Iru^is Tans de Havik versus Relus de Duif ep Minderheden moeten hun sansen optimaal benutten" Politiek Partij Parlement ^NENLAND EeidócSouocmt ZATERDAG 7 JULI 1990 PAGINA 5 HAAG Net terug lublin en Moskou zat iter Hans van den >k van buitenlandse _.n vorige week de Ne- jandse kranten door te en. Zijn oog viel op bericht over een com- S aevergadering in de iede Kamer, waarbij V collega Relus ter Beek 2580!)Vezië was geweest. liefst zes keer bleek de Ster van defensie te heb- aangekondigd, dat hij het •ment een brief zou sturen de hoofdlijnen van de voor ogen staande in- jping van de krijgsmacht, szins nijdig pakte de ,-bewindsman de telefoon jerinnerde zijn PvdA-col- eraan, dat hij als minister buitenlandse zaken tevó- jeraadpleegd dient te wor- over diepinsnijdende de- eplannen. Op grond daar- eiste Van den Broek inza- de brief van Ter Beek, dat deze naar de Kamer worden gestuurd. geschiedde het. Een mo- ■donnans bracht het stuk van het zeventiende- rse gebouw van Defensie de 'Apenrots', zoals echte •nezen het ultramoderne •komen van Buitenlandse Zaken graag betitelen. Met nerveuze vingers scheur de Van den Broek de envelop open; zijn ogen vlogen over het papier. Toen produceerde hij zo'n schreeuw van veront waardiging dat zijn secretares se haastig haar hoofd om de hoek van de deur stak. Voelde de minister zich niet goed? Dat kon men wel zeggen, ja. Krijtwit van woede ontbood Van den Broek zijn adviseurs. Wat vonden zij ervan dat Ter Beek aankondigde dat de Ne derlandse krijgsmacht in het jaar 2000 ruim dertig procent kleiner zou zijn? Dat, zeiden de adviseurs, was niet conform de afspraken. Een reductie met vijftien procent in de ko mende vijf jaar, zo luidde het in het voorjaar gesloten com promis. Doodleuk Waar haalde Ter Beek dan het lef vandaan, wilde Van den Broek weten, om voor de pe riode 1995-2000 doodleuk een verdere inkrimping met nog eens vijftien procent in het vooruitzicht te stellen? Dat zou neerkomen op het naar huis sturen van zo'n veertigduizend man defensiepersoneel! Op grond waarvan in 's hemels naam? Volgens de brief van Ter Beek was dit allemaal zo klaar als een klontje. Door de verande- ringen in Oost-Europa en de gevolgen daarvan voor het Warschau Pact zou de Sovjetu nie geen acute militaire drei ging meer vormen voor het Westen. „Een verrassingsaan val zal dus voortaan uitgeslo ten zijn", schreef Ter Beek. Verder was hij tot de conclusie gekomen dat „de permanente dreiging van een groot conflict (lees: oorlog) in Europa nu verleden tijd is". Bij het lezen van die regels verslikte Van den Broek zich bijna. Hoe kon dit? Ter Beek was toch zelf ook net in de Sovjetunie geweest! Had hij daar soms met gesloten ogen en verstopte oren rondgelo pen? Was hem niet opgevallen dat kameraad Gorbatsiov tot over zijn oren in de problemen zit? De Sovjetunie is zo goed als failliet, de communistische partij dreigt te scheuren, de ene na de andere Sovjetstaat verklaart zich onafhankelijk. Volgens Van den Broek heb ben deze zaken de Sovjetunie tot een kruitvat gemaakt. Er hoeft maar dèt te gebeuren, en de boel gaat met een fantasti sche knal de lucht in. En nie mand die weet wat daarvan de gevolgen zullen zijn. Onder die omstandigheden vindt Van den Broek het een absoluut vereiste dat de NAVO-legers groot en sterk genoeg blijven om eventuele troebelen buiten het eigen erf te houden. Defensiekrant Weer pakte de minister de te lefoon. Deze keer liet hij Ter Beek weten dat er 'nader be raad' over de inkrimpingsbrief gevoerd diende te worden. Met die mededeling bracht hij zijn besnorde PvdA-collega in een lastig parket. Uit een oog punt van zo goed mogelijke voorlichting aan 'zijn' perso neel had Ter Beek zijn brief al verstrekt aan de Defensiek rant, het huisorgaan van zijn ministerie. Kon hij de publica tie nog tegenhouden? Nee, het nieuwe nummer was al ge drukt en werd reeds verspreid. Zo kwam het dat de bewuste brief de volgende dag in de dagbladen stond, want ook journalisten ontvangen de De fensiekrant. De Tweede Ka mer wist echter officieel nog van niets. Voor Ter Beek een pijnlijke aangelegenheid. Nog