„Groen Links mag met minder dan vijftien zetels niet tevreden zijn" BAS DE GAAY FORTMAN MAAKT Z'N POLITIEKE TESTAMENT OP Spijtstemmer Derde wereld Stommiteiten Groenlinks Bijbel £eidóe@ou/umt ZATERDAG 7 JULI 1990 PAGINA 25 DEN HAAG - Sinds de econoom en jurist prof. dr. mr. Bas de Gaay Fortman twintig jaar geleden zijn entree maakte in de Nederlandse politiek is hij nauwelijks veran derd. Nog altijd dat Hooghaagse accent, nog altijd die voor hem zo typerende 'bedachtzame gedreven heid' en nog altijd die snor (inmid dels grijs geworden, dat wel) en dat half begroeide hoofd. Onlangs maakte de 52-jarige Groen- Linkse senator bekend dat hij begin vol gend jaar uit de politiek zal stappen. De Gaay Fortman, in de jaren zeventig als lid van de Tweede Kamer hèt gezicht van de Politieke Partij Radikalen (PPR)? hangt zijn lier aan de wilgen omdat hij meer tijd wil hebben voor zijn baan als hoogleraar aan het Institute of Social Studies in Den Haag („Zeg maar: een universiteit voor studenten uit de Derde Wereld") en voor zijn onbezoldigde ar beid binnen de Gereformeerde Kerk. Namens deze kerk vertrekt hij in februa ri 1990 naar de Australische hoofdstad Canberra, waar de Wereldraad van Ker ken bijeenkomt. „Toen mij was ge vraagd daarheen te gaan, heb ik er lang over nagedacht of ik mijn functie van kerkelijk vertegenwoordiger zou kunnen combineren met die van politicus. Mijn conclusie was: niet doen, dat hoort ei genlijk niet. Die twee hoedanigheden moeten van elkaar gescheiden worden. Toen had ik de keus: óf niet gaan, óf stoppen met de actieve politiek. Ik koos voor het laatste. Daarbij speelden nog twee andere overwegingen een rol. Ik be sefte dat ik al bijna twintig jaar in de po litiek bezig ben en dat het zo gek niet zou zijn om er zoetjesaan een punt ach ter te zetten. Dan zou ik bovendien meer de handen vrij hebben voor mijn werk als hoogleraar". „De Eerste Kamer slokt een behoorlijk deel van m'n leven op. Toen ik er in 1977 lid van werd was dat veel minder het geval, maar gaandeweg is in de Se naat de neiging ontstaan het werk van de Tweede Kamer nog eens dunnetjes over te doen. Men bemoeit zich steeds meer met details en dat verzwaart het werk aanzienlijk. Ik maak me daar zor gen over. We moeten terug naar de oor spronkelijke functie van de Eerste Ka mer: politiek op afstand bedrijven, al leen de grote lijnen bestrijken. Senatoren moeten geen beroepspolitici willen wor den zoals Tweede-Kamerleden. Dat is ook nooit de bedoeling geweest. Als de politiek een te zware rol gaat spelen, zul len naar ik vrees steeds meer collega-se natoren er de brui aan geven". „Ik ben een professor met een handicap. Met één been sta ik in het Institute of Social Studies en met het andere been op het Binnenhof. Ik kan maar drie vier dagen per week met de studenten bezig zijn en ik moet alle verzoeken om gastlessen te geven of projecten te bege leiden op universiteiten in Afrika afwim pelen. Geen tijd voor, hoe graag ik ook zou willen". „Met Afrika voel ik een grote verbon denheid. Tussen 1967 en 1971 heb ik met m'n gezin in Zambia gewoond, waar ik aan de universiteit van Lusaka heb gedoceerd. Daar kwam een eind aan doordat mij eind 1970 werd gevraagd of ik Tweede-Kamerlid wilde worden voor de PPR. Ik ben nooit uitgeweest op een politieke carrière, maar het is nu een maal als vanzelf zo gelopen. Ik vond dat ik de consequenties moest dragen van mijn politieke stellingnames. Nee zeggen kon en wilde ik niet". Bas de Gaay Fortman behoorde in 1967 tot de groep anti-revolutionairen die na de kamerverkiezingen van dat jaar open lijk spijt betuigde over het uitbrengen van een stem op de ARP. De 'spijtstem mers' hadden na de beruchte 