'Leden ENFB
niet per
definitie
tegen de auto'
„Die openheid op tv maakt het er niet eenvoudiger op"
FIETSERSBOND KNOKT
AL VIJFTIEN JAAR VOOR
'VRIJE BAAN'
Proces
Comfortabel
Fietsbellijn
STICHTING KORRELATIE AL 25 JAAR 'OPVANGTELEFOON'
Directe hulp
'foidóctSou/umt'
ZATERDAG 14 JULI 1990 PAGINA 23
Sen symposium, een
ntoonstelling, een
itowedstrijd, een boekje met
jftien fïetsverhalen van de
and van auteurs als Remco
ampert, Oek de Jong en
evi Weemoedt... het
jftienjarig bestaan van de
chte Nederlandse Fietsers
ond (ENFB) wordt
Jitbundig gevierd,
ogisch, want fietsen zit in
lift. Na een paar magere
iren met een absoluut
eptepunt aan leden is er
[eer werk genoeg aan de
linkel voor de
etspromotieclub. De
lelangstelling voor de fiets is
Iherent aan die voor ons
yijnende milieu,
loorzitter Jaap Rijnsburger
Tan de ENFB („zonder fiets
pel ik me naakt") veegt de
loer aan met het
itructuurschema Verkeer en
[ervoer'. „Daarin is tien tot
■jftien miljoen uitgetrokken
or de fiets.
n lachertje. Maar minister
laij-Weggen durft de fiets
inminste te noemen. Dat is
heel wat in vergelijking
w iet haar voorgangster".
Ski
Het gaat mis met het milieu en dus wil de ENFB meer mensen op de fiets. De infrastructuur moet daaraan aangepast worden.
WOERDEN - Een wereld waarin
de Fietser vrij baan heeft. Waarin
hij niet van de sokken wordt gere
den door automobilisten, niet
moeizaam bruggen over autowegen
hoeft te bestijgen, waarin de ver
keerslichten altijd op groen staan.
Kortom, een wereld waarin de fiet
ser comfortabel van A naar B kan
peddelen. Dat is al vijftien jaar het
ideaalbeeld van de fietsersbond
ENFB.
Een club die op dit moment twintigdui
zend fervente leden telt. Maar geen fiets-
verheerlijkers, stelt voorzitter Jaap
Rijnsburger met nadruk. „Lid zijn van
de ENFB betekent niet anti-auto zijn.
De meeste leden combineren het fietsen
met autorijden. Maar ze gaan er wel be
wust mee om".
In het hoofdkantoor van de ENFB in
Woerden staat alles in het teken van de
fiets. Wie binnenkomt moet zich eerst
langs een aantal rijwielen wurmen om
boven te komen in het kantoor. Onder
weg hangt een ingelijst fietswiel aan de
muur, op de prikborden en op de ramen
zijn stickers en affiches te zien met tek
sten als 'Met de fiets vervuil je niets' en
'Blik opzij, veilig voor mij'. Voorzitter
Rijnsburger is, zo zegt hij, nergens zon
der zijn fiets. „Ik heb m'n fiets altijd bij
me. Zonder fiets voel ik me naakt". Bij
hem hoef je niet aan te komen met
klachten over de nauwe straatjes met ob
stakels en het vele éénrichtingsverkeer in
de Woerdense binnenstad, die het tot
een hele onderneming maken het ENFB-
kantoor te bereiken. „Dan had je maar
op de fiets moeten komen in plaats van
met de auto", klinkt het laconiek.
De Echte Nederlandse Fietsers Bond zag
in 1975 het levenslicht als Eerste Enige
Echte Nederlandse Wielrijders Bond
(ENWB), waarmee de initiatiefnemers
bewust parodieerden op grote broer
ANWB. „Maar de ANWB deed ons een
proces aan en dat verloren we, dus toen
moesten we een andere naam zoeken.
