r
Fransen
restaureren
'Hollandse'
sluizen
In Westfalen lopen al
zes eeuwen wilde paarden
Oostvaardersplassen
één grote kijkdoos
c
mal
Ie
ZATERDAG 14 JULI 1990 PAGINA 25
DÜLMEN - In het stadje Duimen,
even over de grens bij Overijssel,
herinnert alleen de stadspoort nog
aan een ver verleden. De poort da
teert uit de middeleeuwen en het
was het enige monument dat over
eind bleef tijden het oorlogsge
weld in de meidagen van '45.
Vanuit Dülmen kunnen enkele
rondritten per fiets worden ge
maakt, die voeren naar het Merfel-
der Bruch. Deze plaats ligt enkele
kilometers ten westen van Dülmen
en herbergt als een van de weinige
plekken in Europa nog wilde paar
den. Ze kunnen van maart tot en
met oktober worden beichtigd op
zaterdag en zondag en op feestda
gen van 10.00 uur tot 18.00 uur.
Wie vooraf inlichten wil, kan beter
bellen met nummer 09-49 2594
3036.
Het Merfelder Bruch is een uitgestrekt
bos-, moeras en heidegebied waar se
dert de 14e eeuw al wilde paarden
voorkomen. Een oorkonde uit 1316
geeft daarover opheldering; toe cliame
een Heer van Merfeld in dit gebied
naast het jacht- en visrecht ook een ei
gendomsrecht over de daar voorko
mende kudde wilde paarden. In zijn
oorspronkelijke staat omvatte het
Merfelder Bruch zo'n 4000 hectare,
dat allengs ontgonnen werd door
plaatselijke boeren. Maar hertog Von
Croy stak er een stokje voor dat de
wilde paarden hun territorrium kwijt
raakten bij de gebiedsindeling rond
1850. Von Croy zorgde zelfs voor een
specifieke wildbaan, waar de paarden
geheel vrij konden leven.
Een en ander betekent, dat de wilde-
baan in het Merfelder Bruch thans
omheind is en nu nog circa duizend
hectare omvat. Voor het overige is dit
deel van het vroegere gebied nog
steeds zoals het er medio de vorige
eeuw uitzag: weiden, afgewisseld met
moerassen en heidevelden met op
schietende berken en hier en daar
stukken bos met naald- en loofbomen.
In deze omgeving vinden de wilde
paarden voedsel en beschutting. De
gemiddelde grootte van de kudde is
zo'n tweehonderd beesten inclusief
veulens. De schofthoogte (stokmaat)
van de volwassen dieren varieert van
1.20 tot 1,35 meter.
Wanneer het hevig genseeuwd heeft en
de grond hard bevroren is, wordt de
kudde bijgevoerd met hooi. Voor het
overige moeten de dieren voor zich
zelf zorgen; een veearts komt er niet
aan te pas. Alle dieren vertonen echter
kenmerken van het door de mens ge
fokte paard. Dat blijkt onder meer uit
de manen, het voorhoofd en de kleur.
Aan de andere kant zijn er ook uiter
lijke kenmerken die duiden op het
oerpaard. De vaalgrijze kleur bijvoor
beeld gaat terug naar het Mogolische
steppepaard (ook wel Przewalskipaard
genoemd). De zwarte streep van de
manen over de rug tot aan de staart
duidt op zuid-Russische herkomst. De
Dülmer paarden zijn in het verleden
vaak door de boeren gebruikt voor het
werk op het land. De paarden uit het
Merfelder Bruch stonden bekend om
enerzijds hun uithoudingsvermogen
anderzijds hun gewilligheid. En ook
als rij-, men- en voltigepaard kunnen
de Dülmer veulens na twee tot drie
jaar worden ingezet. Vaak bereiken de
dieren leeftijden van 25 tot 30 jaar.
Jaarlijks vindt op de laatste zaterdag
van mei het traditionele 'paarden van
gen' in Dülmen plaats. Dan wordt er
een éénjarige hengst gevangen, die ver
volgens publiekelijk verkocht wordt.
De merries blijven waar ze zijn: in het
Merfelder Bruch waar ze ook hun le
venseinde vinden. Nadat de jonge
mannelijke dieren uit de kudde ver
wijderd zijn, krijgen de merries bezoek
van een aantal dekhengsten, die tot
september bij de kudde blijven. Opdat
de natuur opnieuw zijn gang kan gaan
in dit oude moeras- en heidegebied
van Westfalen.