erger was wellicht dat hij daarvoor werd beknord door zijn eigen partijleider, Wim Kok, die afgelopen vrijdag bij ontstentenis van Ruud Lub bers waarnam als premier. „Dit is niet de gewone gang van zaken; normaal wordt er eerst een besluit genomen en vervolgens een brief geschre ven", sprak Kok verwijtend tijdens de gebruikelijke pers conferentie na afloop van het kabinetsberaad. Door deze gang van zaken deed zich de unieke situatie voor dat precies beoordeeld kon worden wie er in het na dere beraad over de defensie- brief aan het langste eind zou trekken. Hans de Havik of Re lus de Duif? Afgelopen maan dag kwamen zij bij elkaar, op het ministerie van buitenland se zaken. Premier Lubbers en vice-premier Kok waren ook aanwezig, om te voorkomen dat de zaak zou kunnen uit groeien tot een conflict tussen CDA en PvdA. De volgende ochtend ging de inkrimpingsbrief dan eindelijk naar de Tweede Kamer. Drie dagen later dan de bedoeling was. Waarna alle politieke waarnemers zich op het epistel stortten, om het te vergelijken met de tekst in de Defensiek rant. Wat bleek? Ter Beek had behoorlijk wat water bij de wijn moeten doen. Aan de vijftien procent reduc tie in de jaren '90-'95 was niet getornd, maar voor de vijf jaar daarna bood de 'nieuwe' brief twéé scenario's van zeer ver schillende aard. Alleen als de internationale ontspanning doorzet en er vergaande af spraken met de Sovjetunie ge maakt worden over ontwape ning, zal ons land de krijgs macht met nog eens vijftien procent inkrimpen. Is dat alle maal niet het geval, dan blij ven de Nederlandse strijd krachten in de tweede helft van dit decennium op het peil van 1995. De controverse Van den Broek-Ter Beek was voor de oppositie natuurlijk opgelegd pandoer. Vreemd genoeg was het niet de VVD, wier nieuwe leider Bolkestein een keihard verzet tegen het kabinet heeft beloofd, maar D66 dat de kans verzilverde. Defensiespecialist Pieter ter Veer van de Demo craten 'ontbood' beide be windslieden dinsdagavond in de Tweede Kamer om uit te leggen wat er nu precies was gebeurd. Ter Beek probeerde de affaire nog af te doen als een „onge lukkige samenloop van om standigheden", maar collega Van den Broek was niet be reid dit spelletje mee te spelen. Op hetzelfde moment dat mil joenen op de beeldbuis zagen hoe in Napels de penalties van de Italiaanse voetballers Dona- doni en Serena gekeerd wer den door de Argentijnse doel man Goycochea, joeg Hans van den Broek, de rechter spits van het CDA, op het Bin nenhof de bal keihard en on houdbaar tegen de touwen. In antwoord op vragen van Ter Veer verklaarde de minis ter dat collega Ter Beek zich schuldig had gemaakt aan on- oirbaar solisme. Ofwel: de communicatie tussen beide be windslieden was niet goed ge weest. „Daar zal extra zorg aan besteed moeten worden", sprak Van den Broek waar schuwend in de richting van de naast hem zittende collega van defensie. Maar wie had verwacht dat Ter Beek deemoedig het hoofd zou buigen, vergiste zich. De onder druk van Van den Broek aangebrachte wijzigin gen in de defensieplannen gaan toch voorbij aan het grote publiek, redeneerde hij. Het enige wat de mensen onthou den is dat er wordt gesproken over het afdanken van maar liefst een derde deel van het leger. De PvdA-achterban smult van dat soort medede lingen, weet de in de partijpo litiek gepokte en gemazelde Ter Beek. En zie: voor het eerst sinds de desastreuze ge meenteraadsverkiezingen van maart dit jaar kreeg de PvdA er in de peilingen van bureau Inter/View zowaar een paar kamerzetels bij. RIK IN 'T HOUT de lijst van Tweede-Kamerleden valt, tussen de jevaardigden Harry Aarts, Jan Achttienribbe-Buijs Ria Beckers-de Bruijn, de naam op van Thanasis jstolou. De in Griekenland geboren Apostolou be idde na de verkiezingen in september vorig jaar in Kamer. In een periode waarin iedereen meent iets moeten zeggen over het minderhedenbeleid stelt jstolou zich genuanceerd op. Geen wilde uithalen het kabinet, maar ook niet zonder kritiek. Hij raagt begrip voor de positie van buitenlanders, iar stelt ook dat zij alle kansen moeten grijpen die