'Nacht van Schmelzer' in oktober 1966, waarin het kabinet-Cals (PvdA, KVP, ARP) om zeep werd gebracht, vurig gehoopt op een hernieuwde samenwerking tussen confessionelen en sociaal-democraten. De ARP stuurde echter na de verkiezin gen rechtstreeks aan op een confessio neel-liberaal kabinet. Ook de KVP kende haar spijtstemmers. Vanuit deze groepering werd in 1968 de PPR opgericht, waar Bas en zijn vrouw Ina zich twee jaar later bij aansloten. Toen de kamerverkiezingen van 1971 naderden kreeg De Gaay Fortman een brief van de toenmalige PPR-voorzitter Jacques Tonnaer waarin deze hem vroeg zich kandidaat te stellen voor de nieuwe politieke partij. Op de verkiesbare plaat sen stonden tot dan toe alleen oud- KVP'ers. Het bestuur wilde door hoge plaatsing van een ex-ARP-lid duidelijk maken dat de PPR geen louter katholie ke aangelegenheid was. Bas zei ja, nam bruinverbrand door de Zambiaanse zon actief deel aan de winterse verkiezings campagne en ^erd gekozen als één van de twee PPR-kamerleden die uit de stembussen rolden. Het kabinet-Biesheuvel, dat in de maan den daarna tot stand kwam, was geen lang leven beschoren. In 1972 waren er alweer verkiezingen, waarbij de 35-jarige De Gaay Fortman optrad als lijsttrekker van de PPR. Getooid met een witte pet, met op de klep de letters van zijn partij, toog hij als een moderne zendeling op verkie- zingstoernee, predikend dat de proble- „Als de Ontwikkelingshulp niet gau h' fundamenteel wordt aangepakt, zal het Westen worden overspoeld met illegalen uit arme landen. De problemen van de Derde Wereld zijn niet te ontlopen". FOTO: SP wustzijn goed tot politici en kiezers door te dringen. Waarom? Omdat de ellende nu opeens zichtbaar is geworden. Je kunt naar het bos gaan en de stervende bomen met eigen ogen zien. Groen Links heeft bij uitstek de taak om dat bewustzijn levend te houden en voort durend druk op de ketel te zetten. We mogen geen genoegen nemen met halve maatregelen". Moet öroen Links het ook niet tot zijn taak rekenen om de verslapte aandacht voor de Derde Wereld nieuw leven in te blazen? „Dat is ook een heel wezenlijk punt. 't Is jammer dat de Derde Wereld door alle aandacht voor Oost-Europa enigszins uit beeld is verdwenen. Maar dat zal niet lang meer duren. Alle westerse landen, ook Nederland, zullen er binnen afzien bare tijd heftig met de neus op gedrukt worden. Net als bij de milieuvervuiling zal het probleem steeds beter zichtbaar worden, eenvoudigweg omdat de bewo ners van de Derde Wereld in steeds gro teren getale hier naartoe komen. De tele visie rukt op in Afrika, in Azié en La- tij ns-Amerika. In steeds meer ontwikke lingslanden weet men hoe het in het rij ke westen is. Dat zuigt. Wij hebben een enorme aantrekkingskracht!" „Als de ontwikkelingshulp niet gauw fundamenteel wordt aangepakt, zal het Westen worden overspoeld met illegalen uit arme landen. De problemen van de Derde Wereld zijn niet te ontlopen. Ze komen vanzelf op ons af, tenzij we tijdig maatregelen nemen om het leven dóór ter plekke beter te maken. Het besef van dit alles vormde ook de belangrijkste aanleiding tot de recente Afrika-confe- rentie in Maastricht, waarachter Jan Pronk de drijvende kracht was". men van deze wereld, zoals bewapening, milieuvervuiling en armoede, bij de wortel dienden te worden aangepakt. Radikaal dus, want om dat woord, afge leid van het latijnse 'radix' (wortel), draaide het allemaal. Zijn boodschap sloeg zodanig aan, met name bij de jon ge kiezers, dat de PPR zeven zetels in de wacht wist te slepen. De euforie over deze overwinning kreeg in mei '73 nog een extra dimensie: na de zwaarste Ne derlandse kabinetsformatie aller tijden ontstond het kabinet-Den