Nu noemen we onszelf de fietsersbond
ENFB. Het is nooit de bedoeling geweest
een concurrent van de ANWB te wor
den. We werken waar nodig veel samen,
hoewel de ANWB natuurlijk voor het
grootste deel de autobelangen vertegen
woordigt", aldus Rijnsburger. Zelf is hij
sinds 1978 betrokken bij de club, waar
van de laatste zeven jaar als landelijk
voorzitter.
„Voor de oprichting van de ENFB wa
ren er twee invalshoeken. Enerzijds de
veiligheid en anderzijds de energiecrisis.
Er waren in die tijd al een heleboel
plaatselijke groepen die zich bezighiel
den met de veiligheid van het fietsver-
keer. Daarnaast speelde het dreigende te
kort aan fossiele brandstoffen mee. Veel
mensen zagen het onheil van de auto
aankomen en vonden de fiets het enige
milieuvriendelijke alternatief'. De
ENFB ging van start, als 'belangenvere
niging voor mensen die dagelijks de fiets
gebruiken'.
De plaatselijke groeperingen werden au
tonome afdelingen van de ENFB die
zich vooral op het gemeentelijk beleid
richtten; het landelijk bestuur probeerde
een gesprekspartner van belang te wor
den voor de overheid. „Die structuur is
eigenlijk nog steeds zo", vertelt Rijns-
burger. „We hebben vijftig plaatselijke
afdelingen, waarvan de helft actief is.
Die treden in overleg met de gemeente
als er iets aan de hand is, dienen bezwa
ren in tegen plannen waar ze het niet
mee eens zijn, voeren actie en geven
plaatselijke blaadjes uit. De andere helft
van de afdelingen leidt een papieren be
staan".
En op het hoofdkantoor wordt nog
steeds alles in het werk gesteld om 'Den
Haag' te beïnvloeden. Het probleem is
volgens Rijnsburger dat de fiets als té
vanzelfsprekend wordt gezien. „Iedereen
heeft een fiets, fietsen is zo alledaags dat
men denkt dat er ook niets aan de hand
is. Daarom wordt de fiets ook altijd ver
geten. Dat zie je ook in het nieuwe
'Structuurplan Verkeer en Vervoer' Van
minister Maij-Weggen. Maar haar voor
gangster Smit-Kroes had helemaal geen
oog voor de fiets; die dacht vanachter
het autostuur. Maar nog steeds is de
aandacht voor de fiets marginaal. Het
blijft bij mooie woorden. Als je ziet dat
er voor de fiets 10 tot 15 miljoen per
jaar uitgetrokken wordt tegenover de
miljarden voor het autovervoer en het
openbaar vervoer, dan is dat een lacher
tje".
Het geld moet doorstromen naar ge
meenten die plannen hebben voor de
verbetering van het fietsvervoer. „Maar
gemeenten zullen niet erg happig zijn'
plannen te maken als ze niet eens weten
of er genoeg geld is om ze uit te voeren",
weet Rijnsburger.
Volgens Rijnsburger zullen meer men
sen de auto inruilen ten gunste van de
fiets als de infrastructuur voor fietsend
Nederland wordt verbeterd. Als voor
beeld noemt hij een proefproject in
Delft, waarbij een fietsroutenetwerk is
opgezet. „Het project was geheel gericht
op comfortabele verbindingen voor de
fietsers. Je ziet namelijk dat de fietsers
in de infrastructuur altijd het onderspit
moeten delven. Altijd wordt voorrang
gegeven aan auto's, terwijl voor de fiets
een heel fijnmazig netwerk nodig is. In
Delft is geprobeerd zoveel mogelijk bar
rières op te heffen. Zo zijn er op wegen
waarvan automobilisten en fietsers geza
menlijk gebruik moesten maken geschei
den fietspaden aangelegd, is iets gedaan
aan de bruggen en viaducten over water
en wegen en aan de verkeerslichten voor
fietsers. Het project heeft een positief ef
fect gehad op mensen die korte ritjes
voorheen met de auto maakten". Derge
lijke projecten zouden volgens Rijnsbur
ger en de zijnen in heel Nederland uitge
voerd moeten worden. Luchtfietserij?