zijn. Doemdenken is de goedlachse Griek vreemd, federlanders en etnische minderheden staan nu )g te veel tegenover elkaar. Die verhouding moet rap tempo worden verbeterd". GEGRIEFD Geachte heer Maij, Zoals u maar al te goed weet, leiden ministers een zeer druk bestaan. Overdag en vaak ook 's avonds worden zij zozeer door het landsbelang in beslag genomen dat zij eigenlijk nergens anders tijd voor hebben. Als zij geen echtgenote hebben die voor hem en de kinderen zorgt, dan kunnen zij niet anders dan een werkster en/of een gouvernante in dienst nemen. De meeste ministers hebben echter een vrouw getrouwd die voor hen de was doet, de ramen lapt, de kamer stofzuigt, een ontbijtje klaarmaakt en wat al niet meer. De ene ministersvrouw heeft meer plezier in het huishouden dan de ander en de een weet het ook beter te combineren met bezigheden buitenshuis dan de ander. Zo is bijvoorbeeld van Ria Lubbers bekend dat zij gaarne haar medewerking verleent aan shows, tv-shows en musicals voor een goed doel. Heel lang bleef het ministerschap een mannenzaak. En nog steeds weten maar weinig vrouwen tot deze hoge post door te dringen. Maar sinds november vorig jaar telt onze regering maar liefst drie vrouwelijke ministers! Hoe het met het liefdesleven van D'Ancona en Dales precies zit is onduidelijk. Wij weten dus ook niet of zij 's morgens het bordje brinta of de bruine boterham met pindakaas zelf klaarmaken of dat iemand anders dat voor ze doet. Doordat uw vrouw, de minister van verkeer en waterstaat, zich nadrukkelijk met de naam Maij-Weggen laat aanspreken, is het algemeen bekend dat u bestaat. Dat feit is ook doorgedrongen tot het tv- programma Jongbloed en Joosten. J J hebben zich door de unieke combinatie van vrouwelijke minister met ministersman laten inspireren tot het maken van een persiflage. Vorige weekeinde liet u de woordvoerder van uw vrouw een verklaring uitgeven. Uw vrouw en u voelen zich „ernstig gegriefd" door een in uw ogen „misleidend, beledigend en seksistisch" interview met een nep-meneer Maij. Wat u en uw vrouw vooral dwars zat was dat „op geen enkele wijze bekend werd gemaakt dat het hier feen serieus nieuws-interview etrof, maar een satirisch gesprek met een acteur". Oo k voelde u zich als directeur-eigenaar van een bedrijf met enkele tientallen werknemers benadeeld. U zei te verwachten dat de uitzending van Jongbloed en Joosten uzelf, uw goede naam en de faam van uw bedrijf „ernstige schade" zou berokkenen. U overwoog zelfs de TROS voor de rechter te slepen. Wat is u dan eigenlijk aangedaanHeeft men bekend gemaakt dat u er een vriendin op nahoudtOf misschien dat u uw vrouw slaat? Heeft men u ervan beschuldigd dat u de belasting aan alle kanten hebt getild? Nee, niets van dat alles. U voelt zich beledigd omdat u wordt afgeschilderd als een liefhebbende echtgenoot die 's morgens een half uurtje eerder opstaat, zodat het croissantje van Hanja al heerlijk bros en warm is zodra zij de keuken binnenkomt. U vindt het misleidend dat Jongbloed en Joosten de zaken in uw huisgezin zo voorstellen, dat Hanja 's morgens de boel de boel mag laten en dat u ervoor zorgt dat alles weer keurig netjes in de keukenkastjes terecht komt. U vindt de tv-persiflage bovendien „seksistisch omdat. Ja, waarom eigenlijk? Omdat werd gesuggereerd dat u af en toe met andere ministersmannen (Jacques d'Ancona!) telefoneert om de moeilijkheden rond de bonte en witte was te bespreken? Meneer Maij, mag ik u één vraag stellen? Waarom voelt u zich gegriefd, beledigd en beschadigd als u wordt voorgesteld als iemand die iets doet waarin duizenden, miljoenen vrouwen u al sinds mensenheugenis zijn voorgegaan: de carrière van hun echtgenoot dagelijks ondersteunen! Met vriendelijke groeten, T. Rubbels, (Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen) THANASIS APOSTOLOU, GOEDLACHSE GRIEK IN DE TWEEDE KAMER: ;ge- IT jammer. Maar in andere hoofdstukken, zoals over werkgelegenheid, sociale ver nieuwing en onderwijs, wordt wel goed minderhedenbeleid verkondigd. Toch is dit voor onze kiezers niet altijd even duidelijk. Ik heb de achterban de afgelopen