Uyl, waaraan ook de PPR deelnam. De Gaay Fortman: „Die periode als re geringspartij was onmiskenbaar het hoogtepunt van de PPR. Hoewel we maar een kleine coalitiepartner waren, hebben we een vrij grote invloed gehad op het kabinetsbeleid. Dat kwam vooral tot uiting in het tegenhouden van be paalde plannen die wij onaanvaardbaar vonden, zoals de levering van reactorva ten aan Zuid-Afrika, het plan om drie nieuwe kerncentrales te bouwen, het af sluiten van de Oosterschelde en het voornemen om ons leger nieuwe kern- wapentaken te geven". Hoe komt het dat de PPR na de val van het kabinet-Den Uyl wegzakte, eerst naar drie en vervolgens naar twee zetels? „In '77 boekte de PvdA tien zetels winst en een deel daarvan ging ten koste van de PPR. Maar de belangrijkste oorzaak van het teleurstellende verkiezingsresul taat lag bij de PPR zelf. Er zijn gewoon een paar stommiteiten uitgehaald. De PPR zette zichzelf buiten spel door vóór de verkiezingen uitspraken te doen die beter achterwege hadden kunnen blijven, zoals: we willen nooit meer met confes sionele partijen regeren. Het succes was de partij naar het hoofd gestegen. We vertoonden de arrogantie van de kleine macht. Dat heeft ons heel wat stemmen gekost en dat is ons nog jaren daarna op gebroken". „Een andere oorzaak van de terugval is dat Ria Beckers, die mij als lijsttrekker en fractieleider was opgevolgd omdat ik het academische leven weer in wilde, he laas te weinig aantrekkingskracht had op politiek onbewuste kiezers. Ik vind dat ze al die jaren het politiek leiderschap prima heeft uitgeoefend, maar haar op treden als stemmentrekker was jammer- genoeg niet zo wervend, vooral niet ten opzichte van jongeren, 't Is ook moei lijk, hoor, om iemand te vinden die zo wel een goede lijsttrekker als een goed. partijleider is. Dat zie je maar zelden. Ed Nijpels was een heel geschikte lijsttrek ker, maar geen goed leider. Voor Wim Kok geldt het omgekeerde. Lubbers is een uitzondering: die blinkt in beide hoedanigheden uit". „Ik denk overigens dat sommige interne ruzietjes de PPR ook geen goed hebben gedaan. Je hebt kiezers die daar enorm op afknappen. Maar geloof me, er is geen moeilijker klus dan het bij elkaar houden van linkse mensen. Hoewel... de laatste jaren blijkt het bewaren van een heid ook aan de rechterkant van het po litieke spectrum problemen op te kun nen leveren. We hebben in de PPR-top ooit wel eens tegen elkaar gezegd: 'Ging het bij ons maar zoals in de VVD. Daar laat men elkaar altijd netjes uitspreken en blijft men elkaar ondanks menings verschillen als vrienden behandelen'. Met zulke opmerkingen hoef je vandaag de dag niet meer aan te komen!" Toen de PPR een eeuwige splinter leek te blijven, kwam Groen Links tot stand. Een geschenk uit de hemel? „Jazeker, maar niet alleen voor ons. Dat gold net zo goed voor PSP, CPN en EVP, die ook allemaal klein bleven. In de jaren zeventig voelde ik niets voor een bundeling van de kleine linkse par tijen. Destijds werd er veel gepraat over een Progressieve Volkspartij, die zou moeten ontstaan uit PvdA, D66 en PPR, maar het is bij praten gebleven. Vooral de PvdA durfde het niet aan". „In 1982 kwam de gedachte aan zoiets als Groen Links voor het eerst bij me op. Ik werd aangestoken door het succes van de groene partijen in West-Duits- land en Belgiè en dacht: zoiets moet bij ons toch ook mogelijk zijn? De kleine linkse partijen zouden zich moeten op heffen en samen onder een groen dak een nieuwe start moeten maken, met een nieuw élan. Prachtig leek me dat. Met het oog op de Europese verkiezingen van 1984 heb ik met een vriend van me. Wouter van Dieren, de Groene Partij Nederland opgericht, simpelweg om