„Als je dit in alle steden en dorpen in
Nederland zou doen, kost dat per jaar
500 miljoen gulden. Als we dan de wer
king van het Structuurschema nemen,
namelijk tot het jaar 2010, kost dat tien
miljard gulden. Dat is tenminste een
beetje in verhouding tot wat er uitge
trokken wordt voor het openbaar ver
voer".
Alle automobilisten op de fiets is een il
lusie, weet ook Rijnsburger. „Maar als je
weet dat vijftig procent van alle autorit
ten een fietsafstand is, kan er nog heel
wat gebeuren. Het bevorderen van het
fietsverkeer moet een combinatie van
'push- en pullmaatregelen' zijn. Een
pullmaatregel is het verbeteren van het
fietsklimaat, een pushmaatregel is het
duurder maken van het autorijden".
Met het verbeteren van de infrastructuur
voor de fiets is de overheid er overigens
nog niet. De ENFB zet zich ook in om
het 'randgebeuren' te verbeteren. „Neem
bijvoorbeeld de combinatie fietsen en
openbaar vervoer; die is op dit moment
belabberd. Het moet gewoon vanzelf
sprekend worden om je fiets mee te ne
men in de trein. En er moeten meer en
betere fietsenstallingen komen", zegt
Rijnsburger. Niet in de laatste plaats
moet er iets gedaan worden aan het ge
voel van onveiligheid dat veel fietsers
hebben. „Als fietser voel je je kwetsbaar.
Niet altijd terecht, maar dat is vaak wel
de afweging om met de auto te gaan. Bij
voorbeeld als je met je kinderen ergens
naar toe moet. Dan is de beslissing om
maar met de auto te gaan heel gemakke
lijk. Maar als je je kinderen vanwege de
onveiligheid op de fiets maar met de
auto naar school brengt en naar paardrij
les, bereid je hen voor op een maat
schappij waarin de auto centraal staat".
Het is niet alleen de milieu- en verkeers-
kommer en kwel waarmee de fietsers
bond zich bezig houdt. De vereniging
fungeert ook als vraagbaak. „We hebben
sinds enige tijd een fietsbellijn waar ie
dereen terecht kan. Dat kan over de
meest uiteenlopende dingen gaan: van
vragen over fietsbussen tot welk kinder
zitje het meest geschikt is. Voor de
meeste mensen kunnen we volstaan met
het toezenden van een folder over een
specifiek onderwerp". Ook bestiert de
ENFB een winkeltje waar routekaarten,
kleding en accessoires voor de fiets ver
krijgbaar zijn. „Voor ons een manier om
leden te werven en te behouden", ver
volgt Rijnsburger. „In dit wereldje kun
je spreken van een concurrentieslag. Er
zijn heel veel organisaties die de moeite
van het steunen waard zijn. Het is voor
veel mensen telkens weer een afweging".
Overigens heeft de fietsersbond op het
moment niet te klagen over het leden
aantal. „We hebben nu 20.000 leden, on
geveer net zoveel als in de begintijd. Bij
het vorige lustrum, in 1985, zaten we op
een absoluut dieptepunt van 13.000 le
den. Dat kwam doordat veel mensen
toen het idee hadden dat het allemaal
niet zo erg meer was, dat de meeste za
ken verbeterd waren. Nu is er weer spra
ke van een snelle stijging door de gevoe
ligheid voor alles wat met milieu te ma
ken heeft; het idee dat het zo niet langer
door kan gaan".