maanden veel moeten uitleggen. Voor de PvdA is in het regeerakkoord het maximale bereikt. Je fru streert jezelf door je eigen pro gramma koste wat het kost voor 100% te willen uitvoeren. Dat kan in een coalitie gewoon niet". Spel Wel moet de PvdA profiteren van de ruimte die het akkoord biedt, meent Apostolou. „Dat is een spel dat je voortdurend moet spelen. Ik ben ervan overtuigd dat de mensen op den duur gaan merken dat de PvdA in de regering zit. We moeten eigen ideeën lanceren. Zo zijn we nu in de fractie be zig met het opstellen van een plan om meer minderheden aan het werk te krijgen. Mis schien moet er een premie worden gegeven aan werkge vers die minderheden in dienst nemen. Bedrijven die achter blijven zouden dan een heffing moeten betalen. De PvdA moet meer accenten leg gen op de problemen in de sa menleving en het beleid beter uitleggen. Wij moeten uitdra gen dat* we ervan overtuigd zijn op de goede weg te zitten en dat wij het gaan maken. Zo'n manier van politiek be drijven is niet gebruikelijk in de zakelijke sfeer die in de Kamer heerst. Maat we mogen het niet uit de weg gaan". Komt hier even de (hartstoch telijke) Griek in Thanasis Apostolou om de hoek kijken? Verlangt hij soms toch weer terug naar zijn vaderland? Apostolou, met een brede glimlach: „Nee hoor, ik voel me tegenwoordig veel meer een wereldburger". ROB SEBES concrete problemen. „Het is een goede manier om naar de samenleving te kijken. Je hebt in de politiek verschillende ni veaus. Soms ben je met iets veelomvattends bezig als ont wikkelingssamenwerking. Een andere keer gaat al je inzet naar een individueel geval waarbij jouw macht en aanzien als parlementariër nodig zijn. Laatst ben ik met een Deense collega in Turkije geweest als waarnemer van een rechts zaak tegen een activist die het voor de Koerden opnam. Deze man is vrijgesproken. Daarbij heeft de politieke druk zeer zeker een rol gespeeld". Laatbloeier Feitelijk is Apostolou een laat bloeier in de politiek. Hij komt uit het dorp Trygona in het zuidoosten van Griekenland. Op zijn twaalfde vertrok hij naar het gymnasium van de stad Trikala. Het was een roe rige tijd. Griekenland kampte met de naweeën van een bur geroorlog, maar was nog wel een democratie. Apostolou, van huis uit Grieks-Orthodox, koos voor een studie theologie in Athene. Aanvankelijk was hij werkstudent, later kreeg hij een beurs van de staat. In 1967 kwam het kolonelsregime aan de macht. Vlak daarna studeerde Apostolou af en moest hij in dienst. „Af en toe gold er een staat van paraat heid voor het leger. Maar ver der merkten wij nog weinig van de militaire junta", herin nert Apostolou zich. Inmiddels had hij in een oecu menisch kamp in Oostenrijk een Nederlandse vrouw ont moet, met wie hij later zou trouwen. Mede gezien zijn voorkeur voor het socialisme, een stroming die de kolonels niet bepaald lag, rijpte bij hem het plan Griekenland te verla ten. Apostolou kreeg een beurs van de Wereldraad van Ker ken en kon in 1971 aan de ge meentelijke universiteit van Amsterdam gaan studeren. Daar behaalde hij het docto- raal-diploma theologie. Na een stageperiode kon Apostolou aan de slag bij Kerk en We reld. Het geloof loopt als een rode draad door z'n leven, maar is niet dogmatisch. „Ik ben theologie gaan studeren omdat ik het zo'n interessant onderwerp vond. Natuurlijk ligt er wel een stukje van me zelf in. Soms ga ik nog naar de Griekse kerk in Utrecht, soms bezoek ik de hervormde of ge reformeerde gemeente in mijn woonplaats Odiik. Sommigen vragen zich af: is dat wel goed? Ach, zeg ik dan, we zijn allemaal christenen". Eer Dat gevoel voor gemeen schapszin bracht Apostolou bij de PvdA waarvan hij in 1983 lid werd. Gezien zijn achter grond was het niet meer dan logisch dat hij na enige tijd voorzitter werd van de PvdA- commissie etnische groepen. In januari vorig jaar werd hij plotseling benaderd door de PvdA die kandidaten zocht voor de kamerverkiezingen. De verkiezingen van maart 1990 wel te verstaan, want op dat moment was de breuk in het CDA-VVD-kabinet nog niet in zicht. „Ik vond het een eer dat ik werd