De verleiding
van schoonheid
1
Ie
„Koude rillingen
van al die schepen"
ina\
EMILE MUISELAAR, KUNSTGOEROE VOOR
DE RIJKEN DER AARDE
Gedrevenheid
Pingelen
Miskleunen
ZEILFANAAT
ELISABETH
SPITS
KIJKT UIT
NAAR SAIL'90
Imposant
Driejaar werken
voor zes dagen
CeidócSotrumt
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1990 PAGINA 21
We zitten in zijn praatkamer en we praten over kunst.
Dezelfde kamer waar Emile Muiselaar topmensen uit de
wereld van olie, makelaardij en verzekeringen spreekt over
verstandige kunstaankopen. „Hij zegt nooit watje wel moet
aanschaffen, alleen watje absoluut niet moet kopen", zegt
makelaar Harry Mens, die in Muiselaar zijn leermeester heeft
gevonden. De meester zelf: „Mensen moeten van hun eigen
geestelijke luiheid genezen en zelf ontdekken welke
kunstenaars het in zich hebben".
Muiselaar kan
schoonheid niet
weerstaan. Hij koopt
wat-ie mooi vindt en wil
het daarna niet meer
kwijt
FOTO: CEES VERKERK
DEN HAAG - Zijn scheppingen
zijn zijn etalages. Stillevens aan de
Haagse Denneweg. Barokke com
posities van eigen verzamelstukken
die niet te koop zijn. Afrikaanse
maskers, Oosterse kleden, antieke
meubels, hoeden en moderne schil
derijen. „Een ratjetoe", zegt de be
scheiden Emile Muiselaar. „Een
unicum", meent kunstenaar Willy
Rieser.
Muiselaar, Emile. Binnenhuisarchitect
en kunsthandelaar vermeldt het tele
foonboek. Maar zijn architectenbureau
bestaat al al lang niet meer en handelen
in kunst doet hij ook niet. Muiselaar
(63) bemint de kunst.
„Hij is een echte kunstenaar", zegt Rie
ser, die hem al dertig jaar kent. De
scheppingen van Muiselaar zijn niet zijn
aquarellen die hij angstvallig voor de
buitenwereld verborgen houdt. Muise
laar is kunstenaar vanwege zijn verza
meling, zijn etalage, kennis maar vooral
zijn liefde voor de kunst.
De belangstelling van het bedrijfsleven
voor Muiselaar is niet vreemd. De Hage
naar heeft in het verleden schilderijen
gekocht die nu het veelvoudige waard
zijn. Tientallen werken van Kees van
Bohemen, doeken van Karei Appel, Jaap
Nanninga, Jan Cremer. „Tot diep in de
jaren zestig zei men dat ik gek was. Tot
dat de mensen waarvan ik werken had
gekocht beroemder en beroemder wer
den". De pastels en olieverfschilderijen
van Van Bohemen die Muiselaar voor
„een habbekrats" kocht brengen op vei
lingen nu vijftien- tot vijfenzestigdui
zend gulden op. En nog steeds koopt hij
werken van vooralsnog onbekende
kunstenaars die ooit beroemd zullen
zijn. „Ik ken acht, negen kunstenaars die
over vijf of tien jaar onbereikbaar zullen
I zijn. Nee, ik noem geen namen. De
mensen moeten van hun eigen geestelij
ke luiheid genezen en zelf ontdekken
welke kunstenaars zullen uitgroeien tot
beroemdheden. De werken van de
kunstenaars die ik voor ogen heb, heb
ben drama. En dat is voor mij essen
tieel".
Muiselaar kent veel kunstenaars (hij be
zit een uitgebreide correpondentie met
studiegenoot en vriend Van Bohemen),
praat met ze, bezoekt exposities, gale
rieën en snuffelt wat rond op de Rietvel
dacademie. „Maar ik zie zo weinig. En
dan denk ik, ligt dat nu aan mijn leeftijd
of heb ik gelijk en wordt er echt weinig
moois gemaakt. Neem de Cobra-perio
de. Een ongelofelijk boeiende tijd. Bijna
iedereen was communist, de academie
was een linkse wereld. Dagblad De
Waarheid had een enorme oplage, won
prijzen. Ik mis die tijd. Het enthousias
me, de gedrevenheid. Het is nu bloe
darm geworden. De jonge kunstenaars
van nu zijn te onzeker. Ze lopen te veel
in de voetsporen van hun leraren. Zijn
weinig oorspronkelijk. Maar het komt
wel weer. We moeten gewoon door deze
periode heen. Ik denk dat we daarna
weer een vorm van realisme krijgen. Er
gaat een groot vermogen verloren aan
kennis van zaken die onlosmakelijk is
verbonden aan de essentie van het le
ven. Kunstenaars gaan minder naar de
natuur toe, observeren weinig".