Hoe ziet Rijnsburger de toekomst van 's
lands enige echte fietsclub? Worden hij
en zijn medestanders gehoord in Den
Haag? „We hebben best wat gezag", zegt
hij na enig nadenken. „Er zijn binnen
het verkeer natuurlijk niet zo vreselijk
veel specialisten en wij hebben in die
vijftien jaar best een grote deskundig
heid opgebouwd. Je moet wel een ont
zettend lange adem hebben. In feite zeg
gen we nu nog steeds grofweg hetzelfde
als vijftien jaar geleden, we stellen nog
steeds dezelfde dingen aan de orde. Dat
is eigenlijk hetzelfde als in de milieube
weging: als destijds niemand begonnen
was iets aan de orde te stellen, waren we
er nu ook nog niet zo mee bezig ge
weest".
FRANCISCA MULLER
JTRECHT - Op de televisie een
ïitzending over de ongekende mo-
elijkheden van de geneeskunde,
lersenstoornissen bij ongeboren
anderen kunnen met een vrucht
waterpunctie al in een vroeg sta-
lium worden opgespoord. Abortus
can, voor wie wil. Na de uitzen-
iing belt een zwangere vrouw het
nimmer van de stichting Korrela-
ie in Utrecht. Haar kind zal gees-
elijk gehandicapt ter wereld ko
men. De druk vanuit haar omge
ving om de zwangerschap af te bre-
cen is zó groot dat ze er bijna niet
meer tegen kan. Is het abnormaal
als je kiest voor een mongooltje?
'aniekvragen als deze bereiken de mede
werkers van Korrelatie met steeds grote-
e regelmaat. De emotionele kant van de
nedisch-technologische revolutie wordt
erdrongen, signaleert directeur D. Huij-
tregts. „Als je goed luistert, hoor je al-
een discussies op politiek en juridisch
liveau. Emoties blijven buiten schot.
Men wil zich er niet aan branden, dus
laat men die kant gewoon weg. Terwijl
de mensen waar het om gaat thuis met
de problemen blijven zitten".
Alle openheid van de moderne maat
schappij ten spijt, weten mensen geen
weg met de gevolgen van nieuwe medi
sche ontwikkelingen. Het gezag van de
kerk en de traditionele waarden zijn be
hoorlijk aangevreten. Kreeg je vroeger
een mongooltje dan was dat een ge
schenk van God. Nu bepaal je zelf of je
een gehandicapt kindje laat komen.
Vrijheid om te kiezen? Huijbregts heeft
zo haar twijfels: „Vroeger zat het ook
niet goed, al had je een houvast. Maar
tegenwoordig is het bijna onmogelijk om
nog een verantwoorde keus te maken.
Hoe doe je dat? Veel mensen voelen
zich juist onvrij. Het is niet zo dat al die
openheid op tv de zaken er eenvoudiger
op maakt. De druk om met de stroom
mee te doen is groot, het is haast immo
reel als je geen abortus meer overweegt
bij een gehandicapt kind. Hoezo vrijheid
van keus, denk ik dan".
Ook het beleid van de overheid is niet
helemaal vrij van dwang. „Kies je voor
een mongooltje dan word je op kosten
gejaagd. Kijk maar hoe duur medische
dagverblijven, taxivervoer en allerlei
specifieke hulpmiddelen zijn. Het lijkt
wel of je als ouders gestraft wordt"."
Volgens Huijbregts zou dit soort tere on
derwerpen moeten worden aangesneden.
Gewoon „rauw op de buis". „Laat men
sen maar eens praten, hun onzekerheid
loslaten. Ze kunnen vaak nergens met
hun emoties heen".
Dit jaar bestaat Korrelatie 25 jaar. Voor
ruim 16.000 mensen was de stichting in
1989 en 1988 uitlaatklep, vraagbaak en
therapie tegelijk. En hun aantal groeit.
De gesprekken duren gemiddeld tien mi
nuten tot een half uur, met uitschieters.
