,Ze verwachten zo'n beeld van een man, niet van een vrouw van zestig" >j J BINNENLAND ££tdóe6ou*a/nt DONDERDAG 26 JULI 1990 PAGINA HAAGSE KUNSTENARES THÈRÉSE DE GROOT HAIDER OVER KNIL-MONUMENT: Onthulling Prins Bernhard heeft van daag op landgoed Bronbeek in Arnhem een KNIL-mo- nument onthuld. Dit ge beurde in aanwezigheid van zo'n 2500 oud-KNIL- soldaten en hun familiele den. Levensgroot vormen een inheemse en een Euro pese militair in brons een erewacht ter herdenking van 120 jaar Koninklijk Nederlandsch-Indisch Le ger (1830-1950). Prins Bern hard was gevraagd de ont hulling te verrichten, om dat hij in 1936 zelf als KNIL-officier was beëdigd. Vandaag is het precies veertig jaar geleden dat het KNIL werd opgeheven (26 juli 1£50). Volgens de heer H.E. Toet van de Stichting Herdenking Koninklijk Nederlandsch-Indisch Le ger is deze dag bij uitstek geschikt voor de herden king. „Misschien leeft er over tien jaar bijna nie mand meer van ons. De jongste KNIL-lichting is tenslotte van 1923". Onder de vele aanwezigen bevond zich ook de Haagse beeld houwster Thèrése de Groot-Haider, de maakster van de twee meter hoge beeldengroep, de Erewacht. DEN HAAG De op dracht van de Stichting Herdenking Koninklijk Nederlandsch-Indisch Le ger was duidelijk om schreven: maak een beeld van een inheemse en een Europese KNIL-militair. Natuurgetrouw, geen frat sen, geen symboliek. Ga daar maar eens aan staan als creatieve beeldhouw ster, die abstract en realis tisch werk in tal van lan den heeft staan. De weini ge ruimte die voor een ei gen interpretatie over bleef, was voor de Haagse kunstenares Thèrése de Groot-Haider echter vol doende om een levensech te, ruim twee meter hoge beeldengroep te maken. „Het is een grote verdien ste van een kunstenaar als hij de figuren zo kan neerzetten. Om dat effect te bereiken heb ik ver schillende dingen een beetje veranderd". Dat zij geslaagd is, hebben de be woners van het tehuis voor oud-militairen Bron beek haar al vele malen tijdens haar bezoeken ge zegd. „Het monument is zo echt, we hóeven niet te raden wat het voorstelt. Het is zien en genieten". In haar modern ingerichte flat in Den Haag oogt Thèrése de Groot-Haider allerminst als een beeldhouwster. Gekleed in een sjieke jurk en haar lange, grijze haar in een keurig kap sel getoomd straalt zij de char me en representativiteit uit van een officiersvrouw. Die rol heeft zij talloze malen, overal op de wereld, gespeeld als haar man namens Defensie de buitenlandse betrekkingen moest verstevigen. Wie haar eerder op de dag onverwacht had bezocht in haar atelier in het park Clingendael had ech ter een heel ander mens ge troffen. Druk in de weer met klei om vorm te geven aan haar inspiratie, in werkplunje. Ze is zestig jaar geleden gebo ren in Slovenië in Joegoslavië en woont inmiddels 33 jaar in ons land. Heeft drie volwassen dochters. Volgde een kunst opleiding in haar vaderland en in Italië. „Mijn werk is m'n lust en m'n leven. Ik ben eigenlijk verle gen en werk het liefst in m'n eentje. Ik probeer in m'n werk naar kwaliteit te streven. Na tuurlijk lukt dat niet altijd, maar ik doe m'n best. Daarbij heb ik rust, tijd en concentra tie nodig. Ik kan niet een uur tje werken en dan weer anders gaan doen. Net als neelspelers heb ik planken koorts voordat ik begin. Maar als ik de klei eenmaal in m'n handen heb, dan valt die ner vositeit weg en ga ik als een bezetene aan de slag. Aan het KNIL-monument heb ik gedu rende de wintermaanden van 's morgens vroeg tot 's avonds laat aan één stuk door ge- Gelijk aandeel Maar voor het zover was, ver diepte Thèrése de Groot zich in de geschiedenis van het KNIL, de uniformen en de wapens, bekeek talrijke oude foto's en kreeg assistentie van een militair adviseur. Haar modellen waren een Molukker en een Nederlander. De op dracht was een inheemse en een Europese militair naast el kaar in beeld te brengen. In heems, omdat bij het KNIL tal van eilandbewoners van de Indische archipel in dienst wa ren, Europees omdat behalve de vele Nederlanders ook an dere Europeanen in dit leger dienden. De twee bronzen op wacht staande KNIL-militairen zijn afgebeeld in gevechtstenue van omstreeks 1940. De in heemse soldaat omklemt in zijn rechterhand een klewang en in zijn linker een karabijn. De Europese KNIL-militair heeft in zijn rechterhand een Lee-Enfield-geweer._ Thèrése de Groot: gevraagd of ik de inheemse soldaat iets kleiner wilde ma ken. De compositie vond ik echter niet mooi. Daarom heb ik ze allebei even groot afge beeld. Daarmee symboliseer ik hun gelijke aandeel in de strijd". Kritische noot Tussen de bedrijven door laat ze een kritische noot horen: „Zulke kunst wordt tegen woordig niet meer gemaakt. De kunstontwikkeling gaat nu andere richtingen uit. Iedere beeldhouwer met een goede opleiding moet dit kunnen maken. Maar er wordt tegen woordig teveel nadruk gelegd op originaliteit in de kunst en op gedwongen vernieuwing. In het begin van de huidige opleiding is er te weinig na druk op het vak als zodanig. Met goede kennis van het vak, de materialen en de middelen moet je iets tot uitdrukking kunnen brengen. Pas daarna kun je vrije creaties maken". De positieve reacties die haar inmiddels alom ten deel zijn gevallen sterken haar in haar opvatting dat zij met het stij gen der jaren het vak steeds beter in de vingers krijgt. Triomfantelijk zegt ze tot be sluit: „Ze verwachten zo'n twee meter hoog beeld Tel. 071-140005 Irislaan 63, Oegstgeest Tel. 071-174917

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 8