Hij verlaat de praatkamer en komt met
voorstudies terug van de inmiddels
overleden Kees van Bohemen. Anatomi
sche schetsen van het paard. Een perfect
lijnenspel.
Muiselaar koopt alleen wat hij mooi
vindt. „Primair om de schoonheid".
Mensen die kunstwerken aanschaffen
puur als belegging vindt hij „diep tra
gisch". „Maar er is veel geld. Er worden
prijzen betaald tot in het absurde. Er
zijn veel schilders die kitsch maken en
toch een waanzinnige waarde vertegen
woordigen. Er worden nu dingen ver
kocht die in een periode van recessie die
waarde nooit meer zullen vertegenwoor
digen. Omdat er geld is, maar ook om
dat mensen zo goed beïnvloedbaar zijn.
Door de galeriehouders bij voorbeeld
met hun grote macht. Zij weten hun ten
takels zo uit te zetten dat zij een enorme
invloed hebben op kopers".
En toch kan Muiselaar genieten van de
vaak absurde prijzen. Hij beschouwt de
overdreven waardering als een inhaal
manoeuvre. „Kunst is altijd onderge
waardeerd gebleven. Dus dat veel wer
ken nu zoveel opbrengen, vind ik niet
erg. Toen ik nog architect was mocht er
van bedrijven voor tonnen worden ver
bouwd. Het maakte niet uit wat het
kostte. Maar voor een goed kunstobject
hadden ze geen geld over".
De meeste topmensen uit het bedrijfs
leven die Muiselaar van advies dient,
kent hij nog van zijn tijd als architect.
Toen hij nog een kantoor had in een
monumentaal pand aan de Frederiks-
straat in Den Haag met zo'n tien teke
naars in dienst. Muiselaar adviseerde
zijn cliënten in de inrichting van hun
kantoren en gebouwen. „Honderden
kantoren heb ik ingericht. Alles naar ei
gen smaak. Het was een mannenge
meenschap. Ik had de vrije hand en trok
alleen schilderijen en beelden aan die ik
mooi vond. Daardoor voelde ik me
meer aangetrokken door het bedrijfs
leven als door particulieren, waar de
hele familie meebesliste over de inrich
ting".
Hoewel hij al lang geen architectenbu
reau meer heeft, weten zijn vroegere
cliënten hem nog steeds te vinden. Voor
persoonlijk advies, gratis. „Typisch Hol
lands om te moeten weten wat een ver
standige belegging is. Ze hebben geen
vertrouwen in onbekende schilders om
dat ze als de dood zijn om risico te ne
men, hoeveel geld ze ook hebben. Komt
er een man in een stuk blik aanrijden
van een paar ton en dan pingelen op een
schilderijtje van enkele duizenden gul
dens".
Muiselaar voorspelt dat de prijzen in de
kunstwereld nog verder zullen stijgen.
„De Europese eenwording zal de prijzen
nog verder opschroeven. Dat is slecht
voor de musea want die kunnen die
waanzinnige bedragen niet neertellen".
Volgens Muiselaar zijn veel beleggers en
kunsthandelaren losgeslagen sinds de
omwenteling in Oost-Europa. „Veel
mensen denken hun slag te kunnen
slaan achter het voormalige IJzeren Gor
dijn. In Rusland is een ware hausse in
kunstaankopen. Voor gigantische prijzen
worden kunstwerken verkocht. Maar er
zitten veel miskleunen tussen".
Muiselaar heeft inmiddels contact met
een Joegoslavische kunstenaar, maar
heeft zelf nog geen Byzantijns getinte
kunstwerken aangeschaft. „Ik heb nog
geen belangrijke vondsten kunnen ont
dekken. Maar ik heb ook geen gelegen
heid gehad om te reizen".