Antiek glas
De glascollectie van het Rijksmuseum
van Oudheden in Leiden is na een op
knapbeurt weer voor het publiek toegan
kelijk. Niet alleen de voorwerpen zijn,
waar noodzakelijk, gerestaureerd, ook de
inrichting van de zaal is grondig gewij
zigd. Opgesteld naar vervaardigingstech-
niek tonen de driehonderd glazen objec
ten de ontwikkeling in de glaskunst van
af het allereerste begin tot in de Romein
se tijd. De vaak schitterende stukjes vak
manschap uit de oudheid illustreren de
eerste technieken waarmee voorwerpen
zijn gemaakt. Maar met de ontdekking
van het glasblazen, zo'n drieduizend jaar
geleden in Syrië, werd het produktiepro-
ces enorm bekort en konden ook grotere
objecten worden gemaakt. Het Rijksmu
seum van Oudheden, Rapenburg 28, is
geopend: dinsdag tot en met zaterdag
10.00-17.00 en zondag 13.00-17.00 uur.
Kerken kijken
In de elfde eeuw ontwierp bisschop Ber-
nold van Utrecht een kruis van kerken
rondom de toenmalige Romaanse Dom.
De Janskerk en de Pieterskerk bezitten
nog grote delen uit die middeleeuwse pe
riode. Beide godshuizen zijn in de zo
mermaanden opengesteld voor het pu
bliek. Enkele keren per dag leiden gidsen
bezoekers rond. Dat gebeurt in het kader
van het project 'Kerken kijken' dat dit
jaar voor de achtste keer wordt georgani
seerd door de VVV Utrecht en de Stich
ting Archeologie en Bouwhistorie van de
stad Utrecht. Andere deelnemende ker
ken zijn: de Jacobuskerk, een 12e eeuw-
se parochiekerk langs de rivier de Vecht,
de Lutherse kerk (van oorsprong de ka
pel bij het klooster van St. Ursela), Au-
gustinuskerk en-de Oudkatholieke kerk.
De kerken zijn tot 8 september geopend
van dinsdag tot en met vrijdag van
11.00 tot 16.30 uur en zaterdag van
10.00 tot 13.00 uur.
Gratis oogtest
In 'De Dubbelde Palmboom' in Rotter
dam kan een museumbezoek worden ge
combineerd met een oogtest. Het gratis
oogonderzoek vormt een onderdeel van
de tentoonstelling 'Het oog wil ook wat',
een keuze uit de collectie brillen, opti
sche en medische instrumenten, boeken
en optiekgravures van optometrist Kees
Kortland. De verzameling toont de ont
wikkeling van de bril. Het gebruik ervan
is al ongeveer zevenhonderd jaar bekend.
Uit de begintijd wordt een 'leessteen' ge
toond, een stuk bol glas met een platte
onderkant. Het oudste brilletje uit de
collectie, en waarschijnlijk de oudste bril
in Nederland, is een beugelbril uit de 15e
eeuw. Museum 'De Dubbelde Palm
boom'. Voorhaven 12, Rotterdam is geo
pend: dinsdag tot en met zaterdag 10.00-
17.00 uur en zondag 11.00-17.00 uur.
££idóc6ou*a*it
ALMERE - Volgens de plannen
had in het 'nieuwe land' tussen Al-
mere en Lelystad een zesduizend
hectare groot industrieterrein
moeten ontstaan. Maar het gebied
was zo moeilijk te ontginnen, dat
men besloot het nog even te laten
rusten. En zie, op die plaats is
spontaan een intussen befaamd na
tuurgebied ontstaan: de Oostvaar
dersplassen.
De zesduizend hectare gras, bos, moe
ras en water heeft zich ontwikkeld tot
pleisterplaats voor de meest zeldzame
vogels: aalscholvers, lepelaars, allerlei
eende- en ganzensoorten. Sommige
vogelsoorten strijken er alleen neer om
zich een keer goed vol te vreten, ande
re vogelsoorten hebben in het gebied
een permanente verblijfplaats gevon
den. Aan industrie denkt niemand
meer: de plassen worden gekoesterd
door wetenschappers en natuurliefheb
bers.
De enige mogelijkheid om het gebied
te bezoeken is via een excursie. Gids
Jan Griekspoor houdt eerst een inlei
ding voor een dikwijls gemêleerd ge
zelschap van fanatieke vogelaars, ge
wapend met verrekijker en statief,
maar ook ouders met kinderen en opa
en oma. Volgens Griekspoor is het
elke keer weer afwachten wat er te
zien zal zijn: de vogels verschijnen
niet op commando.
Maar zodra de eerste lepelaar is gesig
naleerd haalt iedereen camera's en
verrekijkers tevoorschijn. En zo zal
het eigenlijk de hele excursie gaan.
