per jaar. Maar ja, ik gaf ook 120 mil le uit". De verhandelaars wordt in Nederland feitelijk geen strobreed in de weg gelegd. Hoewel nog altijd in strijd met de Opi umwet, heeft de welig tierende wiet-cul- tuur niet de warme aandacht van politie en justitie. Zowel bij het ministerie van justitie als bij de Criminele Recherche Informatiedienst (CRI) zeggen woord voerders niet bepaald wakker te liggen van het verschijnsel. Woordvoerder Holtes van de CRI zegt geen cijfers bij te houden over het marktaandeel van de Nederwiet in het totale aanbod van soft drugs. De meest recente invallen op plantages lieten inderdaad professioneler opgezette teelten zien, „maar of je daar uit af mag leiden dat de hele kwekerswe reld zich aan het professionaliseren is, weet ik nog niet", aldus Holtes. „Geen prioriteit", stelt de CRI ten aan zien van de opsporing van hennep-plan tages. Het vooral in het buitenland be kend staande „gedoogbeleid" van Ne derland blijkt ook uit de CBS-cijfers. Het aantal processen-verbaal dat politie en marechaussee de afgelopen tien jaar maakte vertoont in elk geval een gestage daling waar het gaat om overtredingen van de Opiumwet met soft-drugs. In 1980 werd 1400 maal proces-verbaal op gemaakt, in 1988 lag dat aantal nog maar op 900. Ook volgens Peter kan de Nederlandse wiethandel niet meer stuk. Niet alleen wordt de pakkans steeds kleiner, ook de kwaliteit van de Nederwiet wordt door de verfijndere teeltmethoden alleen maar beter. „Vroeger, ja, vroeger, toen hoorde je via vrienden dat een of andere oude hippie uit Leeuwarden fantastisch spul had meegebracht van zijn reis naar India. Dan sprong je 's nachts in je auto en ging je op jacht. En als het in Leeu warden niks was, dan ging je gewoon naar Groningen. Maar tegenwoordig hoeft dat allemaal niet meer. De hippies gaan niet meer naar het oosten en het beste spul is een paar straten verderop gewoon te koop". Qua smaak is er nog van alles mogelijk, weet de kwaliteitsdeskundige met zijn 27-jarige ervaring. „Wanneer er behoefte is aan een wiet met een frisse, citrus-ach- tige nasmaak, is dat geen enkel probleem voor de kweker. Gewoon een kwestie van de teeltmethode aanpassen en ande re zaden gebruiken". Maar momenteel liggen de verlangens anders, zegt Peter. „Het zwaarste spul is voor gebruikers met persoonlijkheidsstoornissen. De Zwarte stuff", ofwel Plaak, met een bijna hallucinerend effect. Dat is voor de 17- jarige die stilletjes in een hoekkie zijn puberteit zit te verwerken. Daarnaast heb je de Skunk. Meer iets voor de ge zelligheidsgebruiker, de dertiger die wat pep nodig heeft. Het spul stinkt wat, of liever gezegd, heeft een wat doordringen de geur. Een goeie Skunk, die raakt je er gens tussen je ogen, je wordt er ook heel babbelig van". Maar voor er nieuwe varianten op de markt komen, moeten deze smaken eerst volledig uitgebuit zijn, zegt Peter. „Je moet de nieuwste ontwikkelingen nooit direct de markt op gooien", zegt hij. „Eerst de vruchten plukken van de oude merken". de politie Slechts éénmaal in zijn 27-jarige carrière heeft Peter last gehad met de politie. Maar dat was in de begintijd, zo'n acht tien jaar geleden. „Ik had een van de eerste winkels in Rotterdam waar het spul gewoon over de toonbank ging. Op een gegeven moment kwam de politie binnengevallen, op nogal ruwe wijze. Ik werd veroordeeld tot honderd gulden boete, maar omdat ik een nacht in de cel had doorgebracht ging er vijfentwintig vanaf. Verder heb ik nooit last gehad. Maar ik ben ook een bangerik. Heb me nooit in echt criminele circuits opgehou den. Daardoor heb ik het ook zo lang vol kunnen houden. Zolang je maar niet al te veel naar buiten toe treedt, heb je niets te vrezen. Nooit heb ik spijt gehad van mijn werk. Nederwiet heeft me alles gebracht wat goed is in het leven. Ik heb er al mijn hobbies van kunnen betalen. Goed ik ken er die in grote auto's rond rijden, terwijl ik geen cent meer over heb. Maar ondanks het geld zijn die an deren geen haar gelukkiger geworden. Ik kan veel meer kicken op een uurtje lek ker kletsen met iemand dan achter een bureau m'n centen zitten tellen". JEAN-PIERRE GEELEN ■CcidaeGouAOtii-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 26