Misschien maar goed ook. Muiselaar
kan schoonheid niet weerstaan. Hij
koopt wat-ie mooi vindt en wil het daar
na niet meer kwijt. De strijd voor het
behoud van zijn pand aan de Frederiks-
straat heeft hem zijn architectenbureau
gekost. „Zeven jaar lang heb ik tegen
windmolens gevochten. Stom achteraf,
maar het was zo'n fantastisch mooi
pand.Muiselaar betrok daarna het
huis van zijn vader, één van de oudste
antiquairs en restaurateurs van de Den
neweg, en vulde de collectie aan.
Nu, twaalf jaar later, puilt het pand uit
van antieke meubels, muziekinstrumen
ten, klokken, voorwerpen, kleden en eni
ge honderden kunstwerken. Hij heeft
kind noch kraai en de bestemming van
zijn verzameling baart hem meer en
meer zorgen. Rationeel geredeneerd zou
hij zijn collectie moeten afbouwen maar
hij kan het gewoon niet. De schoonheid
van de kunst is hem te lief. „Ik ben sta
pelgek met mijn spulletjes. Om er tegen
aan te kijken, om er mee om te gaan. Ik
ben net een hamster, overal aan gehecht.
Afstand doen van mijn spulletjes zou
geestelijk het einde betekenen".
MONIQUE VAN DE VEN
Wat doet een zeilfanaat tij
dens Sail '90 in vredesnaam
op de vaste wal, en dan nog
wel in een museum? Zo ie
mand hoort toch op het wa
ter? Zelf weet ze eigenlijk
ook nog niet precies hoe het
de komende week uit zal
pakken, of ze het kriebelige
gevoel bij het zien van de
schepen wel zal weten te
onderdrukken. Elisabeth
Spits weet maar al te goed
wat Sail is. Ze heeft er drie
keer aan meegedaan, in
1975, 1980 en 1985. Deze
keer heeft ze besloten het
evenement eens vanuit het
Nederlands Scheepvaart
Museum, waar ze voorlicht
ster is, te volgen.
AMSTERDAM - Elisabeth Spits
(34) heeft goede herinneringen aan
haar deelname aan de voorgaande
drie Sails. Elke keer was ze er bij
aan boord van de Lemsteraak van
haar ouders, een schip dat drie
kwart eeuw oud is. Al zijn de ogen
van het publiek vooral gericht op
de grote schepen - de tall ships -
het meevaren in die horde van bo
ten en bootjes is werkelijk indruk
wekkend.
„Het is de sfeer", legt Elisabeth uit. „Je
proeft die als deelnemer toch anders. Je
zit op je eigen boot en alles gebeurt ter
ere van jou. Jij bent de deelnemer. Als
er geen deelnemers zouden zijn, was er
geen Sail".
Het is een bijzondere sfeer op het water.
Ondanks de chaotische aanblik van door
elkaar varende schepen is er geen schip
per die een nors gezicht trekt. „Het is zo
gezellig op het water. Het rare is dat
wildvreemden zo maar met je aan de
Elisabeth Spits: „Het is
een prachtig gezicht om
die tall ships in onze
omgeving te zien".
FOTO:
PERS UNIE
praat gaan, terwijl ze aan land misschien
niets zouden zeggen. Iedereen is vriende
lijk tegen elkaar".
Van de drie Sails die ze heeft mëegeva-
ren, vindt Elisabeth die van 1975 nog
steeds de aardigste. „Er kon toen nog zo
veel meer. We zijn met ons schip ge
woon achter het Centraal Station gaan
liggen, samen met zeven andere schepen.
Vandaaruit hadden we een prima zicht
op de grote schepen. Aan de regels hiel
den we ons niet. Nu is het allemaal veel
strenger".
Spits heeft heel wat dagen op het nat
doorgebracht. Al op haar derde voer zij
mee op het schip van haar ouders. In
een klein bootje kreeg zij het zeilen on
der de knie. De boten waarop ze heeft
gevaren zijn steeds groter geworden. En
kele jaren geleden voer ze mee tijdens
een zeilrace op de Eendracht.
„De Eendracht is een mooi schip, het is
allemaal zeer luxueus. Het is leuk omdat
dit schip je de mogelijkheid biedt om
een keer echt op zee te varen. Maar je
kunt goed zien dat het een burgerschip is
en geen marine-schip, zoals de andere
die aan Sail deelnemen".
De stemming aan boord van de marine
schepen is heel anders. Elisabeth: „Er
heerst een andere mentaliteit. Als je
hoogtevrees hebt, hoef je aan boord van
de Eendracht echt niet naar boven. Maar
bij de marine heerst er discipline. Je
moét naar boven. En de luxe die je op
de Eendracht aantreft, zul je op een ma
rineschip ook niet vinden.