Programma's op tv haalden de afgelopen
jaren steeds vaker muren omver. Incest,
zelfmoordpogingen, mishandeling, ano
rexia nervosa (vermageringszucht), alles
komt 'recht voor z'n raap' op het
scherm. Een benadering die op sommi
gen werkt als een elektnsche-shockthera-
pie. Als uit het lood geslagen grijpen ze
naar de hoorn. Misschien voor het eerst
sinds jaren maken ze van hun hart geen
moordkuil meer. Een beerput van ellen
de breekt open.
Minder taboes, openheid troef. We mo
gen alles zeggen en aan hulporganisaties
in ons land geen gebrek. Maar zijn we
ook beter tegen de problemen opgewas
sen? Huijbregts schudt haar hoofd.
„Nee, integendeel. Door het wegvallen
van normen ontstaat een zó grote vrij
heid dat mensen zich geen raad weten.
Vroeger lagen de zaken helder. Abortus
en euthanasie mochten niet, over incest
praatte je niet. Die strakke grenzen zijn
weggevallen, iedereen stelt eigen normen
voor goed en kwaad. Maar wat voor jou
waar is hoeft dat voor mij nog niet te
zijn".
Daar komt nog bij dat steeds meer men-
Directeur Huijbregts van de stichting Korrelatie: Laat mensen maar eens praten, hun
onzekerheid loslaten. Ze kunnen vaak nergens met hun emoties heen".FOTO: PERS UNIE
sen de last van onverwerkt verdriet, oud
zeer en opgekropte woede alleen torsen.
Het aantal mensen dat alleen woont
wordt geschat op 5 miljoen. Daarnaast
groeit het aantal één-ouder-gezinnen.
„Kijk eens naar het aantal tv-toestellen
per gezin. Dat neemt toe want financieel
gezien is het immers geen probleem. Ge
volg is wel dat je vaker alleen kijkt, al
leen emotioneel wordt en het alleen
moet zien te rooien", aldus Huijbregts.
Ons land kent zo langzamerhand een
wildgroei van al of met professionele
zelfhulp- en belangengroepen. Wat
maakt Korrelatie in dit oerwoud van
hulporganisaties zo speciaal? In het sou
terrain van het statige pand aan de
LJtrechtse Maliebaan waar de stichting
huist, valt een stilte. Dan: „Ik denk dat
mensen via ons eerder op de iuiste plek
van bestemming komen. Bellers reage
ren heel emotioneel op een programma,
ze zijn bereid te praten én hulp te ont
vangen. De kern van het probleem ligt
als het ware al op tafel. Een aanloopje is
niet nodig".
Korrelatie heeft geleerd het ijzer te sme
den als het heet is. „Als de emotie het
diepst is, is de toegankelijkheid het
grootst. Als mensen moeite hebben om
hun pijn aan de telefoon onder woorden
te brengen, verwijzen ze naar het tv-pro-
gramma. 'Dat van de tv, dat heb ik ook',
zeggen ze dan en wij begrijpen het met
een".
ANNE MARIE VAN DER KOLK
r De ENFB viert zijn jubileum met onder meer de tentoonstelling '15
jaar fietsersbond ENFB' in het fietsmuseum Velorama, Waalkade 107
ein Nijmegen. Aan de hand van posters, stickers en ander drukwerk
wordt een beeld geschetst van de activiteiten in de afgelopen jaren. De
d tentoonstelling is tot 30 september dagelijks te zien van 10-17 uur (zon-
■- dag van 11-17 uur). De fietsbellijn van de ENFB is op woensdag en
e donderdag van 10.30-16 uur bereikbaar via 03480-16250.
[lOU- b
jna-tx
:t-is-
'oorzitter Jaap Rijnsburger van de ENFB heeft z'n fiets altijd bij zich. Uit eigen erva-
ing weet hij dat er nog heel wat kan verbeteren in de combinatie fietsen-openbaar ver-
FOTO: PERS UNIE