een voorbeeld te stellen. Het is niks gewor den, maar de prikkel om tot Groen Links te komen is er wel door versterkt. Ik ben dolblij dat het uiteindelijk gelukt is. En hoe! Kijk eens naar het zestal dat in de Tweede Kamer zit. Merk je aan Andrée van Es nog dat ze uit de PSP voortkomt? Kun je Ina Brouwer nog als communiste bestempelen? Nee toch?" Dat is waar. maar intussen bestaan de oude partijen nog steeds. PPR en PSP willen zichzelf wel opheffen, maar CPN en EVP nog niet. Zo was het toch niet bedoeld? „Ach, dat komt allemaal best voor el kaar. Ik begrijp heel goed dat het som mige partijen moeite kost een streep door het verleden te zetten. Neem nou de CPN: die heeft zo'n enorm stuk ge schiedenis achter zich, heel wat langer en zwaarder dan de PPR. Voor veel CPN'ers was het communisme een echt geloof! Dat zet je zomaar niet over boord. Daar is tijd voor nodig. Gelukkig helpen de omwentelingen in Oost-Euro pa daar nu ook een handje aan mee". Over geloof gesproken, u bent nog altijd een praktiserend christen. Hebt u nooit de neiging gehad van uw geloof af te val len? Dat zie je immers vaak bij mensen die veel gereisd hebben en met heel wat andere culturen en religies in aanrakin? zijn geweest. „Nee, ik heb nooit enige aanvechting tot relativering van het christelijk geloof ge had. Voor mij heeft de bijbel en met name de persoon van Jezus altijd een heel bijzondere betekenis gehouden. Hier, kijk maar, dit draag ik bijna altijd bij me". (Hij tast in z'n binnenzak en haalt er een bijbeltje uit. Op het schut blad staat met vulpen geschreven: Vaan drig De Gaay Fortman) „Dertig jaar oud. Aangeschaft tijdens m'n militaire diensttijd. De bijbel is en blijft inspire rend voor mij, elke dag weer. Het is geen boek waarvan je op een bepaald mo ment kunt zeggen: ik heb 't uit. Ik ben er nog steeds heilig van overtuigd dat als iedereen het christelijk geloof echt se rieus zou nemen, de wereld er beter van zou worden". „Let wel: ik ben niet fundamentalistisch of onverdraagzaam, integendeel zelfs. Ik gun iedereen z'n eigen geloof en ik denk heus niet dat mensen die het christen dom niet aanhangen verloren zullen gaan of zoiets. Maar een zekere zen dingsdrang heb ik wèl. Ik preek ook nu en dan in bijzondere kerkdiensten, zoals samenkomsten die gericht zijn op jonge ren of buitenkerkelijken". Terug naar Groen Links. Hoe staat het met de groeikansen? „Zeer goed! Bij de volgende verkiezin gen krijgen we minstens tien zetels, let maar op! Eigenlijk vind ik dat we met minder dan vijftien niet tevreden mogen zijn. Dat zit er op den duur ook wel in hoor. Meer dan ooit heeft een partij die de strijd tegen de verpesting van het mi lieu hoog in 't vaandel heeft staan kans op een forse aanhang". „De PPR was in de jaren zeventig al een milieupartij, maar CDA, PvdA en WD hebben de vervuiling lange tijd veron achtzaamd. Nu pas begint het milieube- Nog één persoonlijke vraag. Over u wordt vaak gezegd: aardige vent. vlotte babbel, brede visie, alleen jammer dat hij soms zo'n ijdelheid uitstraalt. Wat hebt u daarop te zeggen? Bas de Gaay Fortman luistert met grote ogen toe en schiet vervolgens in de lach. „IJdelheid? Dat hoor ik voor het eerst, werkelijk! Waarschijnlijk krijgen sommi gen die indruk omdat ik nogal makkelijk met de media weet om te gaan en niet schroom om af en toe op een wat onge bruikelijke manier aandacht voor poli tieke problemen te vragen. Mag dat dan niét? Misschien zijn er ook mensen die het gek vinden dat ik op warme dagen wel eens een tropenpak uit Zambia of Tanzania draag. Maar dat is geen ijdel heid. Die dingen zitten gewoon lekker!". DICK VAN RIETSCHOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 25