Hoewel ze met voldoening terugkijkt op
haar tocht met de Eendracht, hebben de
tall ships toch niet haar grote liefde.
„Geef mij maar een klein zeilschip. Het
is veel bijzonderder wanneer je met je
eigen zeilbootje naar Engeland vaart.
Indrukwekkend vindt Spits de grote
schepen wel. „Het is een imposant ge
zicht als je ze de sluizen van IJmuiden
ziet naderen, zeker als de wind uit het
Westen komt en ze kunnen zeilen. Het
is prachtig om die schepen dan in onze
geïndustrialiseerde omgeving te zien. En
de bemanning staat keurig in uniform
op een rij".
„De meeste mensen komen voor de tall
ships naar Sail. Ze staan er uren voor in
de rij om een kijkje aan boord te kunnen
nemen. Als actief zeilliefhebber hoef ik
niet in de rij te gaan staan. Ik weet wel
hoe het er is. Maar al die mensen en al
die schepen, het is een beeld waarvan ik
het koud kan krijgen".
Voor de komende Sail heeft Spits zich
niet als deelnemer aangemeld. „Ik heb
me niet opgegeven, het kwam met mijn
werk niet zo uit". Toch kijkt ze er naar
uit hoe het evenement dit jaar zal verlo
pen. Als voorlichtster in het Nederlands
Scheepvaart Museum is ze druk bezig
met exposities. „We hebben hier een
tentoonstelling over de pleziervaart en
natuurlijk hopen we tijdens Sail op veel
bezoekers RlcHj^RD SCHUURMAN
AMSTERDAM - „Of u met uw kleine
boot in de haven kunt komen? Ja hoor,
boten kleiner dan twintig meter zijn wel
kom. Wanneer Sail precies is? Nee,
u kunt beter niet met de auto komen".
Er gaat haast geen seconde voorbij, of de
telefoon rinkelt wel een keertje bij de
Stichting Sail Amsterdam. Niet alleen
vandaag, maar al vele weken. Tot diep
in de avond zijn de twee telefonistes be
zig de vragen te beantwoorden over het
evenement, dat van 9 augustus tot en
met 14 augustus plaats vindt.
De vijftien stafleden van de stichting
maken lange dagen in hun kantoor aan
de IJ-haven: werken tot middernacht is
de gewoonste zaak van de wereld. Het
zijn de laatste dagen voor de Grote Dag,
wanneer naar schatting 1.100 schepen
Amsterdam zullen binnenvaren. Op dat
moment zullen er drie jaar aan voorbe
reidingen worden afgesloten. Drie jaar
werken voor zes dagen.
In het kantoor van directeur Jet Key ligt
het draaiboek, opgeslagen in een dikke
rode ordner. In talloze besprekingen
wordt het systematisch doorgespit. Alles
wordt gecontroleerd, zodat iedereen weet
wat hem of haar te doen staat. Op grote
tekeningen van de haven staat precies
aangegeven waar welk schip komt te lig
gen. Chaos op het land: onoverkomelijk.
Chaos in de haven: in geen geval.
Het wisselgeld voor de buitenlandse
deelnemers wordt uitgeteld, de parkeer-
kaarten voor bijzondere bezoekers keu
rig opgestapeld, blauwe Sail-wimpels in
pakketjes van tien verpakt. De organisa
tie moet alles zelf doen.
„Met de Stichting Sail. Weer gaat de
telefoon. De telefonistes laten zich niet
opjagen en komen steeds even vriende
lijk over. Eén van hen zit er nu een half
jaar. „Soms wordt ik 's nachts wakker en
dan maalt het allemaal weer door mijn
hoofd".
Hoe chaotisch het soms ook lijkt, ieder
een heeft z'n eigen taak. Niemand doet
iets dat 'm niet is opgedragen. Dat werkt
het snelst. De meeste stafleden zijn jong
en voor hen is het de eerste grote klus,
maar anderen hebben al eerder met dit
soort evenementen te maken gehad.
Ondanks de tijdsdruk is de sfeer ont
spannen. Het gevoel heerst dat het wel
zal lukken. Dat zal over een aantal we
ken blijken tijdens de evaluatie. Pas in
december, als alle rekeningen zijn be
taald en alles is afgerond, gaat de stekker
uit de telefoon. Dan keert de rust weer
terug.