gevraagd", zegt Apostolou. „Ik had niet gedacht dat ik ooit professio neel politicus zou worden en begon me te realiseren dat ik me veel meer dan voorheen in allerlei kwesties moest verdie pen. En dat ik binnen de PvdA op zoek moest naar steun voor mijn kandidatuur". Door de val van het kabinet in mei kwam de procedure in een stroomversnelling. „Ik heb veel steun gehad van mijn Utrechtse vrienden. Vooral daardoor ben ik redelijk hoog op de PvdA-lijst gekomen". Apostolou heeft nog geen flit sende entree kunnen maken in een debat. Wel heeft hij de nodige taaie commissieverga deringen achter de rug. Hij houdt zich niet alleen bezig met minderhedenbeleid, maar ook met ontwikkelingssamen werking met Latijns-Amerika, de grote-stedenproblematiek, justitie en politie, de nationale ombudsman en jeugdwelzijn. Maar de positie van etnische minderheden krijgt de meeste aandacht. Toen premier Lub bers in maart van dit jaar via de IKON-radio min of meer zei dat minderheden niet al leen moeten profiteren van de Nederlandse samenleving maar ook hun plichten heb ben, trok Apostolou aan de bel. Lubbers kon Apostolou gerust stellen. Ideaal Niet in de laatste plaats omdat Apostolou vindt dat minderhe den inderdaad hun verant woordelijkheid ten volle moeten nemen. „Mijn ideaal is dat vooral jonge mensen de kansen die ze krijgen optimaal benutten. Daarin moeten ze gestimuleerd worden door de Nederlandse samenleving. De politiek moet daarvoor de ruimte scheppen. We mogen geen moment verloren laten gaan. Tot mijn spijt staan Ne derlanders en buitenlanders te veel tegenover elkaar. Daaruit komen de extreem rechtse partijen voort. In dat opzicht is de situatie niet rooskleurig. Daarom is haast geboden. En dan zeg ik tegen mijn collega politici: wees nou wat sterker. Dat zeg ik ook tegen het kabi net, dat het wat het minderhe denbeleid betreft niet dende rend doet". Het gebrek aan tempo ligt vol gens Apostolou niet aan het regeerakkoord tussen CDA en PvdA. De paragraaf over min derheden is wat magertjes, er kent Apostolou. „De tekst ademt te veel de sfeer uit van 'Die vreemdelingen kosten ons te veel' en te weinig van 'Wat moet er gebeuren met de ge neratie buitenlanders die nu in Nederland opgroeit?'. Dat is Thanasis Apostolou: „Ik voel me tegenwoordig veel meer een wereldburger". zitten als vormingswerker en cursusleider bij het instituut Kerk en Wereld in Drieber gen. Hij wilde zijn kennis en ervaring aanwenden voor de Griekse academie. Na een jaar was Apostolou echter terug in Nederland. „Ik had een boei ende baan. Maar in de privé- sfeer kwam de academie een aantal afspraken, zoals over huisvesting, niet na. Daarmee kon ik niet uit de voeten". Met pijn in het hart verliet'Aposto- lou Kreta. „Het was een enor me teleursteling. Ik heb het er lange tijd moeilijk mee gehad". Zijn gezicht staat somber. Maar dat duurt niet lang, want Thanasis Apostolou (43) is een goedlachse Griek. Met pret oogjes vertelt hij hoe hij met de snelheid van een komeet in de Tweede Kamer is beland. Of hoe hij kamervragen stelde na uitlatingen van premier Lubbers over minderheden. En dat het minderhedenbeleid nog lang niet is wat het zou moeten zijn. Want migranten vormen een bevolkingsgroep die hem tot in z'n ziel raakt. Apostolou is een groentje in de landelijke politiek. Een vreemde eend in de bijt voelt hij zich echter niet. Als direc teur van een regionaal cen trum voor buitenlanders in Utrecht, een functie die hij kreeg na zijn vlotte terugkeer uit Kreta, en als voorzitter van de PvdA-partijcommissie min derheden heeft hij geregeld met de Haagse politiek te ma ken gehad. De politiek boeit hem omdat hij daardoor bezig kan zijn met het oplossen van EN WISKE DE KLEINE POSTRUITER ,Ik ging terug van- ideaal dat je in je land iets wilt op- De academie is in de oosterse we en ik kon daar prima rk verrichten". had er een dienst- van een paar jaar op- !N HAAG Ooit werd verlangen naar Grie- mmfnland hem te machtig, was in 1977. Aposto- een prachtige om bij de Or- Academie op t °P^eta te komen werken, len

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 5