Telkens is er wat bijzonders te zien in
het gebied, dat op zichzelf al zo prach
tig is om doorheen te lopen. Bijzonder
zijn onder meer de Konikpaarden met
hun kroost. Dit bijzondere paardenras
is ingezet als alternatieve grasmaaiers.
Met een primitief pontje wordt de
oversteek gemaakt naar het 'natte ge
deelte'. Van veire zijn de grauwe gan
zen te horen, die hier massaal wonen.
Via een soort tunneltje komen we te
recht in een twee verdiepingen hoge
observatiehut, van waaruit je een
prachtig uitzicht hebt op de vol uit
zicht op de aalscholverkolonie. We
zitten haast met onze neus bovenop
die honderden en honderden vogels,
die, omdat ze ons niet kunnen zien,
rustig doorgaan met hun alledaagse
bezigheden.
Wie nog meer flora en fauna wil zien
in het nieuwe land kan de excursie la
ten volgen of voorafgaan door een be
zoek aan het Natuurpark Lelystad.
Daar zijn de meest uiteenlopende
diersoorten (zoals prezwalskipaarden,
wisenten, elanden) te zien. Succes is
niet altijd verzekerd, want deze dieren
hebben een grote leefruimte en zijn
'daardoor soms 'verdekt opgesteld'.
Maar dat is ook juist de charme van
zo'n park.
Excursie Oostvaardersplassen op
woensdag en zaterdag bij voldoende
deelname. Kosten f 2,50. Start 13.30
uur bij het beheersgebouw aan de
Knardijk. Opgave via informatiecen
trum De Trekvogel, 03240-22449. De
Trekvogel ligt aan de Oostvaardersdijk
richting Almere, nabij het gemaal De
Blocq van Kujfeler en is dagelijks open
van 12-17 uur. Natuurpark Lelystad,
Meerkoetweg, Lelystad, telefoon
03200-53643. toegang gratis, alle da
gen i
„Ons grote geluk was dat onze voor
ouders oerdegelijk metselwerk hebben
afgeleverd", vertelt Jean de Chalain, de
partementaal toerismedirekteur. „Het
hout was natuurlijk vermolmd, maar
nieuwe stalen sluisdeuren konden zo
worden opgehangen. Er zijn daarom re
latief weinig kosten gemaakt".
Alleen bij het gehucht Galessie moest
een volledig nieuwe sluis worden ge
bouwd omdat in de oude een mini elek
triciteitscentrale was geïnstalleerd. Zo fel
als ze tegen de autoweg protesteren, zo
warm onthaalden de lokale Groenen de
reanimatie van de Lot. „Een voorbeeld
van intelligente planning", meent een
anti-autowegdemonstrant.
Tijdens een middagje verkennen etaleert
de Lot schaamteloos zijn intiemste plek
ken. In verstopte bochten loeren nieuw-
gierige roofvogel-ogen naar het voort
kabbelende gezelschap. Alleen wat vis
sers stellen het herstelde waterverkeer
niet op prijs.
Vlak bij het bekende, tegen de rotsen ge
vlijde dorpje Saint-Cirq-Lapopie lijkt het
rivierdecor de allures aan te nemen van
een ruige canyon. Okeren rotswanden
gaan recht omhoog en wijzen de bezoe
ker er nog eens op dat hij in dit grandio
ze spektakel maar een nietig element is.
Na een korte bocht hebben de kale wan
den als bij toverslag plaats gemaakt voor
een loofrijker omgeving. Een aanleg
plaats biedt de mogelijkheid de fietsen
van de woonboot te halen en naar een
van de wijndorpjes te trappen, om te
proeven waarvoor de tsaren hun wodka
lieten staan.
Officiële sluiswachters zie je niet. Wie
op de Lot wil varen moet daar ook iets
voor doen en zelf de sluisdeuren open
draaien. Vanuit een ooghoek houden
achter-achterkleinkinderen van de oude
rivierpiraten de zaak echter goed in de
gaten. Wanneer een zoetwatermatroos
brokken dreigt te maken bieden ze een
helpende hand. Met de fenomenale toe
ristische perspectieven van het watertoe
risme hebben de voormalige Lot-kapers
tegenwoordig alle belang bij een behou
den vaart.
Nieuwe routes
„Denkend aan Vincent.dwaaltocht
door het museum", is de titel van een
boekje met wandelroutes door het Ne
derlands Openluchtmuseum in Arnhem.
Het boekje behandelt de tijd dat de
schilder in Nederland woonde en werk
te. De route voert onder meer langs Bra
bantse boerderijen, weefgetouwen en een
plaggehut. Ook andere voorwerpen die
op de schilderijen van Van Gogh zijn te
rug te vinden, worden getoond en toege
licht. De nieuwe 'Ecoroute' wijst de be
zoekers op bijzonderheden in de natuur
en het landschap in het Openluchtmu
seum en gaat uitvoerig in op de inrich
ting van het 44 hectare grote park.
Zwerfkaart
Voor het vijfde achtereenvolgende zo
merseizoen verkopen de busmaatschap
pijen in alle provincies de 'Zomerzwerf-
kaart'. Deze dagkaart is geldig op alle
bussen, trams en metro's van het stads
en streekvervoer en kost 9,50 per per
soon. De enige voorwaarde is dat men
met minimaal twee personen reist. Kin
deren van 4 tot en met 11 jaar en hou
ders van een Pas-65 kunnen met twee
personen van één kaart gebruik maken.
Twee volwassenen en twee kinderen
kunnen dus voor 28.50 een dag lang
kris-kras door het land reizen, van de
eerste bus tot de laatste rit. Twee senio
ren en twee kinderen reizen samen voor
f 19. De dagkaart is tot en met 9 sep
tember te koop bij alle chauffeurs.
Een van de vele aalscholvers in de Oostvaardersplassen.
CAHORS - Voordat hij zijn porte
feuille moest inleveren wegens een
ongeoorloofde vorm van zelfpro-
motie, figureerde de Franse minis
ter van toerisme Olivier Stirn on
langs in een grote promotiecam
pagne voor de rivier de Lot.
Liefst vier collega's en EG-commissie-
voorzitter Jacques Delors waren afgezakt
naar Cahors voor een aangenaam evene
ment. Na ruim zestig jaar verwaarlozing
kon de Lot in zijn allerfraaiste stroomge
bied weer bevaarbaar worden verklaard.
Dank zij een investering van negen mil
joen gulden en de restauratie van dertien
sluizen zijn indrukwekkende landschap
pen toegankelijk gemaakt voor het toe
risme.
De Lot, een van de belangrijkste zijtak
ken van de Garonne, is een rivier met
een bewogen geschiedenis. De glorietijd
van de oude waterweg door de ruige
streek van Quercy lag in de 17e eeuw.
De vermaarde lokale wijn, de Cahors,
was toen zo in de smaak gevallen bij de
tsaren, dat een van hen deze tot miswijn
decreteerde van de Russisch-orthodoxe
kerk. Dat droeg bij aan een levendige
commercie tussen de havens Bordeaux
en Leningrad.
Ook de Engelsen waren grote afnemers.
Het vervoer van al die vaten wijn in
platbodems ('gabares') leidde zelfs tot pi
raterij op de Lot, die zich daar met zijn
vele bochten en overhangende rotsen
uitstekend voor leent. Verre afstamme
lingen van die rivierschuimers deden tij
dens de openingsceremonie een ludieke
poging de rondvaartboot met notabelen
te enteren. Niet om een glas wijn te pik
ken, maar om te protesteren tegen de
aanleg van een snelweg die in een van
de laatste ongerepte streken van Frank
rijk inderdaad beter vergeten kan wor
den.
Houtwormen
Aan het begin van de 19e eeuw was de
Lot nog steeds een drukke, maar bij tijd
en wijle vanwege de stroomversnellingen
Dank zij een
investering van
negen miljoen
gulden en de
restauratie van
dertien sluizen zijn
indrukwekkende
landschappen
langs de Lot
toegankelijk
gemaakt voor het
toerisme.
FOTO:
BOB VAN HUËT
en draaikolken ook grillige handelsroute.
Eens per eeuw was er een grote overstro
ming. Een imposant sluizenplan naar
Hollands voorbeeld moest de rivier tem
men. Maar toen alle sluizen gebouwd
waren, bereikte het spoor ook deze uit
hoek van Frankrijk. De massief houten
sluisdeuren vielen ten prooi aan hout
wormen.
Met de opkomst van het watertoerisme
en de groeiende behoefte aan natuur
kwam iemand op het idee de vervallen
waterwerken te restaureren. Een plan
waarvoor het dunbevolkte en arme de
partement Lot met succes een beroep
deed op de subsidiekas van de EG. De
lors stelde een kleine drie miljoen gul
den beschikbaar.
Sinds jaar en dag verblijft er een kudde van ongeveer tweehonderd wilde paarden in het
Merfelder Bruch bij Dülmen. FOTO: PERS UNIE
I